Schaakrubrieken weekend 17 februari 2018

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Karpov ontmoet Dali

In 2014 vertelde oud-wereldkampioen Anatoly Karpov in een interview met het Russische tijdschrift Sob e sednik over zijn ontmoeting in 1979 met Salvador Dali in een restaurant in New York. Dali kwam met twee mooie meisjes – voor de reclame waarschijnlijk – en Karpov was met een officier van de KGB. Karpov zei daarover: „Zo ging dat toen. Michail Tal zei bijvoorbeeld kort voor zijn dood, dat toen hij me in 1979 in Baguio hielp tegen de ‘ongewenste’ Viktor Kortchnoi, de dreiging van de gevangenis over hem hing – zo voelde hij dat het zou gaan als ik zou verliezen. Dat lijkt natuurlijk vergezocht, maar in die jaren waren er veel van zulke zorgen voor ons.” Karpov kende toen een anekdote over Dali en de Armeense componist Chatsjatoerjan. Die kwam naar Dali’s paleis in Spanje en werd binnengelaten door een bediende. In een lege zaal wachtte de componist twee uur tot opeens Dali binnenkwam, geheel naakt galopperend op een zwabber als paard en wild zwaaiend met een sabel op de tonen van Chatsjatoerjans beroemde Sabeldans. Dali verdween weer en daarna kwam de bediende binnen die zei dat de audiëntie was afgelopen. Waar of nepnieuws, Karpov was voorbereid op vreemde dingen, maar er gebeurde niets spectaculairs. Alleen was hij verbaasd dat het schatrijke gezelschap van Dali een groot drama maakte toen er eieren met kaviaar waren besteld en ze voor 20 dollar maar drie eieren kregen. „Diefstal!” schreeuwde de weduwe van een parfumkoning. Tegenwoordig rust Karpov op zijn lauweren. In januari was hij in Wijk aan Zee om aan het begin van de laatste ronde van het Tatatoernooi op de gong te slaan, wat hij in 2017 ook al deed. Af en toe schaakt hij nog voor de aardigheid; een simultaantje hier, een rapidtoernooitje daar. Vlak na dat Tatatoernooi speelde hij in de Chinese stad Harbin een rapidmatch van zes partijen tegen Hou Yifan, die hij met 3½ – 2½ won.

Anatoly Karpov-Hou Yifan, derde partij, China 2018. 15 minuten+10 seconden per zet.

1. d4 e6 2. c4 b6 3. d5 Lb7 4. a3 Pf6 5. Pc3 De7 6. Lg5 h6 7. Lh4 d6 8. e3 Pbd7 9. Tc1 c5 10. Pb5 Pe5 11. Lxf6 gxf6 12. Da4 Kd8 13. Pc3 f5 14. Td1 Dd7 15. Dc2 Tg8 16. a4 Le7 17. b3 Ke8 18. g3 Kf8 19. Lg2 Pg6 20. Kf1 Td8 21. Pge2 a6 22. h4 Lf6 23. f4 e5 24. Lh3 Lc8 25. Kf2 Te8 In een zware manoeuvreerpartij is het voor beiden moeilijk een plan te bedenken. 26. h5 Pe7 27. Pg1 Dd8 28. Pf3 e4 29. Pg1 Tg7 30. Pge2 Pg8 31. a5 Karpov wil ijzer met handen breken. 31…bxa5 32. Ta1 Dc7 33. Ta3 Ld8 34. Tha1 Pf6 35. Txa5 Pxh5 36. Txa6 In for a penny, in for a pound. 36 …Lxa6 37. Txa6 Pxg3 Dit had tot verlies moeten leiden. De winnende zet was 37…De7, bijvoorbeeld 38. Lg2 Pxg3 39. Pxg3 Txg3 en 40.Kxg3 gaat niet wegens 40…Dh4 mat. 38. Pxg3 Lh4 39. Pce2 De7

40. Ke1 Karpov laat zich overbluffen. Na 40. Kg2 zou wit op winst staan. 40…Lxg3+ 41. Kd2 Le1+ 42. Kc1 Df6 43. Kb1 Lf2 44. Dd2 Kg8 45. Kc2 Kh8 46. b4 cxb4 47. c5 b3+ 48. Kxb3 Tb8+ 49. Tb6 Tgg8 50. Pd4 Hierna is het meteen uit. 50…dxc5 Wit gaf op.

Partij in de viewer:

Gert Ligterink

Fischer Random, variant zonder openingstheorie

Tot de nalatenschap van Bobby Fischer behoort een door hem bedachte variant van het spel die vooral populair is onder schakers die geen tijd of zin hebben om te studeren. Als de acht zware stukken, met lopers van tegengestelde kleur, in willekeurige volgorde op de onderste rij worden geplaatst, is kennis van de openingstheorie irrelevant en waant de speler zich terug in de oertijd, toen nog niet bekend was hoe een schaakpartij dient te worden opgezet. De variant wordt Fischer Random genoemd of Chess960, een verwijzing naar de 960 verschillende beginstellingen die mogelijk zijn. Nadat de regels officieel waren vastgelegd, vond in 1996 in Novi Sad het eerste toernooi plaats. Eerste prijswinnaar Peter Leko – een eminent kenner van de klassieke openingstheorie – was enthousiast: ‘Voor het eerst in mijn leven hoefde ik me geen zorgen te maken over de te verwachten openingsproblemen. Eindelijk was goed slapen de beste voorbereiding.’ De opmars van Fischer Random zette zich in de periode 2001-2009 voort met negen officieuze WK-toernooien in Mainz, die alle door topgrootmeesters werden gewonnen. Na die veelbelovende start bleef het stil tot organisatoren in Noorwegen onlangs bedachten dat een wereldtitel ontbrak op de erelijst van Magnus Carlsen. Zo kwam vorige week in Hovikodden, vlakbij Oslo, een officieuze Fischer Random WK-tweekamp van zestien rapid- en blitzpartijen tot stand tussen Carlsen en de Amerikaan Hikaru Nakamura, een specialist bij uitstek. Carlsen stelde het thuispubliek niet teleur. Hij won de acht rapidpartijen met 4,5-3,5 en de blitzmatch met 5-3. Carlsen was tevreden over het vertoonde spel, al erkende hij dat hij niet zijn gebruikelijke niveau had gehaald: ‘De beginfase van een Fischer Random-partij kost zo veel energie dat je later op kritieke momenten minder scherp bent.’

Carlsen-Nakamura Hovikodden blitz 2018

1. a4 e6 2. a5 a6 3. e4 Pf6 4. e5 Pd5 5. Pf3 f6 6. e×f6 g×f6 7. Pe3 P×e3 8. f×e3 Lg6 9. b4 Le7 10. Lh4 Tf8 11. Le2 Pc6 12. Dc3 b5 13. 0-0 0-0-0 Ook in Fischer Random kan worden gerokeerd. In deze stand gaat wits koning naar g1 en de toren van h1 naar f1. Zwarts koning blijft op c8 en de toren op b8 gaat naar d8. 14. d4 Lh5 15. Dd2 d5 16. c3 L×f3 17. R×f3 f5 18. Rh3 Rd7 16. Lg3 Bg5 20. Bf4 h6 21. B×g5 h×g5 22. Rh6 Re7
Sterker is 22 … Pd8, waarna 23. e4 d×e4 24. D×g5 Dd5 zwart goed spel geeft. 23. e4 d×e4 Van kwaad tot erger. Na 23 … f×e4 24. D×g5 Kb7 is wits voordeel beperkt. 24. Dg5 Kb7? Met 24 … Td8 kan zwart zich verdedigen.
25. d5! e×d5 26. R×c6 Ref7 27. Rc5 Rd7 28. Dg6 Qd8 29. Qc6+ Ka7 30. L×b5 a×b5 31. R×b5 Qc8 32. a6 Zwart geeft op. Na 32 … Td6 volgt 33. Tb7+ Ka8 34. Tb8+ K×b8 35. a7+ K×a7 36. Ta1+ Kb8 37. Ta8 mat.

Partij in de viewer:

Hans Böhm

Respect

Iedere wereldkampioen dwingt respect af. De lange weg naar de top is zwaar en slechts enkelen bereiken het allerhoogste punt. Na de eerste officiële kampioen Wilhelm Steinitz in 1886 werd Magnus Carlsen in 2013 de twintigste primus inter pares. Al die kampioenen hebben met hun eigen stijl gewonnen en sommige stijlen spreken meer tot de verbeelding bij het grote publiek: de aanvalskunstenaars die met grof geweld en onder opoffering van have en goed het doel bereiken. Maar er zijn ook voorbeelden van grootmeesterlijk subtiel opereren waar je even stil van wordt en zo’n ervaring hadden we in de twaalfde, voorlaatste ronde bij het laatste TataSteel-toernooi.

Ik gaf in het slotweekend commentaar op de lopende partijen en het publiek leefde enthousiast mee: de strijd om de toernooiwinst ging tussen Carlsen en Anish Giri. Want medekoploper Shakryar Mamedyarov was na twaalf zetten pissig weggelopen omdat Gawain Jones met wit op zetherhaling was ingegaan (Shakry had ontevreden met zichzelf moeten zijn vonden wij) en Giri had net een overtuigende winst op Baskaran Adhiban geboekt en stond virtueel alleen aan kop.

M. Carlsen–M. Matlakov, na 51…Kg4-h4

Carlsen kon gelijk komen als hij deze stelling zou winnen. Hij was in diep gepeins verzonken. Samen met Judit Polgar, die als oude bekende op bezoek kwam bij dit jubileumtoernooi, analyseerden we de mogelijkheden. Om te beginnen vonden we de laatste zet van zwart niet goed: de koning sluit zichzelf op. Waarom niet 51…Kf5 om de koning dichter bij de c-pion te houden, zoals door het publiek werd gesuggereerd? Nu ]was een studieachtige wending mogelijk en daarover zat Carlsen natuurlijk te denken. Ook de computer raakte enthousiast over de volgende manoeuvre en sloeg uit naar plus 6, terwijl plus 2 al winnend voordeel betekent. 52.Le7+ Kh3 53.Tg3+ Kxh2 54.Ld6 Te4 Het enige veld waarop de toren veilig is voor het aftrekschaak. Echter, de witte pion is nu niet meer te stoppen. 55.c6 En we gingen terug naar een andere variant. Pas ’s avonds in de bar van ons hotel kwam ik er samen met Jan Smeets achter dat zwart nu juist remise kan maken met 55…Te6 56.Tg6+ Txd6 57.Txd6 Lxc6+! 58.Kxc6 h4 59.Kd5 h3 60.Ke4 Kg3 en wit komt niet verder! In de vooruitberekening vanuit de diagramstelling is zo’n uitzondering op de regel moeilijk te zien. Dus moet wit juist geen 55.c6 doen maar eerst 55.Td3+ Kg2 56.Td1 en Lh1 doet niet meer mee en wit zal winnen. Over al deze zaken zat Carlsen te denken en hij deed het vervolgens op zijn eigen manier en die was overtuigend. 52.Tg1 La8 53.Kb6 Te2 54.Kc7 Ld5 55.Tg3 Lh1 56.Tc3 Kg4 57.c6 en zwart gaf op, hij zal spoedig een stuk moeten geven voor c6 en dan wint wit makkelijk met zijn goed verdedigde h-pion. Als Carlsen iets beter staat, dan wint hij bijna altijd. Dat is zijn grote kracht. Hij laat zeer weinig halve puntjes liggen. Het is al bijna zo erg dat als hij in een gelijk middenspel terecht komt, hij twee van de drie keer ook wint.

B. Adhiban–M. Carlsen, na 24…Le6-f5
Wit staat niet minder na 25.c3 Ta8 26.a5 Le6 27.Tb7 Txa5 28.Lxc4 Tc8 29.Lb3 Txc3 30.Tb4 en het is moeilijk voor beide partijen vorderingen te maken. Als de a- tegen de d-pion wordt geruild, resteert remise. Maar zie hoe snel het kan gaan:
25.Lf3 d4 26.a5 Lxc2 27.Tc1 Tb1 28.Txb1 Lxb1 29.Tc7 c3 30.Ld1 Ta8 31.Tc5 Lxa2 32.Lc2 Le6 33.Kf1 Tc8 34.Lxc8 Lxc8 35.Ke2 La6+ 36.Kf3 d3
en wit gaf op.

Op de actuele Elo-ratinglijst leidt Carlsen met 2843, daarna Mamedyarov met 2814 en dan Kramnik met 2800. Dan wordt het dringen. Giri is door Wijk aan Zee geklommen naar de tiende plek met 2777.

Partijen in de viewer:

Bab Wilders

Uiteraard volgde ik met veel interesse de verwikkelingen in Wijk aan Zee (ik ben er ook geweest), maar ik haakte af bij de zgn. tiebreak, dat beschouw ik als een onding, alleen al de belachelijke naam Armageddon geeft aan dat hier een verwrongen geest aan het werk is geweest. Het stuitendste van het geheel is het doorspelen met materiaal achter, hopend dat de tegenstander op tijd verliest. Schaak- en grootmeester onwaardig. Dan denk ik onwillekeurig aan die damgrootmeester die terecht spotte: ‘Wij beslissen een damtoernooi niet via een potje sjoelen.’ Het toernooi kende enkele erg korte remises – dat kan voorkomen door een minimum zetten regel, maar verder waren er ook indrukwekkend mooie partijen, bijv. van de koplopers Giri en Carlsen. Overigens was het leuk door de diverse zalen te dwalen om te kijken bij bekenden die aan één van de toernooien deelnamen. Een blik werpend op een bord van voor mij overigens onbekende spelers kreeg ik ineens een aha-erlebnis: de zwartspeelster kon mat geven via het beroemde mat van Boden! Helaas zag zij het niet, maar gezien de jeugdige leeftijd was dat ook niet te verwachten. Hier de antieke partij waardoor de zwartspeler voortleeft, zoals menigeen bekend is gebleven door één partij: 1853, Londen:

Schulder-Boden: 1.e4 e5 2.Pf3 d6 3.c3 f5 4.Lc4 Pf6 5.d4 fxe4 6.dxe5 exf3 7.exf6 Dxf6 8. gxf3 Pc6 een typisch 19e-eeuwse opening, men zal dit nu niet meer zo gauw zien 9.f4 Ld7 10.Le3 0-0-0 11.Pd2 Te8 12.Df3 Lf5 13.0-0-0?? verliest een stuk na 13.. d5 14. Lxd5? mist totaal de nu volgende combinatie 14..Dxc3 15.bxc3 La3 mat.

Weer opmerkelijke boeken van McFarland, haast een pleonasme. De onwaarschijnlijke serie van Gino di Felice bereikt opnieuw een verbijsterend hoogtepunt: hij heeft alle meesters en grootmeesters in één boek samengebracht en wie zich afvraagt wat de diepere bedoeling van Gino is, moet maar eens op de site van de Eurospan Group kijken. Diegene zal van de ene verbazing in de andere vallen over wat deze Italiaan inmiddels aan data te boek heeft gesteld: 978-1-4766-7132-1, € 42. Maar dan de heren Cazaux en Knowlton: de titel A World of Chess wordt volledig waargemaakt, want werkelijk alles wat te weten valt over het schaken van de prehistorie tot heden is na een immense research in 400 pagina’s opgetekend. Met honderden illustraties en kaarten volgen we de weg door de wereld, vanuit het verre Azië via de Perzische en Arabische wereld tot aan deze eeuw, met al die nieuwe spelregels die een lichte kapitalistische achtergrond verraden. Niet alleen de Chinese en Japanse varianten komen voorbij, maar ook de afwijkende Europese voorbeelden die nog steeds worden gespeeld. Veel aandacht ook voor alle culturen die het spel hebben doorgegeven, bijv. via de zijderoute. Een boek waarin je blijft lezen en voor je het weet ben je verdiept in Fairy Chess of 3-D schaken en wat er al niet is bedacht door lieden die niet verder kwamen in het gewone spel. (isbn 978-0-7864-942-7-9, 42 euro)

Probleem 2668: een tweezet van le Grand:

Partij in de viewer:

Johan Hut

Berry Withuis was de spin in het web

Het boek van de befaamde geschiedschrijfster Jolande Withuis over haar vader dat deze week verscheen, zal in de schaakwereld met grote belangstelling worden ontvangen. Goed, het gaat over haar omgang als anti-communiste met haar communistische vader en over de Koude Oorlog en er zal weinig over schaken in staan. Maar vader Withuis was een van de grootsten in de Nederlandse schaakgeschiedenis. Berry Withuis, geboren in 1920, richtte in 1956 de persdienst op van het WK-kandidatentoernooi in Amsterdam. Dat lijkt niets bijzonders, een dienst die de contacten reguleert van het organisatiecomité met de pers. Maar het was wel nieuw. Withuis schreef dagelijkse bulletins met de notaties van alle partijen. Nog bij de Olympiade van 1954, ook in Amsterdam, meende de KNSB de publicatierechten van de partijnotaties te hebben. De communist Withuis gruwde daarvan.

In 1959 begon Withuis in dezelfde functie bij het Hoogoventoernooi, in 1961 was hij medeoprichter van het IBM-toernooi en later werd hij perschef bij de Nederlandse kampioenschappen. Het bleef niet bij die functie, Withuis zag overal wat niet lekker liep en bemoeide zich daarmee. Hij legde ook contacten met topschakers en bracht potentiële deelnemers aan. Daarmee ontwikkelde hij zich eigenlijk tot toernooidirecteur, maar dat wilde hij zelf niet weten. Hij liet zich ook nooit betalen, hij kreeg al geld van de kranten waarvoor hij schreef en als communist vond hij niet dat hij nog meer moest vragen.
Voor de grootmeesters regelde hij wel de nodige schnabbels. Zo was hij de bedenker van de simultaanseances die gesponsord werden door V&D. Na afloop van het Hoogoventoernooi konden de topschakers zo wat bijverdienen. Dat wilde de communist wel organiseren, want het grootkapitaal betaalde.
Withuis hield zijn functies 35 jaar vol. Hij had erelid van de KNSB mogen worden, maar ook daar wilde hij niets van weten. Dat paste niet in zijn levensvisie.

Medewerkers van de persdiensten van die tijd schreven mij deze week dat ik zijn vrouw Jenny niet mocht vergeten. Zij hield zijn correspondentie bij, was altijd bij hem, hield hem met beide benen op de grond en was de stabiele factor in zijn leven. Berry Withuis overleed in 2009. Volgens de rouwkaart: “Nog steeds vloekend op de fascisten maar overigens goed geluimd, en woordrijk en geestig als altijd.” Hoewel Withuis zelf een sterke hoofdklasser was, is er maar één partijtje van hem bekend, uit zijn jonge jaren in Zutphen.

Withuis-Van Otterloo

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.b4 Lxb4 5.c3 Lc5 6.0-0 Pf6 7.d4 exd4 8.e5 Pe4 De normale reactie in dit soort Italiaanse stellingen is 8…d5 en dan heeft zwart na 9.exf6 dxc4 10.fxg7 Tg8 niet zo veel te vrezen. 9.cxd4 Lb4 10.De2 Pc3 11.Pxc3 Lxc3 12.Lg5 Pe7

13.Lxf7+ Kxf7 14.Dc4+ Ke8 15.Dxc3 h6 16.Lxe7 Kxe7 Ook na 16…Dxe7 17.Dxc7 staat wit huizenhoog gewonnen. Zwart mocht al niet meer rokeren en doet dat nu op kunstmatige manier. Dat kost hem echter te veel tijd. 17.d5 Te8 18.Pd4 Kf8 19.f4 Kg8 Rokade voltooid, maar nu mag wit oogsten. 20.Dg3 d6
21.f5 Txe5 22.f6 Tg5 23.f7+ Kf8 24.Dd3 g6 25.Tae1 Ld7 26.Te8+ Lxe8 27.Pe6+ Zwart geeft het op. Hans Ree in zijn in memoriam: “Nu was Zutphen voor Withuis te klein geworden.”

Partij in de viewer:

Rini Kuijf

Voor beginners A7556
Hoe wint wit materiaal?
Voor gevorderden B7556
Zwart aan zet wint met?

Henk Prins

De probleem- en eindspelcomponist Wouter Mees is op 25 januari in de leeftijd van 96 jaar overleden. Mees was ook internationaal scheidsrechter. Op het gebied van schaakproblemen maakte hij ruim honderd composities, waarvan meer dan de helft werd bekroond met een prijs. Het aantal eindspelstudies die hij maakte, lag op veertig. Scheikundig ingenieur Mees was korte tijd voorzitter van de Computer Schaakvereniging Nederland. Jarenlang verzorgde hij de rubriek “Studies” in het tijdschrift Probleemblad.

Een mooie tweezet die in Schakend Nederland in 1975 een eerste prijs won, is verbeeld in dit diagram. De verleiding is 1. Tf6? Wit dreigt doordat de loperlijn van e8 werd geopend, waardoor a4 extra dekking kreeg, met 2. Pd3 mat. Zwart kan dit tegenhouden met 1. …bxc5, maar dan is 2. Le3 mat mogelijk. Zwart kan ook 1. …Th3 spelen, maar dan speelt wit 2. Txb6 mat. De weerlegging van de verleiding is 1. … b5! De sleutelzet van de tweezet is 1. Lf6! Wit dreigt nu 2. Pc2 mat, omdat de sleutelloper veld c4 een extra dekking heeft gegeven door de opening van de torenlijn g4-b4. Na 1. …bxc5 komt nu 2. Tb6 mat. Ook 1. … Dxg4 pareert de dreiging, maar dan komt 2. Le3 mat. De matzetten 2. Tb6 en 2. Le3 komen na verschillende zwarte zetten, waarbij 1. …bxc5 dezelfde is. Dit is een bijzondere vorm van paradeverandering. Schitterend hoe hier de loper en toren, die beiden door zwarte stukken in rugdekking worden gehouden, samen naar het snijpunt f6 gaan en zorgen voor een zeer fraai geheel. Het idee lijkt op een Novotny, maar doet zeer origineel aan.

Voor de liefhebbers volgt driezet 926 van Wouter Mees om op te lossen. De bespreking van dit probleem zal over enkele weken plaatshebben. Het probleem werd eerder geplaatst in Schakend Nederland (1973).

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.