Kansen voor open doel

Ineens zat ik op Mallorca te schaken afgelopen week. Nu ja, ineens, het was natuurlijk een maandje geleden al bekokstoofd. Wat was het geval? Ik kampte met nogal wat onbenutte verlofuren van vorig jaar. Die moeten op, want uit laten betalen, daar profiteert mijn baas me net iets teveel van. Dat er zoveel uren over waren had onder andere te maken met het feit dat ik het afgelopen najaar geen toernooi heb gespeeld. Geen Hoogeveen, geen Europacup. En het viel niet mee om ter vervanging een ander toernooi te vinden. Ja, Krakau, of Stockholm rond kerst en oud en nieuw lijkt me prachtig, maar ja, dat is ook een tijd voor familie. En Gibraltar dan? Daar was de wachtlijst ongeveer net zo lang als de deelnemerslijst. Reykjavik? Viel samen met een KNSB-ronde. Vond ik ook jammer. Maar via Facebook ontving ik enkele signalen dat er een toernooi op Mallorca zou worden georganiseerd. En Mallorca, dat klinkt aantrekkelijk natuurlijk. Daar heerst een klimaat dat mij wel bevalt. Dus legde ik contact met de organisatie en niet veel later was de reis al geboekt.

Het toernooi betrof een tienkamp waarin de organisatie er vooral op mikte om de deelnemers een IM-norm te laten scoren. Daartoe nodigen ze een GM en een paar IM’s uit, bij voorkeur niet de meest ambitieuzen, en die kunnen dan met een stel FM’s de degens kruisen. En prijzengeld was er niet, de profs moesten het doen met hun startgeld, zodat er geen race om de hoofdprijs plaatsvindt die een bloedbad onder de ambitieuze FM’s veroorzaakt. Alle ingrediënten voor een succesvolle jacht op een IM-norm!

Een IM-norm… drie van die dingen en genoeg rating en je bent zomaar Internationaal Meester. Nou heb ik het idee om daadwerkelijk Internationaal Meester te worden allang achter me gelaten hoor, maar een normpje staat toch leuk op je schaak-CV, niet dan? Het is overigens wel confronterend af en toe als jij niet, maar je broer wel die titel behaalt. Ga je samen een toernooitje doen in Echternach, Luxemburg, sta jij af te tikken bij de inschrijftafel en hij kan zo doorlopen! En even later wordt ie op zijn rug getikt: “Sie sind International Meister!” en hop, een pak consumptiebonnen in zijn handen. Kan ik nog begrijpen. Ronduit vernederend is wat ze bij het rapidtoernooi in Gouda doen. Ook daar kan de IM de kassier voorbij lopen, maar daarnaast krijgen de IM’s en de GM’s in de pauze achter gesloten deuren een buffet om leeg te graven. Geen toegang voor losers! Koop maar een broodje kroket!

Mallorca dus. Om precies te zijn het tweede “Tancat Internacional Port de Pollenca”. Port de Pollenca (er moet eigenlijk zo’n dingetje onder die c, maar waar zit dat ook al weer op het toetsenbord) ligt in het noorden van Mallorca, een kilometer of zestig van het vliegveld. Een week voor het toernooi kregen we de indeling al, zodat we ons een beetje konden voorbereiden. Duidelijk was, gezien de sterkte van de opponenten, dat een score van 6,5 uit 9 nodig was voor de norm. Ik kreeg startnummer 10. Dat betekende alvast vijf keer zwart. Nadere bestudering van de indeling leerde ook nog eens dat ik in de eerste drie ronden al meteen de twee IM’s en de GM te verwerken kreeg. Zo’n start kan je toernooi meteen maken of breken. Op elo was ik de nummer zes. Een mogelijk scenario zou dus zijn: remises tegen de vijf sterkeren en winnen van de vier zwakkeren en dan is die 6,5 precies binnen. Maar dat is allemaal niet zo eenvoudig, want de elo’s van de nummers 4 tot en met 8 van de startlijst lagen niet heel ver uit elkaar. We waren best aan elkaar gewaagd.

Maandag 19 maart om 20:00 uur startte de eerste ronde. Een half etmaal eerder was ik net drie kwartier vertrokken vanaf Schiphol na een nacht zonder slaap. Ik ben nu eenmaal niet zo’n ervaren vlieger, dus voor vertrek lig ik de hele nacht (nu ja tot 4:30 uur in dit geval, toen ging de wekker) te woelen en te denken of mijn paspoort wel mee is, of alles wel in mijn koffer zit en weet ik veel. Ik vind het nog wel eens leuk om tijdens zo’n reis een oud schaakboek te herlezen en deze keer had ik “Schaakwerk 1” van Jan Timman in mijn handbagage zitten. Veel over Timman – Velimirovic (Rio 1979) gelezen en ook staat er een incorrecte studie in die is gecomponeerd door de heren Carlsson en Mugnos. Ik was nog wat slaperig, ik dacht eerst Carlsen en Magnus te lezen. Onze huidige wereldkampioen was nog niet geboren toen Timman dit boek schreef. En zou dat verhaal over die tube Talzalf waar gebeurd zijn? Of zou Timman met een vleugje fantasie zijn verhalen een beetje op hebben willen leuken… Nu ja, dat boeit niet. Schaakwerk 1 is nog altijd een prima te pruimen schaakboek!

De heenreis was er eentje met een tussenstop in Barcelona. Die tussenstop benutte ik mooi door mijn voorbereiding op de Cubaanse IM Luis Aguero nog eens te checken. Thomas Willemze versloeg hem ooit door zijn flankspel aan te pakken met een dubbelfianchetto met zwart. Dat leek me wel wat. Ik zit de laatste tijd toch al flink aan de fianchetto’s. Na een korte vlucht van Barcelona naar Palma de Mallorca (een mooie jongedame naast mij wist te melden dat als je eenmaal op Mallorca bent geweest, je nooit meer ergens anders op vakantie wilt) was het wachten op wedstrijdleider Vladimir Zaiats. Die huurde een auto en ik had met hem afgesproken dat ik tegen een bescheiden vergoeding mee mocht rijden. Samen met Grootmeester Ilmars Starostits (die vanaf het vliegveld meereed) en Internationaal Meester Jordan Ivanov, die we ophaalden in zijn woonplaats ’s Arenal, niet ver van het vliegveld.

Eenmaal gearriveerd bij het Playa Mar Hotel, een klein resort gelegen in een prachtige omgeving, vlakbij de zee en met uitzicht op de bergen, bleek dat ik mijn appartement deelde met Jordan Ivanov. Geen verkeerde indeling! Waar ik bij Bulgaren altijd dacht aan norse mannen en valsspelen bij het gewichtheffen trof ik hier een bijzonder opgewekte kerel, altijd goedlachs, en in heerlijk gebrekkig Engels vol verhalen over het Bulgaarse schaakleven. Want wat bleek? Hij is trainer geweest van diverse Bulgaarse talenten, met als meest in het oog springende naam die van Ivan Cheparinov. Een van de eerste onderwerpen die ter sprake kwamen was: “Did you see Grischuk – Ding in Berlin?” Ja, die had ik gezien. In het kandidatentoernooi had Grischuk het verbluffende Pxf7 in de Moskouvariant weer eens van stal gehaald…

De zet 12.Pxf7 werd voor het eerst gespeeld door Topalov tegen Kramnik tijdens het Corustoernooi van 2008. Drie jaar daarvoor kwam Cheparinov al op dit idee. Ivan belde Jordan heel enthousiast op om te zeggen wat hij ontdekt had. Allebei analyseerden ze het offer apart en na een paar dagen stuurden ze elkaar hun analyses om die dan weer te checken. Na een tijdje concludeerden ze dat het offer kansrijk was. Cheparinov was in die tijd echter ook secondant van Topalov en Topalov was toen een serieuze kandidaat voor de wereldtitel. Topalov verbood hem het offer te spelen omdat hij het wilde gebruiken in zijn jacht op het wereldkampioenschap. En als trouwe secondant eerbiedigde Cheparinov die order. In de strijd om de wereldtitel kwam het echter nooit op het bord. Wel in Wijk aan Zee in 2008. De dag ervoor had manager Danailov tegen Topalov gezegd dat hij deze keer de kans zou krijgen om het offer te brengen. Hij wist zeker dat Kramnik die variant zou spelen. De rest is geschiedenis…

Ronde 1 leverde mij meteen een partij op met zwart tegen de hoogst gerate tegenstander, de Cubaanse IM Luis Aguero. Van de drie professionals in dit toernooi de meest ambitieuze. Hij ziet zich nog wel eens grootmeester worden. Ook is hij betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse Capablanca-memorial in Havana. Zou ik ook eens heen moeten gaan, zei hij. Ja, verdorie, lijkt me ook prachtig. Net als zoveel andere toernooien. In mijn onnozelheid vroeg ik nog of het niet ingewikkeld was om Cuba binnen te komen. Dat viel onder Fidel Castro niet mee dacht ik. “First of all… Fidel Castro is dead”. O ja, dat is waar ook.

Voordat we dit gesprekje hadden leed ik een vrij sullige nederlaag. Na de negende zet van wit stond er een stelling op het bord die ik al honderden keren gezien had, en ook al enkele keren in een schaakpartij op het bord heb gekregen…

Duidelijk is dat mijn voorbereiding op het flankspel op de plank blijft voor een volgend slachtoffer. “I play anything” aldus de Cubaan. Ja, dat had ik wel gezien, maar 1.e4 deed ie toch niet zo vaak dacht ik. Maar wat was ook alweer het beste tegen 9.Le3 in het Open Spaans? Ik kon daar achter het bord niet meer opkomen! Was het de vermoeidheid na een lange reisdag? Geen idee. Ik heb hier in het verleden gewoon 9…Le7 gespeeld, zoals Luis mij na afloop ook nog even vertelde. En dat is de beste zet. Maar ik zat me toch te denken. Ik herinnerde me dat ik tegen Edwin van Haastert eens Pc6-a5-c4xb2 speelde, maar hoe ging dat ook alweer? En zette ik die manoeuvre al op zet 9 in? Ik wist het niet meer en na een kwartier piekeren deed ik 9…Pa5? Een zet die door de theoretici wordt afgekeurd en Luis had dan ook niet veel moeite om snel in het voordeel te komen. Een partij van niks, die ik u verder zal besparen. Nu ja, aan het eind van dit verslag geef ik u nog een linkje.

De tweede ronde had ik wit tegen Grootmeester Ilmars Starostits uit Letland. Die zou ik op een Reti trakteren, zo had ik mij voorafgaand aan het toernooi al voorgenomen, en dat liep aanvankelijk zeer voorspoedig!

Dit is de stand na zestien zetten en mede dankzij een brutale damemanoeuvre heb ik al een pion gewonnen. En hier kan ik een tweede pakken met 17.Pxb7! Maar ik deed het niet. Ik deed 17.Ta3. Waarom? Ik wilde d3 dekken en ook veld b3 verdedigen en ik keek in het geheel niet naar de mogelijkheid van slaan op b7. Dat zag ik pas nadat Ilmars met 17…Tfc8 zijn paard dekte.

Hier zag ik dat 18.Pc4 nog wel aardig was, maar dat zwart dan remise kon maken met 18…Pa7 19.Db4 Pc6 enzovoorts. Mijn computer bevestigde na afloop dat zwart inderdaad niet beter had. Maar, optimist die ik ben, ik stond een pion voor en wilde winnen. Ik wilde namelijk graag 1,5-1,5 spelen tegen die professionals om de normkansen reëel te houden. Ik deed het dus anders en na 23 zetten stond het zo…

Oeps! Een ondersterijprobleem. Dat was nog wel te verdedigen als ik hier 24.Lf1 had gedaan. Na 24…Lh3 25.Pe1 zal de loper op h3 weer moeten ophoepelen. Ik blunderde echter met 24.Pe1? en bood daarmee mijn opponent de mogelijkheid binnenkort in de rubriek van Rini Kuijf te verschijnen. Het is in een klap uit. Ziet u het?

Dat was dus een 0 uit 2 start tegen de twee hoogst gerate spelers. Ongedeeld laatste, want zelfs de twee zwakste deelnemers, twee Duitse liefhebbers, hadden al een halfje gescoord. Tegen elkaar.

Deze partij werd ’s ochtends gespeeld en die middag ging ik met wedstrijdleider Vladimir Zaiats het stadje in, waar hij deze foto van mij maakte.

Uit die foto kunt u een paar conclusies trekken. Een is dat het er niet bepaald Mallorcaans weer was. Tot mijn spijt hebben we in de afgelopen week maar twee dagen mooi weer gehad. Verder was het er zeer winderig en regenachtig. De conclusie die de mevrouw in het vliegtuig trok kon ik nog niet onderschrijven! De tweede conclusie is dat ik ondanks twee nederlagen nog altijd kon blijven lachen.

Dat zal te maken hebben met de zojuist verorberde lunch: voorgerecht, hoofdgerecht, een fles water en een fles wijn. En ook nog een kop koffie voor bij elkaar tien euro!

Die avond stond de derde ronde op het programma tegen Jordan Ivanov. Die was bereid tot een korte remise en dat vond ik prima. Van de nul af. En mijn IM-norm dan? Daar moest ik dan 6 uit 6 voor halen. Welnu, hoewel ik mij had voorgenomen daar iedere partij nog vol voor te gaan besefte ik ook wel dat zulks na een start als deze zo goed als onmogelijk was.

Jordan was overigens bijna iedere partij bereid tot een snelle remise. Geen enkele pretentie om dit toernooi te winnen. De Cubaan Aguero dwong hem tot strijd in de tweede ronde en moest dat bijna met een nul bekopen. Ruben Domingo, een van een deelnemende tweeling, dwong hem ook tot strijd en wist zowaar overtuigend te winnen. Verder ging Jordan er zelf voor tegen de twee Duitsers. Die stonden op de hitlist van alle overige deelnemers. Hun elo was simpelweg te laag om ze met een makkelijk halfje weg te laten komen. Het volgende potje uit de zesde ronde wil ik u niet onthouden…

Jordan Ivanov – Reinhard Müller

1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2 Pf6 4.e5 Pfd7 5.Ld3 c5 6.c3 Pc6 7.Pe2 cxd4 8.cxd4 f6 9.exf6 Dxf6 10.Pf3 h6 11.Pf4 Lb4+ 12.Kf1 0–0 13.h4 Ld6 14.Pg6 Td8 De beslissende fout. 14…Te8 is nog bekend uit enkele partijen van onbekende spelers. De toren op dezelfde diagonaal als de dame is als een rode lap voor eens stier:

15.Lg5 Df7 16.Lxd8 Pxd8 17.Pfe5 Df6 18.g4 Lxe5 19.g5 hxg5 20.dxe5 Pxe5 21.hxg5 Dxg5 22.Th8+ Kf7 23.Tf8 mat

En dat allemaal binnen een uur. Hij was dus evengoed snel klaar, onze Bulgaar.

In de vierde ronde moest ik dan mijn eerste in een serie van zes overwinningen gaan behalen. Een must, want mijn opponent was de Duitser Markus Kolb, met zijn 2074 de laagst gerate speler in het toernooi. In wederom een Reti behield ik mijn kleine plusje heel lang vast. Net zolang totdat mijn opponent instortte. Na 70 zetten stond het zo.

Wit heeft inmiddels beslissend voordeel. Kolb was na afloop teleurgesteld omdat hij in de veronderstelling was dat verbonden pionnen sterker zouden moeten zijn dan losse pionnen, maar er is ook nog zoiets als een actievere koning en verder opgerukte vrijpionnen. Er volgde 71.h7 e3 72.c6. Zwart mag het eerst promoveren, maar wit promoveert vervolgens met schaak en wint dan simpel. Daarom gooide Markus het over een andere boeg: 72…Kf6 waarmee hij ogenschijnlijk ervoor kiest om met kale toren tegen kale dame te gaan spelen. Er volgde 73.c7 Kxg7 74.c8D e2? 75.Dg8+ Kf6 76.h8D+ Txh8 77.Dxh8+ Kg5 78.De5 en zwart gaf het op. Ik was er gelukkig mee dat hij op zet 74 niet op h7 sloeg. Uiteraard weet ik dat KD-KT gewonnen is, maar met alleen het increment van dertig seconden om mee te spelen kan dat nog best een lastige technische klus zijn! Niettemin wel een terechte overwinning natuurlijk.

Ronde vijf dan. Zwart tegen Alejandro Domingo Nunez, een van de deelnemende tweelingbroers, geboren in 1999. Klein van stuk en iedere dag hetzelfde gekleed als broer Ruben. Ik dacht dat zoiets grappig is zolang ze op de basisschool zitten, maar dat terzijde. Ruben en Alejandro zijn van elkaar te onderscheiden doordat Ruben wat meer puistjes op zijn voorhoofd heeft. Verder zag ik geen verschil. Alejandro was uiteindelijk de enige die erin slaagde om een IM-norm te scoren. Daarvoor beëindigde hij onder andere deze partij met een “Gracias a Dios”. Want hij kwam goed weg. In de opening meende ik hem een kool te stoven middels een variantje dat ik in NIC-Yearbook 123 (nogmaals dank, Johan!) voorbij had zien komen, maar na de openingszetten 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Pf6 4.d3 h6 5.0-0 d6 6.c3 g5 (de bedoelde kool)

knalde hij er a tempo 7.d4 en na mijn 7…g4 8.Pe1 uit en met een forse klap op de klok ook. “Bliksems!” dacht ik. Probeer je er eentje te verrassen, blijkt ie het al te kennen. In mijn database zag ik geen partij van hem met dit variantje! Na afloop vertelde hij me dat Max Warmerdam dat 6…g5 tegen hem had gespeeld in een of ander jeugdkampioenschap. Heb ik dat! Niet onlogisch eigenlijk, want in dat NIC-artikel zie ik dat een paar clubgenoten van Max dit zetje al hebben gespeeld.

“Waarom sloeg je niet op e4?” zo vroeg Alejandro me. Tja, dat artikel in NIC teruglezend zie ik dat Marcus Ragger meent dat die pion wel geslagen kan worden, hoewel een topper als Richard Rapport er ook vanaf zag. Welnu, het openen van de f-lijn na 8…Pxe4 9.f3 leek me levensgevaarlijk en Alejandro vertelde me dat hij dat na die partij tegen Warmerdam uitgebreid bestudeerd heeft. Maar om een antwoord te geven op zijn vraag zei ik hem dat zijn gedrag mij achterdochtig maakte. Doordat hij 7.d4 en 8.Pe1 met een knal uitvoerde hoefde ik nauwelijks na te denken over het aanvaarden van het pionoffer. Hij had beter een beetje toneel kunnen spelen en doen alsof hij verrast was geweest. Een leermomentje voor de jongeman.

Ik deed dus 8…Lg7, waarna hij de denktank inging. De partij schommelde lang rond de waardering 0.00. Eerst had ik een beetje voordeel, daarna hij. Toen hij in het eindspel ineens niet nauwkeurig deed kreeg ik winnend voordeel.

Dit is de stelling na mijn 36…c5. Wit moet oppassen. Er volgde 37.dxc5 Lxc3 38.Tc1? Beter was Te3 of zelfs c6. Nu volgde 38…Td3+ 39.Ke2 bxc5 40.Lxc5 en ontstond onderstaande stelling.

Ik moet mijn veertigste zet nog doen. Dat duidt wellicht op tijdnood, maar daarvan was geen sprake. Ik had nog een minuut of twintig. Het winstplan is simpel. Met de koning naar d5, dan zal die witte loper wel naar f2 gaan om g3 te dekken en dan gewoon met de toren pion a4 ophalen of zoiets. Rechttoe rechtaan. Maar de grote graaier in mij kon zich weer eens niet beheersen. Ik dacht, ik pak eerst even een pionnetje mee. Let wel, een tamelijk waardeloos pionnetje. Ik deed 40…Txg3?? en constateerde na het antwoord 41.Le3! dat ik weer een kans voor open doel had gemist. Mijn pion op c4 gaat eraan en de winstkansen zijn verkeken. Na 41… Lb4 42.Kf2 Tg8 stelde ik maar remise voor, hetgeen dus onder dankzegging aan het opperwezen werd aanvaard.

De normkansen waren daarmee officieel verkeken. Maar ik had een nevendoel! Ik zou ook voor het eerst sinds 2012 weer eens de grens van 2300 ratingpunten kunnen passeren. Voor de benodigde 12 punten ratingwinst moest ik in dit toernooi 5 uit 9 halen. Dat zou toch moeten kunnen met in de resterende vier ronden nog drie lager gerate tegenstanders! Dat zou wat zijn. Nog geen twee jaar geleden was ik heftig in gevecht met de grens van 2200 ratingpunten. Ternauwernood bleef ik erboven en nu kwam 2300 weer in zicht.

Mario Gavilan Diaz was mijn volgende tegenstander. Die speelde een prima toernooi en hij was nog volop in de race voor een IM-norm. Dat had hij onder andere te danken aan een vrij strijdloze remise tegen Starostits. Die toonde zich na een 3 uit 3 start opmerkelijk vredelievend en hij eindigde het toernooi met zes korte remises. Kennelijk is het een voordeel als je die goeien later in het toernooi krijgt en niet, zoals ik, aan het begin.

In de partij deed ik het in de opening niet nauwkeurig en ik moest alle zeilen bijzetten om mijn zwakke b-pion niet te verliezen. Maar opeens werd hij onnauwkeurig en kreeg ik de overhand.

In een poging mijn b-pion nog meer te belagen wilde hij zijn paard naar d3 dirigeren en hij speelde 41…Pc5? Een buitenkans voor mij en met 42.e5! activeerde ik mijn loper en moest zijn paard weer terug naar d7, want na 42…Pd3 43.Tbb3 Pxb4 44.Tc7+ Kd8 45.exd6 zou wit zo goed als gewonnen staan. Er volgde dus 42…Pd7 en wel met een remiseaanbod. Ja duh, dat gaan we dus niet meer doen he! Ik deed 43.Lc6 en na 48 zetten stond het zo:

We hebben weer een kans voor open doel. Ik heb al een pion meer en na 49.Tcc7 Txc7 50.dxc7+ en 51.Txg7 sta ik er twee voor. Dan kan hij mijn c-pion krijgen en ik zijn h-pion en dan wint mijn tante het ook nog. Ik deed echter 49.Txc8?? met het gevolg dat hij mijn d-pion een stuk makkelijker terugwint en ik niet zo makkelijk zijn h-pion win. Maar ik was evengoed nog in het voordeel en als mijn tactische vaardigheden op orde waren geweest was het nog goed gekomen.

Stelling na 57 zetten. Ik heb die h-pion te pakken gekregen, maar nu staan zijn paard en toren erg actief. Mijn g-pion dreigt het kind van de rekening te worden en die heb ik toch echt nodig om te winnen. Ik deed 58.Pe5 en nadat ik mijn g-pion inleverde (daar was niets meer aan te doen) werd het uiteindelijk remise. Maar in de diagramstelling had ik nog kunnen winnen met 58.Txf5! Met als belangrijkste pointe dat na 58…exf6 59.Pd6 hij die f-pion niet kan dekken. Immers, op Tc5 volgt Pb7+! Het potje space-invaders dat volgt als ik met drie pionnen naar voren loop gaat hij nooit overleven.

Bah! Zou ik dan geen partij meer kunnen winnen? Ronde zeven leverde een redelijk correcte remise op tegen Ruben Domingo, het andere tweelingbroertje. Ik was wel zo verstandig om de variant die ik tegen Alejandro speelde niet te herhalen en verraste hem met de Pirc van Dirk. Overigens heb ik misschien in mijn bespreking van mijn partij tegen Alejandro de indruk gewekt dat deze jongens, zoals mijn oma dat zou uitdrukken, “poesakken” zijn. Dat is geenszins het geval. Prima kerels, die twee. Af en toe een beetje Zuid-Europees temperament, maar buiten het schaken om altijd vrolijk en sympathiek. Dat gold trouwens voor alle deelnemers. Naarmate zo’n toernooi vordert wordt de sfeer steeds gemoedelijker. Veel meer dan in open toernooien denk ik.

Goed, 3 uit 7 en diverse kansen gemist. Het had ook 5 uit 7 kunnen zijn met een beetje mazzel. Is het dan aan gebrek aan steun van vrouwe Fortuna te wijten dat ik hier zonder IM-norm vandaan ging? Nee, dat ook weer niet. Vrouwe Fortuna had nog wat wisselgeld voor me en dat betaalde ze uit in de laatste twee ronden.

Dit is de stand na mijn 21.Kg2 in de partij tegen Daniel Lopez Gonzalez. Ik had de opening bijzonder onnauwkeurig gespeeld en hoopte eigenlijk dat hij hier met een remisecombinatie een einde aan de partij zou maken. En hij leek aanvankelijk zijn medewerking te verlenen want er volgde 21…Txd2 22.Txd2 Pf4+ 23.Kg1 Ph3+ 24.Kg2 Pf4+ 25.Kg1. Nou, zetherhaling dan maar? Nee, hij vervolgde met 25…Dxf3 26.gxf4 Dg4+. Nog altijd heeft hij zetherhaling in handen. We gingen door met 27.Kh1 Df3+ 28.Kg1 Dg4+ 29.Kh1

En hier ging hij voor de winst met 29…exf4 en geef hem eens ongelijk! Mijn koningsstelling ligt open, veld e5 is zojuist vrijgekomen voor paard, loper en toren. Die f-pion kan ontzettend vervelend gaan doen op f3. Ik zag het somber in. Maar ik liet de moed niet zakken! Er volgde 30.Td3 f3 31.Tg1 Dh5 32.Tg3 Le5

Dat zag ik aankomen toen ik 30.Td3 deed. Ik lever de kwaliteit weer in, maar de eerste aanvalsgolf is dan wel voorbij. En ik heb nog een pionnetje meer he. Nu ja, a4 en a5 bij elkaar ogen niet indrukwekkend. Er volgde 33.Tdxf3 Lxg3 34.Txg3 Dh4 35.f3 Td7 36.Dc1 Pe5

37.Pd4! Een eerste teken van serieus tegenspartelen. Er dreigt Pf5. 37…Kh7 38.Kg2 Nu dreigt Th3. 38…Pd3 39.De3 Pf4+ 40.Kh1!

Geniepig. Er zijn nu geen paardschaakjes mogelijk en gebeurt er iets op de onderste rij dan kan ik mijn toren nog op g1 zetten. En, nog belangrijker, ik dreig nu Tg4. En die miste mijn tegenstander eventjes toen hij nietsvermoedend mijn paard dacht weg te jagen. Zwart moet nu h6-h5 doen, maar hij deed 40…c5? 41.Tg4 cxd4 42.cxd4!

Hier had zwart met de tussenzet Pd5 mijn pionnenstructuur moeten verpesten. Dan was het wellicht nog remise geworden. Er volgde echter 42…Dh3? 43.Dxf4 Tc7 44.Tg1 Kg8 45.Dg3 Dd7 46.d5 en dit voordeel liet ik me nu eens niet ontgaan.

Eindelijk terug op 50% en die 5 uit 9 met bijbehorende elowinst is nu dichtbij, want mijn laatste tegenstander, de Duitser Reinhard Müller, had op die remise tegen zijn maatje na alles verloren. Dat moest kunnen! Een polyglot overigens, die Reinhard. Russisch, Spaans, Engels… alles sprak hij. Alleen tegen mij sprak hij dan weer geen Nederlands. Nu ja, goedemorgen geloof ik wel. De laatste ronde begon dan ook al om 9:00 uur ’s ochtends omdat er al wat deelnemers die middag alweer naar huis vlogen.

Een makkie werd het niet, tegen Reinhard. Sterker nog, ik kreeg na 14 zetten een alleszins verdedigbaar remisevoorstel. Ik weigerde, maar kon niet voorkomen dat het gelijk bleef. Totdat ik het op zet 33 even te bont maakte…

De aanval op mijn f-pion dien ik te pareren met Ke7. Dan staat het volkomen gelijk. Ik kom gewoon niet toe aan mijn geplande minderheidsaanval op de damevleugel. Dat wilde ik eigenlijk wel bewerkstelligen en dus deed ik 33…f5? Reinhard greep zijn kans met 34.g4! en ik zag ineens lijnen geopend worden die ik dicht had willen houden. Er mogen geen torens naar binnen! 34… f4? Van kwaad tot erger. Ja, ik hoopte nog dat ik hierna h5-h4 had mogen doen, dan kon ik eindelijk het strijdtoneel verleggen naar de damevleugel, maar er volgde uiteraard 35.gxh5 Tcf8 36.c4!

Een tweede mokerslag. Ik besefte meteen dat ik verloren stond. Toch nog mijn toernooi verneukt! Ik ploeterde nog wat voort en na 47 zetten bereikten we de volgende stelling…

Ik heb net 47…Tf4 gedaan en dat lijkt zowaar nog gevaarlijk ook. Dat vond Reinhard ook, want hij ging ineens lang nadenken. Ik heb dat ook wel eens gehad. Sta je gewonnen tegen iemand met een flink hogere elo, zie je ineens niet bestaande dreigingen. Zo was Reinhard nogal onder de indruk van mijn dreiging Td1, gevolgd door d4 mat. Hij piekerde en piekerde maar en uiteindelijk besloot hij veiligheidshalve maar tot zetherhaling door 48.Ta7+ Kc8 49.Ta8+ Kc7 50.Ta7+ Kc8 51.Ta8+ Kc7 52.Ta7 waarna we tot mijn grote opluchting de handen schudden. Er leiden in de diagramstand vele zetten naar de overwinning. En wat betreft die matdreiging waar hij bang voor was? Die was illusoir. De zetten Td1 en d4 leiden namelijk niet tot mat. Hij heeft veld e2 nog.

Daarmee kwam ik goed weg. Weliswaar haal ik er niet de 2300 mee, maar ik sloot het toernooi dan in ieder geval nog af met een winst van 2 elopunten!

Ik zeg “thank you” to Vladimir Zaiats en “gracias” to Juan Pedro Cerrato voor de organisatie van dit leuke toernooi. Speciaal gracias voor het feit dat ik van Juan Pedro een nacht hotel gratis erbij kreeg omdat mijn vlucht terug naar Schiphol pas op zondagochtend vertrok.

Voor alle online naspeelbare partijen, foto’s en statistieken verwijs ik u naar deze link.

3 Reacties

  1. Avatar
    Paul Bierenbroodspot 27 maart 2018

    Ik vond nog een aktiefoto: <img src=”https://twitter.com/hashtag/ChessMallorca?src=hash”/>

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.