Hoe Berry Withuis full-time schaakprofessional werd?

In deze derde aflevering van Met andere ogen …

1. Raadselvader

Dit lange derde artikel gaat over het schaken in de jaren vijftig van de vorige eeuw waar ik Berry Withuis zo goed mogelijk probeer te volgen. Voor Berry en Jenny Withuis wordt 1956 een kanteljaar in hun leven. Zij willen, door de situatie bij de CPN en De Waarheid, aan een nieuw leven beginnen. Een schaakleven wel te verstaan! Het jaar 1956 begon zo mooi maar eindigde dramatisch. En toch kwam alles op zijn pootjes terecht. Eind goed al goed. Decennialang zouden Berry en Jenny hun stempel gaan drukken op het Nederlandse schaakleven.

Max Euwe speelde een belangrijke rol in het leven van Berry. Door het uitgebreide netwerk van Euwe kon hij snel de juiste verbindingen leggen en gevraagd en ongevraagd advies geven, voor en achter de schermen. Men deed nooit tevergeefs een beroep op Euwe. En als Euwe zelf iets vroeg dan hielp men hem ook graag. Naast Berry aandacht voor netwerkpionnen Lex Jongsma, Hans Bouwmeester en Godfried Bomans. Natuurlijk met een aantal anekdotes!

Dan ook nog iets over de achtjarige Hans Böhm die een droom van de 59-jarige Böhm uiteen laat spatten!

  1. Reisgids

In deze aflevering aandacht voor het Global Chess Festival dat jaarlijks in Boedapest in het najaar wordt gehouden met in de hoofdrol Judit Polgár. Dit festival staat dit jaar in het teken van de relatie tussen schaken en kunst. Het festival is te gast in de National Gallery van Boedapest. Met hernieuwde aandacht voor het artikel op onze site uit 2011: Koninginnen van de Schaak- en Schilderkunst met natuurlijk Judit Polgár. En een oproep aan allen!

  1. Raadselvader

Reacties

In het vorige artikel had ik vermeld dat er in twee regionale kranten uitslagen werden gepubliceerd uit 1943 en 1944 van toernooien waaraan Berry Withuis zou hebben deelgenomen. In Matten nr. 9 meldde Lex Jongsma ( 1938-2013), een huisvriend van Berry en Jenny, het volgende: ‘Toch – de Schriften zijn mijn getuigen – speelde hij in de oorlogsjaren één keer (in 1944) mee in het Hoogoventoernooi dat in de oorlogsjaren 1943 en 1944 letterlijk honderden schakers herbergde en voedde, waarbij de ontembare energie van Piet Veldheer ieders motor was.’

Jolande Withuis vindt dit nagenoeg onmogelijk. ‘Ik blijf ervan overtuigd dat mijn vader die partijen niet kan hebben gespeeld. Het was notabene na de Arbeitseinsatz! ‘Tot op dit moment heb ik nog niet kunnen vaststellen dat genoemde publicaties juiste informatie bevatten. Totdat het tegendeel wordt bewezen volg ik de opvatting van Jolande Withuis.

Op weg naar de uitgang voor een nieuw schaakleven

Berry en Jenny hadden zich gevestigd in Amsterdam. Berry was journalist en schaakverslaggever van De Waarheid. In Amsterdam werd hij lid van het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap (VAS) en zou met het eerste team veel triomfen vieren. Hij ging zich ook inzetten voor de jeugd.

De jaren vijftig van de vorige eeuw waren interessante jaren voor schakend Nederland. Er werden mooie toernooien georganiseerd waarvoor niet alleen de landelijke en regionale pers veel belangstelling hadden, maar ook de internationale. Een spin in het web was Max Euwe met zijn geweldige netwerk. Hij wist als geen ander hoe je voor het schaken reclame moest maken en hij wist belangrijke personen met elkaar te verbinden. Het was dan ook niet verwonderlijk dat Berry Withuis een stevige band opbouwde met Max Euwe, een band die decennia zou duren. Berry had veel ontzag en respect voor onze wereldkampioen.

NK en Hoogovens Schaaktoernooi

In de jaren vijftig hadden we het NK, dat toen nog niet ieder jaar werd gespeeld en jaarlijks het Hoogovens Schaaktoernooi. Het Nederlands Kampioenschap ging tussen Euwe en Donner. Drie keer werd Euwe landskampioen en Donner ook drie keer. In 1951, 1953, 1955 en 1959 werd er geen NK  gehouden. Ieder jaar werd in Beverwijk het Hoogovens Schaaktoernooi georganiseerd. Dit zou een belangrijke rol gaan spelen in het leven van Berry en Jenny.

Speciale interesse had Berry voor de schakers uit het Oostblok en uit de Sovjet-Unie. Velen van hen waren te gast in huize Withuis als ze in Nederland aan een toernooi of simultaan meededen. Zo ging dat in die tijd, schakers werden ondergebracht bij gastgezinnen of bij gezinnen van ‘kameraden’.

1950

Wereldschaaktoernooi in Amsterdam

‘De Amsterdamse Effectenbeurs keek gisteravond donker en wat grauw neer op het Beursplein. En wanneer u vanavond op het Beursplein gaat kijken, zult u hetzelfde beeld zien. Morgenavond niet. Dan zal uit de ramen hel licht over dit plein naar het Damrak schijnen. En binnen zullen dan een aantal van ’s werelds beste schakers over de stukken gebogen zitten. Morgen start het wereldschaaktournooi. Avond aan avond, van 11 November—9 December, kunt u ze zien: de Amerikaan Reshevsky, de Argentijnen Najdorf en Pilnik, de Joegoslaven Trifunofic en Gligoric, de Zweed Stahlberg, de oude dr. Tartakower en zijn landgenoot de Fransman Rossolimo, Pirc, Golombek, Szabados, O’Kelly, Foltys, Gudmundsson, Kottnauer en onze landgenoten Euwe, Kramer, v. d. Berg, Donner en Van Scheltinga. Een grote tegenvaller was dat de Sovjet-grootmeesters (nog) niet wilden komen.

Enkele honderden meters van deze Effectenbeurs staat het Victoria-hotel. Daar leven de schakers vier weken achtereen. Tot zij 10 December hun koffers weer pakken met de wetenschap wie winnaar was van dit tournooi.’ Bron: Het Parool, november 1950.

Mr. A.J. d’Ailly, burgemeester van Amsterdam, opende het toernooi in een van de sfeervolle zalen van het Stedelijk Museum.

Wedstrijdleider: G. van Harten, organisatie: Stichting Internationale Schaaktraditie Amsterdam (Sista) in samenwerking met KNSB. Deze Amsterdamse stichting speelde een toonaangevende rol in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De schaker, journalist en schrijver, Lodewijk Prins, was de eerste voorzitter van deze stichting. Zij moesten voor dit toernooi 50.000 gulden bij elkaar zien te krijgen. Samen met Euwe heeft Prins het toernooiboek gemaakt.

Op de foto Najdorf tegen Reshevsky, de twee gedoodverfde winnaars al in de eerste ronde tegen elkaar. Het werd tot het eind toe een spannende partij die eindigde in remise. De toeschouwer met de bril is volgens mij Berry Withuis, journalist en schaakmedewerker van De Waarheid. TK

Verheerlijking Sovjet-schaakschool

In De Waarheid verschenen artikelen, voorafgaand aan dit toernooi, waarin de Sovjet-schaakschool de hemel werd ingeprezen. Er was geen betere in de wereld en de aanpak lag geheel in lijn met het socialistische denken. Er was zelfs, net als in de planeconomie, een vijfjarenplan van Botwinnik.  Vervolgens werd benadrukt dat het Westers schaak in een grote crisis verkeerde omdat het gestoeld was op incidentele en toevallige individuele prestaties. Ook Nederland had volgens de schrijver zijn leiderspositie verloren. ‘Wat is de basis van het Westerse schaakkunnen? Het heeft geen basis, geen grond en geen toekomst. Het steunt op het toevallige element.’ Euwe kreeg kritiek omdat hij zich niet bijster positief had uitgelaten over Botwinniks brochure: Die Kunst der Sowjet-Russischen Schachschule.

(Verwarring in de Nederlandse schaakwereld deel 1 en 2, De Waarheid, september 1950, auteur niet vermeld.)

Internationaal meester

De VAS-spelers  Nico Cortlever en Theo van Scheltinga kregen van de FIDE de meestertitel.

1951

WK-match

In 1951 was de WK-match tussen Botwinnik en Bronstein. Botwinnik bleef wereldkampioen. Berry Withuis had speciale interesse in de Sovjet-grootmeesters en noteerde hen ongetwijfeld in zijn ‘balboekje’. Hij zou er velen thuis gastvrij ontvangen.

De Amsterdamse schooljeugd achter het schaakbord

‘In hoofdzaak leerlingen van de zesde klasse kregen sedert januari van dit jaar schaakles op school. Het is een proef die op verzoek van de Nederlandse Schaak Bond in samenwerking met gemeentelijke- en onderwijsautoriteiten werd gehouden. Op deze manier had Amsterdams Lagere Schooljeugd al honderdveertig spelertjes opgekweekt. Op het stadhuis werd er een toernooi gehouden waarbij de wethouder van Onderwijs en de inspecteur van het Lager Onderwijs aanwezig waren. Er was een wisselbeker en de firma’s Houweling en Bend zorgden voor gratis limonade en sprits.’ Bron: De Waarheid

Philidor verslaat het VAS

‘In een verbeten maar niet al te optimistische stemming is Philidors eerste tiental Zondag naar Amsterdam getrokken om daar de strijd op te nemen tegen het V.A.S., clubkampioen van Nederland. In het verloop van de uiterst spannende wedstrijd bleken de Friezen echter volkomen tegen de Amsterdammers opgewassen te zijn en toen de tijd verstreken was, was de stand 4-4 met een afgebroken partij die een zekere overwinning belooft voor Philidor. Een sensatie van de allereerste rang in de kampioenscompetitie van ons land, want het V.A.S. verliest maar heel zelden een wedstrijd.’ (Berry Withuis speelde remise, op het eerste bord won Kramer van Cortlever.) Bron: De Waarheid

1952

Jubileum VAS

‘Op 19 september 1952 bestaat het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap 130 jaar en omdat in 1947 het 125-jarig bestaan wegens tijdsomstandigheden en het nog vers in het geheugen liggend verlies van 35 der Joodse leden, niet is herdacht, werd besloten thans de schade in te halen en het 130-jarig jubileum met enige luister te vieren.’ Bron: Het Tijdschrift

1953

Kandidatentoernooi Zürich

In Zürich werd het kandidatentoernooi gehouden dat door Smyslov werd gewonnen, hij mocht Botwinnik uitdagen.

Massa-simultaanséance van De Waarheid

‘Negentig hoofdstedelijke schakers hebben gisteravond in de Doelenzaal de strijd aangebonden tegen twee Sovjet-grootmeesters A. Lilienthal en S. Flohr en de schaakmedewerker van ons blad B.J. Withuis. De séance, georganiseerd door De Waarheid, stond onder leiding van de heer Wijnand J. v.d. Leeden. Onder de tegenstanders bevonden zich vele vooraanstaande hoofdklasse-spelers, de jeugdkampioen van Nederland F. Roessel en de dameskampioene van Amsterdam, mevr. v.d. Veen. De winnaars ontvingen een door boekhandel Pegasus beschikbaar gestelde prijs, het fraaie eindspelwerk ‘Pionnenkunstenaar’ van Grigorjew. De directie van De Waarheid bood de grootmeesters als aandenken een vulpen aan.’ (Bron: De Waarheid, september 1954)

Stalin overleden

In 1953 overleed Stalin en ontbrandde er een strijd om de macht in het Kremlin. De communisten, overal ter wereld, betreurden het verlies van hun grote roerganger.

1954

WK-match

In 1954 was de WK match tussen Botwinnik en Smyslov. De stand werd 12-12 en Botwinnik behield de titel.

De Uilenspiegel

Berry Withuis bezorgde Hans Bouwmeester een schaakrubriek in de ‘Uilenspiegel’, een bijlage van het Communistische dagblad ‘De Waarheid’. Bouwmeester deed dit, volgens eigen zeggen, op aanraden van Max Euwe die hem ook had geadviseerd dit onder pseudoniem te doen, omdat een staatsbeambte geen lid van de CPN mocht zijn en ook geen sympathieën moest tonen in die richting. Het leverde Bouwmeester een tientje per wekelijkse rubriek op en dat was voor hem een welkome aanvulling op zijn geringe onderwijzerssalaris. Bron: Leven met het Schaakspel, Hans Bouwmeester

Schaakolympiade 1954

Om de twee jaar werd de schaakolympiade gehouden maar door de Tweede Wereldoorlog niet van 1939 tot 1950. Dit jaar, 1954, werd de Schaakolympiade in Amsterdam georganiseerd omdat Argentinië op het laatste moment afhaakte. De Stichting voor Internationale Schaaktraditie Amsterdam (in de wandelgangen Sista genoemd) had zich in samenwerking met de KNSB hiervoor sterk gemaakt. Een knap staaltje van organiseren om het op zo’n korte termijn te kunnen overnemen van de Argentijnen. De Sovjet-Unie won het goud en Nederland eindigde op de 8ste plaats.

De idee van een persdienst

Toen werd vastgesteld dat, gelet op de grote belangstelling voor het schaken, het uiterst moeilijk bleek informatie te verkrijgen over de partijen en de spelers. Ook de gewenste ondersteunende en achtergrond informatie voor (sport)redacties was nauwelijks voorhanden terwijl gebleken was dat de behoefte hieraan zeer groot was. De organisatie van grote schaaktoernooien en matches was hierop (nog) niet ingericht. Dit heeft Berry als schaakjournalist van De Waarheid ook ervaren en dit heeft hem aan het denken gezet. Er zou binnen de organisatie van een groot toernooi of match een instantie moeten komen die de informatie voor de buitenwereld kan leveren. De idee over een ‘persdienst’ werd hier waarschijnlijk geboren. Berry mocht zijn idee al in 1956 in de praktijk brengen.

1955

Het VAS weer kampioen

‘Het VAS , de oudste schaakclub van Nederland – tevens wel een van de oudste van alle Nederlandse verenigingen (wie immers kan bogen op het geboortejaar 1822?) – heeft wederom het clubkampioenschap van Nederland gewonnen. Dit is de zevende van de tien keren, dat de competitie na de oorlog heeft plaatsgevonden. De wedstrijd tegen Utrecht werd met ruime cijfers gewonnen.’ Bron: Het Vrije Volk maart 1955. (Berry Withuis speelde remise, aan het eerste bord speelde Cortlever tegen Spanjaard en won.)

ASB wordt wilde bond

In 1955 trad de ASB uit de KNSB en werd een wilde bond. Berry was het hiermee niet eens. Het stond haaks op zijn ideeën. Het VAS en de ASC sloten zich aan bij de nieuw opgerichte Hoofdstedelijke Schaakbond.

Euwe daagt Donner uit

Op 27 december 1955 begon de strijd om het NK. Max Euwe had Jan Hein Donner uitgedaagd voor een match over tien partijen. Hij had in 1954 de NK-titel tijdelijk aan Donner uitgeleend en wilde deze graag terug. Berry besteedde veel aandacht aan dit NK. Volgens Berry vond Euwe een tweekamp de meest zuivere krachtmeting.

‘Deze tweekamp trekt enorme belangstelling niet in het minst in buitenlandse schaakkringen, waar dr. Euwe onbetwistbaar als “ wereldkampioen der theorie” wordt beschouwd en waar elke grootmeester kennis neemt van elke publicatie van zijn hand. Wie wereldkampioen Botwinnik vorige maand voor radio Moskou over dr Euwe hoorde spreken, begrijpt welke waarde men aan zijn spel en oordeel toekent. Voor ons land is het bijzonder verheugend dat dr Euwe er het bijltje niet bij heeft neergelegd, doch zijn jongere collega een tweekamp wil doen uitvechten, die in het verleden eigenlijk reeds had moeten plaatshebben. Donner zal het niet gemakkelijk hebben en topprestaties moeten leveren om het grootmeesterschaak van dr Euwe te weerstaan.’

‘Het is weliswaar een vertrouwd, doch geen alledaags beeld, dr Euwe (54 jaar) een tienkamp met een 28-jarige Nederlandse meester te zien uitvechten. In het laatst van de dertiger jaren was dat tegen Landau, daarna tegen v.d. Hoek en in ’47 tegen Van Scheltinga en telkenmale werd bevestigd, dat een grootmeester van wereldformaat boven de nationale meesterklasse uitsteekt.’

‘Vermeldenswaard is dat de partijen zonder secondanten worden gespeeld zodat we het kunnen beleven dat van ’s avonds half zes tot diep in de nacht zal worden geschaakt. (40 zetten in 2,5 uur en daarna 20 zetten per uur)’

Bron: De Waarheid, december 1955, BJW

1956

Voor Berry Withuis zou 1956 een zeer bewogen jaar worden en een grote omslag in zijn leven. Een jaar met twee geheel verschillende gezichten ook.

Euwe weer Nederlands Kampioen en erelid KNSB

Begin 1956 versloeg Max Euwe Jan Hein Donner in een match om het NK. Ondanks dat werd gemeld dat er in 1957 een revanchematch zou komen, zou dit het laatste NK zijn waaraan Euwe meedeed. Na afloop van deze match werd Euwe benoemd tot erelid van de KNSB voor zijn verdiensten voor de schaaksport. Nu was de KNSB zeer zuinig met het benoemen van ereleden, de meesten kregen de titel toen zij 65 jaar of 70 jaar waren. De nog levende ereleden op dat moment waren jhr. dr. Van Foreest, mr. Rueb, Eggink en Zittersteyn. Maar voor Euwe was dit wel een bijzonder moment want hij verdiende deze titel eigenlijk al in 1935 toen hij wereldkampioen werd. Mogelijk was hij toen in de ogen van de KNSB-bestuurders nog veel te jong voor een erelidmaatschap!

Het kandidatentoernooi in Amsterdam in 1956 , Berry’s eerste persdienst

Na maanden zwoegen werd bekend gemaakt dat de Stichting voor Internationale Schaaktraditie (in de wandelgangen Sista genoemd), onder de bezielende leiding van haar voorzitter Mr. E. Straat, in samenwerking met de KNSB en met de Friezen er in was geslaagd in Nederland het kandidatentoernooi te mogen organiseren.

‘Amsterdam wordt vijf weken lang het schaakcentrum van de wereld. Dit weerspiegelt ook de overtuiging van de Wereldschaakbond dat Nederland een schaakland van betekenis is en het vertrouwen dat de gehele schaakwereld stelt in de stad van Euwe als internationaal schaakcentrum. Het toernooi kende een sterke bezetting met Smyslov, Bronstein, Keres, Petrosian, Geller, Spasski, Panno, Pilnik, Szabo en Filip. Zestien ronden in het Minerva Paviljoen in Amsterdam, twee ronden in de Korenbeurs in Leeuwarden. De opening vindt plaats op het Vossius-Gymnasium. Op zondagen wordt niet gespeeld. Toernooileiding: dr M. Euwe met assistent G.W.J. van Zittersteyn. Persdienst: B.J. Withuis. Toegangsprijs fl. 1,80 en jeugd fl.0,50.’ Bron: De Waarheid

‘Vassily Smyslov won, kreeg de geldprijs van 5000 Zwitserse frank en mocht opnieuw Botwinnik uitdagen. Het slot en de prijsuitreiking was in het Amstelhotel. Ir. Van Steenis, de KNSB-voorzitter, wees er op dat de Sovjet-hegemonie opnieuw is bewezen. ”Deze adel verplicht” aldus Van Steenis , de wens uitsprekende dat in steeds toenemende mate Sovjetschaakkunstenaars in alle landen ter wereld, en vooral in ons land, aan toernooien zullen deelnemen. Niet minder duidelijk liet dr Euwe aan het slotdiner uitkomen hoezeer de vriendschappelijke schaakbetrekkingen tussen Nederland en de Sovjet-Unie tot ontwikkeling komen en nog veel en veel sterker kunnen worden. Hij memoreerde de komst van de Sovjet-spelers naar Groningen in 1946, naar Den Haag in 1948, naar Amsterdam in 1954 en nu met dit enorme Kandidatentoernooi. Hij stelde er prijs op te verklaren, dat het begrip “moeilijkheden” tussen de Nederlandse en Sovjet-Russische schakers niet bestaat. Integendeel, er is van een zich steeds verder ontwikkelende vriendschap en waardering sprake.

Direct na het grote succes van dit Kandidatentoernooi klommen Mr. Straat en Berry Withuis op de barricaden. Dit succes moest worden uitgebouwd. ‘Bedrijven moesten het schaken gaan sponsoren en er moesten jaarlijks meerdere toonaangevende schaakevenementen komen in ons land. En natuurlijk moest de persdienst worden uitgebreid. ‘Want om te weten te komen of en wanneer er in Nederland wordt geschaakt moet men beslist niet bij de meerderheid van de Nederlandse pers terecht, die aan veemarktberichten verre de voorkeur schijnt te geven boven mededelingen over nationaal en internationaal schaakleven.’

‘Rumoer is er nogal eens om ons schaakhuis, zelfs zo erg, dat enkelen het helaas nodig vonden een eigen bondje te stichten. Maar er is in Nederland geen plaats voor twee schaakhuizen, er is wel plaats voor uitbreiding, door toewijding van de massa der schakers en door een vraag om initiatief van de zijde van de leiding van de KNSB, als gezegd, hoofdbewoner van Hollands schaakhuis. Van dat rumoer om het schaakhuis wordt niemand wijzer, wel worden buitenstaanders onzeker.’

‘Voor schakers is het een levenszaak om geld te zoeken en te vinden en dan liefst op de bekende adressen. Mag er tot dan toe staan ‘aan de deur wordt niet gekocht’, een pittig geuzentroepje met goede argumenten moet de gemeentelijke en rijksautoriteiten en de Nederlandse industrieën het nut van schaken kunnen overtuigen. En dan tenslotte dat bevorderen van de schaakbeoefening? Geen toegewijder volk dan schakers aan hun schaakkunst en bovendien is het resultaat van hard werken van enkele individuele zwoegers in schoolschaakkringen bewijs genoeg gebleken voor de onafhankelijkheid van de vaderlandse jeugd voor de schaakkunst. Dan zullen we door het grote arsenaal van schakers en met de schare van duizenden geïnteresseerden het schaakcentrum tussen Oost en West kunnen blijven met op lang zicht de eigen nieuwe dr Euwes.‘

Dit schreef Berry Withuis ruim zestig jaar geleden in De Waarheid en dit is anno 2018 deels nog steeds actueel!

Neergang communistische partijen

1956 was voor de communistische bewegingen in West-Europa een beslissend jaar en volgens historici het begin van de neergang  van veel communistische partijen in West-Europa, zo ook in Nederland.

Het begon met het 20ste partijcongres in de Sovjet-Unie waar in een zgn. geheime vergadering Chroesjtsjov zijn destalinisatiepolitiek aankondigde. Zijn geheime toespraak werd bewust gelekt en werd vrij snel opgepakt in het Westen door Amerikaanse en Engelse dagbladen. Hij stelde Stalin verantwoordelijk voor massamoorden. Paul de Groot, leider van de CPN, begreep direct dat hiervan veel gedonder zou komen maar bleef samen met Marcus Bakker achter Stalin staan, zoals zovelen waaronder ook Berry Withuis en Mathilde Visser. Stalin had toch het naziregime (die fascisten) in de Tweede Wereldoorlog een beslissende nekslag toegebracht waardoor die vreselijke oorlog uiteindelijk mede met hulp van de geallieerden beëindigd kon worden.

(De kunstcritica Mathilde Visser werd de ‘communiste in bontjas’ genoemd of ook wel ‘saloncommuniste’. Zij ging vanaf 1956 recensies over tentoonstellingen schrijven voor De Waarheid.)

Door onrust en opstanden in zowel Polen als Hongarije werd Chroesjtsjov gedwongen in te grijpen. Op 4 november werden de Hongaren in Boedapest wreed in hun slaap gestoord. Eindeloze tankcolonnes van de Sovjets vuurden op alles wat los en vast zat, mensen niet ontziend. Chroesjtsjov moest voorkomen dat het Warschaupact uiteen zou vallen want dit zou hem de kop kosten. Binnen een week lag de stad in puin en was het verzet gebroken. Een schok ging door de wereld.

Ook de communisten in Nederland kregen het zwaar te verduren. Ze werden uit veel organisaties gegooid en Felix Meritis, het bureau van volksdagblad De Waarheid, werd verschillende malen bestormd door betogers net als de zwaar bewaakte Russische Ambassade en bij boekhandel Pegasus werden de ruiten ingegooid. Een van die jonge betogers die het gebouw van Felix Meritis wilden binnendringen was Lex Jongsma, de latere huisvriend van Berry en Jenny. In Matten nr. 9 schrijft Lex, in een lovend artikel over Berry en Jenny, het volgende: Maar – ineens doodernstig- nu schuift Berry naar me toe en tapt uit een heel ander vat. ‘Ik zag je daar wel staan, twintig jaar geleden, aan de achterkant van Felix Meritis. Wij zaten daar al vanaf vijf uur ’s middags op de bovenste verdieping. Allemaal in onze oude verzetskleding, met ons eigen wapen. Geladen. En een ding: als jullie de drukpers bereikt hadden … ik had je afgeschoten, zowaar als ik hier zit.’

Het al jaren teruglopende aantal abonnees van De Waarheid werd door deze ontwikkelingen versneld. De Waarheid dreigde ten onder te gaan. Communisten probeerden met man en macht acties te organiseren om geld op te halen voor hun noodlijdende krant. Er moest fors worden gereorganiseerd en de personeelsbezetting moest drastisch omlaag. Ook Berry moest omzien naar een andere baan en dat kwam hem niet slecht uit. Hij kon zijn partij trouw blijven en toch aan het dagelijkse juk ontsnappen. Hij kon zich nu geheel gaan wijden aan zijn tweede liefde: het schaken. Maar kon je van het schaken ook eten?

Jolande Withuis schrijft hierover het volgende in Raadselvader:

Voor zichzelf zag mijn vader wel mogelijkheden. Als hoofdklasser en professioneel journalist hoopte hij zijn brood te kunnen verdienen met schaken, wat toen nog maar een enkeling deed. Rijk hoefde hij er niet van te worden. Hij had dus aangeboden te vertrekken. Hij zou bovendien twee vliegen in een klap slaan. In de schaakwereld kon hij de nieuwste partijlijn ten uitvoer brengen. Individuele communisten zouden, zo was besloten, ‘onder de massa gaan werken’. Ze zouden hun plaatsen heroveren of veroveren in al die sociale verbanden waar men na ‘Hongarije’ was uitgegooid: oudercommissies, sportclubs, culturele verenigingen, vakbonden enzovoorts. De partijstrategie viel volmaakt samen met mijn vaders eigen streven een nieuw bestaan op te bouwen.

Bestuurscrisis bij het VAS

Op 3 december 1956 verscheen er in de dagbladen het volgende persbericht:

Bestuur VAS afgetreden, onenigheid over communistisch lid 

‘Het bestuur van het Verenigd Amsterdams Schaakgenootschap, de oudste schaakvereniging in Nederland, is afgetreden omdat onenigheid is ontstaan met de spelers van het eerste tiental. Het bestuur had in verband met de gebeurtenissen in Hongarije voorlopig besloten de schaker B.J. Withuis, lid van de C.P.N. en schaakredacteur van De Waarheid, niet meer op te stellen in het eerste tiental. De spelers van dit tiental weigerden hierop aan de competitieverplichtingen te voldoen. Het bestuur heeft toen de maatregel ingetrokken en zijn ontslag aangeboden. Het bestuur heeft een en ander gedaan om scheuring in de vereniging te voorkomen.’

(Op zondag 2 december speelde het eerste tiental van het VAS voor de competitie tegen het Friese Philidor van Haje Kramer en Waling Dijkstra. Het VAS won met 7,5 – 2,5 en de spelers van het VAS waren: Th. D. van Scheltinga, N. Cortlever, W.J. Wolthuis, B.J. Withuis, J. Bink, H.F. Crabbendam, S.B. van Mindeno, J. Veerkamp, J. Wilmink en N. Molenbroek. (Berry won zijn partij. In het team vervulde de gezaghebbende Nico Cortlever een belangrijke rol.)

Maar er was niet alleen discussie bij de senioren. Berry was ook actief bij de jeugdtrainingen die hij met Melchior had opgezet en de vraag was of een communist dit wel kon blijven doen. Kon je kinderen wel blijven blootstellen aan iemand met communistische sympathieën? Een van de meest dramatische vergaderingen in de geschiedenis van het Amsterdamse schaakhuis aan de Henri Polaklaan 14.

Eind goed al goed

Dit moet voor Berry een moeilijke periode zijn geweest. Hij had zijn ziel en zaligheid in het VAS gestoken. Hij doorstond deze periode en mocht doorgaan met steun van velen. Dat zal hem goed gedaan hebben.

1957 

Euwe verlaat het onderwijs 

Dr. M. Euwe ging het onderwijs verlaten en werd adviseur van de Remington Rand N.V. te Amsterdam. Hij ging zich bezighouden met de problematiek der ‘automation’. Hij bleef voor het schaken behouden.

Sovjets niet welkom op het Hoogovens Schaaktoernooi

Het Hoogovens Schaaktoernooi moest in 1957 met het uitnodigingsbeleid rekening houden met de ontstane politieke situatie in de wereld (na o.a. Hongarije en de Suez-crisis). Uit de Sovjet-Unie waren schakers niet langer welkom. De Sovjet-grootmeester  Mark Taimanov, ook een goed pianist, die als eerste Sovjet-speler was uitgenodigd kreeg alsnog een briefje dat hij beter thuis kon blijven. De Sovjets zouden nog wel een paar jaar boos blijven en tegenwerken. De lucht klaarde pas op in 1960 toen de eerste Sovjet-grootmeesters meededen aan het Hoogovens Schaaktoernooi. (Petrosian en Flohr).

WK-match 

Uitdager Smyslov won van Botwinnik en werd wereldkampioen. Een jaar later, in 1958, nam Botwinnik revanche en heroverde de titel.

Zonetoernooi Wageningen, opnieuw een persdienst voor Berry

KNSB-bestuurslid Harry de Graaf, lid van dezelfde Zutphense schaakclub als Berry (en wijlen zijn vader en zijn oom Jan), vroeg aan Berry of hij de toernooidienst wilde verzorgen van het internationale zonetoernooi dat in Wageningen dat najaar zou worden gehouden. En zo gezegd, zo gedaan. Berry kende uit zijn netwerk aankomend journaliste Ineke Bakker en vroeg haar of ze ook mee wilde doen. Dat wilde ze wel. Ineke Bakker zou later belangrijke functies gaan vervullen bij de KNSB, de FIDE en bij het Max Euwe Centrum. Zij was jarenlang vertrouwelinge en rechterhand van Max Euwe. En Berry had hiermee een belangrijke schakel in zijn netwerk.

Een andere vertrouweling van Berry was zijn hond Fide, genoemd naar de Wereldschaakbond. In 1955 kwam Fide in het gezin Withuis. Bij alle toernooien en evenementen van Berry was Fide aanwezig. Velen zullen zich Fide nog herinneren, niemand had last van het lieve dier.

Jolande Withuis vertelde in haar boek Raadselvader nog een bijzondere anekdote. Ze mocht als achtjarige met haar vader mee naar een bespreking over het zonetoernooi in Wageningen. Ze herinnert zich nog dat ze een ongekende traktatie kreeg: een glas prik. Na afloop was haar vader haar helemaal vergeten en was alleen naar huis gegaan. Gelukkig had ze een oom en tante in Arnhem met een auto. Ze hadden haar opgehaald en de volgende dag op de trein naar Amsterdam gezet.

Omdat Berry en Jenny alleen van het schaken wilden gaan leven moest er brood op de plank komen. Er waren onvoldoende schaakactiviteiten dus gingen Berry en Jenny zelf evenementen organiseren waarmee ze zeer succesvol zouden worden. Het mes sneed vaak aan meerdere kanten. De Nederlandse en buitenlandse (groot)meesters konden iets verdienen, Berry en Jenny hadden brood op de plank (ze waren tevreden met weinig) en er kon in een grote behoefte worden voorzien. Een van Berry’s handelsmerken werd, naast het organiseren en verslaan van toernooien, het organiseren van schaaksimultaans wat ook een bron van inkomsten voor hem zou worden.

1958

De club van Melchior blijft altijd jong

Op 22 februari 1958 werd door Melchior (lid van het VAS) een nieuwe jeugdschaakclub ‘ Het Zwarte Veulen’ opgericht. Een halfjaar later telde deze club al bijna 50 leden.

‘Het idee van Kwee Tjoe Liong was even geniaal als eenvoudig. In een regel samengevat kwam het hier op neer: haal alle jonge schakers uit de diverse Amsterdamse schaakclubs en stop ze in één nieuwe schaakclub met de bepaling dat zij er weer uitgegooid worden zodra zij eenentwintig dreigen te worden. Kwee Tjoe Liong, toen nog leerling aan het Barlaeusgymnasium en lid van het Verenigd Amsterdams Schaakgenootschap, vertelde zijn idee aan de heer L. Melchior Een paar dagen later had de heer Melchior dr. Max Euwe gestrikt voor een simultaanavond, had hij borden, stukken en klokken van de Inspectie voor de Lichamelijke Opvoeding in Amsterdam in bruikleen gekregen en de klokken die hij toen nog te kort kwam bij enkele grote bedrijven en Amsterdamse kranten losgepraat. Toen dr. Euwe aan zijn vermoeiende avondwandeling begon zaten er 34 jeugdige Amsterdamse schakers achter de borden.

Het initiatief van de heer L. Melchior om alle jeugdige schakers uit de diverse Amsterdamse verenigingen in één jeugdclub onder te brengen, stuitte bij de clubs niet op verzet. Integendeel, men zag er geen concurrentie in omdat slechts het grote doel, het bevorderen van het schaken, er mee gediend was. Bron: Het Parool van 22 februari 1959.

 

Melchior kreeg steun van Berry Withuis die hier ook elke zaterdagavond (clubavond) te vinden was, net als Melchior met pijp. Veel talentvolle ‘jonge honden’ waren lid van deze club: Hans Ree, Tim Krabbé, Bert Enklaar, Frits Roessel en vele anderen. De club zou het tot de hoofdklasse van de Hoofdstedelijke schoppen.

Melchior tussen zijn pupillen

 

Jeugdsimultaans in Rotterdam

In 1958 was er in het Paasweekend een groot jeugdevenement in Rotterdam georganiseerd door de Rotterdamse Schaakbond in samenwerking met de schaakcommissie van de Rotterdamse Raad voor de Lichamelijke Opvoeding. Meer dan 300 schakertjes genoten van de eigen partijen, van de massasimultaans en van een ronde van een echte internationale wedstrijd. En dit naar alle tevredenheid van KNSB-Jeugdleider Harry de Graaf, die ook afkomstig was van de Zutphense schaakvereniging van Berry! Berry Withuis was een van de simultaangevers en er deden maar liefst 166 kinderen mee aan de simultaans.

De jongste deelnemer aan deze massasimultaans was de achtjarige Hans Böhm. Hij speelde in  de simultaan tegen M. van Weezel. Dank zij moeder Antoinette Böhm, die de plakboeken verzorgde voor haar zoon Hans, kunnen we onderstaand artikel laten zien.

Een leuke anekdote is, Hans zal me niet kwalijk nemen dat ik dit hier meld, dat Hans in 2009 voor Matten (het blad met mooie schaakverhalen) 64 vragen moest beantwoorden.

Vraag 10. Heb je ooit wel eens gehuild om een schaakpartij?

‘Jazeker. In de V&D simultaantoernee, een prachtige traditie in de jaren zestig en zeventig, waaraan alle grootheden die in Wijk aan Zee hadden gespeeld meededen, speelde ik tegen Donner. Mijn moeder kwam me ophalen en om een uur of elf ’s avonds werd omgeroepen dat alle kinderen onder de twaalf jaar hun partij moesten beëindigen. Ik stond gewonnen in een toreneindspel , maar toen zei Donner, remise. Dat houd ik wel. Dat vond ik onrechtvaardig en de hele weg naar huis in de tram heb ik gehuild. Achtjarige stond op winst maar moest naar bed, stond er in de krant.’ Bron: Matten 2009.

De oud-schaakjournalist van De Telegraaf, Lex Jongsma, schreef eens:

‘Mijn pen aarzelt: bedrieglijk is ’s mensen herinnering, en schamel. Soms wordt het verleden per jaar grootser en gruwelijker, soms belet een welwillende nevel het zicht op vroeger.’

Lex Jongsma (1938-2013) was veertig jaar lang schaakjournalist van De Telegraaf, Hans Böhm volgde hem op.

Hans Bouwmeester over steun van Berry Withuis

‘Voor mijn krantenrubriek bij een Noordhollandse krantencombinatie had ik geweldig veel steun aan Berry Withuis, wie nooit teveel was. Berry en Jenny moesten samen ontzettend hard werken om die jaren te overleven. Ik had er het grootste respect voor. Ze klaagden nooit, al merkte je soms dat ze het financieel moeilijk hadden met twee opgroeiende kinderen. In ‘het witte huis’ in de Witte de Withstraat kon je altijd binnenlopen, koffie drinken en zo nodig ook eten en slapen. Ondertussen werkte Berry nog met de jeugd van het VAS. Jonge talenten als Roessel en Tan kregen bij hem hun eerste scholing.’

Zeskamp in Wageningen

Na de schaakolympiade in München, eind oktober, kwamen Botwinnik en Flohr naar Nederland voor een zeer lucratieve simultaantoernee met tussendoor een zeskamp. De zeskamp werd op ‘De Wageningse Berg’ (voor schakers een bekend hotel) gespeeld door Botwinnik, Flohr, Donner, Bouwmeester, Van Scheltinga en Roessel. Botwinnik won door in de laatste ronde Donner te verslaan. Withuis had het hele programma in elkaar gezet en samen met Constant Orbaan het bulletin verzorgd. Naast Botwinnik en Flohr speelden ook Euwe (1x), Donner (2x), Bouwmeester (1x) en Withuis (7x) simultaan, in totaal 32 simultaans! Er werden een kleine 1000 partijen gespeeld met een score van 90 %. Tegen wereldkampioen Botwinnik wilde iedereen wel spelen, zijn simultaans waren binnen de kortste keren volgeboekt. Botwinnik incasseerde het lieve sommetje van bijna 4000 gulden (ongekend veel voor die tijd!) en Flohr ving 1500 gulden. Sponsors waren Caltex Petroleum, de Scheepjeswolfabrieken en Hotel ‘De Wageningse Berg’.

Vijf jaar later zouden Botwinnik en Flohr nog eens terugkomen voor hetzelfde recept. Het smaakte naar meer.

1959

In de nacht van 1 op 2 februari is Mr. Alexander Rueb (1892-1959) overleden. Dr. Max Euwe hierover:

‘Bij het overlijden van Mr. Alexander Rueb ontbloten wij eerbiedig het hoofd. Een man van groot formaat is heengegaan. Een man die op velerlei terrein zijn sporen heeft verdiend en wien het gegeven is geweest zijn werk tot een goed einde te brengen. Hij heeft de F.I.D.E. gesticht en groot gemaakt, hij heeft een stimulans betekend voor het Nederlandse schaakleven. Hij is een behoorlijke partijspeler geweest, een uitstekend kenner van het eindspel. Hij heeft ten aanzien van de eindspelstudie waardevol documentatiemateriaal geleverd, dat is neergelegd in vijf dubbele delen : De Schaakstudie en Bronnen van de Schaakstudie.’ Op 23 mei vond er een herdenkingsbijeenkomst plaats in Utrecht. Hier werd in beginsel besloten een stichting op te richten ter bevordering van de schaakspelkunst, een nagelaten wens van de overledene. Bron: Het Tijdschrift

De persdienst bij het Hoogovens Schaaktoernooi

Bij het Hoogovens Schaaktoernooi verzorgden de Rotterdammers Chris Vlagsma en Henny Vijgeboom ( Rotterdamse Schaakvereniging Spangen) al jaren het Logboek.  In 1958 kwam hierin een beetje de klad omdat het niet meer naar ieders zin was. Grootmeesters klaagden bij de leiding over het geschrevene en vonden dat deze heren maar beter iets anders konden gaan doen. Piet Veldheer heeft toen Berry benaderd met de vraag of hij de persdienst wilde gaan verzorgen. Berry en Jenny zeiden ja en vormden samen met vrijwilligers de persdienst die later officieel ‘De Persdienst’ zou gaan heten op aanraden van Lodewijk Melchior. (Lodewijk was lid van het VAS en werkte met Berry samen bij de jeugd.) De eerste grote verandering was het uitgeven van een dagelijks bulletin. In het Tijdschrift stond een lovend berichtje over het eerste optreden:

‘Wij vermelden gaarne het voortreffelijke toernooibulletin dat onder leiding en redactie van B.J. Withuis prompt op tijd verscheen. Met alle begrip voor het vroegere Logboek dat zijn kracht meer in oubolligheid zocht, zijn wij van mening dat de schaakbelangen toch meer gediend zijn met een bulletin dat snel verschijnt en precies vermeldt wat men nodig heeft: de uitslagen, de standen, de partijen, commentaren daarop enz. Door dit bulletin konden wij desgewenst dit toernooi ook … thuis volgen. En daarmee doen wij beslist geen afbreuk aan de talrijke, soms uitstekende dagbladverslagen. (Dagbulletins konden achteraf nog bij Berry worden besteld, de prijs van de complete serie was 5 gulden voor Nederland en 6 gulden voor het buitenland.)’

Een revolutionaire doorbraak bij de verslaglegging van schaaktoernooien. Dit was geen sinecure. De ervaring van Berry en Jenny opgedaan bij De Waarheid kwam hier in optima forma van pas. Bij De Waarheid wisten ze wat hard werken was en hoe te vechten tegen de dagelijkse deadlines. Berry had al jarenlang de schaakverslaggeving voor De Waarheid en andere regionale bladen verzorgd. En ’s nachts werken hadden ze vaker gedaan.

Een kleine anekdote

In 1958 won Milunka Lazarevic  het damestoernooi en zij ging er van uit dat zij in 1959 weer zou worden uitgenodigd. In het toernooischema 1959 werd hiervan ook uitgegaan. Op de Bonte Avond van 1958 droeg zij een opvallende jurk dat Lex Jongsma zich ontslagen voelde van de verplichting hierover in details te treden  in het boek ‘60 jaar Hoogovens Schaaktoernooi’. ‘Wie haar gezien heeft zal het nog weten. Hoe dan ook, haar afwezigheid in 1959 is rechtstreeks terug te voeren door die jurk. Begrijp me goed, schreef Lex, onze ogen zijn aan veel verwend geraakt als het om jurken gaat. Wat in 1958 een ontzagwekkende gewaagdheid uitstraalde , is in 1998 een feestjurk als geen ander.’ Het Bulletin van Berry  omzeilt deze kwestie omzichtig, door te vermelden dat Lazarevic ‘niet verscheen’ en daarom na twee ronden geschrapt werd als deelnemer. Bron: 60 jaar Hoogovens Schaaktoernooi, Lex Jongsma

Godfried Bomans , schaker, schrijver en BN’er

In 1949 werd gestart met De Losbladige waaraan in de loop der jaren verschillende schakers een bijdrage hebben geleverd. Te noemen naast Max Euwe: Hans Bouwmeester, Carel van den Berg, Haije Kramer, Kick Langeweg, Frans Henneberke, Berry Withuis e.a. Het systeem werd ontleend aan de fiscale en juridische wereld waar dit met succes werd toegepast als oplossing voor snel verouderende boeken. Euwe wilde de inhoudelijke verantwoording op zich nemen omdat hij als geen ander besefte dat een systematische aanpak essentieel was. De Sovjets hadden zijn partijen door en door geanalyseerd dat merkte hij al in 1948. De nieuwtjes uit De Losbladige werden op veel toernooien in binnen- en buitenland op het bord gebracht. In de vijftiger jaren van de vorige eeuw was de reputatie van De Losbladige al dusdanig, zowel nationaal als internationaal, dat Godfried Bomans er de draak mee mocht steken. Zijn parodie begon als volgt:

Dat in het bijhouden van De Losbladige wel degelijk iets zit, moest ik kort geleden nog in Heemstede ervaren. Ik speelde daar tegen Dr. Euwe en ik merkte meteen: die man is sinds onze laatste ontmoeting sterk vooruit gegaan. Ik overdrijf niet als ik zeg, dat ik af en toe scherp moest uitkijken om in het voordeel te blijven, ja in het middenspel kreeg hij een licht overwicht en drong mij zelfs in het defensief. Zeker, ik wikkelde snel af en wist hem in een geestig zelfmat te lokken, maar toch het was uitkijken geblazen en dat is leerzaam geweest. Nu kan men hiertegen aanvoeren dat ik tegen zestig spelers optornde en Dr. Euwe zijn volle aandacht aan één bord kon geven. Volkomen juist. Maar een week later ontmoette ik hem weer, ditmaal alleen.

En wat gebeurt? Euwe komt met een nieuwtje. ’t Is alweer een oudje, maar toen wist ik van niets. Ik was namelijk die dag vroeg van huis gegaan en had de laatste aflevering van Losbladige gemist. Ik herinner me nog dat ik bij de bushalte stond en dacht: kom die flauwekul lees ik morgen wel. Vrienden laat dit een les voor ons zijn. Euwe had het nummer natuurlijk gelezen en zet de Karabas-variant met c5 voort. Nu zegt zijn eigen gele boekje dat dit onzin is en het is in feite ook onzin, als je je hersens gebruikt, alleen zit die onbenulligheid dieper dan hij zelf destijds vermoedde. Ik kijk hem eens goed aan en waarachtig, daar zie ik het bovenste puntje van de Losbladige uit zijn binnenzak steken. Slimme vos dacht ik hoe wist je dat ik vanmorgen de trein van 8.45 moest halen? Later hoorde ik dat een broer van zijn secondant daar de wielen smeert, maar dat wist ik toen nog niet.

Zijn parodie was bestemd voor een reclameactie van het Nederlands Schaakcentrum van Nicolaas Bröker,  de uitgever van De Losbladige uit Bergen op Zoom. Ook in het Tijdschrift heeft de KNSB hieraan destijds aandacht besteed.

Volgens Minze bij de Weg (gehoord van Jenny Withuis) zou Hans Bouwmeester aan Berry hebben gevraagd of hij hem wilde helpen met De Losbladige omdat hij naast zijn onderwijzersbaan wiskunde wilde gaan studeren en daardoor weinig tijd meer had voor De Losbladige. (Bron: De Persdienst, 35 jaar schaakjournalistiek, door MbdW.) In Bouwmeesters boek ‘Leven met het schaakspel’ wordt hierover niets vermeld. Mogelijk dat Berry anoniem meedeed aan De Losbladige of onder de naam van Bouwmeester?

Godfried Bomans was een fervent schaakliefhebber en we zullen hem vaker tegenkomen bij het Hoogovens Schaaktoernooi waar hij een graag geziene gast werd, als spreker, als speler en als bezoeker. Hij heeft daar ongetwijfeld ook Berry en Jenny Withuis ontmoet. Hoe deze ontmoetingen verliepen is mij (nog) niet bekend. Wel twee aparte werelden die elkaar ontmoetten. De BN’er / conservatieve roomse jongen en de communist. Maar achter het schaakbord bestaat deze tegenstelling niet. Zou Berry vluggertjes hebben gespeeld met Godfried op zijn befaamde schaakbord onder toeziend oog van Fide?

Bomans heeft achter het schaakbord verschillende malen de degens gekruist met Euwe en hij onderhield goede contacten met hem. Soms schreef hij een parodie. De rol van Bomans als verwoed schaker en schrijver van schaakstukjes kwam de promotie van de schaaksport zeer ten goede. Ook Euwe had dit goed gezien en maakte er graag gebruik van.

Twee anekdotes, een uit 1958 en een uit 1959

De 12-jarige Paul Witteman interviewt Godfried Bomans

In het tv-programma Andere Tijden vertelde Paul Witteman (journalist en presentator) in 2013 dat hij Godfried Bomans wilde interviewen voor zijn schoolkrant Tolle Lege waarvan hij redacteur was (en ook de enige). Paul was toen 12 jaar in 1959. Hij was welkom aan de Zonnelaan 17 in Haarlem en hij vroeg naar de belangrijkste gebeurtenis in het leven van Godfried Bomans. Godfried vertelde dat hij tegen Max Euwe, onze wereldkampioen had geschaakt en dat hij remise had gespeeld. Paul vertelde dat Bomans hierbij keek of hij net een erectie had gehad.

Paul Witteman vroeg hem of hij die partij nog had en dat was zo. Paul vroeg of hij de partij mocht opnemen in de schoolkrant want de jongens op de schaakclub zouden dit zeker interessant vinden. Bomans twijfelde want hij vond dit een belangrijk document. Maar toen Witteman hem gerust stelde dat hij de partij, geschreven in hanenpoten, weer snel (binnen een week) terug zou krijgen stemde hij uiteindelijk in. Enige tijd later kreeg Paul een briefje van Bomans waar zijn blaadje met de partijnotatie bleef. Hij moest toen bekennen dat hij het niet meer kon vinden, hij was het kwijtgeraakt. Bomans was woedend. Hij stuurde de jongeheer Witteman een boze brief, dat hij niet deugde en niets meer met hem te maken wilde hebben. Volgens Bomans zou van de jongeheer Witteman niets terecht komen. Tot op de dag van vandaag vindt Paul Witteman dit een uiterst ongelukkig begin was van zijn carrière als journalist.

De Friese boterletterkundige Sake Riemersma

In 1952 verscheen van Godfried Bomans het boekje Oude en nieuwe buitelingen (Elsevier). In het hoofdstuk Wat vindt de meester er van vertelt hij iets over meel dat slecht zou zijn voor de denkkracht. “Bakkers zijn daarom altijd slechte schakers’’. Bakker Sake Riemersma uit Franeker, ook wel de boterletterkundige genoemd, las dit en wilde het hierbij niet laten zitten. Hij daagde Bomans uit voor een schaakpartij. De inzet van Sake, de bakker, was een suikerbrood van een meter lang terwijl Bomans een gesigneerd exemplaar van zijn boek beloofde. Sake deed ook het plaatselijk correspondentschap van het roomse dagblad Ons Noorden. De redactie van de Noorderpers vroeg om de dag de zet van beide spelers en publiceerde deze. Een soort correspondentieschaak. Het was soms nog knap lastig om Bomans te pakken te krijgen want hij was vaak op pad. Bomans, die met wit speelde, won. Hij werd op een winteravond uitgenodigd om samen met de lezers van Ons Noorden en van Sake’s schaakclub zijn prijs in ontvangst te nemen, een suikerbrood van 1 meter. En natuurlijk gaf Bomans zijn tegenstander enkele van zijn gesigneerde boeken. Bron: Regionale kranten uit die tijd. In de Friese Koerier van 27 november 1958 een uitgebreid artikel met foto als hieronder.

Reisgids

Ieder jaar In oktober organiseert Judit Polgár in Boedapest  het grote Global  Chess Festival waaraan op 13 oktober de hele wereld kan mee doen. Overal waar die dag schaakactiviteiten worden gehouden kan men dit aanmelden bij Judit en worden dan opgenomen op haar wereldkaart. ‘The power of chess connects people all over the world.’

Dit jaar is Judit met haar Global Chess Festival te gast in de National Gallery van Boedapest. De organisatoren gaan er alles aan doen om de sterke band tussen schaken en kunst te benadrukken en dit nog eens extra in het zonnetje te zetten. Daarom wordt dit een van de hoofdthema’s van het komende festival.

Het is al weer zeven jaar geleden dat ik op onze site de serie Schaken en Schilderkunst publiceerde. Het tweede deel uit deze serie ging over Koninginnen in de schaak- en schilderkunst, met natuurlijk Judit Polgár. Met een leuk artikel van Herman Grooten. Misschien een idee om in de aanloop naar 13 oktober weer eens aandacht aan schaken en kunst te besteden op onze website? Ter ondersteuning van de goede acties van Judit! Wie doet er mee?

 

3 Reacties

  1. Avatar
    Wijnand 10 augustus 2018

    Bij 1954 staat ten onrechte dat Smyslov won van Botwinnik en dat Botwinnik een jaar later de titel terugwon. In werkelijkheid speelden Botwinnik en Smyslov in 1954 12-12.

    Onder 1957 en 1958 staat niets vermeld, terwijl juist toen wél Smyslov de wereldtitel veroverde, om die na een jaar weer aan Botwinnik terug af te staan.

  2. Avatar
    Koorevaar 11 augustus 2018

    @Wijnand, Bedankt voor je reactie! Scherp van je!  Ik heb het aangepast. Het ging om 1957/1958. Teun

  3. Avatar
    Wijnand 11 augustus 2018

    Dank je Teun, verder een prima artikel, met veel genoegen gelezen. Leuke, mij nog onbekende anekdotes en foto’s. Ik heb het inmiddels in mijn digitale archief opgeslagen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.