Offers als breekijzer

In de toernooipraktijk komt het vaak voor dat wit een aanval begint op de zwarte koningsvleugel. Meestal staat de koning daar goed beschermd achter zijn pionnen, maar als zwart teveel stukken op de damevleugel zet om daar een tegenoffensief te beginnen, kan wit door offers de stelling openbreken. Zulke aanvalspartijen zijn spectaculair en worden vaak gebruikt in schaakrubrieken voor opgaven als wit speelt en wint. Maar de grootmeesters hebben deze offermotieven al veel eerder in de partij gezien. Dat geeft ze het vermogen om het bord in vuur en vlam te zetten en met een schitterende mataanval de kroon op hun werk te zetten.

In de eerste partij worden door wit achtereenvolgens drie stukken geofferd op hetzelfde veld g7 vlak voor de zwarte koning. Als zijn vesting afdoende gesloopt is, wordt die arme, aan zijn lot overgelaten koning mat gezet. Voor alle partijen maak ik weer gebruik van het boek van Koblenz: Lehrbuch der Schachtaktik. Hij was de schaaktrainer van wereldkampioen Michail Tal en veel andere Sovjet schakers, waaruit dit andere boek ontstond.

Dubinin-N. Petrov Frans

1.e4,e6 2.d4,d5 3.Pc3,dxe4 4.Pxe4,Pd7 5.Pf3,Pgf6 6.Pg3,c5 7.dxc5,Lxc5 8.Ld3,Db6 Aangewezen was het ontwikkelen van de damevleugel met b6 en Lb7. 9.O-O,O-O 10.De2,Te8 11.c3,Pf8 12.Pe5,Pg6 13.Lxg6 Deze afruil van de aanvallende witte loper is onverwachts, maar wit hecht meer waarde aan het paard op e5. 13…hxg6 14.h4,Dc7 15.h5,gxh5 16.Pxh5,Ph7 17.Pxg7 Het eerste offer op g7. 17…Kxg7 18.Dh5,Lf8 19.Te1,Kg8 20.Te3,Te7 21.Tg3+,Lg7 22.Txg7+, Het tweede offer op g7. 22…Kxg7 23.Lh6+,Kh8 24.Td1,Pf6 25.Lg7+ Het derde offer op g7. 25…Kxg7 6.Dg5+,Kh8 27.Dxf6+,Kg8 28.Td3 Het mat valt niet meer te vermijden. 1-0

De tweede partij is die tussen Geller en Smyslov in hun kwartfinale kandidatenmatch van 1965. Dit zijn beiden schakers die jarenlang met de wereldtop meestreden in kandidatentoernooien en kandidatenmatches. Smyslov was wereldkampioen van 1957-1958, maar hij deed in 1948 al mee met het wereldkampioenschap schaken, waarin hij tweede werd achter Botwinnik. Zijn laatste optreden op dat niveau was in 1983 in de finale van de kandidatenmatches tegen Kasparov. Dat overbrugt een periode van 35 jaar.

Geller speelde vanaf 1953 mee in 3 kandidatentoernooien en plaatste zich ook 3 keer voor de kandidatenmatches. In 1973 was hij daar ook nog een keer heel dichtbij, zodat je wel kunt zeggen dat hij 20 jaar tot de wereldtop behoorde. Hij had een duidelijk aanvallende stijl, waardoor hij een positieve score had tegen wereldkampioenen, als Botwinnik, Smyslov en Petrosian. Ook tegen Fischer was dat het geval; van hun 10 partijen won hij er 5 en verloor er 3, met twee remises.

Efim Geller

Vasily Smyslov

Geller- Smyslov Grünfeld-Indisch

1.d4,Pf6 2.c4,g6 3.Pc3,d5 4.cxd5,Pxd5 5.e4,Pxc3 6.bxc3,Lg7 7.Lc4,c5 8.Pe2, O-O 9.O-O, Pc6 10.Le3,Dc7 11.Tc1,Td8 12.f4! Een positioneel pionoffer dat de diagonaal c1-h6 voor de loper van wit opent en het veld f4 vrijmaakt voor het paard. 12…e6 13.Kh1,b6 14.f5,Pa5 15.Ld3,exf5 16.exf5,Lb7 17.Dd2,Te8 18.Pg3,Dc6 19.Tf2,Tad8 20.Lh6,Lh8 21.Df4! De druk op de f-lijn wordt opgevoerd. 21…Td7 22.Pe4,c4 23.Lc2,Tde7 24.Tcf1 De druk via de f-lijn wordt maximaal opgevoerd. 24…Txe4 25.fxg6!! Zwart kan de dame niet slaan vanwege gxh7 mat. [Ook 25…Dxg6 leidt tot mat na 26. Dxf7, Dxf7 27.Txf7, Te1 28. Lxh7 mat.] Daarom wil zwart met 25…f6 de f-lijn te sluiten, maar er volgt 26.Dg5!! Ook dit dameoffer kan zwart niet aannemen, vanwege Tf8 en daarna mat. 26…Dd7 27.Kg1,Lg7 28.Txf6,Tg4 29.gxh7+,Kh8 30.Lxg7+,Dxg7 31.Dxg4 En het mat op f8 is niet meer te vermijden. 1-0

De derde partij is die uit de kwartfinale van de kandidatenmatches, waarin Geller tegen Spasski speelt. In deze match speelde Spasski drie keer met wit het gesloten Siciliaans, waar Geller geen goed antwoord op had. Hij verloor alle drie partijen en de andere 5 partijen waren remise. Spasski won die kandidatenmatches en versloeg in 1969 Petrosian in de WK-match, waardoor hij wereldkampioen werd.

Tigran Petrosian en Boris Spassky

Spasski-Geller Gesloten Siciliaans

1.e4,c5 2.Pc3,d6 3.g3,Pc6 4.Lg2,g6 5.d3,Lg7 6.f4,Pf6 7.Pf3,O-O 8.O-O,Tb8 9.h3,b5 10.a3,a5 11.Le3,b4 12.axb4,axb413.Le2,Lb7 14.b3,Ta8 15.Tc1,Ta2 16.g4,Da8 17.De1!,Da6 18.Df2,Pa7 19.f5! Het begin van de aanval. 19…Pb5 20.fxg6,hxg6 21.Pg5,Pa3 22.Dh4,Tc8 23.Txf6! ,exf6 24.Dh7+,Kf8 25.Pxf7!,Txc2 Zwart heeft de c-pion veroverd, maar zijn stukken kunnen zijn koning, die uit zijn vesting wordt verjaagd, niet meer beschermen. 26.Lh6,Txc1+ 27.Pxc1,Kxf7 28.Dxg7+,Ke8 29.g5,f5 30.Dxg6+,Kd7 31.Df7+,Kc6 32.exf5+ Opgegeven. Na 32… Kb6 33. Dxb7, Lxb7 34. Lxb7, Kxb7 lopen de witte vrijpionnen tot dame. 1-0

Wat in deze laatste twee partijen opvalt is dat op zo’n hoog niveau als van de kandidatenmatches de strijd heel scherp wordt, doordat de schakers duidelijk op winst spelen en daarbij risico’s niet uit de weg gaan. We zien daarbij en aantal offermotieven, die Shamkovitsj in zijn boek: Het Offer in de schaakpartij noemt. Offers om de pionnenketen van de tegenpartij te doorbreken. [Dubinin-Petrov]Offers om strategisch belangrijke velden of lijnen te bezetten. [Geller-Smyslov] Offers, die de vijandelijke koning uit zijn vesting drijven. [Spasski-Geller] Het geeft heel aantrekkelijke partijen, die een genot zijn om na te spelen en die laten zien dat offers de weg kunnen banen naar een prachtige overwinning.

2 Reacties

  1. Avatar
    Wijnand Engelkes 19 mei 2020

    De match Smyslov-Kasparov was in maart-april 1984, niet 1983. En dus een 36-jarige periode als topspeler, als je “kandidatentoernooi” als criterium neemt.

    In de oorlogsjaren waren er geen kandidatentoernooien of wereldkampioenschappen, maar Smyslovs prestaties in het kampioenschap van de USSR in 1940 (3e) , 1941 (3e) en 1944 (2e) alsmede in het Stauntontournooi Groningen 1946 (3e achter Botwinnik en Euwe) waren zeker op dat niveau, zodat m.i. van een ruim 40-jarige periode als topspeler gesproken kan worden.

  2. Avatar
    wimw 19 mei 2020

    Je hebt gelijk: de kwart finale tegen Hübner en de halve finale tegen Ribli waren in 1983, maar de finale tegen Kasparov in het voorjaar van 1984. En later dat jaar hadden we die idioot lange WK-match tussen Kasparov en Karpov van 48 partijen, omdat het Karpov niet lukte een zesde en beslissende partij te winnen.

    Smyslov speelde ook heel lang succesvol mee in de Olympiades. Smyslov represented the Soviet Union a total of nine times at chess Olympiads, from 1952 to 1972 inclusive, excepting only 1962 and 1966. He contributed strongly to team gold medal wins on each occasion he played, winning a total of eight individual medals. His total of 17 Olympiad medals won, including team and individual medals, is an all-time Olympiad record, according to olimpbase.org.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.