De speling van het lot

Soms gebeuren er dingen in het leven die door een merkwaardig toeval wonderwel samenvallen.

De serie ‘Das Boot’ wordt momenteel op TV uitgezonden. Spannend en levensecht. De acteurs en de mise en scene geven je het gevoel dat het zo geweest moet zijn. Mannen in de kracht van hun leven, hutje mutje samengepakt in een U-Boot, een doodskist onder water. Sommigen met overtuiging, anderen vol twijfel, maar de speling van het lot had ze samen gebracht en daar was geen ontsnappen aan. Op jacht naar de vracht- en passagiersschepen van de vijand, dood en verderf zaaiend. Even later op de vlucht voor de dieptebommen van fregatten en torpedobootjagers.

Tegelijkertijd lees ik ‘Pawns in a Greater Game’, een boek over de schaakolympiade van 1939 in Buenos Aires. Tijdens het toernooi brak de Tweede Wereldoorlog uit en net als in de Eerste Wereldoorlog zouden de Duitse U-Boten van de Atlantische Oceaan een ‘cruel sea’ maken. De terugweg werd daardoor een hachelijk avontuur voor de Europese schakers.

Het boek had ik willen aanschaffen om mijn vorige artikel ‘Memorial’ voor te bereiden, maar de prijs, 60 euro, schrikte me af. Ik heb het uiteindelijk toch gekocht en het enige dat me spijt is dat ik het niet eerder deed. Wat een fantastisch boek!

Aan bijna iedereen die meedeed, ruim 150 spelers, is een beknopte biografie gewijd. Mannen en vrouwen, want tegelijk met het landenkampioenschap voor teams werd het wereldkampioenschap voor vrouwen gespeeld.

Fascinerend was het te lezen over de levens van de Zuid-Amerikaanse spelers. Van de meesten had ik nog nooit gehoord. Getalenteerde mensen die zich over het algemeen volledig wisten te ontplooien in hun latere leven. Soms in de schaakwereld, maar meestal daarbuiten, in de wetenschap of de politiek. Maar mijn aandacht ging toch in de eerste plaats uit naar de Europese schakers. Want daar was het drama te vinden.

Sommigen overleefden de oorlog niet: gesneuveld aan het oostfront in Duitse krijgsdienst, zoals Gunnar Friedemann van het Estse team; of omgekomen bij een bombardement op Londen met een V1 in 1944, zoals wereldkampioene Vera Menchik.

Anderen raakten verdwaald in een vreemde Zuid-Amerikaanse wereld en verloren jammerlijk alles en iedereen, zoals Ilmar Raud, tweede bordspeler van het team van Estland. Weer anderen wisten dat een terugkeer enorme risico’s met zich mee zou brengen, omdat ze Jood waren. Zij probeerden in Argentinië, geholpen door de Joodse gemeenschap, een nieuw leven te beginnen. Zoals de Pool Mendel-Moishe Mieczylaw Najdorf die met glans daarin slaagde. Topschaker en zakenman werd hij, Miguel Najdorf, succesvol en rijk, ontsnapt aan de holocaust, het dodelijke lot van zijn gehele familie.

Voor veel Europese spelers zal het een dilemma geweest zijn. Ga ik terug naar een werelddeel in oorlog met alle risico’s van dien? En zou ik de overtocht wel volbrengen met al die loerende Duitse U-Boten op zee? Is het me die risico’s waard? Wat heb ik te winnen? Wat heb ik te verliezen?
Van al die jonge mannen en vrouwen die een beslissing moesten nemen, bepalend voor de rest van hun leven, werd ik vooral getroffen door de levensloop van een jonge vrouw en een jonge man die in Buenos Aires bleven: de Duitse Sonja Graf en de Nederlander Chris, ofwel Christiaan, de Ronde.

Sonja Graf was een androgyne, aantrekkelijke verschijning met een wat wilde stijl van spelen, vol combinaties. In 1939 tijdens het toernooi in Buenos Aires was Sonja 31 jaar. Er was maar één speelster die haar van het wereldkampioenschap kon afhouden: Vera Menchik. Maar Menchik was zo goed dat ze ook voor de beste mannelijke spelers van die tijd een uiterst gevaarlijke tegenstander was. Sonja was haar mindere, maar juist in dat beladen toernooi in 1939 leek het anders te gaan lopen.

Het is het cruciale moment in haar leven waar ze later vele malen op terug gekomen is. Het had de bekroning moeten zijn van een vrijgevochten leven dat op 12 december 1908 in München begonnen was.

Haar vader was een zogenaamde Wolga Duitser en toen hij haar moeder, eveneens Wolga Duits, ontmoette was hij priester van de Russisch orthodoxe kerk. Ze werden verliefd, hij trad uit de kerk, en ze trouwden. Ze verlieten Rusland en emigreerden naar Duitsland. Er kwamen kinderen, veel kinderen. Sonja was het vijfde kind. Het was allesbehalve een harmonieus gezin. Vader Graf liet zich weinig gelegen liggen aan zijn verantwoordelijkheid voor het gezin en leefde als een bohemien. “Het enige goede aan mijn vader was dat hij me leerde schaken”, schreef ze in 1946 in haar autobiografische novelle ’Yo soy Susann’ (Ik ben Susann). Susanna was haar doopnaam, maar die had ze veranderd in Sonja. Kenmerkend. Breken met je familie en zelf bepalen hoe je tijdens de rest van je leven wilt heten.

Schaken was haar ontsnappingsroute. Ze had het spel al vroeg geleerd, vier of vijf jaar was ze. En toen het eenmaal kon, op haar zestiende, beschouwde ze zichzelf als een ‘Schachmeisterin’. En terecht, want ze had een groot talent. Maar stel je dat eens voor, 1924! De vrouwen emancipatie moest eigenlijk nog beginnen.

Vrij was ze echter nog lang niet. In 1927 werd ze geplaatst in een nonnenschool en in 1930 begon pas echt het vrije schakersleven. Niemand minder dan de grote Siegbert Tarrasch ontfermde zich over haar. Tarrasch was vooral onder de indruk van haar tactische talent. Als je naar de foto’s van Sonja Graf kijkt, gedreven, kettingrokend, rusteloos, met de wetenschap van dat combinatoire talent, dan komt onweerstaanbaar de naam van Michail Talj op. Diezelfde felle, ultieme toewijding tot zelfdestructie aan toe.

Vanaf 1931 werd het serieus en leefde ze als een professionele speler. Ze was veel te sterk voor andere vrouwen en speelde daarom mee in mannentoernooien. Ze gaf simultaanseances en reisde door heel Europa. Toen werd aangekondigd dat in 1939 het wereldkampioenschap voor vrouwen in Buenos Aires gehouden zou worden, wist ze dat ze daar maar één rivale zou hebben. Een speelster waarvan ze al tweemaal vrij kansloos in een match verloren had: Vera Menchik dus.

Maar het had niet veel gescheeld of de confrontatie met Menchik had nooit plaatsgevonden. Graf had in München met afschuw de opkomst van de nazi’s beleefd en was een geharnaste vijand van het Hitler bewind geworden. De Duitsers hadden haar daarom van de deelnemerslijst geschrapt. Alexander Rueb, de Nederlandse voorzitter van de FIDE, heeft er toen voor gezorgd dat ze toch kon meedoen. Onder een neutrale vlag: ‘Libre’. Kon het toepasselijker? Rueb was de eerste Nederlandse FIDE-voorzitter die een wending gaf aan het leven van Sonja Graf. Max Euwe zou dat later nog eens doen. Daarover verderop meer.

Hoe dan ook, Graf kon op het laatste nippertje een overtocht naar Argentinië regelen en het toernooi kon beginnen. Zoals te verwachten was werd het een wedren tussen Vera en Sonja. Hun onderlinge partij zou de beslissing brengen.

Een paar maanden voor haar dood, in 1964, werd Graf door The New Yorker geïnterviewd. Ze zei: “Als je schaakt, werkt je hele lichaam. Je voeten trillen. Mijn god, ik had mijn hart twee tafels verderop nog kunnen horen kloppen! Tegen Menchik, toen ze wereldkampioen was, had ik een gewonnen stelling, maar ik vond de drie stomste zetten die je je maar kunt voorstellen en ik verloor.”

Lees verder… zie: www.sv-erasmus.nl/2020/09/de-speling-van-het-lot/

15 Reacties

  1. Avatar
    Henk Smout 10 september 2020

    De moeder van Sonja Graf was volgens de Engelse en Duitse Wikipedia’s en de aldaar in de noten 3 resp. 3, 4 en 6 gegeven links net zo goed Wolga-Duits.

    • Avatar
      Peter Huisman 11 september 2020

      Hier sluit ik me heel graag bij aan. Prachtig stuk, Wim! Ik zet dit zonder schroom naast je ontroerend mooi opgeschreven epistel met herinneringen aan Alexander Münninghoff.

      • Avatar
        Henk Smout 12 september 2020

        Je handhaaft dus om Sonja’s Wolga-Duitse moeder Wit-Russische te noemen.

        • Avatar
          wjw 12 september 2020

          Één bron had het over een Wit Russische, maar ik vond nu dat haar moeder Zimmerman heette dus daar kan geen misverstand meer over zijn. Corrigeer ik ook.

          • Avatar
            Henk Smout 12 september 2020

            Zimmermann!

          • Avatar
            Henk Smout 12 september 2020

            De Duitse naam is niet het doorslaggevende, Alexander Münninghoffs “Omi” was een Russische gravin met de Duitse naam Erica Fanny von Schumacher.

  2. Avatar
    wimw 12 september 2020

    Heel mooi zoals die levensgeschiedenis van Sonja Graf in dit artikel beschreven wordt. Ik kwam haar tegen bij het schrijven aan mijn artikel over Vera Menchik. Toch was Sonja Graf iets verder van het wereldkampioenschap af dan die ene verloren partij tegen Vera Menchik. Het W.K. voor dames in Buenos Aires van 1939 werd door Vera Menchik ongeslagen gewonnen met 18 uit 19. Sonja Graf werd tweede met 16 uit 19. Vaak werd vroeger bij gelijk eindigen een barrage gespeeld en daar zou Menchik favoriet zijn gezien haar overwinningen tegen Graf in vorige WK-matches. De totaalstand tussen Menchik en Graf was trouwens 10-2.

    • Avatar
      Henk Smout 14 september 2020

      Dat is het artikel waarnaar de noten verwijzen in de Wikipedia’s van mijn eerste reactie.

      “Angeblich” Wit-Russische afkomst van haar moeder staat in de in de derde persoon geschreven autobiografische roman ‘Yo soy Susann‘ (titel G), waarover Michael Negele oordeelt: “Hingegen fällt es mir schwer […] im […] Roman […] eindeutig zwischen Fiktion und Wirklichkeit zu unterscheiden.”

      Hebt u dat nou ook? Die blik op Bild 40 doet mij denken aan de jongen die op het strand loopt en dan gaat zitten in de Vattenfall-reclame dezer dagen, o.a. op tv!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.