Eric van ’t Hof haalt IM titel binnen

Eric van ’t Hof heeft zijn IM-titel binnen! Hieronder laat hij in analyses zien wat correspondentieschaak allemaal inhoud! Prachtige analyses van dit zware toernooi.

Het behalen van de IM titel

Om de titel “Correspondence Chess International Master” te behalen, bestaan enkele mogelijkheden. Het behalen van één meesternorm in een kandidatentoernooi voor de finale van het WK levert bijvoorbeeld direct de IM titel op.  Maar de gebruikelijkste manier is het behalen van minimaal twee meesternormen in internationale toernooien met een bezetting die sterk genoeg is, mits je in die toernooien bij elkaar minimaal 24 partijen hebt gespeeld.

In mijn geval behaalde ik mijn eerste meesternorm in mei 2017 in een halve finale van een toernooi voor de wereldbeker (WCCC39SF09). Dit was een toernooi van categorie 8, wat een maat is voor de sterkte van de deelnemers. Ik scoorde 6 uit 10, een half punt meer dan nodig voor de norm.

Mijn tweede meesternorm scoorde ik in november 2017 op bord 3 van de voorronde voor een olympiade (CCO21/S3). Mijn score was hier 5½ uit 9 in een toernooi van categorie 6, precies voldoende voor norm.

Daarmee voldeed ik dus wel aan de eis van minimaal twee meesternormen, maar nog niet aan de tweede eis voor het aantal partijen. Ik had nog een derde toernooi en een derde norm nodig. Helaas scoorde ik in de afgelopen jaren in enkele toernooien steeds een half punt te weinig.

Toen deed zich een bijzondere mogelijkheid voor. Ik mocht in 2019 meedoen aan een teamtoernooi van Chessfriends Rochade 5171, ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van dit gezelschap (Rochade-30). Op bord 2 kreeg ik te maken met zeer sterke tegenstand, waardoor het een categorie 9 toernooi werd. Vanwege deze sterke tegenstanders was in dit geval een score van 6 punten uit 12 partijen precies voldoende voor een IM norm.

Ha, precies 50% dus, dacht ik meteen! Wanneer het me zou lukken om al mijn partijen remise te spelen, dan was de laatste meesternorm binnen. Misschien een beetje laf, zou je kunnen zeggen, maar in dit geval vond ik dat het doel de middelen rechtvaardigde. Maar het bleek nog niet zo eenvoudig om inderdaad al die partijen maar eventjes remise te spelen in deze groep van 7 SIMs, 4 IMs en 1 CCM met een gemiddelde rating van 2470.

Mijn plan was als volgt. In mijn witpartijen wilde ik alles openen met mijn favoriete 1.d2-d4 en dan proberen om voorzichtig op winst te spelen. Dus niet per se direct alles op remise, want ik hield er rekening mee dat ik toch een van mijn zwartpartijen zou kunnen verliezen. Uiteindelijk behaalde ik in één witpartij wel flink voordeel, dacht ik althans, maar toen deed mijn tegenstander uit Spanje, SIM Juan Manuel Martí Pericot, opeens een paar vreselijk sterke zetten. Op dat moment besloot ik veiligheidshalve maar snel te proberen om naar remise af te wikkelen, wat gelukkig lukte.

In mijn zes zwartpartijen kreeg ik eenmaal 1.d2-d4 en vijfmaal 1.e2-e4 voorgeschoteld. Blijkbaar wordt de beginzet met de koningspion toch beschouwd als de meest kansrijke manier om met wit op winst te spelen. Tegen de 1.d2-d4 speelde ik het beproefde 1…d7-d5 2.c2-c4 d5xc4, het aangenomen damegambiet dus, en behaalde hier een vrij eenvoudige puntendeling, zij het op het randje.

Tegen 1.e2-e4 had ik bedacht om de “Berlijnse Muur” in stelling te brengen, een bekend remise-wapen. Niettemin kwam ik toch in grote problemen! Na de openingszetten 1.e2-e4 e7-e5 2.Pg1-f3 Pb8-c6 3.Lf1-b5 Pg8-f6 onstaat de volgende bekende positie:

Deze stelling kreeg ik in vijf partijen op het bord. Op één van deze borden ging het op de klassieke wijze verder met 4.O-O Pf6xe4 5.d2-d4 Pe4-d6 enzovoort. De originele Berlijnse Muur dus en na 32 zetten moest mijn tegenstander SIM Ján Rogos uit Slowakije remise accepteren, nadat we toch wel een interessant pad hadden bewandeld in deze welbekende opening.

In vier partijen echter koos wit vanuit de diagramstelling voor het mijns inziens kansrijkere 4.d2-d3. Na deze eenvoudige zet kan er een zeer interessante strijd ontstaan, zo moest ik aan den lijve ondervinden. Ik speelde viermaal hetzelfde, namelijk 4….Lf8-c5:

En hier splitsten mijn vier tegenstanders zich opnieuw in twee groepen. De eerste groep van twee spelers ging verder met 5.c2-c3, waarna het spel het karakter krijgt van de Italiaanse verdediging naar mijn gevoel. Hier besloot ik zelf af te wijken, al kan ik me niet meer herinneren waarom. Tegen CCM Vladimir Dmitriev uit Estland speelde ik 5…d7-d5 en moest na 21 zetten al in remise berusten. Tegen de Italiaan SIM Giuseppe Poli ging ik verder met 5…O-O, wat leidde tot eenvoudiger spel en ook een vrij vlotte remise na 34 zetten.

De tweede groep speelde vanuit bovenstaande diagramstelling het scherpere 5.Lb5xc6 waarna het spel verder ging met 5…d7xc6:

SIM Dmitry Viktorovich Morozov uit Rusland koos hier voor 6. O-O waarna volgde 6…Pf6-d7 7.c2-c3 O-O 8.d3-d4 Lc5-d6. Er ontspon zich een boeiende partij die mij echter niet heel veel moeilijkheden opleverde en op zet 30 eindigde in een puntendeling.

De Amerikaan SIM Kenneth Holroyd vervolgende met het diepzinnige 6.Pb1-d2! en het is déze partij die mij slapeloze nachten heeft bezorgd. Hoewel de stelling er nog bedriegelijk eenvoudig uitziet, is wit van plan om een meedogenloze aanval op de zwarte koningsstelling op te zetten. Na 6…O-O 7.Pd2-c4 Pf6-d7 8.Pc4-e3 Tf8-e8 9.g2-g4!! wordt de witte bedoeling opeens duidelijk. Hij wil helemaal niet rokeren maar aanvallen. Hoewel ik met zwart tot dusver zuiver “theoretische” zetten had gespeeld, oogt mijn hele constructie nu toch kwetsbaar, terwijl wit vooral zijn paarden in een strijdbare formatie heeft klaargezet voor de stormloop.

We gingen verder met 9…Pd7-f6?! (misschien zijn er betere zetten) 10.h2-h3 a7-a5 11.a2-a4 b7-b6 12.Th1-g1 g7-g6?! 13.Pf3-h2!

Mijn laatste zet heeft de zwarte koningsvleugel natuurlijk verzwakt, maar goede raad was duur. Het is mij gebleken dat ook de schaakengines moeite hebben om deze stelling goed te beoordelen. In eerste instantie lijkt er weinig aan de hand, maar er broeit van alles onder de oppervlakte. Wit zal nu ook zijn dame en loper bij de aanval betrekken en het is een zeer moeilijke vraag hoe zwart daarop moet reageren.

Het “toeval” wilde dat ik exact deze stelling ook op het bord had in een andere partij in een ander toernooi, maar dan enige maanden éérder. In die partij was ik hier vreselijk in de fout gegaan. Ik speelde het onschuldig lijkende maar zwakke 13…Dd8-e7?? waarna volgde 14.Dd1-f3 Lc5-d4 15.Ke1-f1 b6-b5 16.Df3-g3 b5-b4 17.Pe3-f5! en wit kreeg een onstuitbare aanval (www.iccf.com/game?id=1096378).

Ik was dus een gewaarschuwd man en realiseerde me dat ik mijn zwartveldige loper nodig had voor de verdediging. Pas na dagenlang nadenken vond ik een smal paadje naar een mogelijke verdediging, maar daarvoor moest ik nu merkwaardigerwijs maar liefst vijf achtereenvolgende loperzetten uitvoeren!

13…Lc5-b4+ 14.Ke1-f1 Lb4-f8! 15.Dd1-f3 Lf8-g7 16.Df3-g3 Lg7-h6! (een zet eerder was dit niet mogelijk wegens de vork g4-g5, maar die zou nu beantwoord worden met Pf6-h5 en aanval op de witte dame) 17.Dg3-h4 Lh6-f4!

En hoewel het zwart vijf tempi heeft gekost, staat de loper op f4 veel beter dan op d4 zoals in die andere partij. Op d4 deed die loper niet veel, maar nu kan hij zich eventueel laten ruilen tegen zijn collega op c1, waarmee er een belangrijke aanvaller van het bord verdwijnt. Overigens zijn de zwarte problemen nog lang niet voorbij. Er volgt nog een scherp gevecht.

18.Pf3 La6 (pent de pion op d3) 19.g5 Ph5 20.Pg4 Lxc1 21.Txc1 Kg7

Een belangrijk moment in de partij. Wit heeft veel slagkracht opgesteld tegen de zwarte koningsveste, die er bovendien kwetsbaar uitziet door gaten op f6 en h6. Wit heeft verschillende mogelijkheden, maar besluit te kiezen voor een variant die hem kwaliteitswinst oplevert. Niettemin was ik daar niet ontevreden mee, want ik had uitgezocht dat mijn remisekansen er groter door werden.

22.Pfxe5!? Dd4 23.f4 Dxe4 (zie hier het belang van zwarts 18de zet) 24.Pf6 Dxf4+ 25.Dxf4 Pxf4 26.Pxe8+ Txe8 27.Pxc6

En wanneer we nu de balans opmaken, zien we dat wit een zuivere kwaliteit voor staat. Zijn aanval is echter verdwenen en bij nader inzien blijkt dat zijn positie enkele kwetsbaarheden bevat, de bij elkaar voor zwart ruim voldoende compensatie betekenen voor de materiële achterstand. In de eerste plaats staat de witte koning wat ongelukkig, in de tweede plaats staan beide torens zodanig dat er eventueel een paardvork op e2 mogelijk is. En in de derde plaats worden de witte pionnen op h3 en g5 bedreigd. Voor zwart daarentegen ziet het er beter uit. Zijn koning is veilig en zijn stukken staan actief. Direct Pxh3 is nog niet mogelijk, maar de voorbereidende zet Lc8 kwam zeer in aanmerking, waarna zwart zelfs kleine winstkansjes zou krijgen. Op dit moment had ik echter al een geforceerde remisewending gevonden.

27… Lb7 28.Pd4 Te5 29.Tg3 c5 30.Pf3 Te3 31.Kf2 Te2+ 32.Kf1 Te3

Met remise door herhaling van zetten. En met dit halve punt behaalde ik precies de vereiste score voor mijn derde meesternorm!

Deze partij en de andere partijen uit dit toernooi kunnen worden nagespeeld via de volgende link: www.iccf.com/event?id=81063

2 Reacties

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.