schaakstukje

Lijstjes

 

In de rubriek “In de schijnwerper” op Schaaksite wordt aan de geïnterviewde de vraag gesteld wie de beste schaker aller tijden is. Een subjectieve vraag die zich niet makkelijk laat beantwoorden. Het is appels met peren vergelijken en ook de verschillende tijdperken spelen een grote rol. Nu zijn er wat mij betreft echter een paar sporters bij wie het overduidelijk is wie de beste was. Eddy Merckx was zonder twijfel de beste wielrenner aller tijden en zal nooit meer overtroffen worden. Bijna elke koers of ronde heeft hij een of meer keren gewonnen. Niet voor niets was zijn bijnaam de Kannibaal. Bij het darten is de Brit Phil Taylor de grootste, ga maar na 13 keer wereldkampioen! Dit geldt ook voor de Italiaanse motorcoureur Giacomo Agostini. In de zwaarste klasse won hij in de jaren 70 bijna alles wat er te winnen viel. De sympathieke Belg Raymond Ceulemans is en blijft onovertroffen in het biljartspel, met name het driebanden. Zijn bijnaam ‘mister 100’ kreeg hij na het behalen van zijn honderdste titel. Bij het snooker mag Ronnie O’Sullivan op het hoogste podium. Deze excentrieke Brit won ook bijna elk toernooi een of meer keren en voltooide in iets meer dan 4 minuten een maximum, een record dat nooit gebroken zal worden.

Bij het voetbal wordt het al moeilijker. Pele, Cruijff, Maradona, Messi? Zeg het maar. Ook bij het dammen is het moeilijk kiezen. De Nederlanders Sijbrands en Wiersma of toch de onvergetelijke Ivoriaan Baba Sy die als analfabeet in 1963 wereldkampioen werd. Of vergeet ik de sterke Russen Gantwarg en Tsjizjov?

Federer of Nadal? Heiden of Kramer? Verdi of Puccini? Wolkers of Reve? Hermans of Kan? Da Vinci of Michelangelo? En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Terug naar het schaken. Wie is de grootste? Wat mij betreft met stip op 1 Bobby Fischer. In zijn eentje wist hij de Russische wereldtop te verslaan, speelde hij op 13-jarige leeftijd de partij van de eeuw, werd hij Amerikaans kampioen op 16-jarige leeftijd met een score van 11 uit 11, versloeg hij tijdens de kandidatenmatches Bent larsen en Mark Taimanov met 6-0.

Niet de beste maar op een goede 2e plaats Michael Tal, De Tovenaar van Riga die in zijn tijd iedereen van het bord offerde en hiermee wereldkampioen werd. Speel zijn partijen na en raak betoverd door de schoonheid. De man die leefde voor het schaken en ondanks een zwakke gezondheid zijn liefde voor het spel bleef behouden. De Noor Magnus Carlsen mag voor mij op plek 3.

Je koopt er geen brood voor maar erg leuk om lijstjes te maken.

Julius

Over juliusbosma

Architect. Ontwerper van schaakmeubels- en puzzels. Tekenaar van schaakportretten. Schrijver van schaakstukjes- en verhalen. Matig schaker, groot liefhebber.

9 Reacties

  1. Avatar
    Wijnand Engelkes 08 juni 2021

    Fischer was geen 16, maar bijna 21 toen hij dat US kampioenschap toernooi met 11 uit 11 won.

    Geboren op 8 maart 1943 en het toernooi eindigde op 2 januari 1964.

    Hij werd eerder US kampioen op 7 januari 1958, met 10,5 uit 13,  toen hij bijna 15 was.

  2. Avatar
    rudimatai 08 juni 2021

    In het rijtje van Verdi en Puccini als operacomponisten mogen Mozart en Wagner absoluut niet ontbreken!!
    Als schaker vind ik toch Aljechin de grootste. Kwam uit een rijke familie die alles kwijtraakte tijdens de Russische Revolutie. Zat tijdens het uitbreken van de Eerste én Tweede Wereldoorlog midden in een schaaktoernooi. Werd verbannen uit zijn vaderland. Geweldige schaakstijl, en fantastische werkhouding. Groot liefhebber van zaken met de “ka” klank: katten, alkahol (russisch fonetisch). Misschien ook Kapablanka ??

  3. Avatar
    M H 08 juni 2021

    Ik ben groot fan van O’Sullivan in de snookerwereld, maar om te zeggen dat het duidelijk is wie in de snookerwereld de grootste allertijden is? Vermoedelijk is dat wel te doen, maar dan noem ik echt niet O’Sullivan. Het grootste talent, de mooiste speler, allemaal waar. Maar niet de grootste allertijden. Dan kom ik toch bij Stephen Hendry uit.

    Dan zou ik toch eerder een Edwin Moses noemen als ‘boven elke discussie verheven top allertijden’.

    • Avatar
      Peter Huisman 08 juni 2021

      Ik ga ook voor Hendry. Als O’Sullivan nog één keer wereldkampioen wordt, en ook op 7 titels komt, ga ik waarschijnlijk wel om. Overigens was die supersnelle maximum van The Rocket iets meer dan iets meer dan 4 minuten, namelijk 5 minuten en 8 seconden. Nog steeds belachelijk snel, maar voor 4 minuten kunnen we geen scheidsrechter vinden die 15 keer de zwarte snel genoeg terug weet te leggen.

  4. Avatar
    Henk Smout 08 juni 2021

    “Nein, Botwinnik ist kein großer Meister!” – Tarrasch

  5. Avatar
    Wim Weehuizen 08 juni 2021

    Inderdaad vier hele grote voetballers, maar wie presteerde het beste op een WK. Messi speelde één WK-finale in 2014, maar Argentinië verloor van Duitsland. Cruijff speelde ook één WK-finale in 1974, maar Nederland verloor van Duitsland. Maradona won met Argentinië de WK- finale van 1986 en verloor die van 1990. Pele speelde niet alleen twee WK-finales met Brazilië, n.l. die van 1958 en 1970, maar won die beide WK-finales ook. Dan is het toch een stuk minder appels met peren vergelijken. Verder is Pele nog altijd met 17 jaar en 8 maanden de jongste speler, die op een WK scoorde.

    • Avatar
      Peter Huisman 08 juni 2021

      Het is een beetje lastig om de individuele klasse van een voetballer af te meten aan de resultaten van het team waar hij in speelt. George Best kwam uit Noord-Ierland, een land wat al blij mocht zijn als het zich kwalificeerde voor een eindtoernooi. Pele speelde in een team dat zonder hem ook al een grootmacht was. Ik denk zeker niet dat Cruijff meer met een bal kon dan Pele, Maradona of Messi, of het zou zijn “buitenkant rechts” moeten zijn, maar Cruijff was wel in één ding uniek: hij was de enige van dat stel die een elftal beter liet voetballen (zelfs Feyenoord 1983-1984, wat allesbehalve een groots elftal was), zonder daarbij zelf aan de bal te zijn. De anderen lieten hun team ook beter voetballen, maar daarvoor hadden (hebben: Messi) zij zelf de bal nodig.

  6. Avatar
    Wim Weehuizen 09 juni 2021

    Ja, natuurlijk zijn er altijd ook nog ongelijke factoren. Het was zeker ook anders geweest, als Cruijff in die WK finale van 1974 het Nederlands elftal aan de hand had kunnen nemen en we gewonnen hadden. En met Cruijff er bij hadden we in 1978 in Argentinië ook de WK-finale kunnen winnen. Dan had hij zijn meesterschap op dat hoogste niveau ook daadwerkelijk kunnen bewijzen. Ik ben nog altijd blij dat ik hem zoveel seizoenen in de Meer heb kunnen bewonderen in gezelschap van mijn voetbalmaatjes.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.