Krantenrubrieken weekend 3 juli 2021

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Dimitri Reinderman Bab Wilders Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Giri’s wilde paarden

Op de eerste dag van de kwartfinales van het Goldmoney Asian Rapid verloor Anish Giri met 3-0 van de Rus Vladislav Artemiev. Een dag eerder was Giri gevaccineerd en na de gruwelijke nederlaag twitterde hij over een nog niet eerder beschreven bijwerking van het vaccin: je gaat er de volgende dag verschrikkelijk slecht door schaken.

Dat klinkt plausibel. Hier en daar wordt wel over vreemdere bijwerkingen gespeculeerd, zoals dat er bij gevaccineerden een derde been zou kunnen groeien. En waarom niet? De schrijver Stefan Themerson stelde in zijn vermakelijke filosofische traktaat Bayamus uit 1949 de vraag of driebeners een genetische mutatie kunnen worden. Ze zouden in het voordeel zijn, omdat ze harder kunnen rolschaatsen. Ook vroeg Themerson zich af of de grote teen van dat nieuwe middelste been in het midden van de voet zou komen, voor de symmetrie. Zijn pertinente vragen zijn nog steeds niet beantwoord.

De dag na die akelige 3-0 verloor Giri met 2-1 van Artemiev en daarmee was hij uitgeschakeld. Bij al die rapidtoernooien van Magnus Carlsen doen de commentatoren erg hun best om de indruk te wekken dat het zeer belangrijke wedstrijden zijn, maar voor de altijd nuchtere Giri was het Goldmoney-toernooi kennelijk niet belangrijk genoeg om er een vaccinatie voor uit te stellen.

De spectaculaire partij die ik hier laat zien is uit de voorronde. Een emotionele achtbaan wordt zoiets wel genoemd. Eerst was er rust, toen stond Giri na een achteloze zet van Carlsen een tijdje gewonnen, daarna kreeg Carlsen nog eventjes goede winstkansen, maar die was zo geschrokken dat hij liever remise maakte.

Wtf was that”, was Giri’s eerste reactie. Toen hij tot rust was gekomen, noemde hij de partij een gevecht van de blinde tegen de dove, wat wel erg streng was. Het was ingewikkeld geweest, met die wilde paarden van Giri die bij Carlsens koning rondsprongen. Al werden er fouten gemaakt, ik vond het mooi.

Magnus Carlsen – Anish Giri, Goldmoney Asian Rapid 2021

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. d3 Lc5 5. 0-0 d6 6. c3 0-0 7. Te1 a6 8. a4 La7 9. Pbd2 Pg4 10. Te2 Kh8 11. b4 f5 12. Lb3 Ld7 13. Ta2 De8 14. exf5 Lxf5 15. Pf1 Le6 16. b5 Lxb3 17. Dxb3 Pe7 18. d4 Pg6 19. c4 e4 20. Pg3 Een nonchalante zet. Na 20. Pg5 Pf6 21. Dh3 zou wit iets beter staan. 20…exf3 Geen moeilijk dameoffer. Zwart krijgt een geweldige aanval. 21. Txe8 Taxe8 22. Dd1 Ph4 23. h3 fxg2 24. Te2 Wits enige verdediging was 24. hxg4 Te1+ 25. Dxe1 Pf3+ 26. Kxg2 Pxe1+ 27. Kf1 met ongeveer gelijk spel. 24…Txe2 Er was een mooie winst met 24…Pxf2 25. Txe8 (of 25. Txf2 Lxd4) Txe8 26. Kxf2 Lxd4+ 27. Dxd4 g1D+ 28. Kxg1 Pf3+ met damewinst. 25. Dxe2 Pxf2 26. Le3

26…Pxh3+ Jammer. Winnend was zowel 26…Pd3 (met de dreiging 27…Pe1) 27. Dxd3 Pf3+, als ook 26…Lxd4 27. Lxd4 Pxh3+ 28. Kh2 Pf3+ en steeds wint zwart de dame. 27. Kh2 g1D+ 28. Lxg1 Pf3+ Na 28…Pxg1 29. Kxg1 Lxd4+ zou zwart nog iets beter staan. 29. Kh1 Phxg1 30. De7 Tg8 31. Pf5 Blij dat hij ontsnapt is gaat wit remise forceren, maar met 31. Dxc7 had hij op winst kunnen spelen. 31…Pxd4 32. Ph6 gxh6 33. Df6+ Tg7 34. Df8+ Tg8 35. Df6+ Tg7 36. Df8+ Tg8 37. Df6+ Remise

Partij in viewer:

Gert Ligterink

Abhimanyu Mishra is jongste grootmeester: 12 jaar, 4 maanden en 25 dagen

De Rus Sergey Karjakin was 12 jaar en 7 maanden oud toen hij in 2002 de jongste schaakgrootmeester uit de geschiedenis werd. Vele pogingen om die prestatie te overtreffen mislukten voordat het afgelopen woensdag eindelijk zover was. Met een na 12 jaar, 4 maanden en 25 dagen behaalde grootmeestertitel is de Amerikaan Abhimanyu Mishra de nieuwe recordhouder.

Het nieuws kreeg ruime positieve aandacht in de Verenigde Staten en in India, het geboorteland van Mishra’s ouders. In de rest van de wereld vroegen velen zich af wat zo’n record in deze tijd van titeldevaluatie nog voorstelt.

Bobby Fischer was 15 jaar en zes maanden toen hij in 1958 de eretitel ontving, omdat hij zich had gekwalificeerd voor het kandidatentoernooi. Hij bleef de jongste grootmeester aller tijden tot Judit Polgar zijn benoeming in 1991 met een maand overtrof.

Die eerste twee records waren onomstreden. Zonder sturing van organisatoren of nationale bonden leverden Fischer en Polgar topprestaties in sterk bezette toernooien. Van hun opvolgers kon dat soms niet worden gezegd. Zo behaalde Karjakin zijn doorslaggevende grootmeesterresultaat in een toernooi waarin zijn tegenstanders zich niet altijd van hun beste zijde lieten zien.

Mishra voldeed aan de vereiste titelnormen tijdens een verblijf van twee maanden in Boedapest, waar hij acht toernooien op rij speelde en driemaal raak schoot. Op de laatste, alles beslissende dag van zijn expeditie zat een engeltje op zijn schouder:

Mendonca – Mishra

na de 47ste zet van zwart. Na 48. b4! (48 … Kc4 49. Ke5 of 48 … Pc4+ 49. Ke6 Pxe3 50. b5 Pc4 51. Kf6) zou zwart in grote moeilijkheden zijn geweest.

48. Ke5? Pf3+ ! 49. gxf3?

Tot remise leidt 49. Kf6 Pxg5 50. Kxg5 Kxe3 51. b4 Kf2 52. b5 e3.

49 … exf3 50. Lh4 g5 51. Lf2

Of 51. Lg3 h4.

51 … Ke2 52. b4 Kxf2 53. b5 Kxe3 54. b6 f2 55. b7 f1D

Wit gaf op. Na 56. b8D volgt 56 … Df4+.

Partij in viewer:

Mishra is een schaker die het moet hebben van sober, efficiënt positiespel. Zoals in de volgende partij tegen een speler uit Jordanië.

Mishra – Issa, Boedapest 2021

1.d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Pf3 0-0 6. Le2 e5 7. Le3 exd4 8. Pxd4 Te8 9. f3 c6 10. Lf2 Pbd7 11. 0-0 Ph5 12. Dd2 Pe5 13. Tad1 f5

Activiteit op het verkeerde moment.

14. exf5 gxf5 15. f4 Pg4 16. Lxg4 fxg4 17. Tfe1 Ld7 18. Pe4 Dc7 19. f5 Te5

Ook na 19 … h6 20. c5 heeft wit groot voordeel.

20. Dg5 Tae8 21. Dxh5 Txe4 22. Pe6 Txe1+ 23. Txe1 Dc8 24. Dxg4 Lxe6 25. Ld4 Dc7 26. fxe6 Kh8

27. e7! Le5

Niet 27 … Txe7 28. Dxg7+.

28. c5 Dxe7 29. cxd6 Df6 30. Txe5 Txe5 31. De4

Zwart geeft op.

Partij in viewer:

Hans Böhm

Rubriek is om de week

Dimitri Reinderman

Jan Timman brengt nieuwe inzichten in boek over Fischer

Veel is er al geschreven over Bobby Fischer. Toch weet Jan Timman in zijn nieuwe boek The Unstoppable American nieuwe inzichten te brengen (in ieder geval voor mij). Hij focust zich op jaren 1970 en 1971, dus de opmars naar de Match van de Eeuw tegen Spassky in 1972. De Amerikaan was in die periode inderdaad niet te stoppen: hij won twintig partijen op rij! Waaronder 6-0 overwinningen in kandidatenmatches tegen Taimanov en Larsen. Beide grootmeesters speelden onder hun normale niveau, maar waarom? Bij Larsen was er een duidelijke verklaring voor: de match werd in Denver gespeeld en daar was het zo’n 37 graden buiten. De Deen kon daar heel slecht tegen en kreeg problemen met zijn bloeddruk. Ook Taimanov had bloeddrukproblemen en de verklaring daarvoor is bizar: hij was ondervoed. Het geld dat hij kreeg dat bedoeld was om goed van te eten gebruikte hij namelijk om dingen te kopen die in de Sovjet-Unie niet te krijgen waren. Door gebrek aan energie verloor hij onnodig een paar lange partijen wat tot de geflatteerde 6-0 leidde. De Sovjetbazen vonden de uitslag een schande en straften hem flink, o.a. door flink te korten in zijn toelage. Ze moesten nog wel een officiële reden daartoe vinden en die was er. Taimanov was bij de douane uitgebreid doorzocht en gesnapt met een boek van de latere dissident Solzjenitsyn. Waarbij de douanier hem nog toevoegde “U had voorzichtiger moeten zijn, Meneer Taimanov. Als uw score tegen Fischer beter was geweest, had ik persoonlijk het volledige werk van Solzjenitsyn voor u willen dragen.”

In de laatste matchpartij werd Taimanov naar eigen zeggen overspeeld door Fischer in de opening en dat was lang een breed gedragen mening. Timman laat zien dat de waarheid heel anders is.

Fischer – Taimanov

1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 e6 

Taimanov speelde alle zwartpartijen zijn eigen variant. Fischer speelde daar vaak een dubieus systeem tegen. 

5.Pb5 d6 6.Lf4 e5 7.Le3 Pf6 8.Lg5 Le6 9.P1c3 a6 10.Lxf6? gxf6 11.Pa3 Pd4! 12.Pc4 f5! 13.exf5 Pxf5 14.Ld3 

14…Tc8? 

De terugzet 14…Pe7! was hier heel sterk. Als zwart zijn gang kan gaan (Dc7, 0–0–0, d5) heeft hij met zijn centrumpionnen en loperpaar winnend voordeel. Timman geeft als hoofdvariant 15.Df3 d5 16.Pxe5 d4 17.Lc4 Dc7 18.Pxf7 Lxc4 19.Pxh8 0–0–0 en zwart wint.

15.Lxf5 Txc4 16.Lxe6 fxe6 17.De2 Td4 18.0–0 Dg5 19.Tad1 Df5? 

19…Tg8 20.g3 Dg4 had zwart tegenspel gegeven. 

20.Txd4 exd4 21.Pe4 Le7 22.Td1 

Pionverlies is niet te voorkomen: 22…e5 23.Txd4! exd4 24.Pxd6+ en wit wint.

23…De5 23.Dd3 Tf8 24.Dxd4 Dxd4 25.Txd4 d5 26.Pc3 Lc5 27.Td2 Tf4 28.g3 Tc4 29.Pe2 Ta4 30.a3 Kd7 31.Kg2 b5 32.c3 a5 33.Pd4 b4 34.Pb3 Lb6 35.axb4 axb4 36.c4 

De rest is simpel.

36…Kc6 37.c5 Lc7 38.Pd4+ Kd7 39.f4 e5 40.c6+ Kc8 41.Pb5 Ta2 42.f5 Ld8 43.Txd5 Txb2+ Afgebroken en later door wit opgegeven.

Partij in viewer:

Bab Wilders

Onlangs sprak ik een nog baardloze knaap ,die overigens best goed kan schaken, en begon over Euwe. De naam bleek hij nog net te kennen maar daar bleef het dan ook bij, duidelijk geen enkele kennis van de bestseller Oom Jan leert zijn neefje schaken. Toen ik begon over Fenny Heemskerk, toch een Amersfoortse grootheid die bijna wereldkampioene was geworden, bleek totale onbekendheid, ik had net zo goed over Mae West kunnen beginnen.Sic transit gloria mundi. Daarom is het een goed idee van Thinkers Publishing om Genna Sosonko de gelegenheid te geven een monument voor zichzelf te laten oprichten dankzij het boek Genna Remembers (€ 35 Hardcover) Dit soort boeken kunnen natuurlijk snel iets worden van “opa vertelt dat vroeger alles beter was “ maar dat is hier zeker niet het geval. Wel is er enige heimwee naar het vierde kwart van de 20e eeuw, een opwindende tijd voor het schaken en in het leven van Genna Sosonko. Hij schrijft ook veel over de veranderingen in opvattingen over wat kan en niet kan bv van tevoren remise afspreken maar ook over morele opvattingen. Geweldig vond ik zijn voorbeeld met het gedicht van Pushkin, dat een 19e eeuwse criticus niet kon lezen zonder te blozen terwijl “wij “ geen idee hebben waarom. Sosonko werd geboren in Troitsk ( Siberië ) in 1943 maar leefde en studeerde in Leningrad en werd daar een belangrijke schaker. In 1972 verliet hij de USSR, ging naar Nederland en werd ook daar belangrijk en ook geliefd door zijn sympathieke manier van doen, altijd dienstbaar aan de schaaksport en zijn nieuwe vaderland .  In 1976 werd hij  ook grootmeester en 2x Nederlands kampioen . Speelde voor ons land op Olympiades en werd daar ook team-captain.  In 15 hoofdstukken volgen we zijn verdere loopbaan,een boek met schaak-fragmenten en vele interessante anekdotes en foto‘s. Een fraaie autobiografie die ook voor niet-schakers interessant kan zijn gezien de grote literaire waarde. Uiteraard geven we ook een partij van Sosonko, uit zijn Nederlandse periode, zonder verder commentaar, gewoon naspelen:

Genna Sosonko – Robert Hübner Interpolis-toernooi Tilburg 1979 Catalaanse opening 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.g3 d5 4.Lg2 dxc 5.Pf3 a6  6.0-0 b5 7.Pe5 Pd5 8.Pc3 c6 9.Pxd5 exd5 10.e4 Le6 11.a4 b4 12.exd Lxd5 13.Dg4 h5 14.Lxd5 cxd5 15.Df5 Ta7 16.Lg5 g6 17.Lxe7 1 – 0 en de stukken kunnen al weer in de doos want zwart, toch niet de eerste de beste, blijft bij alle afwikkelingen materiaal achter. 

Een andere nieuweling van Thinkers Publishing is een boek waar iedere schaker van welk spelpeil dan ook zich voor zal interesseren : van Boroljub Zlatanovic Bishop Versus Knight , The Eternal Battle ( € 27.95 ) Er zal ongetwijfeld wel een schaak -statisticus zijn die kan boeken vertellen wat de meest voorkomende eindspelen maar de strijd tussen de goede loper en het slechte paard en omgekeerd, die tussen de slechte loper en het sterke paard zal daarbij niet slecht scoren. Bij een eindspel waarbij de loper “goed “ genoemd kan worden staan de pionnen op dezelfde kleur als de loper. En alweer: en omgekeerd. De Servische auteur is een gerenommeerd internationaal meester en schaaktrainer die reeds een aantal geprezen boeken op zijn naam heeft staan en ook op you tube te zien is met instructieve video‘s zoal Find the winning plan. In dit boek komen in talrijke stellingen aan de orde die typerend genoemd kunnen worden voor dit type eindspel en vooral bij het clubschaken kan het voorkomen dat de speler eigenlijk geen benul heeft hoe hij het gewonnen eindspel moet afwikkelen. De auteur legt het allemaal gedetailleerd uit in eenvoudige zinnen zoals dat ook bij zijn video ‘s het geval is. Weer een uitstekend leerboek van Thinkers Publishing.

Partij in viewer:

Rini Kuijf

Voor beginners

Hoe wint wit aan zet?

Voor gevorderden

Wit aan zet gaat verder met?

Henk Prins

In eindspelstudies zijn penningen en batterijen favoriete thema’s. De Nederlandse grootmeester Jan Timman staat behalve als vroegere wereldtopper ook bekend als bedreven eindspelcomponist. Hij componeerde in 1984 de studie van diagram 1. De  opgave is: wit begint en wint.  Het verhaal bij deze compositie is: de componist heeft een bepaalde penning in zijn  hoofd, hij brengt een tegenpenning aan, klutst het zaakje en de studie is klaar. Het meeste werk zit uiteraard in om de studie correct te maken. In diagram 1 heeft wit een volle kwaliteit meer, maar als hij zijn  g-pion verliest heeft hij theoretisch gezien geen winstkansen meer. Met het oog op dreigende aftrekschaaks van het zwarte paard, lijkt het  niet meer van belang om de pion te behouden.

1 Le4 (Wit dekt extra g6. Doordat wit de zwarte loper aanvalt, hoeft hij nog geen aftrekschaak te vrezen.) 1. … Lc7 2. Tc6 (De toren valt de andere loper aan, zodat de eigen dameloper geen gevaar loopt door een aftrekschaak veroverd te worden, zoals te zien is uit: 2. … Pe2+ 3. Kg2 Lb5 4. Lf6+ Kd7 3. Tc5 met eenvoudige winst.) 2. … Pxg6+ (De batterij wordt ontladen. Hoewel hierna twee lichte stukken blijven hangen, is dit toch zwarts beste kans.) 3. Kg1 (Niet 3. Kh1? vanwege 3. … Lf7! en zwart heeft zijn stukken beveiligd. Op 4. Lxg6 volg uiteraard 4. … Ld5+.) 3. … Ld5 (Een opmerkelijke verdedigingsfinesse.) 4. Lxd5 Pe7 (De pointe van de vorige zet. Wit moet vrijwillig in de penning gaan staan om geen materiaal te verliezen.) 5. Tc5 (Ook winnend, wat achteraf bleek, is 5. Txc7.) 5. … Lb6 (Een penning.) 6. La5! (En een tegenpenning.) 6. … Pxd5 (Dekt de loper, maar nu volgt de slotpointe.) 7. Kh1!! (Het enige veld voor de koning. Wit blijft door deze ontpenningszet een toren voor. )

Over Redactie

Schaaksite.nl is eind 2009 opgericht. Schaaksite.nl is een onafhankelijke en niet-commerciële Nederlandse website. Ons motto is: Schaaksite.nl is er vóór en dóór schaakliefhebbers. Iedereen die iets te melden heeft kan het (laten) publiceren op onze site.

2 Reacties

  1. Avatar
    Henk Smout 09 juli 2021

    Vroeger stonden vele zetten op naam van een bedenker (soms werd iets ook genoemd naar iemand die er succes mee had of de sterke speler die andermans bedenksel ondersteunde, soms ook naar iemand die er vreselijk mee de mist in was gegaan), er werd ook wel zonder bronvermelding van elkaar overgeschreven, soms ook werd te goeder trouw een bron genoemd die toch niet de eerste ermee was. Maar ‘we’ bedachten het zelf.

    Alle respect voor Timman, één der heel weinigen tegen wie ik het vroeger een genot vond om te verliezen, alleen die fantastische variant na 14… Pf5-e7 zag ik ook op de computer voorbijkomen.

    365chess.com/game.php?gid=2542085 had Fischer met 16.Pf3-h4 kunnen winnen, voor zover ik kan terugvinden was Kavalek in 2007 de eerste die dat publiceert. Gesteld dat hij daarmee inderdaad de eerste was, dan blijft voor mij de knellende kwestie: heeft hij dat zelf bedacht?

    • Avatar
      Peter Huisman 09 juli 2021

      “Afgebroken en later door wit opgegeven” is uiteraard “zwart”. Anders hadden we een nog veel knellender kwestie gehad dat Taimanov zo nog in de match blijft en Fischer natuurlijk nooit aan die befaamde reeks van 20 winstpartijen komt…

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.