schaakstukje

Fingerspitzengefühl

Ik keek laatst naar de strijd om de wereldtitel bij het dammen tussen Roel Boomstra en Alexander Schwarzman (vergeef me deze uitstap). Wat me opviel, behalve het vroege aanvangstijdstip (11.00 uur), was hoe de spelers de schijven verzetten. Niet met een vinger op het houtje en schuiven maar. Nee, het stuk wordt keurig tussen duim en wijsvinger verschoven.

Ook opvallend was dat er niet met de geslagen houtjes gespeeld werd. Je kunt toch een leuk torentje bouwen als er wat schijven geslagen zijn. Schakers daarentegen mogen graag met de stukken spelen. Vooral het snel draaien van een pion of paard is populair. Koploper op dit gebied is Boris Gelfand, maar ook andere schakers zijn niet vies van dit kunstje.

Dit gefriemel is echter peanuts vergeleken met wat de pokeraars met hun fiches klaarspelen. Men maakt er een ware kunst van door met twee stapeltjes de fiches in elkaar te schuiven.

Iets voor de dammers?

Julius

Over juliusbosma

Architect. Ontwerper van schaakmeubels- en puzzels. Tekenaar van schaakportretten. Schrijver van schaakstukjes- en verhalen. Matig schaker, groot liefhebber.

25 Reacties

  1. Avatar
    hopmanrob@hotmail.com 01 februari 2022

    Dat gefriemel wat ik zag op Tata vind ik zelf behoorlijk irritant omdat het in je gezichtsveld geschiedt wanneer je zit na te denken.

  2. Avatar
    Paul Wiselius 01 februari 2022

    De prestatie van Roel Boomstra is natuurlijk geweldig. Al heel lang is het WK dammen vooral een strijd tussen Nederland en Rusland. Jammer dat Amerikanen niet meedoen, die spelen vooral Checkers, wat een veel simpeler spel is. Als recreatiedammer heb ik een keer in een simultaan mogen spelen tegen voormalig wereldkampioen Piet Roozenburg. Als clubschaker een keer tegen Boris Spasski. Beide keren kansloos verloren. Maar mooi om het meegemaakt te hebben.

  3. Avatar
    Eric César van 't Hof 01 februari 2022

    Interessante waarneming. Wat ik veel zie is dat dammers de geslagen schijven meteen terug in het doosje doen. Dat scheelt weer tijd voor het opruimen na afloop van de partij. Wriemelen met de geslagen schijven komt ook wel voor, maar minder vaak.

    Bijzonder is dat de geroutineerde dammer altijd spreekt over “het schijf” in plaats van “de schijf”. Een verklaring heb ik hiervoor nog niet gevonden.

  4. Avatar
    Eric César van 't Hof 01 februari 2022

    Overigens weet ik van YouTube dat er in sommige Afrikaanse landen, waar op zeer hoog niveau wordt gedamd, wel nadrukkelijk met de damstukken wordt gewriemeld.

    Zoek in YouTube bijvoorbeeld naar “draughts senegal aryee”. Het gewriemel vindt niet alleen plaats met de geslagen stukken, maar vooral met de stukken die nog op het bord staan! In het bijzonder wordt een stuk dat is verplaatst nog enkele keren overbodig omgedraaid, als een soort intimidatie. Grappig om te zien.

  5. Avatar
    Derk Dekker 01 februari 2022

    Het blijft inderdaad leuk om te vergelijken, ook als je verder niet damt. Ik heb Ben Johnson van de perpetual chess podcast dan ook aangespoord om Boomstra eens te strikken, maar helaas, hij wil niet. Liever: “Lakdawala retuns!”, gaap… Nou ja, het is zijn podcast dus hij doet wat hij wil natuurlijk.

    Zoals al eerder vastgesteld: dammen loopt voor op schaken qua moderne, zinvolle regels. Dit lijkt wel een wet: hoe groter de sport, des te krampachtiger men vasthoudt aan idiote, achterhaalde regels.

    Denk bijvoorbeeld aan hockey vs voetbal. Bij hockey is buitenspel wel afgeschaft, bij voetbal niet. Of rugby vs voetbal. Bij rugby moet je 10 minuten van het veld als je geel krijgt. Bij voetbal gebeurt er niks. Het heeft alleen eventueel invloed op een volgende wedstrijd (bij een schorsing bij een kwalificatie of toernooi).

    Ook hier werd bij het dammen van lange partijen weer gespeeld met 80 minuten aanvangstijd + 1 minuut increment per zet. Punt! Geen gekke tijdsverstrekkingen bij zet X, zoals helaas nog steeds het geval bij het Wimbledon van het schaken. Dus: een serieuze partij bij het wk dammen blijft een serieuze partij. Het wordt niet rapid, dan blitz en daarna weer een lange partij en dan weer rapid, etc. Spelers hoeven niet bij te houden hoeveel zetten ze nu eigenlijk gespeeld hebben of andere onzin.

    Toch is er bij het WK dammen ook plaats voor rapid en blitz! Want na 6 partijen was er een tie-break, die een winnaar op moest leveren. Na twaalf partijen weer. Aan het eind minimaal voorstaan is niet genoeg: je moet minimaal drie partijen hebben gewonnen. Boomstra won uiteindelijk maar één serieuze lange partij. Wel won hij ook nog de tie-break in het midden en de barrage aan het eind. Die telden beide ook als één overwinning. Boomstra is dus een zeer terechte winnaar.

    Vergelijk dat met Carlsen-Nepo. Stel, Nepo had die zeeslang gewonnen. Had zo maar gekund, er was zelfs géén increment toen Carlsen op een cruciaal moment in die partij verrast werd en bijna werd gevlagd. Stel, hij was door zijn vlag gegaan of had geblunderd en Nepo had die partij gewonnen. Stel dat er daarna alleen nog maar remises waren gevolgd, net zoals aan het begin van de match. Het had zo maar gekund! Weliswaar neigt dammen nog meer naar remise, maar schaken kan er ook wat van op hoog niveau, zoals algemeen bekend. Nepo had geen reden meer gehad om risico te nemen, Carlsen had zich wellicht stuk gelopen. Was hem tenslotte eerder tegen Karjakin ook al bijna overkomen.

    Dan hadden we nu dus wereldkampioen Nepo gehad. Was dat een bevredigende uitkomst geweest, nadat hij slechts één partij van Magnus won? En dat, eigenlijk als rechtstreeks gevolg van het idiote speeltempo?

    Ook de manier om een beslissing te forceren bij een barrage bij het WK dammen is interessant: de Georgiev-Lehmanclusters. OK, dat klinkt een stuk minder sexy dan armageddon, maar het concept is beter: “waarbij het tempo 10 minuten per cluster + 2 seconden per zet is. Bij een cluster wordt er bij een remise een nieuwe partij gespeeld, maar de klok wordt niet gereset. Hierdoor valt er dus altijd een beslissing.”

    • Avatar
      Caesar64 02 februari 2022

      Derk: een hoop stel dit en stel dat in je stukje. Wellicht heeft iemand voorhanden hoe hoog het percentage remises bij de top van het dammen versus die van het schaken zich verhoudt? De zeeslang van Carlsen-Nepo was nou het voorbeeld om niets te veranderen aan het schaken: wat een zeldzaam spannende pot waarin alles plaatsvindt wat schaken boeiend maakt.

      Hockey heb ik ook jarenlang gedaan in mijn jeugd: die sport was en is nog steeds geen kijksport wat ze ook proberen, de bal is te klein om te volgen en voetbal is veel diverser al zijn er ook zeker de nodige vreselijke wedstrijden.

  6. Avatar
    Eric César van 't Hof 02 februari 2022

    Bij dammen is gebleken dat 1 minuut increment goed werkt. Er zijn hiervoor een aantal argumenten die bij schaken niet gelden:

    • Voor een meerslag waarbij tot soms wel tot 6 of 7 stukken in 1 zet moeten worden geslagen is fysiek meer tijd nodig.
    • De mogelijkheid van onnodige zetherhaling om zodoende slechts tijd op de klok te winnen is meestal afwezig.
    • Partijen zijn meestal na 60 zetten wel klaar.

    Bij schaken is 1 minuut increment te veel. Door de mogelijkheid van zetherhaling loopt een lange partij dan qua tijd teveel uit ten opzichte van het gemiddelde. Bij een teamwedstrijd zitten zeven speler dan nog een paar uur te wachten op hun teamgenoot die aan een “zeeslang” bezig is. In de praktijk van het schaken is gebleken dat 30 seconden een goed compromis is tussen voor- en nadelen.

    De ouderwetse “zetcontrole” die stamt uit de tijd van de analoge houten klok is inderdaad overbodig geworden, maar dient nog één praktisch doel. Er is een geforceerd rustmoment zodat de spelers even gebruik kunnen maken van het toilet.

    Bij dammen bestaat dit rustmoment dus niet meer bij het gebruikelijke speeltempo van 80+1. Toiletbezoek moet dus enigszins worden gepland. Maar omdat partijen gemiddeld na 60 zetten klaar zijn, is dit in de praktijk wel te doen. Dampartijen zijn dus vrijwel altijd na vierenhalf uur klaar.

     

     

     

     

    • Avatar
      Peter Huisman 02 februari 2022

      Ik zou juist veel liever zien dat de vooraf ingestelde tijd fors terug geschroefd wordt, en increment van 30″ naar 1′ gaat. Als beide spelers bij het begin van de partij 1 uur krijgen voor de gehele partij (dus niet bij 40 of 60 zetten nog wat erbij), en daarbij tevens 1′ per uitgevoerde zet, kan je in het eerste deel van de partij nog wat tijd opsparen in plaats van opsouperen, en heb je in het laatste deel van de partij (gemiddeld) per zet nog enigszins voldoende tijd om een eindspel fatsoenlijk uit te spelen, in plaats van onder voortdurende druk van de klok uit te vluggeren.

    • Avatar
      Eric César van 't Hof 02 februari 2022

      Bij schaken met 1 minuut increment verwacht ik nog meer zetherhalingen en nog meer uitloop in tijd. Het plannen van toernooien met meer dan een partij per dag wordt ernstig bemoeilijkt. Iedere 60 zetten extra kost dan 2 uur.

      Het probleem is dat het aantal zetten per schaakpartij een grote spreiding heeft, veel meer dan bij dammen. Bij het tempo 60+1 is een schaakpartij van 40 zetten klaar in uiterlijk 3 uur en 20 minuten. Een partij van 120 zetten (dat komt wel eens voor) duurt dan 6 uur. Dit grote verschil is praktisch onhandig.

    • Avatar
      Peter Huisman 02 februari 2022

      U heeft zonder meer een punt als het gaat om weekendtoernooien met meer dan een partij per dag. Ik doelde echter vooral op de elite toernooien, waar het uitvluggeren van een boeiend eindspel mij een doorn in het oog is. Ook het tijd erbij krijgen bij zet 40 en zet 60 vind ik maar niks. De range in de duur van partijen vind ik juist een pre. Het maakt duidelijk dat de tweede helft van een partij niet minder belangrijk is dan de eerste helft. En de grootte van de range zoals u die aangeeft zit hem vooral in de (korte) duur van een partij van 40 zetten. Daar was met vroeger (zonder increment) 5 uur, later 4 uur mee bezig. Bij een langere partij van 120 zetten is het niet ondenkbaar dat je je 60 minuten toegewezen vaste bedenktijd al na 40 zetten hebt verbruikt. Dan is het voor een professionele speler een goede zaak dat hij voor de resterende zetten gemiddeld 1′ per zet heeft. Dat de duur van een partij dan naar 6 uur gaat vind ik geen punt van zorg. Veertig jaar geleden zou zo een partij twee keer zijn afgebroken en met een gemiddelde van 20 zetten per uur twee keer zo lang hebben geduurd. En Carlsen en Nepomniachtchi kunnen tijdens hun boeiende zeeslang in ieder geval even naar het toilet!

  7. Avatar
    Eric César van 't Hof 02 februari 2022

    Een andere vernieuwing in de damsport van de laatste jaren is de mogelijkheid van “digitaal noteren”. De damspeler mag ervoor kiezen om de gespeelde zetten tijdens de partij in te voeren in een speciaal hiervoor bestemde app op een mobiele telefoon of tablet. Natuurlijk zijn hieraan een aantal regels verbonden om fraude te voorkomen.

    Voor de damsport is dit wel een uitkomst omdat (vreemd genoeg) verrassend veel dammers moeite hebben met de damnotatie. Een voordeel is tevens dat de partijen met een paar zetten opzettelijke vertraging semi-live op internet te volgen zijn.

  8. Avatar
    Derk Dekker 02 februari 2022

    Helemaal eens met Peter en dus niet met Eric.

    1) Inderdaad: de starttijd moet omlaag, zo voorkom je dat het uit de hand loopt.

    2) Mogelijke zetherhalingen zijn zeldzaam, helemaal meerdere keren in één partij. Bij de huidige regels kan er na drie keer dezelfde stelling al remise geclaimd worden. Hier ben ik op tegen, maar dat is een ander verhaal. Klein beetje “getankte” increment bij een herhaling is dus helemaal geen probleem.

    3) Partijen van meer dan 60 zetten zijn al behoorlijk zeldzaam, laat staan die van meer dan 100. Je moet je regels voor tijdsverstrekking dus niet baseren op mogelijke praktische problemen bij de enkele zeeslang die iemand wellicht meemaakt in zijn leven, bij een teamwedstrijd of individueel.

    Deze hele discussie begint trouwens zelf op een herhaling van zetten te lijken. Zie mijn stukje uit 2017 en de reacties van o.a. Eric.

  9. Avatar
    Alex Caban 02 februari 2022

    Dat door Eric César van ’t Hof ingebrachte vraagstuk (waarom het schijf) roept een reminiscentie op aan de beschouwing die Godfried Bomans wijdde aan het vraagstuk: waarom spreken van “De Haarlemmermeer”.

    Verklaring in dat geval was dat het in feite om de Haarlemmermeerpolder gaat, en dat woordje “polder” er impliciet bij wordt gedacht.

    Of er iets soortgelijks speelt bij “het schijf” zou ik niet weten.

  10. Avatar
    Eric César van 't Hof 03 februari 2022

    Een correctie / aanvulling op het fenomeen “zetherhaling” dat ik hierboven ter sprake breng en waardoor je wegens het tijdsincrement tijd op de klok kunt “tanken”.

    Ik doelde hierbij niet alleen op de zuivere zetherhaling, maar ook en vooral op het herhaaldelijk uitvoeren van een serie “betekenisloze” zetten die de stelling niet wezenlijk veranderen. Deze mogelijkheid treedt vooral op bij schaakeindspelen en zoals gezegd vrijwel niet bij dameindspelen.

    Dat schaken deze mogelijkheid in zich heeft, vind ik op zichzelf juist mooi. Maar ik wijs er slechts op dat dit met een groot tijdsincrement kan leiden tot zeer langdurige partijen.

    Ter illustratie hiervan het volgende (onzinnige) voorbeeld. Wit: Ka1, Dd7, Th1. Zwart: Ka8. Nu kan wit uiteraard meteen de matzet uitvoeren met 1. Th1-h8# maar hij is daartoe niet verplicht. Wit kan ook eerst nog de zetten Th2, Th3, Th4, Th5, Th6, Th7, Kb1, Kc1, enzovoorts uitvoeren. Bij elke zet krijgt wit er dan 1 minuut op de klok bij.

    In stellingen waar de winstvoering niet zo vanzelfsprekend is, kunnen spelers er op deze manier makkelijk even een kwartiertje bij “tanken” en ze kunnen dat in één partij ook meerdere keren doen. Dit is niet slechts hypothetisch – ook op topniveau heb ik het al vaak gezien.

    • Avatar
      Peter Huisman 03 februari 2022

      Die mogelijkheid van “tanken” is er inderdaad, maar dan maakt het niet uit of je 30″ of 1′ increment hebt. Je blijft dan gewoon net zolang doorgaan met het herhaalmechanisme tot je denkt genoeg getankt te hebben, en met 30″ increment moet je dan alleen maar twee keer zoveel zetten doen om dat doel te bereiken als met 1′ increment.

      Het enige wat mij in de kwestie rond bedenktijd interesseert is dat een (top)speler ook van zet 41 tot (bijvoorbeeld) 120 nog ruim voldoende tijd per zet heeft. Vroeger had je met de analoge klokken met vlaggetjes, zonder increment, gemiddeld 3’20” per zet ongeacht de lengte van de partij, namelijk 2,5 uur voor de eerste 40 zetten, en daarna steeds 16 zetten per uur. Na een voorstel daartoe van Jan Timman en Eugenio Torre in 1985 werd het tempo iets opgeschroefd naar 20 zetten per uur. Toen werd er niet meer afgebroken na 40 zetten (vijf uur spelen), maar pas na 60 zetten (zes uur spelen). Na een poosje “wennen” bleek dat al een hele verbetering. Met invoering van de digitale klokken (en increment) wordt het vanaf zet 60 (als je er voor de laatste keer nog een kwartiertje bij hebt gekregen) een kwestie van uitvluggeren. Ik vind dat dus helemaal niks, zeker niet voor topspelers, waar de belangen (partij-/toernooiresultaat, rating, prijs, uitnodigingen) veel groter zijn dan voor huis- en clubschakers.

      Vandaar mijn suggestie om voor toptoernooien/matches een tempo te hanteren van 60′ voor de hele partij + 1′ increment na iedere uitgevoerde zet. De bedoeling is om een zo klein mogelijk deel van de bedenktijd uit te smeren over de gehele partij en een zo groot mogelijke bedenktijd per zet te creëren, waardoor de gemiddelde bedenktijd per zet niet drastisch keldert, naarmate een partij meer zetten heeft.

      U signaleert dat het gevolg daarvan is, dat een partij van 120 zetten 6 uur duurt en dat is wat lang. Ik vind dat helemaal niet lang. Het komt erop neer dat als beide spelers het uur toebedeelde bedenktijd in de eerste 40 zetten hebben opgebruikt (lijkt me reëel), de partij in die eerste 40 zetten 3 uur en 20 minuten (elk 1 uur en 40 minuten) heeft geduurd en de spelers de volgende 80 (!) zetten in 2 uur en 40 minuten (elk 1 uur en 20 minuten) moeten hebben gedaan. Dus zelfs met 1′ increment is je speeltempo in de laatste 80 zetten ruim twee keer zo hoog als wat je in de eerste 40 zetten hebt gedaan. Ik vind dat nog altijd geen al te grote luxe, maar al een hele verbetering ten opzichte van wat we de afgelopen jaren hebben gezien, zelfs als geen van de spelers in die uren naar het toilet zou moeten.

      Overigens wil ik bij dezen benadrukken dat ik uw (Eric César van ’t Hof) bijdragen aan schaaksite altijd zeer lezenswaardig, plezierig en leerzaam vind en zeker niet de bedoeling heb wat u in dit geval te berde brengt op enigerlei wijze te diskwalificeren.

    • Avatar
      Derk Dekker 03 februari 2022

      Dank voor de verduidelijking!

      Ik zie het alleen nog steeds niet als een groot probleem. Nog steeds zeldzaam. En als het voorkomt, wordt de winstvoering voor de bovenliggende partij makkelijker omdat hij extra tijd heeft. In mijn optiek heeft degene die beter staat die tijd verdiend. Hoe meer zetten, hoe meer tijd: terecht. Laat schaken bij tijd en wijle maar een slijtageslag (sport) zijn. Degene die beter staat heeft misschien bewust richting die stelling gestuurd, om daar even wat te kunnen tanken. Dan had de verdediger dat maar moeten voorkomen, die had dat ook kunnen zien aankomen.

      Waar het om gaat, is wat al genoemd is, door Peter en door mij: een lange, serieuze partij moet van begin tot eind een lange, serieuze partij kunnen blijven. Daar is 30s increment niet genoeg voor. De vraag is of een minuut wel genoeg is, het is in ieder geval beter.

    • Avatar
      Peter Huisman 03 februari 2022

      Ja, het gaat al lang niet meer over spelen met schijven of stukken, maar boeiend is het wel!

  11. Avatar
    bakstra 03 februari 2022

    Ik zou willen voorstellen om increment geheel af te schaffen. Het heeft toch iets raars: je moet x aantal zetten doen in y tijd, maar om de een of andere reden krijg je er tóch nog tijd bij!

    • Avatar
      Derk Dekker 04 februari 2022

      Je bedoelt met increment “ouderwets increment”? Want dat is: “je moet x aantal zetten doen in y tijd” -> dat is met de ouderwetse increment, waarbij je na x (=40/=60/…) aantal zetten tijd erbij krijgt. Inderdaad, dat zou afgeschaft moeten worden.

      Serieuze, lange schaakpartijen kunnen natuurlijk niet zonder modern increment (Fischer), tijd erbij per zet. Schaken zonder increment is hooguit een variantje voor liefhebbers of iets voor op de jaarlijkse kolderschaakavond.

      Helemaal zonder increment geldt immers: je krijgt voor de partij X minuten, deel het zelf maar in.

      Hierdoor moet je tijdens de partij niet alleen bezig zijn met de vragen: “wat is de beste zet? hoe bereik ik voordeel? is dit een cruciaal moment?”, etc., maar ook nog eens: “win ik op deze manier wel snel genoeg? is het voordeel zo wel groot genoeg? krijg ik mijn tegenstander wel binnen 20 zetten mat?”, etc.

      Stel, je hebt tijd geïnvesteerd in het vinden van een goed, maar niet voor de hand liggend plan. Daardoor kom je gewonnen te staan. Al die tijd heeft je tegenstander niets anders gedaan dan reageren. Zetjes waardoor hij nog niet hoeft op te geven, zetjes die het niet nog erger maken dan het al is.

      Alles gaat goed, je denkt: goed dat ik die tijd geïnvesteerd heb, nu sta ik gewonnen, het is een technisch klusje geworden. Je denkt nog een zetje of 20 nodig te hebben tot het mat.

      Vervolgens doe je één onnauwkeurige zet. Je staat nog steeds gewonnen, het is nog steeds een technisch klusje, maar het zal een zet of 20 of langer duren, als de tegenstander niet mee werkt.

      Al die tijd blijft het voor de tegenstander simpel: hij kan bijna niet blunderen, hij doet alleen maar steeds de aangewezen zet die het aantal zetten tot het mat maximaal oprekt.

      Nu verlies je waarschijnlijk op tijd, omdat de partij 20 zetten te lang duurt. Zeer onterecht.

      @Caesar64: inderdaad, het is weer “stel dit, stel dat”, soms helpt dat om een punt te maken. Verder reuze interessant in dit verband dat je jarenlang gehockeyd hebt, maar dat het geen kijksport is, vanwege het kleine balletje.

    • Avatar
      Wijnand Engelkes 04 februari 2022

      Ik stel voor om increment ook bij voetbal in te voeren. Voor elke schop tegen de bal wordt de wedstrijd met 10 seconden verlengd. Dit voorkomt zenuw-toestanden als de 90 minuten bijna om zijn en bevordert de kwaliteit van het spel.

  12. Avatar
    bakstra 04 februari 2022

    Hallo Derk! Ik bedoel het “Fisher-idee”, dus extra tijd per zet, dat wat mij betreft afgeschaft mag worden.

    De “kolderschaakavond” is jarenlang dagelijkse toernooipraktijk geweest en als een tijdlimiet afgesproken wordt , moet je je daar maar aan houden. Tijdmanagement is altijd onderdeel geweest van serieus schaak. Fisher-increment heeft naar mijn idee alleen zin bij een ongelimiteerd aantal zetten. Dus: bijvoorbeeld 40 zetten in twee uur, dan 20 in 1 uur en vervolgens 15 minuten tot het einde van de partij (eventueel met increment).

    Ik kan me trouwens niet voorstellen dat die extra 30 seconden voldoende tijd is om de geschetste stellingsproblemen op te lossen 🙂

  13. Avatar
    Derk Dekker 04 februari 2022

    Ook daarom: een minuut of meer! Voor de rest: denk er nog eens rustig over na en kom tot inkeer. Of niet…

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.