Frits Roessel
Vier keer heeft hij meegedaan aan het jeugdkampioenschap van Nederland. Drie maal was hij jeugdkampioen en één keer werd hij tweede achter Joop van Oosterom, de latere mecenas van de schaakwereld.
De eerste Open Kampioen van Nederland ook, en van de drie keer dat hij meedeed aan het kampioenschap van Nederland (1957, 1958 en 1961) werd hij tweemaal (gedeeld) tweede.
Als je Chessbase raadpleegt, zie je dat hij in dezelfde league speelde als de groten der aarde van de jaren 50 en 60: Botwinnik, Flohr, Pilnik, Matanovic, Larsen, Olafsson, Darga, Donner enz.
Na iets meer dan tien jaar actief schaken verdween hij van het toneel, zij het dat hij nog enige tijd het eerste bord bemande van landskampioen VAS. Daarna resoneerde zijn naam in de schaakwereld alleen nog maar door ‘zijn’ Openingen-vademecum, lange tijd de gids voor opgroeiende schakers. Op het titelblad van dat handzame boekje prijkt prominent zijn naam Drs. F. Roessel, als de vergeten held van een voorbije tijd.
Foppe Jan Montsma en ik schreven twee afleveringen over de totstandkoming van dat vademecum: Drs. F. Roessel: Openingen Vademecum en hoe dat tot stand kwam en Drs. F. Roessel: Openingen Vademecum en hoe dat tot stand kwam (slot?).
Maar wie was dat grote talent dat maar zo kort acte de présence heeft gegeven? En waarom zegde hij de schaakwereld op jonge leeftijd vaarwel?
Door bemiddeling van Foppe Jan werd een ontmoeting gearrangeerd met de inmiddels 87-jarige Frits Roessel. En zo togen Paul van der Sterren en ik eind mei naar het appartement van Frits en zijn vrouw Tilia in hartje Amsterdam. Het zou een gedenkwaardige dag worden.
Kennismaking
Foppe Jan had me ‘gewaarschuwd’ voor een associatieve verhalenverteller pur sang. Daarom had ik me voorbereid met zijn Wikipediapagina, zodat ik enigszins de chronologie zou kunnen vasthouden. Dit valt er te lezen over Frits, abusievelijk geschreven als Fritz.
Fritz Roessel (born 5 February 1937) is a Dutch chess player. From the late 1950s to the mid-1960s, Fritz Roessel was one of the leading new generation chess players in the Netherlands. In 1953, in Copenhagen he played in 2nd World Junior Chess Championship and ranked in 11th place (3rd in Final B). In 1955, Fritz Roessel won 1st Dutch Open Chess Championship. Fritz Roessel played for Netherlands in the Chess Olympiad: • In 1958, at second reserve board in the 13th Chess Olympiad in Munich (+6, =3, -2). Fritz Roessel played for Netherlands in the European Team Chess Championship preliminaries: • In 1965, at fourth board in the 3rd European Team Chess Championship preliminaries (+2, =0, -0). Fritz Roessel played for Netherlands in the World Student Team Chess Championships: • In 1955, at second board in the 2nd World Student Team Chess Championship in Lyon (+4, =2, -3), • In 1958, at first board in the 5th World Student Team Chess Championship in Varna (+5, =1, -4), • In 1961, at second board in the 8th World Student Team Chess Championship in Helsinki (+4, =7, -1), • In 1963, at third board in the 10th World Student Team Chess Championship in Budva (+5, =5, -2). Fritz Roessel played for Netherlands in the Clare Benedict Chess Cup: • In 1957, at fourth board in the 4th Clare Benedict Chess Cup in Bern (+3, =1, -1) and won team silver medal, • In 1961, at second board in the 8th Clare Benedict Chess Cup in Neuhausen (+1, =3, -1).
Verder wist ik dat hij in Nederlands-Indië geboren is, dat zijn vader arts was, dat hij in zijn jongste jaren geïnterneerd was in een Jappenkamp en dat hij na de oorlog met zijn ouders naar Nederland was gekomen. En dat hij bokskampioen was geweest, lichtgewicht. Dat was alles, al het andere zou ik moeten ervaren.
Ontvangst
Als bij toverslag kwamen Paul en ik ongeveer gelijktijdig aan bij het appartement van Frits en Tilia, zijn energieke vrouw. De ontvangst was allerhartelijkst. “Ik heb al veel over je gehoord”, zei Tilia. In mijn geval hoeft zo’n begroeting niet per se een uiting van welwillendheid te zijn, ik heb nu eenmaal haters en lovers. Maar haar gezichtsuitdrukking stelde me gerust en ik ging naar binnen.
Als vanzelf belandde ik in een ruime keuken. Veel tijd om de omgeving in me op te nemen kreeg ik niet, want een kwieke man kwam me al snel met uitgestoken hand tegemoet, Frits. Niet groot, een frêle lichaam met een kop die intelligentie en jeugdige nieuwsgierigheid uitstraalde. Zijn arm zweefde ongeveer in mijn richting. Geheel onnodig excuseerde hij zich. “Ik ben vrijwel blind, zie slechts contouren.” In andere omstandigheden zou zo’n entree ongemakkelijk zijn. Nu niet. Schakers onder elkaar. Even later kwam Paul binnen. Het gesprek kon beginnen.
En al direct rolden de verhalen en anekdotes over tafel als kwamen ze uit een onuitputtelijke bron. Of alles helemaal echt zo gebeurd is, valt niet meer te verifiëren. Maar doet dat er toe als je verslag kunt doen van belevenissen uit de mond van een van de laatsten der Mohikanen uit de top van de Nederlandse schaakwereld in de jaren 50 en 60?
Interessant. Altijd al benieuwd hoe het met dhr Roessel was. Hem ooit ontmoet in de schaakwinkel, en onlangs zijn boek gescoord…hij was er bescheiden over – net als hier.
Mooi zo’n levensgenieter!
Prachtig verhaal over oude tijden.