The Woodpecker Method 2 – Positional Play
De eerste vraag die we moeten beantwoorden is: wat is er zo bijzonder aan de Woodpecker Methode? Het idee hiervoor werd ontwikkeld door de Zweedse grootmeester Hans Tikkanen. Het was voor hem een manier om zichzelf te trainen en zijn tactische vaardigheden te vergroten. Hans loste een groot aantal tactische puzzels op (ca. 1.000). Vervolgens herhaalde hij het proces met dezelfde puzzels, maar telkens sneller.
De gedachte erachter is dat je op die manier de patronen leert herkennen, inslijpt en ze kunt toepassen in partijen. Voor hem bleek het een groot succes. Nadat hij in 2010 met deze methode begon te trainen behaalde hij in korte tijd drie grootmeesterresultaten.
Het Finse woord ‘Tikkanen’ kun je ruwweg vertalen met ‘kleine specht’ (small woodpecker). De vergelijking is natuurlijk ook passend gezien het repetitieve karakter van de methode. Het eerste boek dat werd geschreven door de vrienden Hans Tikkanen en Axel Smith werd een groot succes. Dat boek bevat 1128 tactische puzzels verdeeld naar:
- 222 makkelijk
- 762 gemiddeld
- 144 moeilijk
Zowel Woodpecker 1 als 2 zijn inmiddels ook als Chessable cursus verkrijgbaar. Maar daarover later meer. Axel Smith geeft uitleg.
Positionele opgaven
Hans Tikkanen heeft zich niet aan dit vervolg gewaagd. In het voorwoord schrijft hij dat het een enorme opgave was en dat hij er veel te lang over zou doen om de nodige puzzels te verzamelen. Dus is de auteur van dit vervolg Axel Smith. Die trouwens al meerdere boeken op zijn naam heeft staan. Axel zegt over dit boek:
“Het bevat 1.000 positionele oefeningen waarmee het boek een extra impuls geeft aan actief leren.” (to turbo charge your active learning).
Vergeleken met een tactisch puzzelboek is het maken van een positioneel boek een lastige opgave. Tactische puzzels hebben over het algemeen een heldere uitkomst:
- mat, materieel voordeel of een ander duidelijk voordeel
Bij positionele opgaven ligt dat anders. Daarbij is vaak meer uitleg nodig. Kortom: het werd een project van vijf jaar waarin Axel de puzzels testte op een groepje schakers. Het idee is dat de puzzels niet al te lastig moeten zijn. De bedoeling achter de methode is patronen internaliseren via veelvuldige oefening en herhaling. Axel meldt trots dat de testpersonen niet de minsten waren, denk aan: Christopher Yoo, Renier Castellanos (sinds kort GM), Sam Shankland en Nodirbek Abdusattorov die inmiddels tot de sterkste schakers ter wereld behoort.
Complete uitleg methode
De introductie van het boek bevat een duidelijke uitleg over de methode met talloze adviezen en de puntentelling. En niet te vergeten een prima instructie over het gebruik van de methode. Toevallig kwam ik in dit boek ook voor de tweede keer een term tegen die ik eerst niet kende: priyome. Daarmee zijn we meteen bij het eerste deel van het boek beland. Priyome is een Russische term die vrij vertaal zoiets betekent als “een thematische techniek of manoeuvre.” Dit deel bevat 545 oefeningen waarin pionnenstructuren en daaraan verbonden positionele motieven de hoofdrol spelen. Zullen we er eens een paar bij pakken?
Bijvoorbeeld de partij (opgave 99) tussen Mikhail Tal en Rafael Vaganian (Riga 1975). Wit is aan zet.
Daar kan ik nog het volgende aan toevoegen. Deze stelling is al vele malen voorgekomen in de praktijk. Vaak met remise als resultaat. Zoals in deze partij gebeurde. Overigens liep het niet altijd zo af vanuit deze stelling. Short won in 1988 met zwart van Timman (Euwe Memorial)
De volgende stelling (opgave 134) ontstond na de 13e zet van wit in een partij tussen Marin en Anand (Oakham 1986). Hoe gaat zwart verder?
Onderstaande stelling (opgave 280) ontstond in een partij tussen Carlsen en Anand (Moskou 2013). Wat is de beste voortzetting voor wit?
De volgende opgave is vanuit later in het boek en dus lastiger. De stelling (opgave 988) ontstond na de 15e zet in de partij tussen Garry Kasparov en Ulf Andersson (Belgrado 1985).
In bovenstaande voorbeelden is de uitleg niet zo uitgebreid. Maar er zijn talloze opgaven waarbij de auteur ruimschoots de tijd neemt om de oplossingen uit te werken. Dat is dan meteen een voordeel ten opzichte van Chessable. Daar vind ik de toelichtingen vaak wat beperkt. Een ander nadeel van Chessable is ook dat het bij mij soms leidt tot gemakzucht of oppervlakkigheid. Heb ik de juiste oplossing gevonden? Dan is het regelmatig: hup verder! Dat heeft als nadeel dat je het risico loopt allerlei nuances over het hoofd te zien.
In een boek ga je over het algemeen rustiger te werk. Tenminste: ik wel. Dat is geen overbodige luxe. Want bij schaakpartijen gaat het regelmatig om dergelijke nuances of zijn het irritante details? Sommige vondsten van je tegenstander kunnen bijzonder lastig en verwarrend zijn als je er niet op had gerekend. Je ziet allerlei details makkelijk over het hoofd als je te snel door de oplossingen heen loopt. Een ander nadeel van Chessable vind ik dat de uitleg via de video nogal prijzig is. Dan is een boek toch een stuk voordeliger.
Conclusie
Beide woodpeckerboeken leveren prima studiemateriaal. Het leuke van deel 2 is dat de lezer zijn tanden kan stukbijten op positionele opgaven. Dat is weer eens iets anders dan de talloze boeken met tactische puzzels. Ik vond het in ieder geval zeer leerzaam. Dan rest mij nog de vraag: werkt die woodpecker methode nou echt om een sterkere schaker te worden? Het helpt wel. Zelfs met mijn oude hoofd herken ik steeds sneller allerlei patronen. Aan de puntentelling ben ik overigens niet begonnen. Dat vind ik persoonlijk niet belangrijk. Maar voor de liefhebbers van getallen is dat natuurlijk een pré. Mij gaat het meer om de oefening en wat je er van kunt leren en dat vervolgens toepassen in een partij.
The Woodpecker Method 2 – Positional Play
- Auteur: Axel Smith
- Publicatiedatum: 21 augustus 2024
- Aantal pagina’s: 384
- Uitgever: Quality Chess U.K.
- ISBN: 9781784831240
- Sample Pages
- Hardcover: € 34,99
- eBook: € 22,99
- Bestellen…
Opmerking vooraf: 9 dagen eerder te Linares won Anand van Chalifman met het sterkere 15.Tg1!, enkele maanden later te Dortmund won hij opnieuw van dezelfde opponent, maar nu stond Zwart na 14… a6 15.Pg5? Txg5 lange tijd beter.
In 365chess.com/game.php?gid=583178 is 16.Kf2 de enige goede zet, de zwarte tegenzetten 16… Pxe5 17.Dxc3+ Pc6 18.Ld3 Pd6 zien we bij rechtsboven SF16 activeren bij 15.Tb5 op diepte 40 (+0.04) en bij 15… Da4 vanaf diepte 31 (0.00 op diepte 40).
GM Neil McDonald in zijn boekje french winawer uit 2000 voor Everyman Chess geeft niet 16.Kf2, maar komt met dezelfde zettenreeks op 16.g3, geeft ! aan 16… Pxe5 en sluit met oordeel “geeft Zwart duidelijk plus”. Laten we wel wezen, dat ! is onterecht, het ene of het andere paard naar d4 geeft Zwart groot tot winnend voordeel.
Maar het werkelijke punt waar het mij om gaat is de verkeerde taxatie na 18… Pd6 door dan wel niet de sterkste GM, maar toch een GM. Zwart staat zeker niet beter, als het aan SF17 . 79MB NNUE ligt is het zelfs +0.4.
Het vervolg met de K op f2 begint met 19.Db3, met de K op e1 en de pion op g3 verder zelde stelling krijg ik een interessant vervolg 19.Tb4 Da5 20.Le3 Pc4 21.Lxc4 Pxb4 22.Ld3+ Pc6 23.Dxa5 Pxa5 24.Ld4! f5 25.Lxa7 +0.4. SF17 geeft Wit een plus, 24.Ld4 is een subtiliteit, 24… f5 een opmerkelijke beste zet, de kalme stelling is een taxatiekwestie net als na 18… Pd6. Wat bewijst:
SCHAKEN IS MOEILIJK.