Boekrecensie – Miguel Najdorf “El Viejo”. Life, Games and Stories


Mijn zevende recensie behandelt het boek: Miguel Najdorf “El Viejo” door GM Zenon Franco Ocampos (1956). Een ervaren schrijver met al zo’n kleine 30 titels op zijn naam. Zijn andere boeken heb ik niet gelezen, maar ik durf te beweren dat dit zijn beste boek ooit is! (Een gewaagde uitspraak natuurlijk, want hij heeft zo te zien ook andere goede boeken geschreven, maar ik ben nu eenmaal enthousiast over dit boek!). Het kan ook niet anders met zo’n gigant als onderwerp. Najdorf is al 24 jaar dood, maar Zenon Franco flikt het hem om Najdorf te laten leven, wat als schrijver geen sinecure is. Leest u het boek zelf en u zult merken wat ik bedoel. Zenon Franco is geboren in Paraguay en was lange tijd ’s lands enige grootmeester. Toen hij geboren werd, was Najdorf 46 jaar oud. “El Viejo” (letterlijk: De Oude, het koosnaampje voor Najdorf, die al redelijk snel oud oogde, maar dat zeker niet was). Zelf heb ik Don Miguel nooit ontmoet, maar ik sta naast hem en Fischer als ik lees over hun aanvaring. Ik heb medelijden met Gheorghiu als Najdorf het uitschatert dat hij met een stuk meer niet eens van hem winnen kan. Nu heeft Zenon Franco Najdorf goed gekend; en dat doet het boek natuurlijk geen kwaad.

Opbouw
Het boek behandelt Najdorfs leven chronologisch, maar voor we daaraan beginnen heeft Zenon Franco een aangename verrassing voor ons. We krijgen het onafgewerkte boek van Najdorf te lezen. Typisch Najdorf om jarenlang aan een boek  te werken en het nooit af te maken. Dat was niet echt Najdorfs kopje thee, hij was liever nachtenlang op bezig met blitzen. Een omen ook misschien dat Najdorfs boek eindigt op bladzijde 64?

Daarna de vijf delen over Najdorfs leven. De Nazi’s hebben zijn gehele familie uitgemoord, er bleef niet eens een achterneef in leven. Najdorf wilde wereldberoemd worden als schaker, zodat er wellicht overlevenden van zijn familie naar hem zouden toekomen, maar er kwam niemand. Zenon Franco kiest ervoor om de toernooien te tonen (in het begin met fraaie kruistabellen) en ook een of meer partijen uit dat toernooi, uiteraard de mooiste. Later verdwijnen de kruistabellen. Dat is begrijpelijk: die toernooien zijn overbekend. Ook door de hoofdstukken heen een dikke 30 foto’s, van goede kwaliteit. Het is een feest om dit boek te lezen. De partijen zijn mooi, spannend, de analyses zijn vriendelijk, dus het boek is zeker van kaft tot kaft te lezen. Je leest over zijn jonge jaren, je ziet hoe groot zijn talent is, vooral wanneer hij het wereldrecord blindsimultaan op zijn naam brengt. Hij vond ook dat hij wereldkampioen kon worden, en waarom ook niet, maar na 1957 stopt hij met die aspiratie. Hij is overigens net als Kortsjnoi altijd blijven schaken. Het boek eindigt met zijn dood in 1997, Najdorf is 87 geworden; hij heeft zijn drie echtgenotes overleefd.

Lees meer >

Boekrecensie- Understanding Queen Endgames

Inleiding

Mijn zesde recensie behandelt het boek: “Understanding Queen Endings” geschreven door GM Karsten Müller (1970) die bij ons uiteraard geen introductie behoeft, en Yakov Konoval (1955), die nog leerling is geweest op de beroemde Botwinnik-school. Hij heeft zich verdienstelijk gemaakt als programmeur. Zie bijvoorbeeld de zeven stukken-tablebases. Dit boek toont de samenwerking van eindspel-leraar (Müller) en de alleswetende computer, in beeld gebracht door Konoval. Het idee om eindspelboeken te zuiveren van fouten door sterke engines is natuurlijk niet nieuw. Dit boek is een voortvloeisel daarvan. Je zou ook de vijf eindspel volumes van Averbakh kunnen doorlichten. Of Chéron? Averbakh wordt op 8 februari 2022 overigens 100 jaar oud, het zou een mooi eerbetoon aan hem zijn, als iemand die klus op zich zou nemen.

 

Opbouw

Het boek is klassiek opgebouwd, elk hoofdstuk behandelt een eindspel met de dame in de hoofdrol. Op voorhand dacht ik dat het boek alleen dame vs. dame zou behandelen met alle pionformaties die er zijn. Zoals het boek van John Nunn: “Secrets of Rook Endings.” Dat boek telt 352 bladzijden en behandelt alleen maar toren en pion tegen toren! Nee, allerlei onderverdelingen zijn opgenomen. Twee torens tegen dame, twee lichte stukken tegen dame, dame tegen pion(nen) enz. Dame vs. dame komt natuurlijk aan bod (hoofdstuk 2). Dit hoofdstuk gaf me al meteen een persoonlijke correctie. In het eindspel dame en randpion tegen dame alsook dame en paardpion tegen dame meende ik de remise-zone te kennen. Maar die zone was onjuist! Dankzij de table-bases is dat duidelijk geworden. Ik ga dat nu niet verklappen, koopt u daarvoor dit boek en de “nieuwe” remisezone wordt u ook duidelijk! Het hoofdstuk waar ik het meeste plezier aan beleefde was hoofdstuk 6: dame tegen twee torens. Wellicht omdat er weinig tot geen stof voorhanden is in andere eindspelboeken. Afgezien dan van Glenn Flears “Practical Endgame Play-beyond the basics”, maar dat kan ook liggen aan mijn beperkte voorraad schaakboeken. Voorts vind ik het prettig dat Müller vaak refereert aan andere boeken. Bijvoorbeeld op bladzijde 221 aangaande het eindspel: koning dame tegen koning loper en paard (zonder pionnen) waar hij verwijst naar John Nunns: “Secrets of Pawnless Endings”, met het excuus erbij dat hijzelf te weinig stof geeft. Mooi toch, die waardering voor collega-schrijvers. Ook is er waardering voor de toernooipraktijk, want bijna alle voorbeelden komen daarvandaan. Ook is het gros van de partijen van de laatste 20 jaar. Ik trof zelfs enkele bekenden aan! Het boek corrigeert deze toernooipartijen (uiteraard wemelen de partijen van de fouten, die de computer genadeloos laat zien). Daarnaast laat het boek de langste (lees lastigste) winsten zien in het eindspel dat op dat moment behandeld wordt. Dus wij kijken naar de partij Nakamura – Gunina (Caleta 2018) Koning met twee torens plus pion tegen koning dame en dan volgt later een geforceerde winst van 244 zetten, vanuit de moeilijkste beginstelling van dat specifieke eindspel.

Lees meer >

U Cannot Be Serious!

Mijn vijfde recensie behandelt het boek: “U Cannot Be Serious!” geschreven door Michael Basman (1946) en Gerard Welling (1959). Dat dit boek is geschreven door een Nederlander en een Engelsman is duidelijk te zien aan de titel: het begint met een Nederlandse “u” en de rest is in het Engels. De naam Basman staat garant voor behoorlijk wat zeldzame openingen die ons schaakspel rijk is. Basman is eind jaren 70 begonnen aan zijn queeste en heeft wereldwijd de nodige volgelingen. Dat zijn aparte openingskeuze gezond en speelbaar is, staat buiten kijf. Als u me niet gelooft dan zal dit boek voldoende bewijs van het tegendeel leveren.

Als ik het goed begrepen heb, leverde Basman de partijen en varianten en heeft Gerard dit alles samengevoegd tot een prachtig boek. Dit boek is duidelijk tweeledig: aan de ene kant de ode aan “Mike” Basman, die dit jaar 75 is geworden en aan de andere kant een volwaardig openingsboek, met een zee aan materiaal, analyse en uitleg over wat er nu strategisch gebeurt in deze openingen.

 

Opbouw

De ode aan Basman is goed te zien in de eerste twee hoofdstukken. Ik heb met plezier de bladzijden 11 tot en met 60 gelezen en nagespeeld. Het behandelt de toernooien Biel 1979 en Luik 1981 waar Basman met succes aan deelnam. Maar ook Gerard speelde mee en zat dus op de spreekwoordelijke eerste rij. Dat maakt deze hoofdstukken ook zo speciaal. Neem nu de Joegoslaven die gruwelden van de openingskeuze van Mike en die hem wel een eventjes van het bord zouden vegen. De parka die Basman aanhad in Luik, terwijl de mussen dood van het dak vielen.

Daarna komen de hoofdstukken met de theorie. Hoofdstukken 3, 4 en 5 gaan over de St. George, de Grob en de De Klerk zowel als de Dubbele De Klerk, de laatstgenoemde opening is in het Engels beter bekend als The Global opening, maar dat terzijde. Zowat alle varianten komen aan bod. Wat niet gespeeld is, wordt benoemd en bijna alles (ook weer een ode aan Basman) is van partijen van hemzelf. Er is geloof ik in het hele boek maar één partij die niet van hem is. Maar belangrijker is dat de lezer duidelijk gemaakt wordt wat de bedoeling is na bijvoorbeeld 1.g4 of na 1.a3 e5 2.h3 Daardoor wordt het misschien interessant om deze openingen eens zelf te spelen? Misschien eerst online wat snelschaak? Maar waarom ook niet in uw echte partijen? Met dit boek erbij bent u wat dat betreft serieus bezig!

Lees meer >

Boekrecensie – TCA Volume 2: From Tactics to Strategy Winning Knowledge!

Deze recensie gaat over het tweede deel van de Thinkers’ Chess Academy. Uiteraard het vervolg op Volume 1 terwijl een derde deel ophanden is. De reeks is van de hand van de Duitse GM Thomas Luther (1969). Luther is voormalig top-100 speler en een uitstekend trainer. Tijdens naspeuring over Luther las ik dat hij een goed Interpolistoernooi had in 1994. Toevallig ben ik in het bezit van alle Interpolis-toernooiboeken en ik kon het niet nalaten om eens wat nader te kijken.

Lees meer >

Boekrecensie – Bobby Fischer and his world

Inleiding

Deze recensie behandelt het vorig jaar uitgekomen boek: Bobby Fischer and his world, geschreven door John Donaldson (1958). Donaldson is een Amerikaanse IM en zit als het over Fischer gaat natuurlijk dicht bij het vuur. Donaldson werd IM in 1983 en was aanvoerder van het Amerikaanse team in zes olympiades tussen 1986 en 1996. Hij staat bekend om het schrijven van schaakboeken. Er zijn openingsboeken,

Lees meer >

Boekrecensie – Rewire your chess brain

Inleiding

Deze recensie behandelt het dit jaar uitgekomen boek: Rewire your chess brain, geschreven door Cyrus Lakdawala (1960). Lakdawala werd FM in 1986 en IM in 2002. Tijdens een toernooi in 2016 werd hij getroffen door een hartaanval. De doctoren maakten duidelijk dat hij best maar stopte met schaken. Hij schrijft in dit boek dat hij mede daardoor in de wereld van de compositie is beland. Lakdawala is geboren in India, maar kwam al snel richting de USA. Daar is hij al 30 jaar lang een begenadigd schaaktrainer van talenten, maar ook mindere goden heeft hij onder zijn leerlingen gehad. Waar ik van onder de indruk ben, is zijn enorme lijst van geschreven boeken. Ik zag dat hij al meer dan 40 boeken heeft geschreven en daardoor bij de meest productieve auteurs gerekend mag worden. Het is aan Yochanan Afek de eer dat dit boek is verschenen, hij spoorde Cyrus aan.

 

Opbouw

Waar gaat dit boek over? Allereerst valt het in de categorie probleemschaak. Meer precies de wereld van de compositie. Als ik het goed heb gezien, zijn eerste boek in dit genre. Het boek valt onder te verdelen in de volgende hoofdstukken: old school, remise- en winststudies, mat in 2 en of meer zetten, plus wat vermakelijke laatste hoofdstukken, dingen als helpmat en zo meer wat Lakdawala unchess noemt. Als ook, moet ik zeggen een hoofdstuk over praktijk, met partijen die enorm lijken op een studie. De mooiste zet aller tijden; wie kent die niet, de zet Dg3 (met zwart) uit Levitsky-Marshall (Breslau 1912)? Prompt werd deze droomzet verwerkt in een studie. Het boek eindigt met een hoofdstuk over een wonderkind, die ik expres niet ga benoemen, koopt u toch dit boek als u het per se wilt weten!

 

Even terug naar de belangrijker hoofdstukken. Die beslaan dan ook samen meer dan 470 van de 500+ bladzijden. Old school, het laat zich raden, is het hoofdstuk over vroeger, beginnend bij Al Adli circa 800 na Chr. Maar het is Greco (1621) van wie ik mijn eerste voorbeeld wil tonen:

Lees meer >

Boekrecensie – The power of defence and the art of counterattack in 64 pictures

Inleiding

Deze recensie behandelt het in dit jaar uitgekomen boek: The power of defence and the art of counterattack in 64 pictures. Het is geschreven door vader (IM Dejan Nestorovic) en zoon (GM Nikola Nestorovic). Samenwerking tussen vader en zoon gaat goed in de schaaksport, kijk maar eens naar het gelauwerde duo Linder en Linder, die op moment van schrijven hun zesde boek omtrent wereldkampioenen hebben afgeleverd. Van Nikola en Dejan verwacht ik in de toekomst nog meer moois. Ze schrijven niet alleen, maar staan bij de FIDE ook bekend als schaaktrainer. Sterker nog: al 30 jaar leidt vader Dejan een schaakschool in Servië.

 

Opbouw

Dit boek gaat over verdedigen en zoals u vast wel weet zijn schaakboeken over verdedigen schaars. Titels als De verdediging van de koning van Herman Grooten en De kunst van het verdedigen van Ilya Kan komen bovendrijven nu ik over het onderwerp schrijf. Ook een gedeelte van Het middenspel 3 van Euwe/Kramer behandelt het verdedigen. Erg origineel aan dit boek is dat het de tegenaanval behandelt. Zoals het gezegde luidt: de aanval is de beste verdediging.

Vader en zoon Nestorovic (foto website familie Nestorovic)

Een lesboek is het dus zeer zeker. We zien 64 partijen uit de grootmeesterpraktijk. Alles zeer leerzaam natuurlijk, maar dit boek is meer! Direct al bij het eerste aanschouwen: een hard cover (altijd fijn), mooie grote letterdruk, figurines (toch de mooiste vorm van noteren, vindt u niet?) en wat te denken van een leeslint??!! Nog niet eerder heb ik een leeslint in een schaakboek gezien! Wit uiteraard, geen rood lint, want het is een schaakboek.

 

Ik zet mijn schaakstukken klaar voor de eerste partij en wie schetst mijn verbazing: partij nummer 1 is uit 2020! Dit is uitzonderlijk. Je ziet toch niet vaak partijen uit hetzelfde jaar als waarin je leeft? Natuurlijk wel in match- of toernooiboeken, maar dit is een lesboek. Dit unicum betreft niet enkel de eerste partij, nee, de eerste vijf partijen zijn uit 2020. Er wordt zelfs gesproken over covid 19, brr, wat is dit boek akelig actueel. Alsof dat niet genoeg is, siert het boek zich met een 25-tal mooie, scherpe foto’s (uiteraard van de spelers wiens partij behandeld wordt). Foto’s kom je feitelijk niet veel tegen studieboeken. 64 Partijen lang behandelen de Nestorovicen werkelijk elk mogelijke tegenaanval. De partijen zijn de leidende factor, het boek werkt niet met hoofdstukken, wat overigens best verfrissend is. Op deze manier is het boek prima van kaft tot kaft te lezen. Ook inbegrepen is een lijst met een 50-tal schaaksymbolen.

Lees meer >