Dubov, een smaakmaker

Foto: Lennart Ootes / www.chessphotoshop.com

In de aanloop naar het TATA STEEL toernooi waren er maar een paar toernooien. Het meest interessante daarvan was het Russisch kampioenschap 2020, dat gewonnen werd door Nepomniachtchi voor Karjakin. Maar de smaakmaker van dat toernooi was Dubov, die een bijzondere partij won van Karjakin, die op 19 december in de schaakrubrieken van Hans Ree en Gert Ligterink besproken werd. In een Italiaanse partij speelde Dubov op de 6e zet b4, wat ooit in een correspondentiepartij uit 1873 was gespeeld, maar verder nogal in de vergetelheid was geraakt. Karjakin vond niet de goede verdediging en werd in een heel mooie aanvalspartij onder de voet gelopen.

Dubov won ook van de latere kampioen Nepomniachtchi, maar speelde iets te wisselvalig om heel hoog te eindigen. Ik geef hieronder die mooie aanvalspartij.

Dubov – Nepomniachtchi Grünfeld Indisch ruilvariant

Lees meer >

Judit Polgar, kandidaat voor het wereldkampioenschap

In de periode 2003-2005 bereikte Judit Polgar met 2735 haar hoogste rating en bezette ze de achtste plaats op de wereldranglijst. In het heel sterk bezette Corustoernooi van 2003 werd ze met 8 uit 13 ongeslagen tweede op een half punt van winnaar Anand, maar met een punt of meer dan een aantal schakers uit de wereldtop, zoals Shirov, Grischuk, Ivanchuk, Kramnik, Topalov en Karpov. Ik geef haar winstpartij tegen ex-wereldkampioen Karpov,

Lees meer >

Judit Polgar, jongste grootmeester ooit in 1991

Eind 1991 werd aan Judit Polgar op 15-jarige leeftijd de titel van grootmeester toegekend en daarmee verbeterde ze het record van Fischer uit 1958 met een maand. In de jaren ’90 klimt ze zelfs naar de top tien van de wereld. Ik laat vier karakteristieke partijen van Judit Polgar zien uit die periode tot en met het jaar 2000. Ze behield haar scherpe aanvallende stijl en was voor niemand bang.

Lees meer >

Judit Polgar, opkomst van een groot talent

Judit Polgar in Madrid 1994. Fotograaf onbekend.

In de eerste helft van 1989 kwam een tiener op 12-jarige leeftijd met stip de top 100 honderd van de wereld binnen. Het was Judit Polgar, die een op die leeftijd nog nooit vertoonde sprong maakte naar plaats 55. Ze was de jongste van drie zussen, die door hun vader met strakke hand tot schaaksters van wereldformaat werden opgeleid. De oudste zus Zsuzsa Polgar werd grootmeester in 1991 en was wereldkampioene bij de vrouwen van 1996-1999. Ze had nog een piek in haar carrière in 2004/2005. De middelste zus Zsofia Polgar werd damesgrootmeester en meester bij de mannen, maar speelde na haar huwelijk in 1999 niet veel meer.

Judit Polgar speelde in tegenstelling tot haar zusters bij voorkeur in mannentoernooien. Haar eerste optreden in Nederland was in het open OHRA B-toernooi in augustus 1989 in Amsterdam. Ze begon met een overwinning op Hans Ree en daarna bond ze nog een aantal grootmeesters aan haar zegekar. Ze boekte zes overwinningen en leed drie nederlagen. Haar scherpe speelstijl liet geen remises toe. Het was sensationeel dat een 13-jarig meisje zo’n sterk schaak liet zien en de kranten stonden er vol van.

Lees meer >

Bobby Fischer, jongste grootmeester met 15 jaar

In de jaren ’50 van de vorige eeuw waren er drie schakers, Spassky, Tal en Fischer, die al heel jong de grootmeestertitel kregen en later ook wereldkampioen werden. Fischer won met 14 jaar het USA kampioenschap van 1957 en plaatste zich in 1958 via het interzonale toernooi voor het kandidatentoernooi in Bled van 1959. Daardoor werd hij met 15 jaar de jongste grootmeester ooit. Hij schreef in die tijd ook al een boek over zijn schaakpartijen, wat een unicum is.

In die tijd was Fischer echter nog niet helemaal opgewassen tegen de topgrootmeesters uit de Sovjet Unie. Hij werd in Bled gedeeld vijfde samen met de beste Europeaan Gligoric uit Joego-Slavië, ruim achter de vier Sovjet grootmeesters. Tegen Tal verloor Fischer in dat kandidatentoernooi zelfs viermaal en tegen Petrosian tweemaal met twee remises. Tegen de nummer twee in de eindstand Keres lijdt hij met wit twee nederlagen, maar wint hij met zwart wel tweemaal. En tegen Smyslov verloor hij ook een keer met wit en won hij een keer met zwart, terwijl het twee keer remise was. Tegen hen was de score dus gelijk: 2-2. Op de foto rechts zien we Fischer in Bled met de twee toekomstige wereldkampioenen Tal en Petrosian.

Lees meer >

Michail Tal, jongste Sovjetkampioen en grootmeester

In de jaren ’50 van de vorige eeuw waren er drie schakers, die al heel jong de grootmeestertitel kregen en later ook wereldkampioen werden. Tal werd door de FIDE op 20-jarige leeftijd tot grootmeester benoemd, nadat hij in 1957 als jongste schaker ooit het Sovjetkampioenschap had gewonnen. Hij had formeel niet aan de regels voldaan, die de FIDE hiervoor had opgesteld, maar het Sovjet kampioenschap was jarenlang veruit het sterkst bezette toernooi van de wereld.

Lees meer >

Boris Spassky, jeugdwereldkampioen en jongste grootmeester met 18 jaar

In de jaren ’50 van de vorige eeuw waren er drie schakers, die al heel jong de grootmeestertitel kregen en later ook wereldkampioen werden. De eerste die daarbij in het oog springt is Boris Spassky, die geboren werd in januari 1937. Hij leerde schaken in 1942 tijdens zijn evacuatie uit het door de Nazi-legers belegerde Leningrad. Op zijn 10e jaar versloeg hij in een simultaanpartij Botwinnik, die een jaar later wereldkampioen werd.

Lees meer >

De eerste wereldkampioene schaken: Vera Menchik

Vera Menchik werd in 1906 geboren in Rusland als dochter van een Tsjechische vader, die een adellijke betrekking had. De familie vluchtte na de Bolsjewistische revolutie van 1917 naar Engeland, waar Vera samen met haar moeder en zuster in de buurt van Hastings bleef wonen. Het bleek dat ze een talent voor schaken had en ze won in 1927 in London het individuele damestoernooi dat samenviel met de Olympiade.

Lees meer >

Offers als breekijzer

In de toernooipraktijk komt het vaak voor dat wit een aanval begint op de zwarte koningsvleugel. Meestal staat de koning daar goed beschermd achter zijn pionnen, maar als zwart teveel stukken op de damevleugel zet om daar een tegenoffensief te beginnen, kan wit door offers de stelling openbreken. Zulke aanvalspartijen zijn spectaculair en worden vaak gebruikt in schaakrubrieken voor opgaven als wit speelt en wint. Maar de grootmeesters hebben deze offermotieven al veel eerder in de partij gezien.

Lees meer >

Het offer in de schaakpartij – Deel 4

Deel 4a: De kandidatenmatch tussen Tal en Larssen

Tal en Larsen plaatsen zich door die gedeelde winst in het interzonale toernooi voor de kandidatenmatches van 1965. Ze treffen elkaar in de halve finale daarvan. Het is de eerste keer dat de uitdager van de wereldkampioen niet uit een kandidatentoernooi komt, maar uit die matches over 10, 12 of meer partijen. Ik geef de laatste en beslissende partij uit die match,

Lees meer >