Boekenrubriek

Over periodes van rust

Het zijn rare tijden. Ik bedoel, als je vaak zegt dat het rare tijden zijn, wordt het een cliché. Maar het is aan de andere kant ook raar om niet te zeggen dat het rare tijden zijn. Rare tijden.

Wat ook raar is, is dat we zeeën van vrije tijd hebben gekregen maar dat er geen officiële schaakpartijen meer gespeeld worden. Je zou kunnen denken dat dat de tijd geeft om flink aan de schaakstudie te gaan – en ondertussen online interessante partijen te spelen. Voor mezelf echter geldt dat ik me op internet bij lange na niet zo kan motiveren om te presteren – laat staan dat ik me thuis kan opladen om te studeren. Ik heb mezelf dan ook even een sabbatical gegeven zolang er niet fysiek geschaakt wordt: geen of nauwelijks schaakstudie en slechts af en toe meedoen aan een van de vele online toernooien die nu georganiseerd worden.

Begin Corona kreeg ik echter een recensie-exemplaar van ‘The Modernized Sveshnikov’ in de bus. Thinkers Publishing mag openingen graag moderniseren (zie bijv. deze recensie), maar dat mag in dit geval ook wel: het was onderwerp van de theoretische discussie in de laatste WK-match. Tot voor kort was ik er echter niet aan toegekomen om dit boek goed te lezen. De Sveshnikov draait toch meer om concrete varianten dan om abstracte ideeën en dat betekent dat zo’n boek minder geschikt is om te bestuderen tijdens een periode van rust.

Lees meer >

Boek over uitgever, schaker en schrijver Wim Andriessen ziet het daglicht

Drieënhalf jaar na zijn overlijden verschijnt Wim AndriessenMeester in het schaken, grootmeester in het uitgeven.

Het boek beschrijft leven en werk van uitgever van schaakboeken – en tijdschriften, schaker en schrijver Wilhelm Fredrik (Wim) Andriessen (1938-2017), die in interviews regelmatig aangaf veel aan het schaken te danken hebben gehad. In de Nederlandse schaakwereld was Wim Andriessen een fenomeen. Bij zijn overlijden in mei 2017 besteedden alle grote landelijke dagbladen: o.a. de Telegraaf (Hans Bὅhm), de Volkskrant (Gert Ligterink) en NRC Handelsblad (Hans Ree), in hun wekelijkse schaakrubriek hier aandacht aan.

 

Uitgever

Volgens IM Gert Ligterink, voormalig Nederlands kampioen en Wims opvolger bij de Volkskrant, had hij drager van de Max Euwe-ring moeten worden. (De Euwe-ring is een onderscheiding voor iemand die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor het schaken in Nederland. Onder anderen Jan Timman, Hans Ree en Genna Sosonko ontvingen deze ring). Wim Andriessen verdiende deze ring ten volle als oprichter en uitgever van de twee mooiste schaaktijdschriften die Nederland heeft voortgebracht: het Nederlandse Schaakbulletin (1968-1984) en het Engelstalige, internationale New in Chess (1984 – tot heden), waaraan coryfeeën als Hein Donner en Jan Timman belangrijke bijdragen leverden. Hein Donner door zijn met zelfspot gelardeerde artikelen en Jan Timman met zijn ongeëvenaarde schaakanalyses van zijn eigen partijen en van collega-grootmeesters.

Journalist en schaker

Naast uitgever was Wim Andriessen schaakjournalist van de Volkskrant, waar hij ook de wekelijkse schaakrubriek verzorgde. Tevens was hij een sterk schaker, die in de jaren zestig, begin jaren zeventig behoorde tot de Nederlandse subtop. Hij plaatste zich onder andere voor het Nederlands Kampioenschap van 1971 waar hij de degens kruiste met schakers als Jan Timman, Hein Donner en Hans Ree. Hoe goed hij was, bleek toen hij in de jaren 1982, 1983 en 1984, na zijn verhuizing naar Alkmaar, drie keer achtereen met hoge scores afgetekend Alkmaars kampioen werd. Circa vijftig door hem gespeelde partijen tegen sterke spelers als Jan Timman, Hein Donner, Kick Langeweg, Bert Enklaar, Haije Kramer, zijn in het boek opgenomen.

Lees meer >

Grote pret met je tegenstander een rad voor ogen draaien

Je kent vast wel het gelukzalige gevoel dat je hebt wanneer je een prachtige partij hebt gespeeld en deze, als een kers op de taart, hebt afgerond met een fraaie combinatie. Het is mij af en toe gelukt. Helaas meer af dan toe, maar vooruit. Ook ik heb een enkele keer in mijn leven een mooie partij gespeeld.

Het is me zelfs een keertje gelukt om in een serieuze rapidpartij van een grootmeester te winnen.

Lees meer >

Yuriy Krykun – A complete opening repertoire for black after 1.e4 e5!

Op een Franse blauwe maandag na speel ik mijn hele leven al met zwart de open spelen. Een schaakleraar die ik begin jaren negentig had, placht te zeggen: “leuk die open spelen maar je moet ze dan ook allemaal kennen van het Belgrado gambiet tot en met de Ponziani”. Heel wat jaren moest ik het zonder deze encyclopedische kennis doen wat resulteerde in fraaie aanvalspartijen én soms snelle ongelukken in een obscuur gambietje. Daar kwam verandering in met de verschijning van Play the open games as black van John Emms (Gambit 2000). Na een grondige bestudering had ik een compleet repertoire en ik moet zeggen dat de aanbevelingen van Emms mij punten hebben opgeleverd tegen spelers die al hun hele leven het Koningsgambiet of het Göringgambiet spelen.

Het boek van Emms heeft echter twee nadelen: het gaat niet in op het Spaans en het is inmiddels toch alweer twintig jaar oud. Nu zijn de ontwikkelingen binnen de open spelen niet zo dynamisch als in de Grünfeld of de Najdorf, maar met name in het Italiaans is er de stormachtige opkomst van de rustige aanpak met c3-d3. Vandaar dat mijn interesse gewekt werd door A complete opening repertoire for black after 1.e4 e5! Van Yuriy Krykun.

Deze jonge Oekraïnse FM van 21 gaat de uitdaging aan om in één boek het hele spectrum inclusief het Spaans te bestrijken. In deze recensie zal ik zijn boek naast dat van Emms leggen om te kijken naar de meerwaarde ten opzichte van dat eerdere boek en het verschil in benadering te duiden. Daarnaast zal ik ook steeds een check doen aan de hand van de recente stand van de theorie op basis van de website chesspublishing.com.

De eerste vraag is natuurlijk: is Krykun compleet? Ik heb maar één opvallende omissie kunnen constateren en dat is het ontbreken van een behandeling van het Göringgambiet. Deze opening komt weinig voor, maar is wel venijnig voor een zwartspeler die er totaal niet op voorbereid is. Verder komt werkelijk alles aan bod zelfs inclusief de Nakamuravariant (2.Dh5).

Wat ik bewonderenswaardig aan de aanpak van Krykun vind, is dat hij een goede balans vindt tussen genoeg varianten geven om niet voor verrassingen te komen staan en uitleggen wat de ideeën achter bepaalde varianten zijn. Dat maakt dit boek uitstekend geschikt voor elke clubspeler. Krykun slaagt daarin, omdat hij een slimme keus heeft gemaakt voor varianten die wel gezond zijn maar niet de hoofdvariant in een opening vormen. Emms kies eigenlijk voortdurend voor de hoofdvariant, maar scheept daarmee de lezer wel met veel werk op. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de aanpak van het Koningsgambiet na 2.f4 exf4 3.Pf3. Emms kiest voor 3…g5 of 3…h6 en dompelt ons dan onder in de theorie van onder andere het notoir ingewikkelde Kieseritzkygambiet waar één verkeerde zet de ondergang kan betekenen. Hij behandelt dit voorbeeldig maar toch. Krykun kiest voor de Bonch-Osmolovsky verdediging (3…Pe7) wat zwart veel minder werk oplevert, zelfs voor de Koningsgambietspeler een zeker verrassingseffect in zich heeft en een gezonde strakke opzet kent.

Lees meer >

Recensie: Think Like a Machine

Over de auteurs
Noam A. Manella en Zeev Zohar hebben een soort handboek geschreven dat een leidraad moet vormen om de conventionele denkkaders op de juiste momenten los te leren laten en deze met een soort engine-wise intuition aan te vullen. De auteurs zijn voor sommigen van u wellicht bekend van het boek Play Unconventional Chess and Win. Noam Manella is een onderzoeker op het gebied van sociale netwerken en Zeev Zohar een zakenman. Ze zijn beiden gepassioneerde schakers, maar niet van noemenswaardig niveau. Daarom is de GM Ram Soffer als ‘schaakexpert’ ingeschakeld om de analyses uit het boek te bezegelen.

Tekening van Rupert van der Linden

 

11 mei 1997, New York

Schaakcomputer Deep Blue wint de beslissende partij van Kasparov. De zesde partij van deze historische match kende slechts 19 zetten. Vol ontsteltenis gaf Kasparov op. Hij betichtte het team dat achter Deep Blue schuilde zelfs van ‘menselijke input’. De schaakcomputer zou ‘a very human sense of danger’ hebben getoond, waarvoor de hulp van grootmeesters nodig was geweest. Later nam de wereldkampioen deze uitspraken terug. Toch was de wijze waarop de computer won uniek. Zo speelde Deep Blue degelijke positionele offers, iets wat tot dan toe uitsluitend voorbestemd leek voor menselijke schakers.

Vandaag de dag is de schaakcomputer natuurlijk niet meer weg te denken uit de schaakwereld. De ‘engine’ beïnvloedt het schaken op alle denkbare terreinen. Zo zijn het topschakers die de engine raadplegen voor nieuwe (openings)ideeën, maar tegelijkertijd lijkt de kloof tussen mens en computer steeds groter te worden. Experts doen meer en meer zetten af als ‘ondoorgrondelijke computerzetten’. Het boek Think Like A Machine poogt niet alleen die kloof te overbruggen door de vaak raadselachtige zetten van de computer begrijpelijk te maken, maar stelt zelfs dat menselijke schakers kunnen leren om uiteindelijk dezelfde soort zetten achter het bord te bedenken.

Engines checken vanuit hun standaard ook de zetten die de meeste professionele schakers op intuïtieve gronden onmiddellijk afwijzen. Dat filter naar kandidaatzetten is niet verwonderlijk, want het denkproces van de mens is natuurlijk gebaseerd op gedeelde aannames over goed en fout. De auteurs hopen met dit boek schakers te leren om de comfort zone van die conventionele kaders zo nu en dan te verlaten, want stellen ze: “Those who develop the ability to constantly look for options “beyond the rules” are going to be the champions of the future.”

Als lezer vroeg ik mij meteen af of de schrijvers niet een bescheidenere opstelling hadden moeten kiezen. De vaststelling dat we kunnen leren van de computer is ontegensprekelijk waar, maar leren ‘denken’ (of eigenlijk zetten) als een engine, gaat dat niet een stap te ver? Hieronder zien we hoe ze deze moeilijke doelstelling hebben ingevuld.

Lees meer >

Boekrecensie – The power of defence and the art of counterattack in 64 pictures

Inleiding

Deze recensie behandelt het in dit jaar uitgekomen boek: The power of defence and the art of counterattack in 64 pictures. Het is geschreven door vader (IM Dejan Nestorovic) en zoon (GM Nikola Nestorovic). Samenwerking tussen vader en zoon gaat goed in de schaaksport, kijk maar eens naar het gelauwerde duo Linder en Linder, die op moment van schrijven hun zesde boek omtrent wereldkampioenen hebben afgeleverd. Van Nikola en Dejan verwacht ik in de toekomst nog meer moois. Ze schrijven niet alleen, maar staan bij de FIDE ook bekend als schaaktrainer. Sterker nog: al 30 jaar leidt vader Dejan een schaakschool in Servië.

 

Opbouw

Dit boek gaat over verdedigen en zoals u vast wel weet zijn schaakboeken over verdedigen schaars. Titels als De verdediging van de koning van Herman Grooten en De kunst van het verdedigen van Ilya Kan komen bovendrijven nu ik over het onderwerp schrijf. Ook een gedeelte van Het middenspel 3 van Euwe/Kramer behandelt het verdedigen. Erg origineel aan dit boek is dat het de tegenaanval behandelt. Zoals het gezegde luidt: de aanval is de beste verdediging.

Vader en zoon Nestorovic (foto website familie Nestorovic)

Een lesboek is het dus zeer zeker. We zien 64 partijen uit de grootmeesterpraktijk. Alles zeer leerzaam natuurlijk, maar dit boek is meer! Direct al bij het eerste aanschouwen: een hard cover (altijd fijn), mooie grote letterdruk, figurines (toch de mooiste vorm van noteren, vindt u niet?) en wat te denken van een leeslint??!! Nog niet eerder heb ik een leeslint in een schaakboek gezien! Wit uiteraard, geen rood lint, want het is een schaakboek.

 

Ik zet mijn schaakstukken klaar voor de eerste partij en wie schetst mijn verbazing: partij nummer 1 is uit 2020! Dit is uitzonderlijk. Je ziet toch niet vaak partijen uit hetzelfde jaar als waarin je leeft? Natuurlijk wel in match- of toernooiboeken, maar dit is een lesboek. Dit unicum betreft niet enkel de eerste partij, nee, de eerste vijf partijen zijn uit 2020. Er wordt zelfs gesproken over covid 19, brr, wat is dit boek akelig actueel. Alsof dat niet genoeg is, siert het boek zich met een 25-tal mooie, scherpe foto’s (uiteraard van de spelers wiens partij behandeld wordt). Foto’s kom je feitelijk niet veel tegen studieboeken. 64 Partijen lang behandelen de Nestorovicen werkelijk elk mogelijke tegenaanval. De partijen zijn de leidende factor, het boek werkt niet met hoofdstukken, wat overigens best verfrissend is. Op deze manier is het boek prima van kaft tot kaft te lezen. Ook inbegrepen is een lijst met een 50-tal schaaksymbolen.

Lees meer >

Bezieling in het schaken

Toen ik als voorbereiding op dit stukje eens googlede op “schaken en kunst” was het eerste zoekresultaat: “Geen enkele sport inspireerde zo veel kunstenaars als schaken”. In dat artikel, uit 2008, komt de naam Tjerk Zijlstra al voor. De volgende zoekresultaten betreffen overigens twee artikelen op schaaksite uit het jaar 2011. En daarna ook nog Teun Koorevaar!

Kunst. Het heeft nooit mijn onverdeelde aandacht gehad. Natuurlijk, ik wist van Duchamp en die foto van Jennifer Shahade die simultaan schaakt tegen in hun nakie zittende dansers staat me ook nog helder voor de geest.

Lees meer >

Recensie: twee opgavenboeken van Gambit

De laatste jaren ontspint zich een discussie tussen schaaktrainers of je tactiek beter kunt oefenen uit een boek of online via één van de vele websites waar dat mogelijk is. De voorstanders van dat laatste beweren dat het – zeker voor kinderen, maar ook voor volwassenen – veel leuker is omdat het interactief is. Op de meeste sites krijg je een antwoord terug waarna je weer mag proberen de volgende zet te raden. De tegenstanders hebben problemen met die twee woorden: ‘proberen’ en ‘raden’. Dat werkt het trial and error-principe in de hand. En juist dat wordt verafschuwd. De trainer heeft namelijk zijn pupillen geleerd volgens een mooi uitgekristalliseerde zoekstrategie te komen tot een oplossing.
Het gaat deze trainers in eerste instantie namelijk niet zozeer om de gevonden oplossing, maar vooral om de weg er naartoe. Hoe krijg je patronen beter in je hoofd? Aan de hand van welke kenmerken herken je bepaalde motieven? En hoe zorg je voor een nauwkeurige berekening om de juiste varianten boven water te krijgen? Allemaal tools om een betere schaker te worden.
De voorstanders van de digitale wereld werpen tegen dat het steeds moeilijker wordt om vooral kinderen te motiveren om een boek te nemen, dat open te slaan en dan aan het werk te gaan. Een tablet of een I-pad zijn veel populairder dan boeken. “Het moet toch vooral leuk blijven…” De woorden ‘werk’ en ‘huiswerk’ lijken wel besmette woorden die toch echt niet uitnodigen om schaakdiagrammen te gaan oplossen.

Deze lastige kwestie lijkt vooralsnog niet op korte termijn beslist te worden omdat beide kampen hard hun best doen om benadering zo aantrekkelijk mogelijk aan te bieden. De elektronische varianten zien er steeds gelikter uit, terwijl ook de makers van de ‘puzzelboeken’ ook heel hard hun best doen om kwaliteit voorop te zetten.

Van uitgeverij Gambit uit Engeland ontving ik twee ‘puzzelboeken’ die beide het predicaat ‘kwaliteit’ opgespeld mogen krijgen. Ik laat van allebei de boeken mijn licht hierover schijnen.

 

The Chess Endgame Exercise Book

Dit boek van grootmeester John Nunn trok meteen mijn aandacht. In zijn introductie schrijft hij dat hij verschillende maanden heeft gewerkt aan de samenstelling van deze collectie van eindspelopgaven. Elk hoofdstuk, waarin een apart eindspel wordt behandeld, geeft hij een viertal instructievoorbeelden, waarin hij telkens de sleutelideeën weergeeft die de oplosser kan verwachten bij de gegeven opgaven. Een ‘W’ of een ‘B’ naast het diagram geeft aan wie er aan zet is terwijl een aantal sterretjes de moeilijkheidsgraad van de opgave weergeeft.

Lees meer >

Max Euwe, his chess career in pictures

 

Wim Suijderhoud en Angelo Spiler hebben voor het Max Euwe Centrum een Engelstalig fotoboekje over Euwe gemaakt. Wim zorgde voor de vertaling van de teksten, Angelo deed de opmaak.

In het fraaie boekje wordt chronologisch het leven van Euwe gevolgd. De jonge Max, de schaker, het wereldkampioenschap, de oorlogsjaren, het familieleven, de jaren als professor en zijn jaren als FIDE-president. De twaalf hoofdstukken beginnen met een kort verhaal over de betreffende periode,

Lees meer >

Boekrecensie – Technical Decision Making in Chess

Boris Gelfand is een speler van de oude stempel. Tijdens een teamkampioenschap kruiste hij eens de degens met een jonge speler die hard op weg was naar de wereldtop. Na een spannende partij discussieerden de spelers na de partij nog over enkele mogelijkheden en bij één zet concludeerden ze dat er een uitvoerigere analyse nodig was. Diezelfde avond vertelde de tegenstander aan Gelfand dat de zet niets bijzonders was. Hij had zijn computer even laten draaien, zonder zelf mee te kijken, en die kwam met het oordeel 0.00. Gelfand vond dit schokkend. Het ging hem niet zozeer om het feit dat de zet niet zo bijzonder was, maar wel om het feit dat een sterke speler klakkeloos vertrouwt op het oordeel van de engine, zonder zelf na te denken en te analyseren. Gelfands nieuwe boek Technical decision making in chess dat op 30 september jl. verscheen bij uitgeverij Quality Chess, ademt dit gevoel ten volle uit.

Lees meer >