Boekenrubriek

Over coaching

Toen ik zag dat Thinkers Publishing een boek had gepubliceerd van topcoach Vladimir Tukmakov genaamd ‘Coaching the Chess Stars’, was ik natuurlijk enthousiast om dit boek te recenseren: het gaat per slot van rekening over mijn eigen vakgebied. Ik was van tevoren nog niet bekend met de aanpak van Tukmakov en bij een dergelijk onderwerp is het altijd de vraag of die aanpak je ook aanspreekt. In de inleiding overtuigt Tukmakov me echter al direct. Hij zegt namelijk het volgende:

Lees meer >

Groot feest rond Simon de Schaker

Deel 2 van de kinderboekenserie Simon de Schaker is vrijdagmiddag in Bussum op feestelijke wijze gepresenteerd. Boekhandel Los wilde hier maar wat graag aan meewerken. Schrijfster Joyce van der Meijden woont in Naarden, buurdorp van Bussum. Cor Wiersma, eigenaar van de boekhandel, is schaakliefhebber.

Massale belangstelling van jonge schakers bij de boekhandel.

Op straat werd een groot schaakbord neergelegd, waarop leerlingen van de Katholieke Montessorischool uit Bussum en de Minister Calsschool uit Naarden tegen elkaar speelden. De match van twee partijen eindigde in 1-1. De eerste partij kon nog lekker buiten worden afgewerkt, vanwege het weer werd de strijd later binnen voortgezet.

Lees meer >

Boekenrecensie: Een boek voor lekker ‘dom’ aanvallen

Het aantal boeken breidt snel uit. In de alsmaar groter wordende zee van boeken is het soms lastig goede boeken te vinden. Onwillekeurig kijk ik dan toch maar vaak naar boeken van grote uitgevers of naar boeken van bekende schaaknamen om zo een keuze te maken. Dit boek valt er een beetje buiten, al is Joel Johnson wel aardig bekend in de Verenigde Staten. Waarom dan toch een recensie over “Attacking 101, volume #002” als kleine vis in de grote zee? Omdat het een boek is over lekker ‘dom’ aanvallen. En wie vindt dat nou niet leuk?!

Lees meer >

Recensie: 1001 Chess Exercises & 100 Endgames Workbook

Dit keer niet één, maar twee recensies. In de afgelopen weken heeft New in Chess een tweetal (werk)boeken gepubliceerd: 1001 Chess Exercises for Club Players van Frank Erwich en The 100 Endgames You Must Know Workbook van Jesus de la Villa. Geen tijd om rustig achterover geleund in je stoel een boek door te lezen. Je wordt aan het werk gezet! Maar wat kun je eigenlijk verwachten? Herman bespreek het boek van Frank Erwich, waaraan de Stappenmethode een steentje heeft bijgedragen. Daaronder is de recensie van Mark te vinden, waarbij het 300 opgaven tellende werkboek van Jesus de la Villa centraal staat.

Lees meer >

The Modernized French Defense: Volume 1 The Winawer

De binnen Nederland goed bekende IM David Miedema heeft zijn eerste schaakboek op de markt gebracht. Na al langer stukjes te hebben geschreven voor New in Chess is Miedema nu echt begonnen met het schrijven van boeken. Zijn geliefde Franse opening is het startpunt van zijn ‘nieuwe’ carrière. In twee volumes probeert hij de lezer een compleet repertoire voor te schotelen. In dit eerste deel behandelt hij de veel gespeelde Winawer variant. Naar verwachting zal in 2020 het tweede deel uitkomen met alle andere varianten in het Frans. Bekende varianten daarvan zijn de doorschuifvariant, afruilvariant en de Tarrasch.

Lees meer >

Recensie: Devoted to Chess, The Creative Heritage of Yuri Razuvaev

Als we bedenken wie misschien de beste schaaktrainer in de wereld zou kunnen zijn, komt de naam van Yuri Sergeyevich Razuvaev (1945 – 2012) bij vele spelers in het Westen niet meteen boven water. Mark Dvoretsky heeft een beetje die reputatie, maar de naam Razuvaev wordt in elk geval door de beste spelers ter wereld met groot respect uitgesproken. Tenminste, daar kwam ik pas achter bij het lezen van een uit het Russisch vertaald boek van Boris Postovsky. Deze oude Sovjet-coach, Boris Postovsky – ooit Sovjet-kampioen in het correspondentieschaak en coach van het Russische team dat goud won in vier Olympiades – voelde zich geroepen om de nalatenschap van deze grote man op schrift vast te leggen. Dit boek, getiteld “Devoted to Chess, The Creative Heritage of Yuri Razuvaev” is een monumentaal werk geworden van precies 365 pagina’s. Je zou bijna zeggen: één pagina per dag, een jaar lang gewijd aan Razuvaev omdat de man op een of andere manier zeer bijzonder is geweest.


En dit boek, dat zeer meeslepend is geschreven en ik vrijwel in één adem heb uitgelezen, heeft mij de ogen geopend over wie de persoon Razuvaev geweest moet zijn (hij is helaas al relatief vroeg gestorven). Het bevat vijf hoofdstukken, maar – zoals de auteur in zijn inleiding al meldt – kun je beter spreken van een driedeling:

1) Deel 1: herinneringen van zijn tijdgenoten
2) Deel 2: Selectie van partijen en artikelen met betrekking tot openingstheorie
3) Deel 3: Artikelen met betrekking tot de opleiding van jeugdtalenten

Voordat ik mij stortte op de eerste hoofdstukken, heb ik met stijgende verbazing het voorwoord gelezen van Vladimir Kramnik. De ex-wereldkampioen komt superlatieven te kort om zijn dankbaarheid te beschrijven jegens zijn voormalige leermeester. Hij beschrijft onder meer hoe hij als 16-jarige in 1992 meespeelde in het Dortmund Open. Daar viel zijn spel zodanig op bij Garry Kasparov en Yuri Razuvaev (die daar ook meespeelde) dat zij na afloop van het toernooi naar Kramnik toekwamen om hem te vertellen dat ze zij zich hard wilden maken om hem in het Sovjet-team op te nemen in de aanstaande Olympiade. Kramnik was natuurlijk aangenaam verrast en naar later bleek, ging de voordracht niet zonder slag of stoot, maar Kramnik mocht mee naar Manilla op de Filippijnen waar de Olympiade gehouden werd. Zoals later bleek, was dat een uitstekende keuze, Kramnik scoorde 8½ uit 9 op het laatste bord! Het was misschien wel het begin van een fantastische carrière.

Lees meer >

Over inspiratie

Laat me maar meteen met de deur in huis vallen: ik zit in een schaakdip. Wellicht kan je het een pre-post-titeldip noemen: met een virtuele rating van 2395 en drie normen op zak sta ik op matchpunt voor de IM-titel. Echter, hoewel het me in de schaakwereld wellicht wat meer status oplevert, zal ik er in de echte wereld geen vrouw extra mee imponeren – laat staan dat ik dichter kom bij het vervullen van mijn lotsbestemming (wat dat ook zou moge zijn).

Lees meer >

Recensie: Marin’s English Love – A complete repertoire for White after 1.c4

Tijd voor iets anders! In deze recensie staat er geen boek centraal, maar een dvd. Of eigenlijk twee dvd’s. De Roemeense grootmeester Mihail Marin heeft wederom zijn licht laten schijnen over de Engelse opening. Na de goed ontvangen Grandmaster Repertoire boeken (The English Opening Vol. 1, 2 and 3), komt Marin nu met twee dvd’s over de door hem zo geliefde opening: Marin’s English Love – A complete repertoire for White after 1.c4 (Vol. 1 and 2).

Marin is bij mij vooral bekend als schrijver. Zijn zojuist genoemde boeken over het Engels zijn de grondlegger geweest voor mijn witrepertoire. Andere boeken van zijn hand zijn onder meer Learn from the Legends (ChessCafe-boek van het jaar in 2005), Secrets of Attacking Chess en Secrets of Chess Defence. De meervoudig Roemeens kampioen heeft echter meer dvd’s dan boeken op zijn naam staan. Hij heeft al meer dan tien dvd’s uitgebracht, voornamelijk over openingen zoals de Benoni, het Klassieke Siciliaans en het Konings-Indisch.

Lees meer >

Boekrecensie: My Magic Years with Topalov

Inleiding

In deze recensie bespreek ik het boek My Magic Years with Topalov (Thinkers Publishing, 2019) van Romain Édouard, een Franse grootmeester die diverse internationale toernooien op zijn naam heeft staan en uitkomt voor het Franse nationale team.

Veselin Topalov is een Bulgaars grootmeester, die nog een jaar wereldkampioen is geweest ten tijde van de PCA, een afsplitsing van de FIDE. Beide hadden hun eigen wereldkampioenen, respectievelijk Topalov en Kramnik, die in 2006 een match tegen elkaar speelden. Kramnik won deze uiteindelijk, hoewel pas na de nodige calamiteiten.

Beoordeling

Er zijn al veel schaakboeken verschenen voor beginners, clubspelers en titelhouders, maar ik heb nog niet eerder een schaakboek gezien dat de fase van supergrootmeester behandelt, wanneer de speler zo goed is dat hij een secondant moet inhuren. Een secondant is het hulpje van de profschaker die nieuwtjes vindt, gaten in zijn openingsrepertoire opspoort, opzoekt wat zijn tegenstanders spelen en hem aanraadt hoe hij daarop zou moeten reageren. Het voordeel is dat grootmeesters zo meer energie overhouden voor het spelen van partijen, minder tijd kwijtzijn aan het onderbouwen van hun repertoire hun eigen ideeën extra gecontroleerd worden.

Beide heren spreken zeer lovend over elkaar (Édouard het hele boek door en Topalov in het voorwoord). Édouard vertelt dat hij zelf door middel van een soort sollicitatie enkele van zijn bevindingen opstuurde, waarvan Topalov onder de indruk was. Een overeenkomst in elkaar speelstijl bleek onontbeerlijk. Het lijkt me alleen ongemakkelijk dat, wanneer de samenwerking afgelopen is (wat inmiddels het geval is) en je tegen elkaar wordt ingedeeld, de ander alles van je weet.

Édouard, wiens rating de 2700-grens gepasseerd heeft en daarom niet veel onderdoet voor Topalov, kruipt in zijn huid en noemt hem een speler wiens grote kracht in zijn praktische spel ligt. Hij beschouwt schaken ´meer als een sport dan als een wetenschap´ en speelt wat goed aanvoelt; een talent dat je niet uit een boek kunt leren.

 

Toch wordt hier een poging daartoe gedaan. Het boek heeft geen inhoudelijk thema – dat wil zeggen ‘middenspel’ of ‘dynamiek’ – maar bespreekt leerzame partijen van Topalov aan de hand van belangrijke momenten in zijn schaakcarrière. De analyses worden verbonden door interessante anekdotes, waardoor je je als lezer goed in de soms bizarre situaties in kunt leven. Om alvast de nieuwsgierigheid te prikkelen, geef ik de eerste partij zonder commentaar:

Lees meer >

Let me ask you, do you know…?

                                             “Let me ask you, do you know…?”

Toen ik dit boek thuis binnenkreeg, en er eens oppervlakkig doorheen bladerde, dacht ik het antwoord wel te weten op de titel. Op het eerste gezicht staan er veel basiseindspelen in. Hier een stelling met beide partijen een pion, daar een stelling met een dame tegen een pion. Het antwoord op de titelvraag zou in de meeste gevallen wel “ja” zijn.

En toen begon ik met de eerste les. Ik stel me even voor dat ik schrijver Nikola Karaklajić tegenover me zou hebben, en dat hij vervolgens zijn vraag nog een keer licht aangepast stelt:

                                                     “Let me ask you, do you still think you know…?

Lees meer >