Eindspelstudies en problemen

Eindspelstudies 45 – Een toren-echo uit het verre oosten

website

E-mail:

Hierbij de 45ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s


Vraag eens aan een schaker om een stelling zonder pionnen op te zetten zwart aan zet is, niet schaak staat en een extra toren heeft die vrij kan spelen. Tien tegen elf dat hij dan op de proppen komt met een beroemd motief.

De componist Jean de Villeneuve-Esclapon (1860-1943) was een Franse graaf die zelf decennialang redacteur was van het tijdschrift L'Échiquier Français, maar pas echt verzot raakte op het componeren van eindspelstudies toen Marcel Lamare (1856-1937) in zijn succesvolle rubriek in het nu reeds lang ter ziele gegane Franse schaaktijdschrift La Stratégie die studies wilde publiceren. Met Lamare voel ik mij verwant, want hij was één van de eerste verzamelaars van eindspelstudies. Diens nalatenschap is bewaard gebleven – heel romantisch in een houten kist – en is nu in het bezit van mijn schaakvriend Alain Pallier. Alain schreef me tientallen brieven toen hij nog als leraar Frans werkzaam was in de kolonie Mayotte, een Afrikaans eiland in de Indische oceaan. Jaren later bezocht ik Alain in Frankrijk, proefde er de vanille die hij uit Mayotte had meegenomen, en bewonderde de stapel kaarten met nog niet-gepubliceerde studies van onze graaf die we in de kist aantroffen. Naast veel puin, had Villeneuve-Esclapon best wel wat originele ideeën, maar bleken heel veel studies incorrect (dat gold voor vrijwel al die niet-gepubliceerde studies, zo ontdekten Alain en ik). De graaf is beroemd vanwege twee studies: de studie die ik zo meteen behandel en deze:

Lees meer >

Eindspelstudies 44 – Kruispenning

website

E-mail:

Hierbij de 44ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s


Schaaksite-medewerker Herman Grooten, aan wie ik trouwens sowieso veel dank verschuldigd ben omdat hij me telkens weer helpt mijn stukjes online te zetten, was de inspirator voor deze rubriek.

Bij een kruispenning staat een stuk zowel relatief als absoluut gepend. In het ideale geval zou dat stuk beide belagers kunnen slaan; ware het niet dat het niet mag vanwege de absolute penning of materiaalverlies ten gevolge heeft. Als combinatiemotief in de praktische partij is het extreem zeldzaam, als probleemmotief leent het zich niet echt, en er zijn ook niet zo heel veel studies mee. Waarom kennen toch bijna alle schakers het dan?

Het voorbeeld dat mij onmiddellijk te binnen schoot was van de opoes van de eindspelstudie en daarmee bijna onvermijdelijk het oudste voorbeeld (maar vervolgens bleek later dat de kruispenning als motief lijkt te zijn bedacht door Polerio):

J. Kling & B. Horwitz

The Field 18-8-1873

Lees meer >

Eindspelstudies 43 – Studie van het Jaar 2011

website

E-mail:

Hierbij de 43ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies.
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld.
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies.
  • De database is in standaard pgn-formaat en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s.


De verkiezing van de Studie van het Jaar is een traditie die al zeker twee decennia teruggaat. Het idee is om een goede studie uit een bepaald jaar te selecteren die een algemeen schaakpubliek – u dus – aanspreekt. Die studie wordt naar diverse schaakredacteurs gestuurd in de hoop dat die ‘m publiceren in hun tijdschrift of schaakrubriek. Propaganda van het zuiverste water! Gebruikelijk is dat de eindspel- studiecommissie uit een rijtje voorgeselecteerde kandidaten een keuze maakt op het jaarlijkse compositiecongres. Ik ben voorzitter van die commissie, maar was dit jaar glad vergeten om die voorselectie te maken nadat ik om achteraf moeilijk te begrijpen redenen had besloten om niet naar het verre Japan af te reizen waar afgelopen september het congres in Kobe plaatsgreep. Mijn schaakvriend GM David Gurgenidze nam de virtuele voorzittershamer over en bedacht een oplossing voor de genante kwestie: een internetverkiezing. Iedereen mocht kandidaten insturen, waarna de commissie (dit jaar bestaande uit Gurgenidze, Ilam Aliev uit Azerbaijan, Marcel Van Herck uit België en mijzelf) punten moest toekennen en de studie met het meeste aantal punten zou “winnen”.

Ondanks dat het een officieuze procedure is, voelen de componisten zich enorm vereerd als hun studie wordt verkozen – vooral in Oost-Europa, waar elke eretitel kansen oplevert. Soms leverde het een heuse polemiek in de vakbladen op, maar eigenlijk was ik altijd wat verbaasd over de grote mate van consensus in de commissie bij de keuze (zie ook aflevering 32). De meeste discussie ontstaat omdat het ieder jaar weer niet duidelijk is dat het niet gaat om de beste studie van het jaar. Vriend Gurgenidze had dat niet helemaal uitgelegd bij de internetverkiezing, met als gevolg dat componisten en anderen de crème-de-la-crème van het studiejaar 2011 instuurden. Van de zeventien kandidaten leden er mijns inziens een dozijn, vaak terechte prijswinnaars in toernooien, aan het ingewikkeldheidsvirus, de materiaalbulkbacterie, de merkwaardige-materiaal-verhouding-parasiet of aan alle drie tegelijk. Die waardeerde ik daarom voor de duidelijkheid met 0 of 1 punt, hetgeen tot enige verbazing leidde – ik druk mij voorzichtig uit – bij de inzenders.

Lees meer >

Eindspelstudies 42 – The beauty and the beast

website

E-mail:

Hierbij de 42ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-formaat en leesbaar voor alle gangbare schaakprogramma’s


In aflevering 19 besteedde ik aandacht aan de oploswedstrijd tijdens het Tata Steel toernooi in 2012. Ook tijdens de jubileum-editie (75e editie) van het fameuze schaaktoernooi in Wijk aan Zee vindt er weer zo’n oploswedstrijd plaats onder de titel: Tata Steel Chess and Studies Day.

Lees meer >

Eindspelstudies 41 – De hand in eigen broek steken

Eindspelstudies

Lees meer >

Eindspelstudies 40 – Archaeologie

website

E-mail:

Hierbij de 40ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s


In aflevering 24 besteedde ik al aandacht aan het monnikenwerk om studies te vinden die ooit in een of andere krant of (schaak)tijdschrift gepubliceerd werden en sindsdien vergeten waren. Vroeger moest je daarvoor naar een bibliotheek om daar aan een balie aan een vriendelijke medewerkster (m/v) één of twee jaargangen (meer was niet te behappen in een paar uur) van een krant op te vragen, waarna een tijdje later een wat brommig type (m/v) in een stofjas met een karretje een paar enorme boeken kwam afleveren. Soms bleken de jaargangen “bij de fotograaf”; je kon namelijk tegen betaling van enkele tientjes een pagina laten fotograferen.

Lees meer >

Eindspelstudies 39 – Onthaasting

Eindspelstudies

Lees meer >

Eindspelstudies 38 – Een idee

Eindspelstudies

Lees meer >

Eindspelstudies 37 – De computer redt de engine-buster!

website

E-mail:

Hierbij de 37ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s


Sinds jaar en dag krijg ik de vraag of er een studie bestaat die voor schaakprogramma’s (engines) onoplosbaar is. Ik denk dan al snel aan dolle-toren studies waarin wit op een bepaald moment een keuze moet maken uit twee mogelijkheden, waarvan dan tientallen zetten later blijkt dat de ene optie wel en de ander optie niet goed was.

Ik moet overigens daarbij nog even aantekenen dat een engine soms nog wel eens de juiste zet speelt, maar dat de bijbehorende score pas laat zien of de studie is opgelost. Als dan bij een winststudie een neutrale score of bij een remisestudie een sterk negatieve score wordt gegeven is de keuze min-of-meer toevallig en heeft de engine de studie dus niet opgelost.

Dolle-torenstudies zijn intuïtief de studies die het moeilijkste zijn voor engines, natuurlijk vanwege het grote aantal zetten van de oplossing. Het zal u daarom verbazen dat de echte engine-buster een studie is met een oplossing van slechts 3 (drie!) zetten.

Lees meer >

Eindspelstudies 36 – Titeltje

website

E-mail:

Hierbij de 36ste aflevering van deze rubriek voor Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s


In het partijschaak kent men de titels FIDE-meester (FM), Internationaal Meester (IM) en Grootmeester (GM). Diezelfde titels kan men ook behalen in het compositieschaak. In het partijschaak moet men aan normen en nog enkele andere randvoorwaarden voldoen om de titels te behalen. Dat is in de schaakcompositie anders geregeld, men kent daar bijvoorbeeld geen ELO-rating, noch is het relevant of een componist hoge plaatsen behaalt in een toernooi waaraan titelhouders meedoen. Men heeft daar een ander systeem voor bedacht: het FIDE-Album. Voor een periode van drie jaar kunnen componisten hun beste composities (in de genres: tweezetten, driezetten, meerzetten, eindspelstudies, zelfmat, helpmat in 2, langere helpmats, fairy chess en retrogade) inzenden. Die worden dan per genre door een driekoppige jury onafhankelijk gescoord, waarna alleen de allerbeste composities in het FIDE Album worden opgenomen. Voor eindspelstudies worden er normaliter zo’n 500-700 studies per periode ingezonden (men schat dat het aantal gepubliceerde studies zo’n zesmaal hoger ligt). Hiervan worden er dan ongeveer rondom de 100 studies (dus slechts ruim 30 per jaar) geselecteerd voor het FIDE-Album. Met elke compositie verdient een componist één punt (een eindspelstudie telt als 12/3e punt, ook omdat eindspelstudiecomponisten vaak gespecialiseerd zijn in dat genre, terwijl andere componisten in meerdere genres punten kunnen verdienen) Voor een FM-titel zijn 12 punten vereist, voor een IM-titel 25 punten en voor een GM-titel 70 punten. Zoals in te zien valt is het ongelofelijk moeilijk om een GM-titel te behalen. Op het gebied van de eindspelstudie zijn er dan ook maar 6 (nog levende) GM’s: Emilian Dobrescu (Roemenië), Virgil Nestorescu (Roemenië), Jan Rusinek (Polen), David Gurgenidze (Georgië), Oleg Pervakov (Rusland) en Nikolai Kralin (Rusland).

Lees meer >