Schaakhistorie

Planinc, Vidmar en de psychologie

Albin Planinc was In de jaren zeventig een beruchte Sloveense speler, die met gedurfd, fantasierijk en zeer agressief aanvalsspel successen boekte. ( “Michail Tal on steroids”) Ook in Nederland in de jaren 1973-1974. Waar Fischer en Steinitz “slechts” 64 werden, bereikte hij de voor schakers perfecte leeftijd van 64 jaar, 8 maanden en 2 dagen. Immers, 64 = 82  .

Hij was amateurspeler met als hoofdberoep metaalbewerker in een fietsenfabriek, had nauwelijks opleiding, psychische problemen, altijd bij zijn moeder gewoond, beiden uiteindelijk in dezelfde psychiatrische inrichting terecht gekomen. Weinig persoonlijks van hem verder bekend, Ree heeft in New in Chess over hem geschreven (down Planinc’s path) en er is een interview met hem door Lodewijk Prins. Maar in de jaren ’70 grote triomfen. U wordt sterk aangeraden om de top-10 partijen, vermeld op

www.chessgames.com/perl/chessplayer?pid=17987

eens na te spelen. Allemaal kunststukjes. Onwaarschijnlijke stellingen, voortkomend uit ongeremde aanvalsdrift. Eventueel nog aangevuld met een partij waarin Jan Hein Donner overtuigend werd afgedroogd: www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1297109.

Lees meer >

Op 20 mei 1901 werd Max Euwe geboren. Als herinnering aan deze geboortedag publiceerde het MEC een uitgebreid artikel over een drietal Euwe-toernooien.

Iedereen kent het Max Euwe Centrum, maar minder bekend is dat er een andere stichting was die Euwe’s naam droeg. Deze ‘Euwe-stichting’ beleefde jarenlang een stil bestaan, maar in 2007 kwam daar verandering in! In 2007 (Arnhem),

Lees meer >

Botwinnik in Nederland

In Ecce Homo Ludens XXX schrijft René Olthof over de tijd van Botwinnik in Nederland.
Lees het artikel op de HMC-site.
Zie ook het overzicht van alle artikelen in deze serie.
Eerder op schaaksite was er ook een artikel over Botwinnik.

Nieuwe website MEC

Het Max Euwe Centrum presenteert met trots zijn nieuwe website. Met dank aan Govert Pellikaan www.schaaksite.nl/2021/03/04/govert-pellikaan-schaakvrijwilliger-van-2020/ die de site belangeloos voor het MEC gebouwd heeft!

De website is veel dynamischer, interactiever én fraaier dan de oude site. De informatie van de oude site hebben we zoveel mogelijk overgezet. Uiteraard kunt u op onze nieuwe website weer alles te weten komen over Max Euwe en het MEC en zijn activiteiten.

Lees meer >

Huttontoernooi 1989, de film (update)

Het Huttontoernooi is een jaarlijks toernooi voor jeugdteams van regionale bonden dat al ruim zestig jaar wordt georganiseerd. Op 28 oktober 1989 organiseerde de NHSB het in Heemskerk. Onder de deelnemers latere grootmeesters als Loek van Wely, Harmen Jonkman, ikzelf, mogelijk Karel van der Weide en een latere wereldkampioen bridge. De OSBO won met een half punt voorsprong op de NHSB. Berend van Maassen maakte een film van het toernooi en die beelden heeft hij gisteren op YouTube gezet. Met behulp van wat generatiegenoten op Facebook heb ik een lijstje gemaakt van de schakers die we denken te herkennen. Wie herkent er nog meer?

Op het einde van de eerste deel is er een bommelding. Tijdens de tijdelijke ontruiming werden er natuurlijk veel grappen mee gemaakt, maar één iemand (die anoniem wenst te blijven, maar hij heeft een paarse trui in het filmpje, is nu IM en zijn broer schrijft regelmatig op Schaaksite) had de pech dat er net een stille naast hem stond. En hop, mee naar het bureau moest ie. Hij was nog wel op tijd terug om zijn partij verder te spelen (maar, zie het filmpje).

We herkennen: 1:00 Henk Michels; 9:50 Sybolt Strating 9:57 Richard Duijn, ik tegen Michel Abbink, Jesper Smeenk? tegen Ivo Stork, Ornett Stork tegen Arnoud Jansen/Erik van Esterik? ; 10:17 Sjonnie Strothotte; 10:46 Mark Vermeer; 11:08 Gert-Michiel de Niet? en Frenk van Harreveld aan het vluggeren; 11:23 Raoul van Ketel; 13:53 Jan Sinnige; 14:00 Berend van Maassen;  14:05 Roel de L; 14:36 Piet Hania, Jan-Peter Bogers; 15:01 Job Bueno de Mesquita † ; 15:42 Marcel Beulen; 16:07 Raoul van de Oudeweetering; 16:15 Jeroen Bosch en Frieda Arnold; 16:23 16:23 Sylvia de Vries tegen Petra Egbers; 16:51 Jan-Willem van de Griendt; 16:57 Bas van der Lijn 17:10 Erik Janssen en ik; 17:02 Partij Migchiel de Jong – DR 17:15 Sylvia de Vries en Renate Limbach † ; 17:24 Mark Irwin; 17:26 Hiddo Zuiderweg; 17:30 Jan-Willem van Prooijen; 17:34 Maarten Strijbos; 17:37 Léon van Tol; 18:18 Jeroen Bosch 19:05 Poulien Knipscheer; 19:12 Martijn Engelberts;

Lees meer >

Eens maar nooit weer

In 2000 was de organisatie van het Nederlands kampioenschap in handen van Sytze Faber, het KNSB-bestuurslid topschaak. In die hoedanigheid werd hij belast met de samenstelling van een 12-koppig deelnemersveld, en dat was nog niet zo eenvoudig. Jan Timman mocht wel maar wilde niet omdat hem een startgeld was ontzegd, en de Bosniërs Sokolov en Nikolic wilden wel maar mochten niet omdat ze niet bereid waren om voor het Nederlandse Olympiadeteam te spelen, destijds een conditio sine qua non om deel te mogen nemen aan het Nederlands kampioenschap. Via de halve finale plaatsten zich Friso Nijboer, Manuel Bosboom, Herman Grooten en Dennis de Vreugt, zeven anderen werden op grond van hun rating toegelaten, en toen was er nog een wildcard over. Faber besloot die aan Genna Sosonko te gunnen, maar deze legde de uitnodiging naast zich neer. Hij had nog wel een goede raad voor Faber: “Waarom nemen jullie geen computer?” Waarschijnlijk schertsend bedoeld, maar bij Faber viel het kwartje met donderend geraas. Een computer, natuurlijk, dat hij daar niet eerder aan had gedacht…

In die tijd was de schaakcomputer in opkomst. Drie jaar eerder had toenmalig regerend wereldkampioen Garri Kasparov een match tegen IBM-computer Deep Blue met 3½-2½ verloren, wat voor flink wat consternatie had gezorgd. Faber besloot de gok te wagen en nam het besluit de computer Fritz SSS*, destijds onder de merknaam Quest computerkampioen van Nederland, in het diepe te gooien. Jaap van den Herik, hoogleraar informatica aan de Universiteit van Maastricht, bestempelde de beslissing van het KNSB-bestuur als moedig. Van den Herik: “De samenvoeging van mensen en computers in één en dezelfde maatschappij zal zich de komende vijf jaar snel voltrekken. Er zal sprake zijn van digitalisering van het wereldbeeld. Het siert de KNSB om deze trend zo nadrukkelijk onder de aandacht te brengen.” Van den Herik had uit hoofde van zijn functie contacten in de computerwereld en startte een lobby, wat een extra prijzengeld van f 70.000 opleverde. Daarmee steeg de eerste prijs van f 16.000 in 1999 tot f 40.000 in 2000!

Faber belde de menselijke deelnemers met de vraag of zij bezwaar hadden tegen deelname van Fritz. Sommigen hadden zo hun bedenkingen, maar voor de meesten was het extra prijzengeld te aantrekkelijk om naast zich neer te leggen. Loek van Wely: “Van mij mag de computer ieder jaar meedoen, als hij iedere keer maar geld meebrengt.” Alleen Paul van der Sterren verklaarde zich mordicus tegen en hield voet bij stuk, zelfs toen Faber hem duidelijk maakte dat hij niet zou meedelen in het extra prijzengeld wanneer hij bij zijn besluit bleef om niet tegen Fritz te spelen. Van der Sterren noemde de deelname van Fritz met nauwelijks verholen walging een knieval voor de commercie. Geld is van waarde, maar principes nog meer.

Lees meer >

Willem Verbeek – Een pionier van het Nederlandse schaken

Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888) was de jongste telg uit de familie van Jan Louis en Wilhelmina Verbeek. Hij was geboren en getogen in Wijk bij Duurstede en na een onderbreking voor zijn medische opleiding tot platlandicus is hij daar in 1842 teruggekeerd en gestart als huisarts. Verbeek trouwde en zou een gezin hebben dat uitgroeide tot negen kinderen.

Ondanks zijn drukke praktijk, familieleven, en financiële beslommeringen vond Willem Verbeek ruimte om zich in diverse sociaal-culturele activiteiten en goede doelen te verdiepen. In zijn vrije tijd was Verbeek vooral actief in de schaakwereld, waar hij menig lans brak voor de ontwikkeling van het schaken in Nederland, dat in de negentiende eeuw nog achterliep op de rest van de wereld. Verbeek geldt dan ook als een pionier, die als geen ander een stimulator was voor het schaken en de uniformering van de regels in Nederland. Verbeek was een schaakmeester avant la lettre, maar hij is vooral bekend als de hoofdredacteur van het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa (1847-1874), zijn geesteskind.

Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888)

In 1844 richtte Verbeek met twee clubgenoten het schaakgenootschap Sissa op, vernoemd naar de mythische brahmaan Sissa waarvan men dacht dat hij de uitvinder van het schaakspel was. De leden van deze vereniging ontmoetten elkaar wekelijks. Verbeek was de captain van menig correspondentie-schaakpartij van Sissa tegen andere clubs in het land. Onder Verbeeks leiding groeide Sissa uit tot een gerespecteerde schaakmacht en werd Wijk bij Duurstede “de bakermat van het schaken” in de regio.

Verbeeks naam (alsook zijn pseudoniem Gustavus) is verbonden met het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa, zijn geesteskind, dat hij in 1848 opzette en waarvan hij tot 1874 de hoofdredacteur zou zijn. Het blad werd het middel bij uitstek om de Nederlandse schaakgemeenschap te verbinden en op de hoogte te houden van de laatste theoretische ontwikkelingen.

Na uitgebreid overleg met vooraanstaande schakers publiceerde Verbeek in 1848 onder zijn pseudoniem het Nieuw reglement op het gewoon schaakspelen, dat algemeen aangenomen werd en door het hele land gebruikt werd tot in 1874, toen de Nederlandse schaakbond met een update kwam.

Lees meer >

Documentaire over Paul Keres

Wijnand Engelkes postte een tip die een eigen bericht verdient:

“Een schitterende 55 minuten durende videodocumentaire over Keres: tinyurl.com/2ewdnzh3

Op een Estse site, maar volledig Engels ondertiteld.

Met zijn echtgenote Maria en vele collega-grootmeesters aan het woord over Keres, waaronder Botvinnik, Spassky, Tal, Gligoric, Korchnoi en natuurlijk Lodewijk Prins.”

Lees meer >

Schaakgeschiedenis in vogelvlucht 24: Garry Kasparov

 

 

Deze rubriek is gemaakt voor schaaksite.nl en is terug te vinden onder het kopje ‘Schaakhistorie’.

Omdat het schaakspel een eeuwenoud spel is, dat naar schatting al 3000 jaar oud is, lijkt het mij gepast om een serie korte artikelen te presenteren, waarin de schaakgeschiedenis voor het voetlicht wordt gebracht. In de vorige aflevering hebben we het gehad over Anatoly Karpov. In deze nieuwe aflevering zullen we het hebben over Garry Kasparov (Geboren in 1963).

 

 

Garry Kasparov met één van zijn grimassen (foto Jos Sutmuller)

In deze nieuwe aflevering spreken over het ‘wonderkind uit Baku’, Garry Kasparov. In 1984 werd hij de uitdager van wereldkampioen Karpov. Nadat deze turbulente WK-match in 1984 na bijna vier maanden met een voorsprong van 5-3 voor de titelhouder werd afgebroken, moesten de heren een jaar later op herhaling. Over de achtergronden van deze titelstrijd die door Campomanes, de voorzitter van de Fide, werd afgebroken is al veel gezegd en geschreven. Het komt er in het kort op neer dat de match ging om zes winstpartijen (zonder dat remises mee zouden tellen, precies zoals Fischer het had gewild!). Karpov kwam met 5-0 voor maar en leek op alle fronten de meerdere van zijn jonge uitdager. Die besloot toen om ‘Karpov als het ware tegen zichzelf te laten spelen’. Hij koos exact de openingsvarianten die zijn tegenstander tegen hem gebruikte en produceerde zo een hele lange reeks remises. Omdat hij duidelijk jonger en fysiek veel fitter was dan zijn rivaal, begonnen er scheurtjes in het spel van Karpov te komen. Dat vertaalde zich in drie nederlagen voor de regerende kampioen. Toen de tweekamp werd afgebroken, waren beide spelers woest. Karpov zei dat hij nog slechts één overwinning nodig had om de titel te behouden, Kasparov beweerde dat zijn tegenstander op instorten stond…

Maar een jaar later speelden beiden een nieuwe tweekamp die nu ging over 24 partijen waarbij de titelhouder voldoende had aan 12-12. Dit werd een zinderende tweekamp, die in Moskou gespeeld werd. Tegen het eind had Kasparov een voorsprong in handen tot Karpov de 22ste partij in zijn voordeel wist te beslissen en daarmee de achterstand verkleinde tot één punt. Na een remise in de 23ste partij moest Karpov dus in de laatste partij, waarin hij wit had, winnen om de titel te behouden. Dit werd één van de meest bijzondere partijen die ik ooit gezien heb, ook gezien de spanning die er op deze partij stond.

 

(foto Jos Sutmuller)

Karpov, Anatoly – Kasparov, Garry (24ste partij)

Deze partij werd een gevecht op het scherp van de snede. Ik herinner me heel goed dat ik voor mijn eigen club (de Eindhovense Schaakvereniging) in de hoogste klasse een teammatch speelde in Hilversum tegen HSG. In deze tijd was er nog geen internet maar wel hadden we tijdens deze wedstrijd de beschikking over een televisietoestel met Teletekst. In gelukkig werkte daar een schaker, die alle zetten, in vrijwel ‘realtime’ intypte. Dus stond er bij het toestel een schaakbord en daarop werden de zetten keurig door iemand bijgehouden. Op een gegeven moment was de spanning in deze partij tussen de twee grote ‘K’s’ zo voelbaar, dat steeds meer schakers om dit bord dromden en daarmee zelfs hun eigen partij in de steek lieten. Vooral het moment waarop Kasparov, die genoeg aan remise had, plotseling met een dubbel pionoffer de stelling opende, zorgde voor grote opwinding. Ondanks het hoge aantal Elopunten dat op deze dag aanwezig was, durfde niemand te voorspellen hoe deze partij zou aflopen. We voelden allemaal dat we getuige waren van één van de meest fascinerende en uiterst belangrijke schaakpartijen die ooit gespeeld was. Hier werd bepaald hoe onze schaakwereld er de komende tijd uit zou gaan zien…

Lees meer >

Vraag over oprichting schaakclub (Morphy?) door Jan Esser in 1893

Van Klaas Marck kregen wij de volgende vragen. Is er een lezer die hier iets over weet, of iemand kent die er meer van zou kunnen weten?

Schrijvend aan een korte biografie over mijn vakgenoot Jan Esser stuit ik op het volgende probleem.

Zowel in het proefschrift van Barend Haeseker ‘Dr. JFS Esser and his contributions to plastic and reconstructive surgery’ (1983) als in ‘Het Tomeloze leven van Johannes Esser’ (2002) van journalist Ton Neelissens is te lezen dat Jan Esser in zijn middelbare-schooltijd de schaakclub Morphy heeft opgericht, en wel op 28 december 1893. Ook schrijft Neelissen dat Lasker in 1988 Leiden bezocht en gast was van de studentenschaakclub Alapin, waarvan Jan Esser de president was. Beide auteurs drukken in hun boek ook foto’s af (zie bijlagen).

Ik betwijfel of Jan Esser in zijn middelbare-schooltijd een schoolschaakclub heeft opgericht die Morphy werd genoemd. Waarom zou hij dat doen wanneer al in 1863 in Leiden bij het Leids Studenten Corps een gelijknamige club was opgericht? Kijken we naar de afbeelding ‘Esser scholierenschaakclub Morphy 1896′, dan is mijn indruk dat we niet naar scholieren kijken, maar naar studenten, die voor zich het portret van Morphy hebben staan.

Over studentenschaakclub Alapin vind ik op internet bij haagseschaakbond.nl/content/view/394/43/, een bijeenkomst waar Haeseker sprak en ook Hans Ree. Hier wordt vermeld dat Esser Morphy oprichtte in 1893 (als scholier) en later voorzitter was van de studentenschaakclub Alapin. Dat komt mij voor als merkwaardig. Esser was lid van het Leids Studenten Corps en dus vrijwel zeker ook lid van het veel eerder opgerichte Morphy.

Ook vind ik deze in mijn ogen foutieve informatie terug op oudzuylenutrecht.nl/esser-en-leussen/ een bijdrage van ene Robert Beekman uit 2016 bij Schaakclub Oud Zuylen.

Lees meer >