UIT OPTEKENINGEN 16

Deel 16 optekeningen

De jaren op weg naar 1990 waren beslist niet de slechtste in de prestatiecurve. Van de 144 verplicht gespeelde partijen sloot ik er 78 winnend af, verloor er 22 en speelde 44 maal gelijk In procenten 70. Veel bijzonders speelde zich in dat tijdvak van 5 jaren niet af, maar wel waren er aardige partijen bij. Tegen Groothoofd uit Dordrecht, dat toen nog aan het competitieleven deel nam, maar later weer uit de geschiedenisboeken verdween, een voorbeeld van een valletje in de opening. Tegenstander was – de inmiddels verscheiden – Piet Verkade, in het leven destijds personeelschef bij de Nederlandse Kabelfabriek in Alblasserdam. Piet was een zeer beminnelijk persoon, bemoeide zich later veel met het begeleiden van de schaakjeugd, maar bevond zich in die tijd in een “alternatieve” periode. Zijn haar was versierd met kleurige speldjes, waarvan sommigen in de vorm van blauwe en rode knijpertjes. Ook zijn kleding was aangepast aan zijn toenmalige uitstraling. Kortom, het schaakspel vond die avond meer aandachtspunten dan de gebeeldhouwde figuren op het bord alleen!

Dordrecht, 25-1-1985

Ir. P. Verkade – A. de Jong

Uit de 3 bondenwedstrijden PTT-Spoorwegen-Politie behaalde ik in ’87 weer eens 100%. Ditmaal speelden we in stationsgebouw Hollandse Spoor in Den Haag. ’s Middags had ik tegen Van Velsen van de Spoorwegen een taaie Caro Kann te overwinnen, wat niet minder dan 67 zetten vergde, maar in de morgen ging het wat vlotter. Voor de tweede maal in die serie was ik gezeteld tegenover Dick Pasterkamp. Dick, “TV ster”, vanwege zijn aandeel in de arrestatie van de oorlogsmisdadiger Pieter Menten, die ergens in het Oosten van Europa werd opgepikt door onze justitiële arm, was aangenaam verrast dat ik zijn lievelingsopening tegen hem speelde. Maar die vreugde was voor hem van korte duur! Nog voor de tweede koffieronde op die zaterdagmorgen konden we samen over andere zaken gaan keuvelen.

Den Haag, 21-11-1987

D. Pasterkamp – A. de Jong

In de maand juni van 1989 werd door de Grandmasters Association om de World Cup gestreden. Voor een selectief gezelschap gaf IGM Jonathan Speelman, getooid met zijn onafscheidelijke slobberkleding plus een stoffen draagtas voor zijn “things”, een simultaan séance voor 24 man. Daarvan won hij er 16, speelde er 5 remise maar ging ook 3 keer onderuit. Zo won ook mijn oude gabber Cor Smit uit Nijkerk en hield ik Jonathan op remise. Mijn partij was een merkwaardig product en bood geen van beide partijen een kans op winst. Ik sprak hem dan ook toe met de woorden: “Maybe a draw?”, waarop hij aarzelend antwoordde: “Yes, all right!” Hij vond het maar vreemd dat ik daarna commentarieerde, dat ik het maar “a funny game” had gevonden, waarvan je bijna kon zeggen dat het niet op schaken leek.

Rotterdam, 21 juni 1989

Jonathan Speelman – A. de Jong

In de latere tachtiger jaren werd Pieter Sturm één van de sterkste spelers van “Steinitz”. Ik heb menig robbertje met hem mogen uitvechten, maar het aantal keren winst was toch in de minderheid. De volgende partij verliep in mijn voordeel. Van het begin af werd het een levendige strijd met aan beide zijden huppelende paarden. Nadat ik mijn eigen edele dieren naar de slager had gebracht, werd het werk overgenomen door de lopers gesteund door de torens. Het eindspel ging ik in met een plustoren. Dat is een stuk met een beetje meerwaarde ten opzichte van zijn tegenvoeter. Die meerwaarde was zichtbaar in de rol van de beide koningen. De zwarte majesteit bleef afgesneden van het strijdtoneel en op dat toneel kreeg Wit dus ook sterkere pionnen dan die van Zwart. Dat mondde uit in een pluspion. De eindstand was een fraai gezicht!

Rotterdam, 2-10-1989

A. de Jong – P.H. Sturm

Een andere partij die het memoreren waard is speelde zich af in Hillegersberg. Ik speelde mee met het tweede team tegen het reserveteam van de Bergenaren. Tot onze verrassing troffen we daar als lid aan de ons uit eigen gelederen – en trouwens ook uit vele andere gelederen, zoals het hoog geklasseerde Spangen uit vroeger jaren – bekende E.L. Janssens. Nog verrassender was dat hij niet aan bord 1 van het eerste team maar aan bord 1 van het tweede team aantrad. Nog verrassender was de inhoud van de partij tussen hem en mij. Ed Janssens stond bekend als een aanhanger van de Aljechin Verdediging. Nu wilde het toeval (?), dat ik daar ook wel eens mee in zee ging, maar die wetenschap was Ed kennelijk niet bekend. De partij werd dan ook een aftasten in psychologische zin, door het wekken van de indruk dat ik door het antwoord Pf6 op de openingszet e4 niet goed wist wat ik met zo’n zet aan moest. De partij had een hevig verloop en is, mede gelet op z’n lengte (of liever gebrek daaraan) geschikt om hem hier even te behandelen.

Rotterdam, 23-11-1989

A. de Jong – E.L. Janssens

Pas na afloop lichtte ik Janssens in, dat hij mijn lijfopening had gekozen en dus precies wist wat ik te verwachten had. Maar Ed beweerde, dat ik alleen maar geluk had gehad.

Alle fragmenten en partijen hieronder op een rijtje:

(wordt vervolgd)

De vorige afleveringen treft u hieronder aan:

Uit optekeningen 1

Uit optekeningen 2

Uit optekeningen 3

Uit optekeningen 4

Uit optekeningen 5

Uit optekeningen 6

Uit optekeningen 7

Uit optekeningen 8

Uit optekeningen 9

Uit optekeningen 10

Uit optekeningen 11

Uit optekeningen 12

Uit optekeningen 13

Uit optekeningen 14

Uit optekeningen 15

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.