Mijn zoektocht naar de derde grootmeesternorm

Op het Europees kampioenschap voor landenteams heb ik mijn derde GM-norm behaald: ik scoorde 6,5 op 9 met een TPR van 2671, wat zelfs een half punt meer is dan nodig voor de norm. Nu ik de grootmeestertitel kan aanvragen, zou ik graag eens terugblikken op mijn zoektocht naar de laatste GM-norm.

Hoe heeft het zo lang kunnen duren?

Om op die vraag te antwoorden, moeten we terugkeren naar september 2010. Ik had net mijn tweede GM-norm gescoord op het Inventi-toernooi in Antwerpen en speelde mee op de Olympiade in het Siberische Khanty-Mansiysk op het eerste bord van de Belgische ploeg. Dat toernooi speelde ik zeer sterk, alleen liet de afwerking het soms wat afweten, zoals in mijn partij tegen Galego, een Portugese GM…

Michiels, B. (2459) – Galego, L. (2499)

Olympiade 2010, ronde 7

Met mijn laatste zet 43.Te3 had ik natuurlijk ook gezien dat er patmotieven in de stelling kwamen. Maar ik dacht: zwart moet 43…Th1+ spelen en met 44.Kg3?? staat de zwarte koning niet meer pat. Aan een schaker hoef ik niet uit te leggen welke gedachten er in mij opkwamen toen mijn tegenstander 44…Tg1+ uitvoerde. Na 45.Kf3 Txg4! probeerde ik nog 46.Te8, maar na een paar zetten werd de remise getekend en kon ik mijn frustratie bekoelen buiten de toernooizaal in de Siberische kou.

Ondanks deze uiterst pijnlijke partij waren mijn normkansen nog niet verschoten. In de laatste partij moest ik winnen van de sterke Kazakse grootmeester Kazhgaleyev. In een partij met wisselende kansen kwam uiteindelijk volgende stelling op bord:

Kazhgaleyev, M. (2620) – Michiels, B. (2459)

Olympiade 2010, ronde 11

Ik herinner me dat ik oorspronkelijk van plan was om 50…Dd1+ te spelen. Alle varianten winnen geforceerd voor zwart, maar toen ik alles nog eens checkte, raakte ik in verwarring en verdwaalde ik in het variantenbos. Met weinig tijd op de klok speelde ik dan maar een paar doelloze schaakjes, kreeg schrik van de witte vrije g-pion en gaf eeuwig schaak. Terug op de hotelkamer kreeg ik reeds een mail met felicitaties van Valery Maes, mijn secondant. Hij was er helemaal van overtuigd dat ik de diagramstelling wel tot een goed einde zou gebracht hebben…

Ondanks een einde in mineur steeg ik redelijk wat ratingpunten en een paar maanden later bereikte ik voor het eerst de magische grens van 2500. In die periode was ik ervan overtuigd dat de laatste norm wel snel zou komen. Gewoon een kwestie van voldoende tornooien spelen, dan komt het statistisch gezien vanzelf, toch? Dat laatste bleek nogal tegen te vallen, want blijkbaar heb ik een speelstijl die leidt tot vrij stabiele resultaten. Gedurende drie jaar speelde ik 181 partijen in 22 toernooien. Mijn rating bleef rond 2500 zweven, zonder veel uitschieters, naar onder noch naar boven. Die hele periode lang heb ik geen enkele kans meer gehad om voor een GM-norm te spelen. Ofwel liep het al in het begin van het toernooi fout, ofwel ergens in het midden, zoals in de Belgische interclubs van 2011-2012 en 2012-2013.

Michiels, B. (2501) – Czebe, A. (2513)

Belgische interclubs 2011-2012, ronde 6

Na de laatste zet van zwart 22…Tdb6 begon ik te beseffen dat ik me serieus in de problemen had gewerkt. Toch was er nog een elegante manier om het evenwicht te bewaren: 23.b3! Pc3 24.Txd5! Pxd1 25.Kxd1, waarna wit voldoende compensatie heeft voor de kwaliteit. In plaats daarvan volgde 23.Lxd5 Pxb2 24.Tf1 Pa4 25.Le4?! Pc3 26.Tff2 Ta6 27.Td7?! Txa3 en uiteindelijk kwam ik verloren te staan. Bah, wat een slechte partij.

Het jaar daarop was ik ook op schema voor een GM-norm, maar kreeg ik volgende mokerslag te verwerken:

De Schampheleire, G. (2275) – Michiels, B. (2506)

Belgische interclubs 2012-2013, ronde 7

Nietsvermoedend van het onheil dat me te wachten stond, verzette ik mijn toren van d8 naar e8: 20…Te8??. Na 21.Pe6! stuikt de zwarte stelling volledig in elkaar.

Na deze partij zou ik nooit durven dromen hebben dat ik dit jaar nog een norm zou scoren. Niet dat ik de hoop al had opgegeven, integendeel, ik bleef ervan overtuigd dat ik ooit wel eens grootmeester zou worden. Maar ik had me erbij neergelegd dat het niet voor binnenkort zou zijn.

Waarom is het dit tornooi wel gelukt?

Eigenlijk kan ik geen goede reden opgeven waarom ik dit toernooi wel een GM-norm heb gescoord. Vermoedelijk een combinatie van goed spelen, af en toe meeval hebben en vooral geen tegenslag te verduren krijgen. Zowel in ronde 1, 2, 3 als 4 kon ik niet klagen over het resultaat van de partij en had ik evengoed 1 op 4 kunnen hebben – weliswaar in het allerslechtste geval – in plaats van de 3 op 4 die ik scoorde.

Glud, J. (2526) – Michiels, B. (2506)

EK Landenteams 2013, ronde 2

Gedurende bijna de volledige partij had ik de overhand, maar in de diagramstelling wist ik niet goed wat ik zou doen als wit afwacht en paardzetten speelt. De witte koning is net op tijd om tegenspel te creëren, bijvoorbeeld: 64.Pb2 Kc3 65.Pa4+ Kb4 66.Pb2 a4 67.Pxa4 Kxa4 68.Ke3 Kb5 69.Kd4 Kc6 70.Ke5 Pf5 71.Kf6 Ph4 72.f5 gxf5 73.g6 Pxg6 74.Kxf5 en remise. Allebei hadden we nog maar weinig tijd op de klok (weliswaar met een increment) en er volgde 64.Kf2? Ke4 65.Kg3 Pf5+ 66.Kg4 Pe3+ 67.Kg3 Pd5 68.Pc5+ Kf5 69.Pb7 a5 70.Pd6+ Ke6 71.Pc4 Pe7 72.Kf3 Pf5 73.Kg4 Pd6 74.Pa3 Kd5 75.Kf3 Kd4 76.Pb1 Kd3 77.Pa3 Kc3 78.Ke3 Kb2 0-1. De aandachtige lezer zal trouwens opmerken dat wit in de partij ook nog een paar keer goeie remisekansen liet liggen. Is dit geluk of eerder de tegenstander die in een moeilijke situatie kraakt onder de druk? Ik ben geneigd het tweede te denken, maar het zou je maar overkomen dat je tegenstander de juiste verdediging vindt.

Michiels, B. (2506) – Ivanisevic, I. (2619)

EK Landenteams 2013, ronde 4

In een vreemde Benoni-partij stond ik eerst beter, maar langzamerhand was de controle mij aan het ontglippen. Na 32.Dc3? had ik, en blijkbaar ook mijn tegenstander, enkel gekeken naar 32…Txd4?, waarna zwart niet meer dan eeuwig schaak heeft. De partij ging verder met 33.Dxd4 Te1+ 34.Txe1 Dxe1+ 35.Lf1 Dg3+ 36.Lg2 De1+ 37.Lf1 Pe3 38.Dd3 Dg3+ 39.Kh1 Df3+ 40.Kg1 Dg3+ 41.Kh1 Dxf4+ 42.Txd7 Dh4+ 43.Kg1 Dg3+ 44.Kh1 Dh4+ 45.Kg1 Dg3+ remise. Hier ben ik goed weggekomen, want 32…Dh5! is helemaal gewonnen voor zwart.

Nu wil ik niet de indruk geven dat ik mijn norm heb gehaald enkel en alleen door geluk. In de eerste plaats vind ik dat ik goed heb gespeeld, bijvoorbeeld in de ronde 6 tegen een 14-jarige IM van Noorwegen.

Michiels, B. (2506) – Tari, A. (2420)

EK Landenteams 2013, ronde 6

Dit eindspel is fantastisch voor wit want zwart is volledig verlamd door de zwakke pion op c7. 29.Tc6 Pb8 30.T6c3 Pd7 Voilà, de toren staat iets beter op de derde rij en zo heb ik ook eens aan mijn tegenstander duidelijk gemaakt wie er de baas is in deze stelling. 31.e4 Pb6 32.g4 h6 33.f3 Na onmiddellijk 33.Pf1 vond ik 33…d5 vervelend. 33…f6 34.Pf1 Kd7 35.Pe3 c6 36.f4 Tbc7 37.Kf3 Rustig wat ruimte winnen en alles klaarzetten om op een gepast moment tot actie over te gaan. Mijn tegenstander besliste om niet bij de pakken te blijven zitten, maar daardoor werd mijn voordeel enkel maar groter. 37…g5 38.f5 e5 39.dxe5 fxe5 40.Ke2 d5 41.Tc5 Kd6 42.Ta5 Td8 43.Ta6 Tb8 44.exd5 cxd5 45.Txb6+ 1-0.

Na deze winstpartij was de norm en de GM-titel bijna binnen, want ik had slechts een norm over 8 ronden nodig. Afhankelijk van de elotegenstand had ik ofwel een halfje ofwel één punt op twee partijen nodig. Omdat ik nog nooit in zo’n gunstige situatie was geweest, was ik zeer gestresseerd, vraag maar aan de andere leden van de Belgische delegatie. Met twee soepele remises behaalde ik de norm met een half punt overscore! En het sprookje was nog niet gedaan, want mijn eerste partij als grootmeester won ik met een mooie mataanval.

Pancevski, F. (2478) – Michiels, B. (2506)

EK Landenteams 2013, ronde 9

Een typisch geval van wederzijdse aanval bij tegengestelde rokades, met het verschil dat wit eigenlijk geen aanval heeft. 25…g6 De jongens komen eraan! 26.axb7+ Kxb7 27.hxg6 Pce7 Op dit moment had ik de pointe later in de partij gezien en ik had moeite om mijn enthousiasme te verbergen toen mijn tegenstander er recht naartoe ging. 28.Pg2? Dxh3 29.Dxh3 Txh3 30.gxf7? Ph4! De pointe! Trouwens, zeer sympathiek van mijn tegenstander om mij de schaakmat te laten uitvoeren. 31.fxg8=D Pf3#. De eindstelling vind ik een echt pareltje en verdient dan ook een diagram.

Pancevski, F. (2478) – Michiels, B. (2506)

EK Landenteams 2013, ronde 9

Met het behalen van mijn laatste norm en de grootmeestertitel gaat er een kinderdroom in vervulling. Sinds ik Belgisch jeugdkampioen bij de 10-jarigen werd, wou ik grootmeester worden. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar het was het waard!

3 Reacties

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.