Top-40 Nederlandse schakers. 4: Loek van Wely

Het duurde nog vrij lang voordat Loek van Wely kampioen van Nederland werd, maar toen werd hij het ook zes keer achter elkaar. Toen hij negen jaar na zijn zesde titel een tweede topperiode inging, mocht hij zich definitief een van de allergrootste Nederlandse schakers aller tijden noemen.

Tijdens het Remco Heite Toernooi 2014. Foto: Lennart Ootes

Loek van Wely (geboren 7 oktober 1972) werd in 1988 en 1989 jeugdkampioen van Nederland en debuteerde in 1991 op het NK met een vijfde plaats. In de rest van de jaren negentig werd hij twee keer derde, twee keer vierde en een keer achtste. Het lukte in eigen land dus nog niet, terwijl hij over de hele wereld successen haalde in open toernooien. Van Wely won open toernooien in Berlijn 1991, Philadelphia 1992, New York 1996 en Antwerpen 1996.

In 1996 vroeg Kamski hem als secondant voor zijn WK-match tegen Karpov. Van Wely zei ja en belde vanaf Schiphol nog even een KNSB-bestuurder om te zeggen dat hij toch maar niet meedeed aan het NK. De programmaboekjes waren echter al gedrukt en de jonge wereldreiziger kon een groot conflict nog net afwenden met een schadevergoeding voor nieuwe boekjes. Een jaar later, december 1997, haalde hij bij het FIDE-WK in Groningen (voor het eerst een knock-outtoernooi) de kwartfinale. Van zijn prijzengeld van 76.800 dollar, waarvan hij eerst luidkeels aan journalisten voorrekende hoeveel FIDE-heffing, BTW en inkomstenbelasting hij daarvan moest betalen, zou hij vervolgens een dikke BMW kopen. Dat deed hij ook, maar pas nadat hij eerst zijn rijbewijs haalde.

Die bravoure was er ook in interviews en andere mediamomenten, als de vraag aan de orde was wie de sterkste schaker van Nederland was. Timman, Piket en Van Wely gingen gelijk op. De mediastrijd leidde tot een match tegen Timman in 1998 in Breda. Na drie partijen stond Van Wely twee punten voor, maar Timman kwam terug tot 5-5. Van Wely won de barrage van rapidpartijen, maar verkondigde direct dat hij het gelijkspel als een nederlaag beschouwde.

In 1999 won hij voor het eerst een gesloten toernooi op wereldniveau: de Rubinstein Memorial in Polanica Zdroj (Polen). Van Wely scoorde 7 uit 9 en eindigde voor Goerevitsj en Onisjoek. Daarmee pareerde hij kritiek (onder andere van Timman) dat hij alleen maar open toernooien kon winnen.

 

Zes keer kampioen

NK 2001 in Leeuwarden. Foto: Johan Hut

 

Loek van Wely was in Nederland dus al een grote, toen hij in 2000 eindelijk Nederlands kampioen werd. Hij eindigde een vol punt voor zijn generatiegenoot Piket, wat hem goed gedaan moet hebben. Een jaar later werd hij eerste samen met Van den Doel en in 2002 met Tiviakov. Beiden versloeg hij in de rapidbarrage. In 2003 en 2005 liet hij Tiviakov en Stellwagen achter zich, tussendoor werd hij kampioen voor Sokolov en Tiviakov. Zes Nederlandse titels op rij, steeds met een sterke bezetting. Sinds Euwe had nog niemand zoiets gepresteerd.

Op andere Nederlandse toernooien was Van Wely in die tijd ook succesvol. Dieren (open NK) won hij in 1999, Vlissingen in 2001 (gedeeld). De kroonvierkamp in Hoogeveen won hij in 2001 samen met Judit Polgar. Misschien wel zijn grootste toernooizeges waren de Lost Boys Toernooien in Amsterdam in 2001 en 2002. In het eerste jaar scoorde hij 7,5 uit 9, een vol punt voor Timman, Piket, Sokolov en Sutovski. Dat was dus ook belangrijk voor de Nederlandse hiërarchie. In 2002 scoorde hij zelfs 8,5 uit 9 en bleef anderhalf punt voor op Sokolov, Nijboer en Handke. Verder achter hem eindigden Sutovski, Timman en Goerevitsj. Dat zijn grootste successen open toernooien waren, kon je intussen onmogelijk meer als minpunt zien. Als je dat ooit al zo gezien had.

 

Tijdje weggeweest

In 2006 won Van Wely een open toernooi in Foxwood. In dat jaar werd hij derde op het NK. Daarna speelde hij in zeven jaar nog slechts één keer mee, hij werd vierde in 2010. In 2006 had Jan Nagel het NK met veel bombarie naar Hilversum gehaald met hoge prijzengelden, maar een jaar later plofte de prijzenpot plotseling ineen. Dat was voor Van Wely en enkele andere toppers reden om niet meer mee te spelen. In latere jaren kwam daarbij dat Van Wely probeerde een bestaan als pokeraar op te bouwen.

In 2014 was hij er echter weer bij en bleek zijn relatieve inactiviteit hem geen schade te hebben gedaan. Van Wely werd eerste samen met Tiviakov, die hij versloeg in de barrage van snelschaakpartijen. Een jaar later moest hij alleen Giri voor laten gaan en in 2016 verrassend Jorden van Foreest. In 2017 werd Van Wely opnieuw kampioen, na een barrage tegen Ernst. Twee eerste en twee tweede plaatsen in vier jaar, zijn ‘pensioen’ moest hij toch nog even uitstellen. In 2016 won hij ook Vlissingen met 8 uit 9.

Met zijn opvolger als veelvoudig Nederlands kampioen? Hier een foto uit 2017 van Harry Gielen.

 

Mondiale top honderd

Op de Olympiade kwam Van Wely van 1992 tot en met 2016 alle dertien keer uit voor het Nederlandse team. Vanaf 2000 uiteraard (vijf keer) aan het eerste bord. Zijn score van 59% is redelijk, gezien de tegenstand. Belangrijker is, dat hij in 2001 en 2005 aan het topbord speelde van het Nederlandse team dat Europees kampioen werd. Zelf scoorde hij bijna vijftig procent, zijn ploeggenoten op de lagere borden droegen de punten aan. Alle spelers werden benoemd tot Lid van Verdienste van de KNSB.

Van Wely kwam in 1992 de top honderd van de wereld binnen op plaats 85. Tot op heden staat hij daar met slechts kleine onderbrekingen in. In januari 2001 stond hij twaalfde, in oktober van dat jaar tiende, eenmalig in de top tien. Na januari 2002 (veertiende) verliet hij de top twintig.

Ik zet Loek van Wely op 4. Zou hij verder komen dan zijn bijna vier jaar oudere rivaal Jeroen Piket, was een tijd de vraag. Die vergelijking doorstaat hij moeiteloos.

 

2 …

3 …

4 Loek van Wely

5 Hein Donner

6 Jeroen Piket

7 Genna Sosonko

8 John van der Wiel

9 Ivan Sokolov

10 Sergei Tiviakov

11 Hans Ree

12 Paul van der Sterren

13 Friso Nijboer

14 Lodewijk Prins

15 Erwin l’Ami

16 Theo van Scheltinga

17 Dimitri Reinderman

18 Salo Landau

19 Jan Smeets

20 Nico Cortlever

21 Hans Bouwmeester

22 Coen Zuidema

23 Frans Kuijpers

24 Dirk van Foreest

25 Gert Ligterink

26 Erik van den Doel

27 Jorden van Foreest

28 Kick Langeweg

29 Daniel Stellwagen

30 Eddie Scholl

31 Henri Weenink

32 Robin van Kampen

33 Hans Böhm

34 Rini Kuijf

35 Hoan Liong Tan

36 Haije Kramer

37 Daniël Noteboom

38 Norman van Lennep

39 Rudy Douven

40 Rob Hartoch

 

Als u linksboven in het scherm klikt op ‘top 40’, kunt u langs alle voorgaande afleveringen scrollen.

 

De top-40 is niet gebaseerd op ratings en titels, maar op de positie en prestaties van Nederlandse schakers ten opzichte van hun tijdgenoten, nationaal en internationaal.

 

4 Reacties

    • Avatar
      Johan Hut 16 mei 2018

      Bedankt, ik heb het aangepast. Ik dacht dat hij non-playing captain was, maar dat was dan bij het laatste EK.

  1. Avatar
    Pieter Priems 17 mei 2018

    De bravoure is uit zijn jeugdjaren, hij noemde zichzelf KingLoek. Misschien zijn z’n eigen verwachtingen niet helemaal uitgekomen, maar nummer 4 van Nederland is natuurlijk niet mis. De laatste jaren is ie volgen mij veel rustiger, bedachtzamer en sympathieker geworden. Misschien is vaderschap wel een rustgevende rol.

  2. Avatar
    MvanLeeuwen 18 mei 2018

    Het verhaal over de BMW gaat nog iets verder. In no time was deze total loss!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.