Vijftig schaakzomers: leuk nostalgisch geschiedenisboek

Wat is het oudste schaaktoernooi van Nederland? Hoogovens, Noteboom in Leiden of het Hemelvaarttoernooi in Soest? Nee hoor, het zijn natuurlijk de bondswedstrijden, die worden gehouden sinds 1873. Sinds 1955 heet de hoofdgroep ‘Open kampioenschap van Nederland’ en sinds 1969 vindt dat toernooi plaats in de gemeente Rheden. Een keer in het dorp Ellecom, zes keer in Velp en de overige 43 keer in Dieren. Ter gelegenheid van de vijftigste keer in de gemeente Rheden schreef Peter Boel het herdenkingsboek ‘Vijftig schaakzomers’.

 

Het is een boek vol nostalgie. Althans voor iemand van mijn leeftijd, die zich namen als Theo van Scheltinga, John van Baarle, Jaap Vogel, Gerard Verholt en vele andere nog herinnert. Vogel is er trouwens nog steeds bij en behoort tot de recorddeelnemers.

Boel heeft alle schriftelijke informatie gebruikt die er is en hij heeft ook met oud-deelnemers gesproken. Daardoor konden anekdotes worden opgerakeld. In 1970 won Jan Timman het toernooi en hij herinnert zich zelfs een zwembadincident, bijna net zo spectaculair als dat van het Nederlands voetbalelftal in 1974. “Hans Böhm, John van den Berg, Huib Knuvers en ik hadden daar afgesproken met een paar meisjes. We kwamen tegen sluitingstijd aan en liepen dus door zonder entree te betalen. Daar was de badmeester het niet mee eens en hij noemde ons ‘schorem’. Nogal beledigend, niet? Huib pikte dat niet en hij sloeg de badmeester tegen de grond. Dat vond ik best indrukwekkend, want die badmeester was nogal een mannetjesputter. Meteen werd de politie erbij gehaald, en wij hebben dat afgewacht. De schaakbond wilde ons eerst schorsen vanwege dit incident. Op aandringen van Hans Bouwmeester ben ik toen bij de politie gaan praten en het liep met een sisser af.” Over de schaakcamping: “Wij sliepen in slaapzakken, in het washok. Daardoor werden we steeds vroeg wakker gemaakt omdat mensen zich kwamen wassen, wat op zich wel logisch was.”

 

Het is wel meteen het meest spectaculaire verhaal uit het boek. Het andere uiterste is dat Boel steeds alle personele wisselingen vermeldt bij de catering in de sporthal en het beheer van de camping. Maar goed, dat hoort erbij in dit jubileumboek en ik lees er gewoon overheen. Er is genoeg moois te zien.

Na onder anderen Jaap Vogel en Fred van der Vliet was een fameuze winnaar Ivan Nemet. De Joegoslaaf won het toernooi drie keer op rij (1976-78), nog steeds een record. In 1988 werd hij nog eens gedeeld winnaar, samen met de grote Tony Miles. De Brit kreeg de titel vanwege de overwinning in de onderlinge partij.

In 1977 werd de 23-jarige Wim Luberti tweede, “een tot dan toe onbekende grootheid uit Purmerend, die niet eens in de KNSB-competitie speelde”. Hij liet onder anderen Hartoch en Van der Sterren achter zich. Boel vermeldt, zoals al gezegd, ook veel organisatorische details. Over Rini Kreeft, in die jaren medewerker van de persdienst: “Van Berry Withuis nam ik het idee over om een aantal kranten te benaderen uit de gebieden waar bepaalde spelers vandaan kwamen, en die dan elke dag stukjes te sturen. Dat moest toen nog per telex.” Ik kan bevestigen dat je bij regionale kranten inderdaad meer aandacht voor dit toernooi krijgt dan bij de landelijke kranten.

Leuk is ook dat Boel af en toe vertelt hoe het verder is gegaan met schakers van wie je nooit meer iets hoorde, of soms wel, of later wel weer. Zoals bij 1982: “In dit toernooi nam Rob Nio Bertholee afscheid van zijn schaakambities. Hij kwam slechts tot 3 punten uit 9 partijen en besloot zich aan het tafeltennissen te wijden. Het grote talent en meervoudig nationaal jeugdkampioen was een mooie schaaktoekomst toegedicht. Het viel overigens wel mee, Bertholee is redelijk actief blijven schaken (ook in Dieren), werd nog FIDE-meester en legde zich later toe op het trainen van jeugdtalenten.”

Kennelijk heeft Boel veel onderzoek gedaan. Over Karel van der Weide, die stopte met schaken en schrijver werd omdat hij daar naar eigen zeggen heel goed in is, vermeldt Boel dat hij postbode geworden is.

Voor mij onbekend is Vladimir Budde, winnaar in 1983. Boel: “Geurt Gijssen herinnert zich hem als een ‘sympathieke, alternatieve jongen’. Budde schreef later nog vele schaakboeken, onder andere een biografie van Garry Karsparov, en leefde als kunstenaar in Aken. Hij overleed in 2011.” Deze omschrijving zegt iets over de diepte waarin Boel is gegaan voor dit boek.

 

Bij iedere editie worden een of twee partijen of fragmenten getoond. Hier laat ik een paar korte fragmenten zien.

Willy Hendriks was het toernooi in 1988 begonnen met een overwinning op grootmeester Garcia Palermo en had hier zwart tegen drievoudig toernooiwinnaar Ivan Nemet.

37…Tf7??

Bedoeling: op de volgende zet Dxd5 spelen, waarna zwart een wel heel mooi pionnentrio heeft. Hij zag echter iets over het hoofd.

38.Dxf7+! Kxf7 39.b7 Dxd5+

En daarna toch Dxb7?

40.Tf3+

Schaak met schaak beantwoorden, dat mag. Zwart geeft het op.

 

Een jaar later won Joris Brenninkmeijer het toernooi. Volgens Boel nam hij zijn tegenstanders diverse eindspelletjes af en hij roemt de Groninger om zijn ijzeren logica. Er zijn veel mensen, niet alleen in het noorden, die het jammer vinden dat Brenninkmeijer zo lang niet meer speelde en nu alleen af en toe nog een competitiewedstrijd speelt. Zo komt er in dit boek veel nostalgie voorbij.

Uiteraard wordt de partij Klip-Bottema uit 1990 vermeld, een van de beroemdste partijen uit vijftig jaar schaakzomers:

1.e4 f6 2.d4 g5 3.Dh5 mat.

Boel vermeldt dat Tom Bottema vervolgens direct vertrok naar een concert van Madonna. Wat hij niet vermeldt, is dat Bottema de partij niet vooraf had willen opgeven. Hans Klip was namelijk in de race voor een meesternorm en die krijg je niet als er een overwinning zonder spelen tussen zit. Wat Boel wel vermeldt is dat Jeroen van den Berg dat jaar de persdienst kwam versterken. Dat wist ik dan weer niet, zoals er uiteraard zo veel dingen in het boek staan die ik niet wist.

 

In 2002 stuntte Desiree Hamelink in de openingsronde door Karel van der Weide te verslaan. Later in dat toernooi won ze van Yge Visser. In 2003 begon ze met een remise tegen de Deense meester Nicolai Vesterbaek Pedersen en in 2004 haalde ze voor de derde keer op rij een stunt uit. En wel de grootste. Nu won ze in de eerste ronde van Sergei Tiviakov. Ondanks die nederlaag won Tiviakov het toernooi met 7,5 uit 9 en elders in Europa won hij ook zijn volgende twee toernooien. Zijn score in die drie toernooien (dat staat niet in het boek) was iets in de orde van grootte van 24 uit 27. Dat maakte de overwinning van Hamelink nog bijzonderder. Speelde Tiviakov verder als door een adder gebeten? Nou nee, dat soort scores kwamen bij hem in die tijd wel vaker voor.

In 2006 won Friso Nijboer het toernooi, wat hij ook in 2003 had gedaan. Hij begon met 6 uit 6, waarna hij met drie remises zijn toernooizege veiligstelde. Zijn zesde overwinning had een voorgeschiedenis, zo vertelt Boel. Tijdens het Nederlands kampioenschap in Hilversum, vlak voor het Open NK, had Tiviakov in een gelijkstaand eindspel tegen Nijboer te lang doorgespeeld, volgens Nijboer. Die claimde met minder dan twee minuten op de klok remise omdat Tiviakov niet op winst speelde. De arbiter wees het af, want er stond nog genoeg materiaal op het bord, waarop Nijboer direct het notatiebiljet ondertekende. Hij had niet meer voldoende tijd om de partij uit te spelen.

In Dieren kwam tussen de twee zelfde spelers de volgende stelling op het bord.

Wit, Tiviakov, staat waarschijnlijk gewonnen. Zijn enige zorg is dat zwart geen eeuwig schaak kan geven, maar dat zou wel eens kunnen meevallen. In deze stelling zette de Groninger zijn dame op f4, wat natuurlijk onmiddellijk winnend zou zijn, als hij zelf niet schaak zou staan. Nijboer haalde arbiter Guust Homs erbij, een oudgediende in Dieren, en die gaf Tiviakov een tijdstraf van twee minuten. Daarmee was het probleem echter nog niet opgelost. Tiviakov vervolgde met Kd8, maar dat keurde Homs niet goed, want met de dame die de witspeler had aangeraakt kon hij nog een legale zet doen: Db5. Tiviakov eiste daarop dat Homs hem in het reglementenboekje de regel ‘aanraken is zetten’ liet zien. Nadat de arbiter aan dat verzoek had voldaan, beende Tiviakov onmiddellijk de zaal uit. Commentaar van Nijboer: “Gerechtigheid”. De in zijn ogen onterechte nederlaag in Hilversum was gewroken.

 

In 2008 dong Ali Bitalzadeh mee naar de titel Mr. Chess, een van de vele nevenactiviteiten bij het toernooi. Het ging daarbij niet om het evenaren van de verdiensten van Hans Böhm, maar om het belonen van het aantrekkelijke uiterlijk van de deelnemende heren. Bitalzadeh won die strijd niet, maar hij won wel het toernooi, voor giganten als Ikonnikov, Sandipan, Ernst, Van den Doel en Nijboer. Het was zijn beslissende meesternorm en tevens eerste grootmeesternorm. Bovendien plaatste hij zich ermee voor het gesloten NK. Ook won hij nog 2250 euro en 48 Elo-punten. In mijn krantenrubriek schreef ik: “Ali Bitalzadeh was als een kind in een snoepwinkel dat niet kon kiezen en van de winkelier te horen kreeg: ach jongen, neem alles maar.”

 

Omdat ik het leuk vind om korte fragmenten te laten zien, geef ik deze uit 2013. Erwin l’Ami heeft wit tegen de Indiër Sethuraman.

L’Ami speelde hier 49.Ke5! Wie het eindspel niet kent, zal zich verbaasd afvragen waarom wit niet op f5 slaat. Wel, omdat de verdediger in dit eindspel een pattruc heeft. Bijvoorbeeld: 49.Kxf5? Te7 50.Kf6 Tb7 51. Tg2 en ondekbaar mat? Nee, want dat speelt zwart 51…Tf7+ en wit moet weer opnieuw manoeuvreren, want 52.Lxf7 is pat. Daarom liet L’Ami heel slim de pion staan en na 49…Kg7 50.Tg2+ gaf zwart op.

 

Zo is er over iedere editie wel iets leuks te vertellen, ook over de 49 jaren waarin er geen zwembadincident was. De overzichtelijke opmaak bevalt me bijzonder. Iedere editie van het toernooi neemt twee pagina’s in beslag met linksboven wat statistiekjes, dan het verhaal met een of twee foto’s en een of twee partijen of fragmenten en rechts, in een hoekje, de eindstand. Die eindstanden zijn in oranje gedrukt en ik hou niet zo van gekleurde teksten, maar dat nadeeltje (voor mij) is te klein om me eraan te storen. De rest van de tekst is namelijk wel helemaal in prettig zwart op hagelwit papier. De diagrammen zijn in kleur en in de loop van het boek komen er ook steeds meer foto’s in kleur.

Peter Boel heeft een van de leukste boeken geschreven die er de laatste jaren over Nederlandse schaakgeschiedenis zijn verschenen.

 

Het boek is gratis uitgereikt aan alle deelnemers van het Open NK van dit jaar, maar is ook nog te bestellen bij Jos Cremers, lid van het organisatiecomité: j.j.m.cremers@chello.nl . Het kost € 10,- inclusief verzendkosten. Een schijntje dus.

6 Reacties

  1. Avatar
    Jaap Amesz 24 november 2018

    Johan je mist in je analyse van L´Ami een mat in 2! In plaats van 51 Tg2?? Is 51 Ta8 schaak en daarna 52 Txb8 gewoon mat.

    Ook mis je de remise. In plaats van 50 … Tb7?? Is 50…Tf7!! schaak de patwending.

    Ik vroeg het me inderdaad verbaasd af. 😉

    Nu nog even de mogelijkheid in de pot uitschrijven voor de volledigheid.

    49) Ke5, Te7 50) Kf6, Tf7!! Dankzij de pion op f5 werkt het pat niet.

    49) Ke5, Kg7 50) Tg2, Kh6 51) Kf6, Kh5 (om uit het mat te lopen) Dit is een uiterst bijzondere stelling. Normaal gesproken zou wit zonder de zwarte pion op f5 mat in 1 hebben met Th2, zeg maar een van de standaardpatronen waar de T+L naar streeft. Echter door de meest ongunstige positie op het bord van de zwarte toren op e8, haalt wit die nu op met Lf7 schaak.

    ———–

    Nog even over Klip-Bottema. Ik was in de veronderstelling dat de wedstrijdleider een partij ongeldig mag verklaren waarin er opzet in het spel is. Hoe zijn de regels dan?

    • Avatar
      Johan Hut 24 november 2018

      Je hebt natuurlijk gelijk, maar ik wilde gewoon even het idee laten zien. Dat had dan een zet eerder gemoeten.

      Wat betreft de opzet: dan denk ik aan een partij Miles-Hübner in Tilburg, toen Miles op een massagetafel lag vanwege rugklachten. Hübner wilde niet spelen en wilde wel remise. Dat deden ze na vijf zetten waarin Hübner zoiets speelde als Dd8-a5-h5. Het was volkomen duidelijk dat het een non-partij was, maar hij telde wel.

  2. Avatar
    renzoverwer 25 november 2018

    In het stuk staat Bottema-Klip. Het klopt niet echt met de logica van de anekdote. Is het mss Klip-Bottema? En was dit echt vooraf afgesproken wellicht? Had men ook remise willen en kunnen afspreken?  Vragen vragen..

    • Avatar
      Johan Hut 25 november 2018

      Het was inderdaad Klip-Bottema, bedankt, ik heb het veranderd.

      Wat ik heb gehoord, en ik spreek de leden van Sopsweps’29 regelmatig, is dat Klip van niets wist. Als hij in de race is voor een meesternorm, is het ook heel onlogisch als Tom Bottema aan hem vraagt of hij remise wil omdat hij naar een concert van Madonna wil. Nee, Klip wint niet altijd van Bottema, maar voor een meesternorm is dat wel gewenst. Overigens heeft Klip die norm niet gehaald, maar hij is later wel meester geworden.

  3. Avatar
    Frits Fritschy 25 november 2018

    Als er geen zetten worden gespeeld en er alleen maar een aangenomen remisevoorstel is, geldt bij mijn weten dat de partij als niet gespeeld wordt beschouwd, met een nul tot gevolg voor beide spelers. Ik heb dat eenmaal meegemaakt (ik zat op het bord ernaast), en dacht: laat maar gaan; een regionaal veteranenkampioenschap is dat niet echt waard. Toch?

  4. Avatar
    Jaap Amesz 26 november 2018

    De info dat Klip van niks wist, maakt het voor de wedstrijdleider lastiger. Zelf zou ik niet willen dat Klip, alias de onschuldige, slachtoffer wordt van Bottema die een concert agendeert tijdens een schaakwedstrijd. Om Klip te beschermen zou ik dan het punt maar toekennen. Al blijft de hele situatie niet fraai.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.