The Club Player’s Modern Guide to Gambits

Gambieten spreken tot de verbeelding. In de negentiende eeuw speelde men bijna niet anders, met vooral het Koningsgambiet en het Evans Gambiet als snelle wegen om de koning van de tegenstander naar de strot te vliegen. Dat is allang niet meer het hoofddoel, vertelt Nikolai Kalinichenko al op de achterflap van dit boek. Als redenen om een gambiet te spelen onderscheidt hij:

– een voorsprong in ontwikkeling;

– open lijnen tegenover de andere koning;

– bezetting van het centrum (Blumenfeld Gambiet);

– verhinderen van rokade van de tegenstander (Cochrane Gambiet of Traxler);

– verzwakking pionnenstructuur van de tegenstander (Anti-Moskou-variant);

– een stuk van de tegenstander naar een ongemakkelijke positie lokken (offeren b-pion);

– positioneel voordeel bereiken (Wolga Gambiet).

 

In het boek staan 48 gambieten op 255 pagina’s. Met die constatering loop ik eigenlijk al vooruit op een van de conclusies, namelijk dat het boek niet zelfstandig geschikt is om een gambiet in je repertoire op te nemen. Dat kan ook niet de ambitie zijn van de schrijver en de uitgever. Het is een bonte verzameling, bloemlezing, van wat er op dit gebied allemaal bestaat, een soort encyclopedie van gambieten. Overigens niet compleet, zegt de schrijver, maar met 48 komt hij wat mij betreft behoorlijk ver. Wil je een gambiet serieus gaan spelen, dan heb je een aanvullend boek nodig. Zeker als het op je club bekend is dat je die opening speelt.

Is het boek inhoudelijk dan te mager? Om een proef op de som te nemen, bekeek ik een paar gambieten die ik zelf gespeeld heb.

 

Evans Gambiet

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.b4

De toelichting is dat wit een vleugelpion geeft om twee tempi te winnen en de loper naar a3 of b2 te ontwikkelen. Een degelijk gambiet, Fischer en Kasparov hebben het gespeeld.

4…Lxb4 5.c3 La5 6.d4 d6

Na 6…exd4 7.0-0 krijgt wit compensatie, wordt kort aangegeven. De schrijver geeft twee varianten zonder toelichting plus een illustratieve partij waarin zwart alle pionnen aanneemt, wat niet is aan te bevelen.

7.Db3 Dd7 8.dxe5 Lb6

Beter niet 8…dxe5 9.La3.

9.a4

Een nieuw idee dat ik inderdaad niet kende. Dus goed om te vermelden, maar de schrijver gaat nauwelijks in op wat in deze stelling jarenlang gebruikelijk was, namelijk 9.Pbd2. De partij met 9.a4, Nisipeanu-Caruana, Dortmund 2015, wordt volledig gegeven, zwart won in 30 zetten al staat er aan het eind 1-0, maar dat is een schoonheidsfout waar ik overheen kan stappen.

Dan volgt er nog een partij Kasparov-Anand, Riga 1995, met 5…Le7, door wit in 25 zetten gewonnen. En dat is het dan. Ja, te mager om het Evans Gambiet te spelen maar het wekt de interesse op. Om het te spelen moet je zeker meer varianten zien waarin zwart meerdere pionnen aanneemt. Ook zou de schrijver moeten aangeven wat in de diverse varianten de beste bestrijdingswijze voor zwart is.

 

Morra Gambiet

1.e4 c5 2.d4 cxd4 3.c3

Volgens de schrijver zijn er voor zwart goede manieren om gelijk spel te behalen. De opening wordt nog volop gespeeld op clubniveau en soms op meester- of grootmeesterniveau. Er zijn diverse manieren om het gambiet te weigeren, die behandelt hij heel summier.

3…dxc3 4.Pxc3 e6 5.Pf3 Pc6 6.Lc4 a6 7.0-0 Pge7

Het boek geeft een partij die wit in 24 zetten wint. Dit is voor zwart een goede manier om het gambiet te bestrijden. Erna volgen nog twee illustratieve partijen. Wat ik helemaal mis, is wat zwartspelers doen die het gambiet voor het eerst tegenkrijgen, namelijk d6, e6, Pc6, Pf6, Le7, een degelijke zwarte opstelling en dan kijken wat wit eigenlijk gaat doen om zijn ontwikkelingsvoorsprong en ruimtelijke voorsprong te exploiteren. Is het eigenlijk wel een ontwikkelingsvoorsprong? Ik zie een paar varianten waarin zwart heel actief tegenspeelt, bijvoorbeeld met a6 en b5, met Pa5 of zelfs Ph6, maar waarom zou hij dat doen? Het is toch eerst aan wit om te laten zien waarom hij een pion heeft opgegeven!

 

Boedapest Gambiet

1.d4 Pf6 2.c4 e5

Zwart speelt op actief stukkenspel en initiatief. Wit moet niet aan de pion hangen, maar spelen op controle van het centrum en het loperpaar. Zwart heeft wel kansen als eerste een koningsaanval te starten, meent de schrijver.

3.dxe5 Pg4 4.Pf3 Lc5 5.e3

De loper op c1 blijft nu binnen de keten. Daarom speel ik liever 4…Lc5 dan 4…Pc6, omdat wit dan 5.Lf4 kan spelen. Wit kan dan ook eerst 4.Lf4 spelen en pas 5.Pf3. Het verschil tussen die twee varianten is groot en ik vind niet dat dat in het boek heel duidelijk naar boven komt.

 

Er worden 48 gambieten behandeld. Daaronder natuurlijk bekende, zoals het Koningsgambiet (verschillende varianten), Marshall Gambiet, Blackmar-Diemer Gambiet, Wolga Gambiet en Slavisch (diverse varianten). Uiteraard ook minder bekende, zoals Cochrane, Deens, Urusov, Lisytsin, From en Englund. De meeste partijen zijn zo recent mogelijk, recenter dan je bij gambietpartijen zou verwachten, en ook tussen grootmeesters van hoog niveau. Er zijn natuurlijk gambieten waarbij dat niet mogelijk is.

Het is een leuk boek, als je weet wat je er wel en niet aan hebt. Wat je er wel aan hebt:

– Een bonte verzameling van bijna alle denkbare gambieten.

– Daarmee een curieus boek.

– Veel leuke, korte partijen.

Als je dan ook beseft dat je, voordat je een gambiet gaat spelen, eerst een gespecialiseerd boek nodig hebt, of vele partijen in je databank moet naspelen, of andere hulp, dan staat niets de aanschaf meer in de weg.

 

The Club Player’s Modern Guide to Gambits

Nikolai Kalinichenko

Uitgeverij Russell Enterprises

€ 24,95

Meer informatie en bestellen: uitgeverij New in Chess.

 

 

 

 

3 Reacties

  1. Avatar
    wimw 21 december 2019

    Ik heb met plezier deze boekbespreking gelezen, waarin er een goede afweging is van wat dit boek wel geeft en wat ontbreekt. Zou het een idee zijn t.z.t ook monografieën over bepaalde gambieten te bespreken, zoals het Marshall gambiet, het Koningsgambiet, het Evans gambiet en het Boedapest gambiet. Herman Grooten heeft voor de schaaksite al het Benkö of Wolga gambiet besproken, maar mogelijk is er ook een uitvoeriger boek over.

  2. Avatar
    Johan Hut 28 december 2019

    Ik zie deze reactie nu pas.

    New in Chess brengt veel boeken uit over ongebruikelijke openingen, dus ook dit soort gambieten. In deze boekenrubriek bespreken we wel vooral recente boeken. Overigens bespreken we zeker niet alleen boeken van New in Chess, dit boek is immers van Russell, en de laatste tijd is Thinker’s Publishing ook heel actief. Over het Boedapest Gambiet heb ik een paar jaar geleden wel een boek gezien. Hoewel? Even erbij gepakt, dat was in 2007, van Moskalenko. Over de andere boeken die je noemt heb ik al langer niets gezien.

  3. Avatar
    wimw 28 december 2019

    Dank voor je reactie. Bij New in Chess is in okt. 2010 een DVD uitgebracht van Jan Gustafsson met als titel: The Marshall Attack. Dat is ook al weer bijna 10 jaar geleden. Inmiddels werd het Marshall Gambiet veel gebruikt als een weg naar remise, maar de laatste tijd zag ik dat wit daartegen toch kan winnen, zoals Radjabov tegen Ding Liren in de finale van de World Cup. Die ontwikkelingen vind ik altijd leuk om te volgen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.