Tata ronde 5: entertainment voor de rustdag

Ronde 5, voor de eerste rustdag, bracht een ronde waarin alle Nederlandse deelnemers wit hadden. Max Warmerdam lijkt vanaf het eerste begin vreedzame intenties te hebben: hij kiest tegen Praggnanandhaa voor de ruilvariant van het Frans. Tegenwoordig betekent dat trouwens niet automatisch dat wit geen ideeën heeft. Eerder, dat wit naar een risicoloze stelling streeft, waarin mogelijk nog op winst gespeeld kon worden. Als je niet beter zou weten en na 11 zetten een blik op de stelling zou werpen, zou je denken dat je op de jeugdafdeling van een schaakclub rondloopt, waarin de zwartspeler probeert het spel van de witspeler te spiegelen. Schijn bedriegt, want er zitten toch redelijk wat verstopte subtiliteiten in de stelling. Beide spelers moeten flink in de denktank, Praggnanandhaa het eerst, wat er op duidt dat hij deze openingskeus waarschijnlijk niet had verwacht. Na 14 zetten lijkt het evenwicht niet doorbroken te zijn en lijkt een vreedzame uitkomst het meest waarschijnlijk. De spelers probeerden beiden nog om er iets van te maken met hun ongelijke loper, bleven echter beide attent spelen. Een solide remise van Max tegen de sterke Pragg, hij zal er tevreden mee zijn geweest.

© Lennart Ootes

Anish Giri lijkt een vergelijkbare strategie te hanteren en kiest voor zijn vertrouwde Italiaans. Interessant is dat hij snel afwijkt van het gebruikelijke 5.c3 voor 5.Pc3. Zo te zien heeft Anish in de kerstvakantie Nimzowitsch bestudeerd: zeer diepzinning lijkt de mysterieuze torenzet 15.Tb1! Tegenstander Sarana reageerde steeds alert en nauwkeurig op alle pogingen van Anish om er nog wat van te maken. Remise was een terechte uitslag.

Jorden van Foreest daarentegen was op bloed uit. Na een uitstekend gespeelde opening – de doorschuif­variant is wel dé manier om wat te bereiken tegen de Caro-Kann, kon hij niet de juiste voortzetting vinden, offerde speculatief een stuk, waarop Abdusattorov sterk reageerde door het materiaal terug te geven, met zijn koning het bord over te steken (dat was redelijk rechttoe-rechtaan) en de technische fase netjes uit te spelen. Jammer, want de amusementswaarde van Jordens spel was als altijd hoog, maar op dit moment te speculatief om succes te hebben op dit niveau.


De partij tussen de hekkensluiters Mendonca en Erigaisi zag er ook heel veelbelovend uit. De stelling was echter niet zo eenvoudig voor wit als de computerevaluatie deed vermoeden. De witspeler leek in eerste instantie dapper een zetherhaling uit de weg te gaan, maar had er nog een in reserve, waar hij met het oog op de slinkende bedenktijd voor ging.

Hier koos Erigaisi voor het dubieuze 8…g5?! Ik kan me voorstellen dat hij gezien zijn toernooi­situatie vooral ‘lol’ wilde hebben en daarom koos voor een wilde aanpak. Hij kiest überhaupt vaak voor verrassende zijvarianten. Deze zet is al eens eerder gespeeld, maar niet zo heel vaak. Loek van Wely won ooit van een zekere Summermatter en speelde overigens 11.e4, waar Mendoca voor 11.e3 koos.
De witspeler reageert verder goed. Er zitten wel veel verborgen kleine tactische wendingen in:

Kan zwart op b2 slaan?

De witspeler hield steeds wel zijn pluspion vast, maar wie zou er tegen een ratingfavoriet een verkapt remiseaanbod uit de weg gaan in een stelling waarin het niet duidelijk is, hoe je die kunt consolideren?

Hier speelde Erigaisi 22…Tb6, wat tot zetherhaling uitnodigt. Hier wist Mendoca de verleiding nog te weerstaan, maar enkele zetten later werd de vrede alsnog getekend.

Anish Giri trof vandaag een uitstekend spelende Sarana. Wat zou u in de volgende stelling spelen?

Dan Van Foreest. Hij speelde een nieuw idee op zet 9 in de doorschuifvariant van de Caro-Kann. Op zich geen bijzondere zet, Abdusattorov reageerde vrijwel onmiddellijk, maar niet goed. Knap staaltje psychologie als Van Foreest daarop had gespeculeerd.

Hoe boekt wit hier vooruitgang?

Na 12.Dg4 zat de voorbereiding er kennelijk wel op, want het tijdverbruik liep flink op. Van Foreest had er zin in en kwam met een creatieve en spectaculaire, of liever gezegd speculatieve oplossing:

In deze stelling is eerst 17.Df3 aangewezen 17…0-0-0 (wat anders?) 18.Pxf5 Lxf5 19.Tfc1 g6 (zwart heeft tegenspel nodig) en nu pas 20.b5! c5 (de standaardreactie en de enige zet) Na 21.Pe4! (anders is cxd4 lastig) Lxe4 22.Dxe4 gxh5 23.Le2 met de idee 24.Lf3 staat wit iets beter. Het verschil met de partij is, dat wit hier een tempo heeft gewonnen (Tfc1 voor wit ten opzichte van g6 voor zwart) en dat maakt een wereld van verschil. In de partij offerde Jorden een stuk – een schijnoffer, want zwart moet snel materiaal teruggeven.

Dit ziet er spectaculair uit, maar zwart heeft weinig keus. Na 20…exd5 21.Lxd5 Kb8! gaf zwart het stuk terug en kon Jorden de noodrem niet meer vinden. Zie voor verdere analyse de viewer. Misschien nog een aardige opgave: stel dat wit 22.Lxb7? speelt, hoe wordt dat dan weerlegd?

Analysediagram

En toen waren er nog twee partijen bezig in de mastersectie: Fedoseev – Caruana leek lange tijd op een remise af te stevenen, tot Caruana eerst een paar strategisch discutabele beslissingen nam, de boel weer onder controle kreeg en vervolgens een flinke bok schoot. Fedoseev maakte het technisch vrijwel perfect af. Dat lijkt eenvoudig, maar Caruana heeft een reputatie (en de kwaliteit) om straalverloren stellingen alsnog te winnen, zoals in de editie van 2020 tegen Anand.

Caruana – Anand analysediagram

Even later weigerde Anand om onbegrijpelijke redenen de pion op f7 te meppen.

Dat wit deze partij nog won, mag gerust een klein wonder genoemd worden.

Een paar fragmenten uit de partij, die begon als een Ragozin, waarin vrij weinig aan de hand was. Zwart had zelfs de iets betere structuur, een klein beetje druk tegen de achtergebleven pion op c3.

Natuurlijk ben ik geen grootmeester en al helemaal geen supergrootmeester, maar welke gedachte er achter strategisch zeer verdacht ogende zet 23…e6-e5 zat? Misschien zag Caruana dat hij met 23…h5 (i.p.v. e5) nog wat spel kon creëren aan de andere kant van het bord. Wit kan dan bijvoorbeeld 24.g3 g4! 25.f4 spelen en wilde hij voor een verbeterde versie van deze variant gaan. Joost mag het weten, wit zag het smakelijke veld f5 en aarzelde niet lang voor hij 24.Pf1! speelde. Nadat alle stukken van het bord af gingen, was er nog niet veel aan de hand, tot in de volgende stelling:

Fedoseev – Caruana na 40.Pb3! 

Hier heeft Fedoseev heel handig ingespeeld op Caruana’s tijdnood (die had nog 3 minuten voor de 40e zet) en begon waarschijnlijk spoken te zien. De meeste stervelingen zouden met nog weinig tijd vermoedelijk zonder al te veel nadenken 40…Pc4 hebben gespeeld (dekt a5, paard staat mooi). Caruana zag ongetwijfeld in een flits dat 41.exd5+ dan mogelijk was. Zwart moet dan 41…Kb6! spelen, want na 41…Kxd5? verliest hij na 42.Pxa5! en nu is cruciaal dat zwart na 41…Kb6! 42.a4 b4!+ heeft. Wit kan dan geen 43.Kxc4 spelen vanwege Lf1# Beslist niet makkelijk te zien in tijdnood.

Fedoseev – Caruana, analysediagram.

Caruana speelde echter 40…Pa4+. Tijdcontrole gehaald, niets aan de hand. En dan is er altijd nog die verduvelde 41e zet. De adrenalinepomp werkt op volle toeren, je bent misschien niet helemaal zeker of je de tijdcontrole al hebt gehaald, er zit toch geen echt gevaar in de stelling…en je doet snel de verliezende zet.

Hoe profiteert wit na 41…Lg2?? 

Gezegd moet worden dat Fedoseev het technisch indrukwekkend uitspeelde. De ene krachtzet na de andere. Het zou zo maar kunnen dat deze overwinning Fedoseev vleugels geeft. Hij zal in elk geval extra van de rustdag kunnen genieten.

Blijft over de partij tussen meester en secondant. Niet eenvoudig natuurlijk, als je zoveel met elkaar hebt geanalyseerd, om überhaupt een opening te kiezen. Een solide partij, waarin Gukesh langzaam maar zeker in de stijl van Karpov de overhand kreeg en na de tijdnoodfase een eindspel met een pluspion heel rustig naar zijn hand zette. Na afloop was hij ietwat kritisch op zichzelf: “Het was waarschijnlijk makkelijk, maar ik maakte het moeilijk voor mezelf.”.

Hier won 50.Tb2 het eenvoudigst. Dat had Gukesh ook gezien, maar hij meende dat 50.Ka4 simpeler was en had 50…Tc1! gemist.
Enkele zetten later ontstond de volgende stelling:

Gukesh had zelf het gevoel dat hij het wel eens weggegeven kon hebben. Wat zou u spelen?

Meer over de Challengers volgt; zie de viewer voor de partijen.

In de challengergroep komen drie landgenoten in actie. Arthur Pijpers, goed voorbereid als altijd, kreeg een Grünfeld op het bord. Dat betekent meestal een lange, theoretische variant met veel tactische wendingen die eindigt in massaal geruil en remise, indien beide spelers weten wat ze aan het doen zijn. Dat weet Arthur wel en zijn jonge tegenstander zo te zien ook. Benjamin Bok had het een stuk lastiger tegen zijn jeudige tegenstandster, de Chinese Lu.

 

Hier speelde de witspeelster 15.c4!? en trad daarmee in de voetsporen van Hans Niemann. Het zal haar voorbereiding zijn geweest of een herinnering aan haar voorbereiding, want het tijdverbruik viel nog mee (15 minuutjes). Voor mij een nieuw concept: wit dwingt zwart eigenlijk tot bxc3 e.p. en opent vrijwillig de b-lijn. Voordeel is dat het paard de beschikking krijgt over veld c3 en eventueel veld b5.
Benjamin reageerde zoals het hoort in het Siciliaans met de breekzet 18…d5!?, maar die was waarschijnlijk niet goed getimed. Zwart kwam toch even onder druk te staan.

Tot zover heeft de witspeelster de zaken energiek aangepakt en vermijdt nu, volstrekt logisch, dameruil. Het was moeilijk te zien, maar juist het eindspel bood wit de betere kansen na 24.f5 Dxe3 25.Lxe3 Pxe5 26.Le2 a4 27.Ld4 Ld6 28.Ka2 g6 29.fxe6 fxe6 30.Tae1 (zie analysediagram). Het is ongelooflijk hoe nauwkeurig zelfs 15-jarige talenten sommige fases van de partij spelen en daarnaast: hoe precies je überhaupt moet spelen om een partij naar je toe te trekken op dit niveau.

Analysediagram Lu – Bok na 30.Tae1

Een ontzettend lastige stelling om te spelen. De zet 26.f5 ligt nog wel voor de hand, maar het vervolg zeker niet. Niet verwonderlijk dan ook, dat Lu voor 26.b6? koos. In lichte wederzijdse tijdnood koos Benjamin voor 26…Da5?

Correct was 26…Db7 (ook niet makkelijk te zien) na 27.Tc7 Dxb6 moet je wel 28.Txd7 Lc3! vinden (als je even verder kijkt zie je dat natuurlijk, als je Db7 al verwerpt vanwege 27.Tc7 wordt dat lastig). 29.Lb5 Dxb5 30.Dc3 Dxd7 en zwart staat materiaal voor. Na Da5? kan wit remise maken. De stelling is te fraai om aan voorbij te gaan en een leuke trainingsstelling:

Wit aan zet speelt?

De witspeelster koos onder de druk van de klok echter voor 27.b7? na deze fout laat Benjamin niet meer los 27…a3! 28.bxa8D Txa8 29.Ta6! Txa6 30.Lxa6 axb2! en zwart won, zie viewer.

De partij van Erwin l’Ami was een echte modelpartij. Voor wie van het Catalaans houdt, een must-see.

Een wat praktischer wijze om de stelling te bevrijden, was misschien de zet 14…c5 geweest, hoewel het er eng uitziet om een sterke tegenstander als Erwin na 15.dxc5 de mogelijkheid te geven deze pion ook nog te dekken met b4. Het blijkt erg mee te vallen na 15…Pc6 16.b4 Td7! maar als je dat achter het bord zelf moet bedenken, is dat niet makkelijk. Na 14…Lc4 lag 15.Txc4 dxc4 16.Dxc4 voor de hand en dat was ook al eens gespeeld door Sakaev tegen Karjakin. Die partij kende de zwartspeelster gezien het tijdverbruik niet. Wit kan nu lekker zonder al te veel risico gaan melken en langzaam zijn stelling verbeteren, terwijl zwart met grote moeite zoekt naar tegenspel.

L’Ami – Deshmukh na 37…Tb6. Wit domineert volledig. Een karakteristiek trekje is het feit dat de witspeler er voor kiest de partij in het eindspel uit te spelen. Zwart is natuurlijk volkomen hulpeloos, maar persoonlijk zou ik toch geneigd zijn de dames op het bord te houden. Met 2,5 uit 3 (of 3,5 uit 5) voor onze landgenoten al met al geen slechte ronde.

 

4 Reacties

    • Avatar
      Frank Van Tellingen 24 januari 2025

      Wat grappig, dat we precies dezelfde observatie hadden, ik moest meteen aan de partij Bogoljubow – Nimowitsch denken, die in Mein System wordt besproken (1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.Pf3 Lxc3+?! 5.bxc3 0-0 6.g3 b6 7.Lg2 Lb7 8.0-0 Te8!? Nimzowitsch uitleg is zoals altijd unteressant, verwarrend en natuurlijk vooral overtuigd van de eigen genialiteit: de idee is dat wit graag e4 wil spelen, dus verhindert zwart dat alvast 9.Pd2 Lxg2 10.Kxg2 e5! en 11.e4 zou nu een pion kosten, terwijl 11.d5? exact is waar zwart strategisch op zit te wachten: de immobiliteit van het dubbelcomplex: er is nu altijd een zwakte op c4 of c3 die veroverd kan worden. Alle dogmatiek daargelaten is het concept van de profylactische zet natuurlijk de echt vooruitstrevende en wezenlijke bijdrage van Nimzowitsch geweest. En zo zijn de mysterieuze torenzetten ook meestal te begrijpen (denk aan Kasparovs Te7! benevens Tce8!, dat hem de wereldtitel opleverde.) Ik weet niet of het opgevallen is, maar de opmerking 20.Pf5 “de pointe” was natuurlijk een geintje. Wellicht kunnen we het Anish eens vragen en hoewel het niet helemaal te vergelijken is, zou een voetballer die een voorzet per ongeluk binnenschiet, waarschijnlijk ook beweren dat het allemaal bewust gebeurde.

      • Avatar
        Henk Smout 24 januari 2025

        Bogoljubow op -w, keurig!

        Maar het is wél Nimzowitsch’ uitleg met apostrof.

        • Avatar
          Frank Van Tellingen 25 januari 2025

          Dat is juist, drs. Kipping. Als je op je telefoon tikt, zonder bril op, gaat er nogal eens wat mis.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.