Gespot 36: Paarden met het hoofd naar achter?!

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen.

Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.


Van sommige schakers kun je zien dat ze zitten te lijden achter het bord. Wat eigenlijk als een prettige hobby moet worden beschouwd, wordt voor sommigen een ware beproeving. Je kunt je zelfs afvragen of deze mensen niet beter iets anders kunnen gaan doen, in elk geval iets wat minder stressvol voor hen is.

Van een schaakkennis weet ik dat hij van de dokter geen officiële partijen mag spelen. De huisarts had gezegd dat het niet goed voor zijn hart was en dat zijn acute maagklachten direct te maken hadden met het feit dat hij schaakte. Toen ging hij maar snelschaakavondjes organiseren bij hem thuis waarbij tot diep in de nacht – met de nodige alcoholische versnaperingen erbij – hele toernooien werden afgewerkt. Noem dat maar een gezond alternatief…

Schaken is natuurlijk een fantastische bezigheid, een sport zo u wilt, die je tot je negentigste of zelfs nog daarna, kunt blijven beoefenen. Maar behalve de categorie die ik hierboven heb beschreven, bestaat er ook een andere groep spelers, waarvan je je kunt afvragen of ze werkelijk van het spel houden. En dan doel ik op de spelers die hun paarden heel merkwaardig op het bord zetten. Bij de echte liefhebber zie je dat die heel zorgvuldig de stukken in de beginstelling opzet. Alle stukken staan keurig netjes in het gelid, mooi gecentreerd op de velden. De paarden met het hoofd naar voren of in elk geval op het centrum gericht. Er zijn spelers die de paarden in dezelfde richting naar links of naar rechts laten kijken. Maar tot mijn afschuw zie ik ook wel eens een speler die zijn paarden naar achteren richt. Ze kijken hemzelf aan, het ziet er werkelijk niet uit. Van twee Nederlandse spelers weet ik dat die een grote voorkeur hebben om de paarden zo neer te zetten. Ik vraag me dan in alle ernst of die speler wel echt van ons edele spel houdt, of dat hij het puur doet om de tegenstander te irriteren. Eigenlijk zou dit als hinderen van de tegenstander gezien moeten worden, misschien dat het nog ooit kan worden opgenomen in de reglementen hoe de paarden neergezet moeten worden.

Als er iemand een liefhebber is, is het Jan Timman wel. Toen ik de eer had om voor het eerst tegen hem in een gewone partij te mogen aantreden (dat was in 1981 tijdens het Nederlands Kampioenschap, waarin ik debuteerde) viel me al meteen op hoe zorgvuldig hij zijn stukken neerzette. Daarbij zag ik ook hoe speciaal hij de paarden had staan. Ze keken allebei met het hoofd half schuin naar het centrum. Als de paarden elkaar door het centrum passeerden werd het hoofd als in een pirouette ook meegedraaid, zodat het paard weer naar het centrum kon kijken vanaf zijn nieuwe veld. In de partij werd ik helemaal onder de voet gelopen en toen de beslissing al was gevallen, voerde hij de volgende paardzet met een bijna satanisch genoegen uit. Ik zal nooit vergeten hoe het hoofd van het paard op e3 langzaam de andere kant op werd gedraaid toen Timman het van veld e3 terugtrok naar het schitterende veld f5. Daar bewaakte het paard de cruciale velden e3 en g3.

Grooten, Herman – Timman, Jan, Leeuwarden 1981.

Hier speelde zwart op sierlijke wijze de zet 25… Pf5+! Het antwoord is gedwongen, maar daarna verricht het paard meer wonderen in de stelling. En telkens werd het hoofd van het paard keurig netjes op het centrum gericht… Het slot is een slachting. 26. Kf2 Dh2+ 27. Ke1 Dg1+ 28. Kd2 Pd4 29. Dd1 Df2+ 0-1

Na deze partij had ik me voorgenomen om ook mijn paarden ook op sierlijke wijze te gaan gebruiken. En niet alleen esthetisch gezien, maar ook vooral schaaktechnisch wilde ik ze graag grootse dingen laten doen. Het lukte me ooit om een er een aardig ‘paardenballet’ van te maken tegen een redelijk sterke Duitse speler. Die is er helemaal ziek van geworden…

Grooten – Stein, Hamburg 1984.

Zwart had tijdelijk een pionnetje geofferd maar met zijn laatste zet … Lc8xh3 wint hij de pion terug en lijkt hij aanval tegen de witte koning ontketend te hebben, maar in werkelijkheid heeft hij de slag om het centrum verloren. Het tweede witte paard neemt vanaf nu volop deel aan de strijd!

21. Pe4 Lf5 22. Pxg5 Lxc2 23. Tc1 Tac8

24. Pd5

De paarden beginnen lekker te springen. Er dreigt natuurlijk Pe7+.

24… Pg6 25. Pb4

De witte paarden dansen door de stelling, waarbij vooral de hulpeloosheid van zwarts loper opvalt.

25… Lf5 26. Txc8 Lxc8

27. Tc1!

De toren heeft zijn taak verricht op de f-lijn en gaat nu naar de zevende rij via de c-lijn.

27… h6 28. Pe4

Hoe kwetsbaar de witte paarden ook lijken te staan, hoe superieur zijn ze aan de zwarte stukken.

28… a5

Op 28… Le6 volgt 29. d5 a5 30. dxe6 axb4 31. Tc4 met een flinke plus voor wit in het resterende eindspel.

29. Pd5

Daar is het paard weer.

29… Le6 30. Pb6 f5

Zwart probeert actief te worden, maar dit blijkt een storm in een glas water te zijn. In werkelijkheid jaagt hij de paarden naar nog mooiere velden. Na 30… Lxa2 31. Ta1 Le6 32. Txa5 staat wit ook fantastisch.

31. Pc5 Lxa2 32. Ta1 Lf7 33. Txa5 f4?!

Een stap in de verkeerde richting. Hier diende zwart zich te verdedigen met 33… Pe7 maar fijn is anders.

34. e4!

Nu heeft wit een mooi pionnencentrum.

34… f3?

Dit werkt absoluut niet.

35. gxf3 Ph4

In zijn nood probeert hij zijn stukken emplooi te geven. Maar de witte paarden ontregelen al het tegenspel.

36. Pcd7!

Wit trekt zich weinig aan van het tegenspel van zwart. De toren op f8 kan zich niet handhaven op de f-lijn.

36… Pxf3+

Probeert het pionnencentrum te slopen ten koste van een kwaliteit. Na een zet als 36… Td8 37. Kf2 Le6 [37… Le8 38. Td5!] 38. Pc5 Lf7 volgt 39. d5 en de witte d-pion is vrijwel onweerstaanbaar.

37. Kf2 Pxd4 38. Pxf8

Met pijn in het hart neem ik afscheid van een van mijn paarden!

38… Kxf8 39. Ta7 g5 40. Txb7

Maar de witte vrijpionnen zijn minstens zo sterk als die van zwart.

40… h5

41. Pd7+!

Nu hij zich een nieuwe verzwakking heeft veroorloofd gaat het andere paard op zoek naar materiaalwinst. Ik zorgde ervoor dat ik het hoofd van het paard steeds goed meedraaide…

41… Ke8

41… Kg8 42. Pf6+ wint ook een cruciale pion.

42. Pf6+ Kf8

43. Ph7+

Het paard heeft het laatste woord. Nu pion g5 verloren gaat is de stelling helemaal hopeloos. Zwart gaf zich gewonnen.

1-0

Dit fragment via de viewer:

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

4 Reacties

  1. Avatar
    Charles Kuijpers 12 april 2012

    Jammer dat de paaden in de diagrammen niet alle naar het centrum kijken 🙂

  2. Avatar
    Charles Kuijpers 13 april 2012

    Het kan natuurlijk wel een stimulans zijn om alle paarden op de koningsvleugel te posteren.

  3. Avatar
    Lucas 13 april 2012

    Onlangs las ik nog ergens, ik weet niet meer waar, dat iemand zijn paarden met opzet juist een andere kant op liet kijken dan het beoogde doel, om daarmee de tegenstander op het verkeerde been te zetten. Dat is natuurlijk ook hinderen van de tegenstander.

    Verder zit ik nog met de vraag wat de doen met de gleuf van de loper. De gleuf naar voren richten vind ik een beetje ordinair. Het beste lijkt mij de gleuf aan de achterkant te houden, zodat hij niet zichtbaar is voor de tegenstander.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.