Begrijp wat u doet: Het Hollands (deel 2): Oud Hollands

Eigenlijk was ik van plan om de Stonewall in deze aflevering aan bod te laten komen, maar die moet nog even wachten! Naar aanleiding van wat mails heb ik ervoor gekozen om eerst het Oud Hollands (ook wel het Iljin-Genewsky-systeem genoemd) te bespreken.

Ilyin-Zenevsky (foto bron onbekend)

1.d4 f5 2.Pf3 Pf6 3.c4 e6

Duidelijk geen Leningrader, maar wat het wel gaat worden, houdt de zwartspeler nog even in het midden.

 4.g3

De meest natuurlijke opbouw. Ook mogelijk is bijvoorbeeld 4.Pc3 waarop 4…Lb4 het meest geijkte antwoord is. Vanwege ruimtegebrek laten we deze variant achterwege.

4…Le7 5.Lg2 0–0 6.0–0 d6

Hiermee legt zwart eindelijk zijn kaarten op tafel. Hij kiest niet voor een ‘Stonewall-opstelling’ met …d7–d5 (die in de volgende aflevering behandeld wordt), maar hij gaat verder met dit ogenschijnlijk bescheiden pion­zetje. Toch zitten er offensieve bedoelingen achter zoals we zullen zien.

7.Pc3 (zie diagram 1)

Er zijn nu diverse plannen voor zwart, waarvan we twee basisconcepten bespreken.

Concept 1 (groene pijltjes): Een idee voor zwart is om te proberen een aanval tegen de witte koning op te zetten. Het concept bestaat uit … Dd8–e8 en eventueel naar h5 of g6. Dit plan vertoont wat analogie met het aanvalsconcept uit de Grand Prix Attack tegen het Siciliaans.

Deze variant ontstaat als volgt: 1.e4 c5 2.Pc3 g6 3.f4 Lg7 4.Lc4 Pc6 5.Pf3 e6

(zie diagram 2 / Grand Prix)

Wit offert in deze stelling vaak een pion met 6.f5 om zijn stukken vliegensvlug in de aanval te kunnen krijgen. Dat plan behelst om na d2-d3 en 0-0 de dame via e1 naar h4 over te brengen waar zij de dameloper hoopt te kunnen ondersteunen, liefst naar h6.

Terug naar het Oud-Hollands. Bovengenoemd aanvalsplan heeft pas een kans van slagen als zwart eerst wat aan zijn ontwikkeling heeft gedaan. Bijvoorbeeld met …Pb8–c6 om te proberen de actie … e6–e5 door te zetten. Het ultieme doel is om tot …f5–f4 te komen (mogelijkerwijs voorafgegaan door …g7–g5) om dan (met een dame op h5) de loperzet …Lc8–h3 in de stelling te brengen en dan een paard naar g4 te spelen. In de partij Werle-Dgebuadze, 2002 zien we een voorbeeld waarin de zwartspeler erin slaagde om de witte koningsstelling te verzwakken waar   de witspe­ler de hele partij last van bleef houden.

 

Concept 2 (gele pijltjes): Het tweede plan komt in de praktijk meer voor. Zwart wil zo snel mogelijk aansturen op de opmars … e6–e5. Daartoe kan hij bijvoorbeeld de interessante zetvolgorde … Dd8–e8 gevolgd door … Le7–d8 spelen. Met de loper dekt hij het zwakke punt d8 en door de dame op e8 komt … e7–e5 snel in de stelling.

 

7…De8

Hoewel de resultaten recentelijk niet heel goed zijn voor zwart, geven de Britten Gwain Jones en Simon Williams de voorkeur aan  7…Pe4. Een antwoord dat inderdaad zijn merites heeft. Jones schrijft in zijn analyse van zijn partij tegen Chatalbatchev dat hij tijdens het toernooi van te voren de dvd van zijn kamergenoot Simon Williams, een expert op dit gebied, over dit systeem had bekeken!

8.Te1

Een volkomen logisch idee: wit wil e2–e4 gaan doorzetten. We kijken nu naar twee alter­na­tieven:

A) b4

B) Dc2

 

A) In deze stelling was b4 de keuze van Karjakin in zijn partij tegen Nakamura, 2012, waarop de Amerikaan verder ging met 8…Ld8. (zie diagram 3)

Deze stelling is nog niet vaak op het bord gekomen en zal dus nader onderzocht moeten worden.

Een aantal respectabele zwartspelers opteert hier voor 8…Pc6 met de bedoeling om ditmaal veld d8 voor het paard te gebruiken: 9.b5 Pd8 De bedoeling van zwart is dan om na 10.a4 Dh5 11.La3 het paard op f7 te posteren met 11…Pf7 waar het de opmars … e6–e5 helpt tot stand te brengen. Toch blijken de zwarte stukken niet optimaal te staan. In Neverov-Williams, 2002 haalde wit de angels uit zwarts spel en won vrij soepel.

 

B) Het lijkt logisch om Dc2 te spelen zodat zwart even geen …Pe4 kan spelen. Een van de grote kenners van het zwarte systeem, GM Amin, kiest hier voor 8…Dg6 om toch met de ‘stoorzet’ …Pf6–e4 voor de dag te kunnen komen. (Een poging tot bovengenoemde aanval met 8…Dh5 bleek na 9.e4 e5 10.dxe5 dxe5 11.Pd5 Pxd5 12.cxd5 Ld6 13.exf5 Lxf5 14.Db3 Pd7 gedoemd tot mislukken. Na 15.Le3 kwam in een blitzpartij Bauer-Paci, 2007 de witspeler vlotjes tot winst.) 9.b3 wordt dan gezien als het beste vervolg. Na 9…Pc6 (Amin probeerde hier driemaal 9…Pe4 maar dat bleek wat te vroeg.) 10.La3 Pe4 Maar in El Gindy-Amin, 2003 bleek het nu wel goed te komen met zwart.

 

8…Dg6 (Diagram 4)

Op het eerste gezicht lijkt het dat zwart nu e2–e4 uit de stelling heeft gehaald maar dat is niet waar.

 

Uiteraard is 8…Pe4 weer een idee en uiteraard treffen we daar veel partijen van onze vriend Amin aan. Wit kan op diverse manieren reageren. Momenteel lijkt het erop dat de sterkste spelers de voorkeur geven aan 9.Dc2 Dg6 10.Pd2 Pxc3 11.bxc3 zoals voorkwam in Harikrishna-Amin, 2014.

 

9.e4!?

Dus toch!

9…fxe4 10.Pxe4 Pxe4 11.Txe4

Dit is de grap.

11…Pc6

De grote specialisten Amin en Minasian opteren hier voor 11…e5; Zwart mag de toren niet slaan vanwege 11…Dxe4 12.Ph4 met een kunstige damevangst in het midden van het bord! Overigens zijn er in mijn database vier ‘slachtoffers’ te vinden, waarvan er drie de partij nog remise hielden!

12.De2 Lf6 13.Ld2 e5

Goed of niet goed, van deze opmars moet het hoe dan ook komen voor zwart.

14.dxe5 (Diagram 5)

14…Pxe5

Ex-wereldkampioen Tal en ook vele andere grootmeesters kozen hier voor het wat anti-positionele 14…dxe5 waarmee de zwartspeler zichzelf een geïsoleerde pion op e5 bezorgt. Ondanks het feit dat deze pion zwak kan worden, is het grote voordeel dat zwart heel snel zijn witveldige loper kan activeren en tegelijkertijd onder omstandigheden met veld d4 voor het paard kan werken. Het is de moeite waard om te bekijken hoe Tal zich door de witte stelling van Aronson in 1957 heensloeg.

15.Pxe5 Lxe5 16.Lc3!?

De meest agressieve manier voor wit om op voordeel te spelen. Wit accepteert op zijn beurt zwaktes in zijn pionnenstructuur, puur gericht om op activiteit te spelen. In Nielsen-Boe Olsen, 2001 gelukte het wit om te bewijzen dat de activiteit van zijn stukken belangrijker was dan de verminkte pionnenstructuur. Echter, in Liebert-I. Farago, 1975, had zwart geen moeite om de partij remise te houden.

Tot slot een modelprestatie van de grote Hollands-specialist GM Simon Williams.

De Engelse grootmeester Simon Williams die op Chessbase.com veel instructieve én humoristische filmpjes maakt. Met een Premium Account heeft u onbeperkt toegang tot de hele videotheek van Chessbase!

 

Wojtaszek–Williams, Mulhouse, 2011.

1.d4 e6 2.Pf3 f5 3.g3 Pf6 4.Lg2 Le7 5.0–0 0–0 6.c4 d6 7.Dc2 a5

7…De8 wordt hier vaker gespeeld.

8.Pc3

Het is wit gelukt om vooralsnog … Pf6–e4 uit de stelling te halen.

8…Pc6 9.b3 e5

Maar zwart heeft zonder slag of stoot … e6–e5 kunnen doorzetten en daarmee heeft hij een klein succesje geboekt.

10.dxe5 dxe5 11.Td1 De8 12.Pb5

(Diagram 6)

12…Dh5!?

Het is duidelijk dat Williams heel andere plannen heeft! In een partij McKenna-Katrein, 1990 ging zwart voor 12…Ld8.

13.Pxc7 f4

Het lijkt wel een wet dat als zwart …f5–f4 door kan zetten, dat hij dat soms ook ten koste van grove materiële verliezen mag doen.

14.Pxa8

Wojtaszek heeft nauwelijks keus.

14…Lc5!

Opnieuw toont Williams dat hij geen enkel ontzag heeft voor spelers met een hoge Elorating. Met 14…Lf5 zou zwart ook voldoende compensatie hebben gekregen.

15.Td5?!

 (Diagram 7)

Deze zet toont aan dat de Pool bepaald niet op zijn gemak was. Achteraf kan worden vastgesteld dat zwarts laatste zet misschien twijfelachtig zou zijn geweest na 15.gxf4! maar dat is voor een speler achter het bord misschien niet zo eenvoudig te berekenen.

15…Pb4!

Natuurlijk probeert zwart wits laatste zet te weerleggen. Weliswaar zou 15…Pxd5? falen op 16.cxd5 en wit wint, maar na de adequate zwarte reactie, blijft wit het antwoord schuldig.

16.Txe5

Dit moet zijn bedoeling geweest zijn, maar hij heeft zich verrekend. Na een zet als 16.Db2 Pbxd5 17.cxd5 Pg4! zou de zwarte aanval ook als een trein lopen.

16…Pxc2 17.Txh5 Pxh5 18.Tb1 fxg3 19.hxg3 Pxg3

(Diagram 8)

De zwarte stukken nemen vrijwel allemaal deel aan het initiatief tegen de witte koning, terwijl die van wit hulpeloos staan toe te kijken.

20.Tb2?

Dit verliest onmiddellijk. Ook na 20.Pc7 Pxe2+ 21.Kh1 en nu het zeer nauwkeurige 21…h6! om Pg5 uit de stelling te halen, zou zwart aan het langste eind trekken.

20…Lf5

Opgegeven.

0–1

 

 

Belangrijkste illustratieve partijen:

  • Werle-Dgebuadze, 2002
  • Karjkakin-Nakamura, 2012
  • Chatalbashev-Jones, 2011
  • Gligoric-Maric, 1970
  • Neverov-Williams, 2002
  • Bauer-Paci, 2007
  • El Gindy-Amin, 2003
  • Harikrishna-Amin, 2014
  • Aronson-Tal, 1957
  • Nielsen-Boe Olsen, 2001
  • Liebert-I. Farago, 1975
  • Wojtaszek–Williams, Mulhouse, 2011.

 

Geraadpleegde bronnen:

–        Megadatabase van Chessbase

 

Eerdere afleveringen van deze rubriek, waarbij u de illustratieve partijen interac­tief kunt na­spe­len en downloaden, treft u aan op www.schaaksite.nl/2013/05/03/overzicht-begrijp-wat-u-doet/

 

Reageren? Stuur een e-mail naar hgrooten@xs4all.nl.

 

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.