Eindspelfinesses 57: lopers van gelijke kleur

Krijgt u wel eens een eindspel op het bord in uw partijen? En was u tevreden over de afloop? Of knaagde er iets waarvan u later dacht: “Dat had ik anders kunnen spelen? ”Schaaksite biedt een eindspelrubriek aan waarin u uw kennis kunt opfrissen of eventueel uitbreiden. Herman Grooten praat u op frequente basis bij over diverse eindspelfinesses.

Op het moment van schrijven is de Sinquefield Cup in het Amerikaanse St. Louis bezig. Vrijwel de gehele wereldtop is daar aanwezig. Zoals verwacht eindigen daarom niet veel partijen in een beslissing. Omdat er geen remise mag worden aangeboden, wordt in vrijwel elke partij doorgespeeld totdat er twee kale koningen overblijven. Soms hebben beide spelers door dat er in een stelling niets meer te halen valt en weten zij te ontkomen aan het onvermijdelijke door op slinkse wijze een zetherhaling in de stelling te vlechten. Dat gebeurde gelukkig niet al te vaak. In de vijfde ronde trok de partij tussen de Rus Ivan Nepomniatchi en de Amerikaan Hikaru Nakamura mijn aandacht.

Het zenuwslopende eindspel tussen Nepomniatchi (links) en Nakamura (rechts) in volle gang (foto Lennart Ootes)

Nepomniachtchi, Ian – Nakamura, Hikaru

34. e4
Deze zet krijgt een vraagteken van annotator Saravanan, die de partij voor Chessbase van commentaar voorzag. Maar ik zie niet helemaal in waarom het echt fout zou zijn. Wit krijgt sowieso goede winstkansen in dit lopereindspel. Inderdaad lijkt een zet als 34. h3 wat logischer.
34…dxe4+?
Dit mag wel een vraagteken krijgen, want waarom zou zwart de dubbelpion opheffen? Normaler is 34…Ke6 35. Lxg7 Lxh2 36. Kd4 (zie analysediagram)

en nu is het verstandig voor zwart om wél te ruilen op e4, maar dan met de andere pion: 36…fxe4 37. fxe4 Lg1 [Zoals we later zullen zien, lijkt de stelling na 37…dxe4 38. Kxe4 verloren voor zwart. Wit moet het cruciale veld e4 voor zijn koning veroveren.] 38. exd5+ Kf7 39. Le5 Lxf2+ 40. Kc4 maar het resterende eindspel moet remise zijn. Pion d5 is niet ver genoeg verwijderd van de twee damevleugelpionnen en het ziet er naar uit dat zwart remise moet kunnen maken.
35. fxe4 Ke6
Vooral niet 35…fxe4+ wegens 36. Kxe4 Lxh2 37. Le5! Lxe5 38. Kxe5 en het pionneneindspel wint voor wit, vooral vanwege een enorm ruimte-overwicht. 38…g6 [38…Ke7 39. b4 b6 40. Kd5 Kd7 41. b5 wint ook voor wit.] 39. b4 Ke7 40. f4 b5 (zie analysediagram)
41. Kd5 Kf6 42. Kc5 Kf5 43. Kxb5 Kxf4 44. Kc6 g5 45. b5 en wit haalt dame met schaak!
36. Lxg7 Lxh2
Vanaf hier ontspint zich een ongelooflijk ingewikkeld tempospelletje. Alles draait om het feit of wit zijn tegenstander kan dwingen om …fxe4 te spelen zodat wits koning veld e4 in handen krijgt. Daarmee ondersteunt hij de f-pion die ver verwijderd is van de damevleugel. Het grappige is dat het analyseren van dit eindspel met een engine niet zoveel zin heeft: mijn Stockfish 10 wil telkens exf5+ spelen en dat kan het zeker niet zijn.
37. Ld4 b5
Het is logisch dat Nakamura veld c4 aan de witte koning wil ontnemen. Het gaat mij ook te ver om uit te zoeken hoe wit eventueel zou kunnen winnen als zwart de pion op b7 houdt. Ik vermoed dat wit met f2-f3 en Kc4 dan toch langzaam verder gaat komen.
38. Lb6 Le5 39. Ke3 Lb2 40. Ld4 Lc1+ 41. Kd3
Zwart heeft op dit moment praktisch gezien alleen maar loperzetten. Maar waarheen?
41…La3
Een mogelijkheid lijkt mij 41…Lg5 42. f3 Lh4 want dan kan wit niet met de koning via c3 en b4 naar binnenlopen.
42. Lb6 Lb2 43. Lc7 Lf6 44. La5 Le5 45. Lb4 Lf6 46. Lc5 Le5 47. La7 Lf6
48. Ld4
Na wat schijnmanoeuvres begint wit nu met een concreet plan. Hij wil met de koning naar f4 kunnen wandelen (zonder gestoord te worden door een schaakje, want dan is zwart gedwongen tot het spelen van …fxe4. Maar zo simpel is het allemaal niet.
48…Le7 49. Ke3 Lg5+
Lijkt in orde, maar nu verandert Nepomniachtchi plotseling iets aan de pionnenstructuur. Het is natuurlijk de vraag of wit vorderingen had kunnen boeken na 49…Ld6 Zwart bewaakt veld f4 met de loper en wat kan wit uitrichten?
50. f4?!
In principe mag je in een eindspel met gelijke lopers geen pionnen op de verkeerde kleur zetten. Waarom doet Nepo dat dan?
50…Le7 51. Lb6 La3
Ik zie ook geen bezwaar van 51…Ld6.
52. Kd3 Lc1
Dit was zijn idee: hij wil die witte pion op f4 onder schot nemen.
53. Lc7 Lb2 54. Lb8 Lf6 55. Ke3 Lb2 56. Le5!?
In de uitvluggerfase is het altijd goed om te kijken of je de tegenstander in verwarring kunt maken. Met deze onverwachte ruil probeert de witspeler zijn tegenstander inderdaad uit zijn evenwicht te brengen.
56…Lc1+
Hij reageert op de juiste manier. 56…Lxe5?? zou inderdaad verliezen na 57. fxe5 Kxe5 58. exf5 Kxf5 59. Kd4 Ke6 60. Kc5 Kd7 61. Kxb5 Kc7 (zie analysediagram)
62. Ka6! en het pionneneindspel is gewonnen voor wit.
57. Kd3
57…b4?
Maar dit is ongelooflijk. Het is mij een raadsel waarom een topspeler als Nakamura in een eindspel met gelijke lopers vrijwillig een pion op de verkeerde kleur zet. Misschien nog erger: hij geeft zonder slag of stoot veld c4 aan de tegenstander, die zich al de hele tijd heeft afgevraagd hoe hij ooit met zijn koning op de damevleugel binnen zou kunnen komen.
Misschien had hij gezien dat hij na 57…La3 58. exf5+ Kxf5 59. Kd4 Lb4 (zie analysediagram)
60. Kd5 [60. Lc7 Le1 61. Kc5 b4 62. Kc4 Ld2 63. Ld6 Ke4 64. Lb8] 60…Le1 61. Kc6 b4 (zie analysediagram)
toch ook de pion naar b4 zou moeten spelen. Maar dit is een groot verschil met de partij. Na 62. Kb5 Ld2 63. Ld6 Ke4 64. Lxb4 Lxf4 is de stelling binnen de remisemarge.
58. Lb8!
Het begint van een nieuw plan. De loper streeft nu naar d4.
58…Kf6
Na een loperzet, zoals 58…Lb2 volgt 59. La7 Lc3 volgt sterk [Na 59…fxe4+ 60. Kxe4 (zie analysediagram)
is wits oorspronkelijke plan gelukt. Deze stelling wint maar dat is nog verre van triviaal. Aanvankelijk dacht ik dat wit met f4-f5+ en een loper naar d4 simpel zou winnen. Maar dat is zeker niet het geval. Want op het moment dat de witte koning naar b4 loopt, zal hij – om verder te komen – toch een keer een loper naar de diagonaal a3-f8 moeten spelen. Op dat moment gaat zijn f-pion verloren en ondanks het slaan op b4, kan wit vermoedelijk niet winnen. Het plan is om hoe dan ook de pion op f4 te houden, zodat de loper hem gedekt kan houden. De loper moet naar e3 en dan kan de koning ‘oversteken’ naar de zwarte b-pion. Omdat hij met een koning op d3 al vrij snel met Ld2 pion b4 kan bedreigen, heeft zwart het probleem dat hij zijn loper liever niet op de diagonaal a5-e1 plaatst. De zet Ld2 dreigt dan namelijk af te wikkelen naar een pionneneindspel. Maar om de loper nou op a3 te gaan zetten – zoals Nakamura in de partij doet – is natuurlijk ook niet de bedoeling. Om de winstvoering te gieten in eem mogelijk zetverloop, probeer ik hierna tonen hoe dat in zijn werk zou kunnen gaan: 60…Lc3 61. Ld4 Le1 62. Le3 Wits loper staat vrij handig op e3. Hij dekt pion f4 en straks komt de mogelijkheid Ld2 in de stelling. 62…Lc3 63. Kd3 Kf5 (zie analysediagram)
64. Ld2! Zwart moet telkens een pionneneindspel vermijden 64…Lb2 65. Kc4 en pion b4 gaat zonder slag of stoot verloren.] 60. Lc5 Le1 61. Le3 Lc3 en nu is 62. e5! de juiste zet. Dit is ook naar de verkeerde kleur, maar wit heeft wel een gedekte vrijpion! De dreiging Ld2 valt niet meer te voorkomen.
59. Ld6 Ke6 60. Le5
60…La3
Nakamura heeft het niet meer… Maar er is ook geen verdediging meer. Taaier was 60…fxe4+ 61. Kxe4 maar we hebben al eerder gezien hoe wit dit eindspel moet winnen.
61. Ld4
Hij volgt bovengenoemd plan: loper naar e3.
61…Lc1 62. Le3 Lb2 63. Ld2
63…fxe4+
63…La3 64. exf5+ Kxf5 65. Kc4 is ook gedaan.
64. Kxe4
Eindelijk hebben we de stelling gekregen, zoals boven al genoemd werd.
64…La3 65. Kd4 Kf5 66. Kd5 Kf6 67. Kc5 Kf5 68. Kb5
De eenvoudigste en meest overzichtelijke wijze om de winst veilig te stellen. Het was niet makkelijk te zien, maar zelfs op dit moment won 68. Lxb4 Lc1 69. Kd5! (zie analysediagram)
Het afhouden van de vijandelijke koning is van cruciaal belang. Wit wint met zijn laatste pion. We mogen hierbij opmerken dat de b-pion een zeer gunstige pion is voor dit type eindspel. 69…Lxf4 70. Lc3 Lg5 71. b4 Ld8 72. b5 Kg6 73. Kc6 Kf5 74. Lb4 Ke4 75. Ld6 La5 (zie analysediagram)
Dat noemen we een brug bouwen. 76. Lc7 Ld2 77. b6 Le3 78. b7 La7 79. Kb5 Kd5 80. Ka6 en de pion gaat naar dame.
68…Ke4 69. Lxb4
Omdat zwart na 69. Lxb4 Lc1 70. Ld6 twee pionnen achterkomt, gaf het op. Een zeer instructief eindspel.
1-0

Het moment dat Nakamura opgeeft mooi in beeld gebracht (foto Lennart Ootes)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.