Waarom mag wit in het schaakspel altijd beginnen?

Deze week werd ik gebeld door een voorbereider van een programma op Radio 1 of ik live in een uitzending een bepaalde vraag wilde beantwoorden. Het ging om de rubriek “Hoe zit dat?” Mij werd voorgelegd of het mogelijk was om rond de klok van half zes in de ochtend de volgende vraag te beantwoorden: “waarom mag wit in het schaakspel altijd beginnen?” Daar had ik helaas niet meteen een paraat antwoord, maar dat hoefde ook niet, want het zou pas de volgende ochtend zijn.

 

Wilhelm Steinitz (eerste wereldkampioen)

Ik vond het wel wat vroeg, maar zei toch toe om hieraan mee te werken. In de hoop dat er schakers zouden luisteren ondanks dit vroege tijdstip.

Na wat research op het internet kwam ik erachter dat de vraag helemaal niet zo makkelijk te beantwoorden was. Tenminste, men sprak elkaar tegen en wat is dan de waarheid?

Ik kwam in het begin niet veel verder dan wat Wikipedia over dit onderwerp te melden had, namelijk het volgende:

Het kleurpatroon van het schaakbord werd in de 13e eeuw in Europa bedacht. Dat wit begint, werd pas tegen het einde van de 19e eeuw gemeengoed. In 1883 werd op een groot toernooi in Londen nog geloot welke speler mocht beginnen; deze mocht vervolgens de kleur van de stukken kiezen. In 1889 schrijft wereldkampioen Wilhelm Steinitz dat in de praktijk van grote schaaktoernooien de speler die begint, met de witte stukken speelt. Historische schaakpartijen waarbij de zwartspeler begon hebben een equivalent waarbij de witspeler begint door de kleuren van de stukken te verwisselen en de posities van de stukken links-rechts te spiegelen.

 

De Labourdonnais

Nadat ik wat mails had verstuurd naar mensen waarvan je zou verwachten dat die een gefundeerd antwoord zouden kunnen geven. En zo ik kreeg ik een keurig antwoord van Frits Schalij uit Eindhoven dat er voor dit soort vragen eigenlijk maar één bron is: The Oxford Companion to Chess door David Hooper & Kenneth Whyld. Hij verwees naar het artikel “First move” en stuurde mij een foto van de bewuste pagina uit dit boek toe.

 

Men verwijst naar de tweekamp waarin maar liefst 85 partijen werden gespeeld tussen De Labourdonnais en McDonnell (1834). Daar heb ik voor mijn serie een klein artikeltje over geschreven: ‘Schaakgeschiedenis in vogelvlucht: De Labourdonnais-McDonnell’. In mijn database heb ik ‘slechts’ 63 partijen van de beide heren tegen elkaar kunnen traceren. Die heb ik onderaan dit artikel in de viewer gezet.

 

In het artikel “First Move” staat dus dat de spelers telkens dezelfde kleur hadden en dat er steeds gealterneerd werd met wie er mocht beginnen. Dat ging ik natuurlijk even checken in de database en daar zie je dat de partijen zijn opgeslagen waar wit altijd begint met om beurten de andere speler. Het klopt dus dat men de partijen – door te spiegelen – zo gereconstrueerd heeft dat wij ze met een gewoon schaakprogramma kunnen naspelen. Maar in werkelijkheid hebben de spelers altijd dezelfde kleur voor hun neus gehad! Frits had ook nog een paar aardige aanvullingen:

 

  • Stamma schreef in 1737 een openingsboek met 74 openingen, hij liet hierin Wit telkens beginnen.
  • Philidor schreef later in zijn boeken: “De speler die mag beginnen zou eigenlijk moeten winnen”. Philidor had dus nog geen voorkeur voor wit.
  • Op het eind van de vorige eeuw is de Engelse schaakbond aangeklaagd door de vakbeweging wegens racisme. Het zou racistisch zijn om wit telkens  te laten beginnen.

 

In dit opzicht is het wel aardig op te merken dat de reden dat wit mag beginnen is omdat men vond dat zwart vaker won, en dit het zwarte voordeel compenseert.

 

Onze gewaardeerde medewerker, Teun Koorevaar, kwam nog met een paar aardige aanvulling, deels gebaseerd op A History of Chess van H. Murray (1913), een autoriteit op dit gebied.

 

Toen het spel van India naar Perzië kwam (600 na Christus) en daarna naar Arabië is er veel geëxperimenteerd met wie eerst mocht zetten en met welke kleur. Aanvankelijk waren de stukken ook niet zwart en wit, bijvoorbeeld groen en rood. Soms mocht de een de kleur kiezen en dan mocht de ander beginnen, Soms werd gedobbeld of geloot wie mocht beginnen of welke kleur mocht hebben. Er was ook een periode waar zwart superieur was aan wit: “The  black men were for the chief, the white for the inferior”. De stelling werd in die tijd ook belicht vanuit zwarts standpunt.

 

Inmiddels is het bij het internationale schaak wereldwijd de standaard om wit te laten beginnen en dat is nu dus opgenomen in de reglementen. Ook bij het dammen heeft men een soortgelijke weg bewandeld. Oorspronkelijk werd dammen op het schaakbord gespeeld (‘het kleine bord’). Bij internationaal dammen begint wit, bij Angelsaksisch dammen (Checkers) begint zwart.

Men kan de uitzending terugluisteren door op onderstaand plaatje te klikken. Vervolgens in het menu te klikken op “Luister terug” tussen 5:00 en 6:00 uur. Het item over het schaken begint op bijna 38 minuten (kan gevonden worden door op de lichtblauwe balk te gaan scrollen.)

 

(met dank aan Frits Schalij en Teun Koorevaar)

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.