UIT OPTEKENINGEN 7

Het jaar 1957 werd gekenmerkt door selectiewedstrijden voor het NVPTT. Er waren enkele opmerkelijke partijen bij! Zo speelde ik in Den Haag tegen Jo Tuk, destijds bord 1 van Moerwijk, welke club toen nog in de hoogste regionen van de KNSB bivakkeerde. Die club is later opgegaan in De Ooievaar. Tuk speelde een variant van het Konings Indisch, die ik toen nog niet door had, aangezien die variant eerst kort op de markt was. Ik deed het dan ook prompt niet goed en had de partij dus moeten verliezen. Een misser van zijn kant gaf me nog een kans om met vrijpionnen de balans in evenwicht te houden. Hij moest met remise genoegen nemen.

Na de tijdcontrole op de 40ste zet was dit de stelling:

A. de Jong – Jo Tuk

Mijn vooruitzichten waren in dit eindspel niet bepaald gunstig, maar de vrijpion op c6 is een geduchte handenbinder. In de voorkamer van Jo’s huis gingen we vrolijk verder met:

1. Kf2 Tc8 2. Ke2 e6 3. Lb3 Kf6 4. Kd3 e5 5. Kxc3 exf4 6. exf4 Ke7 7. Lc2 Tf8 8. Kd4 Kd8 9. Ld3 Tf7 Zwart geeft hier blijk geen echt plan te hebben.

10. Lc2 Tf6 11. Ld3 Tf7 12. Lc2 Tf6 13. Ld3 Th6 14. Lxf5 Txh2 15. Le6 1/2-1/2

En hier werd het vruchteloze eindelijk ingezien en deelden we het punt.

Was dit al een partij, waarin ik me goed herstelde na de inferieure openingsbehandeling, waarin ik de kwaliteit had ingeboet, de ontmoeting met Bijleveld een paar weken later, brengt ook nu nog een pijnlijke herinnering bij me wakker! Uit een Aljechin bouwde ik een winnende stelling op, pionnetje na pionnetje werd mijn winstaandeel. Toen ik een tussenschaakje niet uitvoerde en in mijn gulzige haast naar het volle punt wilde doorstoten met damepromotie, werd ik in 1 (zegge en schrijven één zet!) mat gezet. Toen die zet werd uitgevoerd, stond ik van verbijstering op van mijn stoel, ging weer zitten, stond weer op , ging weer zitten en wist niet wat ik zeggen moest, herhaalde het opstaan en zitten maar weer. Ik was perplex! Daar ging al die inspanning van die dag en m’n mooie plaats in het toernooiklassement. Beleef het zelf maar mee…..

Rotterdam, 1 december 1957

J.H. Bijleveld – A. de Jong

1. e4 Pf6 2. e5 Pd5 3. d4 d6 4. c4 Pb6 5. f4 dxe5 6. fxe5 Pc6 7. Le3 Lf5 8. Pc3 e6 9. Pf3 Dd7 In die jaren de belangrijkste voortzetting uit de keuze tussen: 9.. Lg4; 9… Lb4; 9…, Le7; 9… Pb4 en de door mij gedane zet. 10. Le2 O-O-O 11. h3 Beter 11. 0-0, f6 12. d5!, Pxe5 13. Pxe5, fxe5 14. Db3! En Wit heeft dan voor de pion een kansrijk initiatief. 11… f6 12. exf6 gxf6 13. a3 Dg7 14. Tg1 h5 15. b4 Pe5 16. c5 Pbc4 17. Dc1 Pxe3 18. Dxe3 Dg3+ 19. Df2 Dxf2+ 20. Kxf2 Pxf3 21. Lxf3 Txd4 22. Pb5 Td2+ 23. Ke1 Lh6 24. Td1 Txd1+ 25. Lxd1 Ld3 26. Pc3 Le3 27. Th1 h4 28. Pe2 Le4 29. Th2 Tg8 30. Kf1 Td8 31. Lb3 Td3 32. Lc2 Txa3 33. Lxe4 Ta1+ 34. Pc1 Txc1+ 35. Ke2 Lf4 36. g3 Lxg3 37. Tg2 Tc4 38. Kf3 f5 39. Lb1 Tf4+ 40. Ke3 Txb4 41. La2 Hier moet het snode plan bij Bijleveld al hebben postgevat! 41… Kd7 42. Td2+ Kc6 43. Tc2 e5 44. Le6 f4+ 45. Ke2 e4 46. Lf7 Tb1 47. Kd2 f3 48. Ke3 f2 49. Kxe4

49… f1D 49… Te1+ had de terugreis van Jan naar Groningen minder triomfantelijk gemaakt, denk ik 50. Le8# Zo mat kom iemand nooit meer te staan. Het herhaaldelijk opstaan en zitten kon beginnen… Het gestamelde excuus van Jan drong niet echt tot me door! 1-0

In de huishoudelijke competitie van PTT Rotterdam speelde ik het jaar 1958 een merkwaardige partij met Henk Slagman, die toen al op de respectabele leeftijd van 75 jaar was. Met Wit spelen behandelde ik een Chatard –Aljechin wat al te lichtvaardig en dat kostte een stuk, maar ik vertikte het om te verliezen, dus volgde er een potje koffiehuisschaak, maar wel eentje met leuke ingevingen!

Rotterdam, 21 januari 1958

A. de Jong – H.W. Slagman

1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Pf6 4. Lg5 Le7 5. e5 Pfd7 6. h4 c5 7. Pb5 f6 8. Lxf6?! Pxf6! 9. exf6 Lxf6 10. dxc5 O-O 11. Ld3 a6 12. Pd6?? Hier moest toch heus wel 12. Pd4 gedaan worden (12… Da5! 13. c3, Lxd4 14. Lxh7+) 12… Da5+ 13. Dd2 Dxc5 14. Pxb7 Lxb7 Een goed verliezer geeft hier op, maar die dag had ik dat hoge moreel kennelijk niet! 15. Th3 Lxb2 16. Tb1 Beide zwarte lopers staan nu in de vuurlinie. 16… Dd4 17. Pf3 Df6 18. Pg5 g6 19. Pxh7 Kxh7 20. h5 Kg7 21. Lxg6 Lc6 22. Tf3 De5+ 23. Te3 Df4 Zwart kiest voor het oplossen van de spanning en neemt genoegen met wat minder gewonnen materiaal. 24. Txb2 d4 25. Txe6 Dxd2+ 26. Kxd2 Txf2+ 27. Ke1 Txg2

28. Tb7+ [Een mooi slot dient zich aan: 28. h6+ Kf8 29. Tb7 Ld7 30. Teb6 Pc6 31. h7 Ke7 32. Le4 Th2 33. Lxc6 Td8 34. Lxd7 Txd7 35. Txd7+ Kxd7 36. Txa6 Kc7 37. Ta8 En de zaak is beslist. Maarrrr.. . deze fraaie afloop is slechts theorie!. In de partij zelf ging het zo:] 28… Lxb7 29. h6+ Kxh6 30. Le4+ Kg5 31. Lxb7 Txc2 32. Lxa8 Txa2 33. Td6 a5 34. Txd4 Met remise. In de uitvoering hetzelfde idee als in de theorie, maar de omwisseling van zetten bewerkstelligde wel een andere uitslag! 1/2-1/2

In november van 1958 was er nog een opvallende ontmoeting voor het jaarlijkse PTT clubkampioenschap. Het was een uitwedstrijd tegen Leeuwarder Postale. De Friezen hadden het bestaan hun tiental te versterken met Theo van den Tol, na Haye Kramer de beste Fries aller tijden, en met Dirk Boven, dat jaar kampioen van Friesland. Beide speelden voor Philidor Leeuwarden in de hoogste KNSB klasse. Het mocht de Friezen echter niet baten. Beide zware jongens werden door Cor Smit en mij opgeknoopt en de totaaluitslag werd 7½-2½ voor de Rotterdammers: Geen woorden, maar daden! Dirk ging tegen mij met Wit als een dolle van start, maar ik ving hem in de counter op en door een daarop volgende misslag gleed hij onderuit: knock out! Een soort late genoegdoening voor het ongelukkige verscheiden in Dokkum van de heilige Bonifatius, maar deze Dirk uit Dokkum deed – hoewel vele, vele eeuwen later – dan toch nog boete. De grote gele tanden van Dirk werden zichtbaar in de grijns, die op zijn gezicht verscheen, toen hij bemerkte dat hij prachtig in het overgebleven gaatje was gestapt, waar het mat werd gecomponeerd.

In 1959 werden er voor het eerst ook sportieve contacten gelegd met de overkoepelende sportbond van de Nederlandse politie, de NPSB. Vanaf dat jaar werd evenals met de Nederlandse Spoorwegen, jaarlijks op het schaakbord geduelleerd. De eerste ontmoeting vond plaats in de oergezellige kantine van het Amersfoortse postkantoor, waar de vrouw van de directeur na afloop van het festijn voor het hele gezelschap boerenkool met worst had klaar staan. Het was voor mij ook met deze bond het begin van een vlotte reeks van winstpartijen….

Intussen had ik voor de selectie van het NVPTT de nodige misstappen begaan en daardoor wist ik mij slechts ternauwernood te plaatsen voor het nationale PTT- team, dat een bezoek ging brengen aan de Duitse collega’s.

Die reis werd gemaakt per trein, waarbij verzameld werd op het NS station Utrecht. Natuurlijk was de eeuwige held Barkema weer eens te laat en kon hij via een tussensprintje met een taxi nog net in Arnhem bij het gezelschap aanhaken. Wel had hij ditmaal zijn paspoort meegenomen en dat was toch al een hele verbetering!

We reisden met de Lorelei-express langs de Rijn, vermaakten ons met spelletjes schaak en kwamen zo tegen een uur of vier aan in Frankfurt aan de Main. Daar werden we opgewacht door het bestuur van de Duitse APV, de sportbond van de PTT van de Oosterburen. Een hapje eten moesten we nog even uitstellen, want we werden eerst per bus de Taunus ingevoerd. Op weg naar Oberreifenberg, waar een PTT-vakantiehotel was gesitueerd. Een prima onderkomen, waar we goed werden “afgeladen”. Een hele verbroedering die avond onder het eten en lang daarna met de komende tegenstanders!

De dag daarna gingen we aan de slag. Ik speelde op 5 april 1959 met Zwart tegen een man uit Reutlingen, Alois Heida. Het werd een zware partij, die na het afbreken remise werd gegeven. De match werd door ons gewonnen, dus internationaal bleven we ook deze keer ongeslagen.

De partij bestond uit een Geweigerd Orthodox Damegambiet, waarin na zet 34. Tb5-b7 de volgende situatie ontstond:

Alois Heida – A. de Jong

De partij bestond uit een Geweigerd Orthodox Damegambiet, waarin na zet 34. Tb5-b7 de volgende situatie ontstond: 1… Tcb6?! [Voor de hand ligt hier het antwoord 34… Pb6 om vervolgens via Pa8 op torenruil aan te dringen, maar ik besloot, hoewel niet goed gefundeerd, risico te nemen en pion a4, eventueel in samenwerking met pion c4, als troef uit te spelen. Het werd: 1… Pb6] 2. Txd7 Tb3 3. Ta2 a3 4. Td8+ Kh7 5. Tb8 Txc3 6. Tb4 Tb3 7. Le1 Tc6 8. Ta4 c3 9. T4xa3 Txa3 10. Txa3 c2 11. Ld2 c1D+ 12. Lxc1 Txc1+ Wat blijft is toch nog hachelijk te noemen: 5-4 met een T geeft Wit kansen. 13. Kf2 Tc2+ 14. Kg3 Td2 15. Ta7 Kg6 16. Td7 Kf6 17. h4 h5 18. f4 Td3+ 19. Kf2 Td2+ 20. Kf3 Td3+ 21. Ke2 Ta3 22. d5 Ta2+ 23. Kf3 Ta3+ 24. Kf2 Ta2+ 25. Kg3 Ta3+

26. Kh2 De partij werd hier afgebroken en later gearbitreerd met deling van het punt als resultaat. 1/2-1/2

In augustus van dat jaar begon het nieuwe seizoen met een ontmoeting van het Nederlands PTT tiental tegen de Belgen, ditmaal in Den Haag. Weer kwam ik tegen Demulder te zitten, maar ditmaal had ik geen kind aan hem. Overigens, de eerste tien partijen met Belgen leverden mij ook 10 punten op! In oktober reisde ik weer eens naar Jan Bijleveld in Groningen. Materieel kwam ik er niet goed af, maar het eindspel van L+3 tegen L+ 1 kon ik toch in theoretische banen leiden en dus met remise weer afreizen.

Door wijziging van mijn werkomstandigheden kreeg ik het in de eerstkomende jaren daarna zo volhandig, dat er weinig tijd voor wat gedegen aandacht aan “het spelletje” overschoot. Aan m’n resultaten viel dat dan ook goed af te lezen. Voor Jan van Rijn, een huidig clubgenoot bij sv Erasmus, had ik nog wel een verrassinkje in petto. Jan stond bekend als een Aljechin Verdediging kenner. Dat moest ik dus even toetsen! In de Promotieklasse RSB ging het aldus:

Westen Regina 1 – PTT Rotterdam 1

27 november 1959

Jan van Rijn – A. de Jong

1. e4 Pf6 2. e5 Pd5 3. d4 d6 4. c4 Pb6 5. f4 dxe5 6. fxe5 Pc6 7. Pf3 Lg4 8. Le3 e6 9. Pc3 Dd7 10. Dd2 f6 11. exf6 gxf6 12. d5 exd5 13. Lxb6 axb6 14. Pxd5 O-O-O 15. Df4 Ld6 16. Dd2

Een niet zo gunstig plekje! 16… Lxf3 17. gxf3 Lb4! 0-1

De jaren vijftig werden verlaten met een nederlaag tegen Elderson voor de PTT-selectie. Jan aanvaardde in de opening een aangeboden pion en liet mij de rest van de partij spartelen.

Geen vrolijk besluit dus van 1950-1960.

(wordt vervolgd)

De vorige afleveringen treft u hieronder aan:

Uit optekeningen 1

Uit optekeningen 2

Uit optekeningen 3

Uit optekeningen 4

Uit optekeningen 5

Uit optekeningen 6

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.