Schaakrubrieken 29 januari 2011

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken. Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken. In de afgelopen jaren zijn helaas veel schaakrubrieken veelal wegens bezuinigingen verdwenen. Schaakrubrieken die nu nog over zijn moeten worden gekoesterd en op deze manier geven wij meer aandacht aan dit goede werk.

Hans Ree

Zijn rubriek ‘Fluwelen hand ’ begint met:

‘Iemand vertelde me dat hij vroeger een vriend had- nou ja, geen echte vriend, maar meer een drinkebroertje – die de gewoonte had om ruwe cafés binnen te stappen en dan te vragen:’Wie is er hier de baas?’

Dan kwam er ruzie, want er waren altijd verschillende mensen die dachten dat ze de baas waren, en vaak eindigde het er mee dat in een woest gevecht barkrukken door het lokaal vlogen. De stokebrand kneep er dan gnuivend tussenuit; missie volbracht.

Als er in de schaakwereld over ‘The Boss’ wordt gesproken, gaat het nog altijd over Gary Kasparov, ook al heeft hij sinds 2005 geen serieuze wedstrijdpartij meer gespeeld. Hij zit natuurlijk niet stil en zijn laatste actie is een reclamecampagne voor de Poolse tak van de ING Bank.

Zoek bij You tube naar kasparow (en let op de w aan het eind van zijn naam want het zijn Poolse filmpjes) en dan zie je hem verschillende openingen behandelen, de Poolse opening in een half Pools en half Russisch gesproken filmpje, het Russisch in het Russisch en het Engels in het Engels.’

Hij behandelt de partij Anand- Alexei Shirov, Tata, tiende ronde. Hieronder het einde van deze partij.

Stand na 23… Tbd8

24. Lh5. Na deze elegante zet, die Shirov niet had zien aankomen, heeft zwart geen verdediging meer. 24…Txd6 25. Lxf7+ Kf8 26. Lxe8. Zwart gaf op. Na 26…Kxe8 27. Dg6+ Kd8 30 Pxc4 (of 30. Txd5) verliest hij have en goed.

De schaakopgave deze week is een stelling uit de partij Vitaly Meribanov – Vitaly Teterev, Minsk 2011.

Gert Ligterink

Zijn rubriek ‘ Indiase schone als publiekstrekker in Wijk aan Zee’ begint met:

‘Het is vaker gebeurd dat deelnemers aan de C-groep van het Tata-toernooi de aandacht afleiden van de grote grootmeesters op het erepodium. In 2009 verdrongen de kijkers zich om een glimp op te vangen van de pas in Nederland neergestreken Anish Giri, van wie gezegd werd dat hij een grote toekomst tegemoet ging. Nog meer aandacht kreeg in 2004 het debuut van de 13-jarige Magnus Carlsen. Hij won de C-groep met de formidabele score van 10,5 uit 13 en vestigde prompt zijn naam.’

Voor de volledige rubriek, de behandeling van de partijen Sachdev – Vocaturo en Nizjnik – Siebrecht en het naspelen hiervan klik hier.

Hans Böhm

Zijn rubriek ‘’Drama bij Tata ‘begint met:

‘De schaaksport bestaat bij de gratie van hoogst briljante en oliedomme zetten en alles daartussenin. Maar de ene toernooiformule leent zich beter voor de extremen dan de andere. Partijen tussen alleen maar spelers uit de wereldtop worden vaak beslist op de vierkante centimeter. Bij de toernooiformule die Tata hanteert, een mix van krachten, komen de fouten sneller.’

Voor de volledige column klik hier.

Bab Wilders

Voor zijn schaakrubriek met een tweezet van S. en T. Lewis , met boekbesprekingen en een analyse van de partij Nimzowitsj – Rubinsteinklik hier

Henk Prins

Zijn rubriek begint met :

‘In het Tata Steeltoernooi in Wijk aan Zee is het erg spannend. Op dit moment zijn er vier koplopers in de A-groep : Anand, Nakamura, Kramnik en Aronian. Carlsen volgt met een half punt achterstand samen met wereldjeugdkampioen Vachier-Lagrave. In de achtste ronde versloeg hij Nakamura op een manier die doet denken aan oud-wereldkampioen Tal.’

Vervolgens gaat hij uitgebreid in op de partij Carlsen – Nakamura.

Tot slot presenteert hij de volgende opgave uit het Tata Steeltoernooi :

Zwart speelde hier …Pxa4. Is dit een winnende of een verliezende zet en waarom?

Max Pam

Zijn rubriek ‘Overal de hand van de computer’ begint met :

‘In de Volkskrant beschreef Gert Ligterink vorige week hoe Alexej Sjirov tijdens het Tata Steel Toernooi in Wijk aan Zee na twintig zetten theorie een fout maakte bij de eerste de beste zet die hij zelf moest bedenken. ‘Ja, zo kan ik het ook,’ hoorde je Ligterink grommen.

Een ronde later vochten de Nederland

ers Anish Giri en Jan Smeets een theoretisch gevecht uit. De eerste negentien zetten waren bekend, daarna kwam een nieuwtje dat beide spelers thuis al hadden bekeken. Tot hoe ver? Daar lieten zij zich niet over uit. Morgen kan het ‘theoretisch debat’ in een nieuwe partij o worden voortgezet. Vandaag was het genoeg: na 38 zetten remise. Misschien hadden ze daarvan wel vijftien zelf achter het bord verzonnen.’

(…)’ In alle partijen zie je tegenwoordig de hand van de computer, schrijft Kavalek. Ook de huidige wereldkampioen Anand, die met zijn 41 jaar al ongelooflijk oud is – zeg maar een bejaarde dinosaurus – laat de machine partijen voor hem winnen. Ooit is deze ontwikkeling begonnen met Ken Thompson (67) en Dennis Ritchie (69), inmiddels twee overjarige hippies, die het Unix-systeem ontwikkleden.’

Hij behandelt de partijen Carlsen-Nakamura, McShane – Spoelman en Nyzhnyk – Siebrecht.

Rini Kuijf

Uit zijn rubriek ‘Dagschaak’ opgave A5389 voor beginners en B5389 voor gevorderden.

A5389 Wit aan zet kan iets sterks doen, maar wat?
B5389 Wit aan zet, wat wint overtuigend?

29 januari 2011 – Gert Ligterink

Zijn e-column ‘Gibraltar op de Tata Chesssite begint met :

‘Op de Chessbase-website lees ik dat Gibraltar volgens Nigel Short een plek op aarde is die je haat of bemint. Ja, zo ken ik er nog een paar. Hetzelfde heb ik Short en zijn collega’s horen zeggen over Wijk aan Zee, Hastings en bijna alle andere bestemmingen waar geschaakt wordt. Met uitzondering dan van Linares. Ik weet dat sommigen warme gevoelens koesteren voor de stad die eens het Wimbledon of Chess onder zijn hoede had, maar ik begrijp de schrijver van mijn Spaanse reisgids: `Linares is a town best viewed from a distance.’

De aanleiding voor Chessbase om Gibraltar te noemen was natuurlijk het sinds 2003 traditionele open toernooi dat begint in de tweede week van het Tata Steel toerrnooi en eindigt als Wijk aan Zee weer tot rust is gekomen. Een groot leger Britse schakers en een klein aantal buitenlandse topspelers verzamelt zich elk jaar eind januari op die merkwaardige rots in Zuid-Spanje, die nog altijd beheerd wordt door Groot-Brittannië.’

Voor zijn volledige e-column klik hier

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.