Eindspelstudies 23 – Een pionnenmotief

website

E-mail:

Hierbij de 23e eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s


In de schaakwereld zijn niet veel kwesties waarover vrijwel iedereen het eens is. Maar dat het boek Chess Studies or Endings of Games van Kling en Horwitz uit 1851 het begin van de eindspelstudiecompositie markeert, is algemeen aanvaard. De nog veel oudere boeken van bijv. Philidor, Stamma, onze graaf Van Zuylen van Nyevelt, of de incunabel van Lucena (1497), of zelfs meer dan 1000 jaar oude manuscripten van de schakende Arabieren bevatten ook wel stellingen die heel goed als studies kunnen doorgaan, maar dat waren vaak toch meer algemene schaakleerboeken of een soort puzzelboeken (wedspelen). Alhoewel ze dat niet expliciet benoemden, werkten Kling en Horwitz vanuit een artistieke visie. Dat zij zich toch niet helemaal aan de tijdsgeest konden ontworstelen blijkt uit het feit dat hun boek ook een bijlage bevat waarin de heren claimen het Muzio-gambiet te hebben weerlegd.

Onze helden ontdekten een motief waarin een grappige eigenschap van een pion de centrale rol speelt: met een koning kun je een pion op de tweede rij niet goed “van opzij” aanvallen. De slotstelling van hun studie is duidelijker dan mijn omschrijving.

Kling & Horwitz

Chess Studies 1851

Na 1.Ke4 d5+ (een aardige zijvariant is nog 1...f5+ 2.Kd4! d5 3.f3 Kd6 4.f4 Kc6 5.Ke5 Kc5 6.Kxf5 en zwart is te laat) 2.Kf4! (2.Kd4? Kd6 3.f3 Kc6 en wit komt niet verder) 2...Kd6 3.Kf5 (Helaas wint hier ook 3.d4 Ke6 4.f3) 3...Kc5 (3...Ke7 4.d4 Kf7 5.f4 Ke76.Kg6 Ke6 7.f5+ Ke7 8.Kg7) 4.Kxf6 Kd4 5.Ke6 Kxd3 6.Kxd5

Dit is de relevante stelling. Wit dreigt uiteraard 7.f4. Maar als zwart 6…Ke3 zou mogen spelen, zou het remise zijn. Dat mag niet van de bond. De enige andere optie is 6…Ke2 maar dan verdwijnt de witte pion fluks uit het kwadraat: 7.f4.

In eindspelstudies is dit thema niet tot op het bot verkend. Er zijn me in totaal maar een tiental voorbeelden bekend met dit motief. Daaronder is geen enkele studie met een thematische verleiding. Als in bovenstaand diagram de witte pion op f3 zou staan, dan zou zwart wèl remise maken met 6…Ke3. Dus een studie waarin de hoofdvariant eindigt met een pion op (bijv.) f2 en de thematische verleiding eindigt met een pion op f2 zou een “nieuwtje” zijn. Dit is dus uw kans om echt een originele eindspelstudie te componeren! U staat vast te popelen. Uiteraard ben ik graag bereid om u te adviseren bij uw pogingen!

Ik vind dat de componist van de volgende studie er tot nu toe het beste in is geslaagd om het motief tot uitdrukking te brengen. Na een spannende inleiding duwen de beide koningen elkaar op tot de afgrond:

O. Vinje

British Chess Magazine 1938

Op het eerste gezicht lijkt het dat wit eenvoudigweg met de pion naar voren stormt, er ligt immers een promotie met schaak in het verschiet. Maar 1.a4? f5 2.a5 f4 3.a6 f3 4.a7 f2 5.a8D+ Kg1 leidt tot een bekende theoretische remisestelling.

Na 1.Kc3! Kg2 2.Kd4 dreigt wit met 3.Ke4 de pion te stoppen. Zwart heeft twee mogelijkheden om daaraan wat te doen (na 2…Kf3 staat de zwarte koning de pion uiteindelijk lelijk in de weg): Na 2...Kg3 maakt wit wel degelijk gebruik van de mogelijkheid om met een schaakgevende promotie het feit te beslechten: 3.Ke4! Kg4 4.a4 f5+ 5.Kd3! f4 6.a5 f3 7.a6 Kg3 8.a7 f2 9.Ke2! Kg2 10.a8D+ en wint. Maar de tweede hoofdvariant bevat het briljantje (ons pionnenmotief): 2…f5 3.Ke5 Kf3 4.Kxf5 Ke3 5.Ke5! Kd3 6.Kd5 Kc3 7.Kc5

Mooi dat die koningen hun oppositiedans vanaf f5-f3 uitvoeren. Ook hierin schuilt nog een nieuw idee: misschien kan het nog verder: h5-h3. Bent u wel bedacht op het feit dat de zwarte koning soms buiten het kwadraat van de witte a-pion staat? 7...Kb2 8.a4 en wint.

Voor mijn gevoel (vooraf) was dit in eindspelstudies al vrij zeldzame pionnenmotief toch ook relevant voor het partijschaak. Ik was nogal verbaasd dat ik (in een database met meer dan 1,5 miljoen partijen) geen enkel voorbeeld wist te vinden. Het zou natuurlijk kunnen dat de verdedigende partij niet ingaat op zo’n stelling (relatief eenvoudig in te zien) en op een andere manier verliest of meteen opgeeft. Ik houd mij zeer aanbevolen als de lezers van deze rubriek partijen of andere eindspelstudies met dit motief weten te vinden.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.