Belevenissen van een arbiter: Schaakclub En Passant

De achtste ronde van de KNSB-competitie vorig seizoen voerde mij voor de eerste keer naar Bunschoten-Spakenburg, wat even boven Amersfoort is gelegen. Bunschoten was vroeger een boerendorp en Spakenburg was en is een vissersdorp aan het Eemmeer, wat vroeger de Zuiderzee was. De boeren en de vissers konden het vroeger blijkbaar aardig met elkaar vinden, want door nieuwbouwwijken in elkaars richting te ontwikkelen zijn de twee dorpen aan elkaar gegroeid waardoor het nu als één geheel wordt gezien. Het dorp is bekend om zijn karakteristieke klederdracht, wat wel steeds minder gedragen wordt. Verder is het dorp vooral bekend om zijn twee sterke voetbalclubs: Spakenburg (de Blauwen) en IJsselmeervogels (de Rooien). Beide clubs geven al jaren de toon aan in het zaterdagvoetbal. Zo ook vorig seizoen. In de topklasse gingen ze lang samen aan kop en uiteindelijk werd IJsselmeervogels algeheel kampioen van het zaterdagvoetbal seizoen 2010/2011. De rivaliteit is groot tussen beide clubs en de onderlinge derby’s staan altijd garant voor een hoop spektakel.

De plaatselijke schaakclub ‘En Passant’ heeft een paar jaar geleden het plan opgevat om het voorbeeld van de voetbalclubs te gaan volgen: Ze willen hogerop en streven ernaar om in de meesterklasse hun potje mee te kunnen blazen. Een paar jaar geleden dreigde het vlaggenschip vanuit de KNSB-competitie te degraderen naar de onderbond. Dit zou leden gaan kosten want er waren er een paar bij die per se in de KNSB-competitie actief wilden blijven. Om dit te voorkomen moesten er spelers gehaald worden en sponsors gevonden worden om dit te bekostigen. Tijdens de jaarlijkse vergadering werd er gestemd over dit voorstel. Er was één onthouding en één tegen, de rest was voor. Dit was het begin van een missie met een breed draagvlak. Die ene tegenstemmer heeft de club inmiddels verlaten.

Aan de huisvesting zal het niet liggen als het project mislukt. Bijna tien jaar geleden al werd er een schitterend denksportcentrum gerealiseerd. De buitenkant spreekt al voor zichzelf op de foto. Wie het gebouw binnenloopt, ziet aan de linkerkant de barruimte (ook daar zeer belangrijk!) met een aantal ronde schaaktafels en een tv-scherm om de tussenstanden van de plaatselijke voetbalclubs te kunnen volgen via teletekst.

Verder is er beneden nog een zaal en boven twee zalen waarvan er een is ingericht voor darters. Negen professionele dartbanen staan daar te wachten om de toorn van gefrustreerde schakers die net hebben verloren over zich heen te laten komen.

Wie speelden er het laatste jaar zoal bij de onlangs 75 jaar oud geworden schaakclub? De sinds 1972 in Nederland wonende ex-rus Genna Sosonko was de man met de hoogste rating. Verder nog Hans Bohm, Manuel Bosboom, Bruno Carlier en de Belg Tanguy Ringoir. De dames waren vertegenwoordigd door de 12-voudig Nederlands kampioene Zhaoqin Peng, Tea Lanchava en Marlies Bensdorp. Twee spelers uit eigen gelederen stonden nog in de vaste opstelling van het eerste team: Visspecialist (de Kaaieman) Dick de Graaf en belastingambtenaar Richard Vedder.

Die middag liep het niet naar wens voor En Passant. Tegen Boven IJ uit Amsterdam werd een onverwachte 3½ – 4½ nederlaag geleden. De koppositie in klasse 2A kwam echter niet in gevaar omdat naaste concurrent VAS met dezelfde cijfers verloor. Zo behielden zij de twee wedstrijdpunten plus nog wat bordpunten voorsprong op de ranglijst en na de laatste competitieronde, die winnend afgesloten werd, ging fier de vlag in top op het fraaie denksportcentrum En Passant zien we daarom komend seizoen verschijnen in de eerste klasse van de KNSB-competitie. Na de verloren wedstrijd tegen Boven IJ merkte de gevatte Richard Vedder fijntjes op bij mijn afscheid van het middagje Spakenburg: “Dit is niet alleen de eerste keer dat je hier een bezoek brengt, maar tevens ook de laatste keer!” Ja, je moet toch iets de schuld van je verlies geven!

Tot slot nog een aardige oefening om wat op te warmen voor het nieuwe seizoen.

Richard Vedder kwam die middag zelf ook niet aan een overwinning toe.

Op een gegeven moment werd de stelling van onderstaand diagram bereikt.

Richard speelde hier met zwart 1…,Txc3. Na 2. Pxc3 – Kf4 kon hij met de koning de laatste witte pion oppeuzelen. Er ontstond een eindspel van twee paarden tegen een op d5 geblokkeerde pion. Die positie is theoretisch gewonnen voor wit. Richard speelde het zo, omdat hij niets anders zag en hij gokte dat zijn tegenstander dit niet winnend uit kon spelen. En hij kreeg gelijk. Na nog een zet of veertig sloeg wit vertwijfeld de laatste pion er maar af en werd de vrede getekend. Wie kan het beter?

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.