Eindspelstudies 30 – Hoekje

website

E-mail:

Hierbij de 30ste eindspelstudie voor de Schaaksite uit mijn database.

  • De vierde versie van de database bevat 76.132 eindspelstudies
  • Het is de beste en grootste database van eindspelstudies ter wereld
  • De database bevat driekwart van alle ooit gecomponeerde studies
  • De database is in standaard pgn-format en leesbaar voor gangbare schaakprogramma’s


De hoekvelden van het schaakbord bieden de schaakcomponist interessante mogelijkheden. Zo kan wit met één enkele pion toch nog remise maken tegen een dame, loper en paard terwijl zwart aan zet is! Als u dat niet gelooft, moet u even naar de studie van Anatoly Kuznetsov en Boris Sakharov kijken in een eerdere aflevering van deze rubriek (Eindspelstudie 13).

De volgende evergreen is vermoedelijk wel de meest bekende studie met dit thema:

Aleksandr Herbstman
64 1933

U weet vast dat het eindspel van koning tegen koning en twee paarden remise is. Maar als er aan beide zijden een toren bijkomt, is het eindspel hopeloos verloren onder normale omstandigheden. In de diagramstelling ziet het er beroerd uit voor wit. De toren staat in, maar verder dreigt zwart sowieso 1…Pac3+ gevolgd door 2…Txa1 met de winnende materiaalverhouding als resultaat. Dan maar een schaakje: 1.Tf3+ Kg2. Nog steeds staat de toren aangevallen, en dreigt zwart 2…Pac3+. Wat te doen? 2.Tb3! Pac3+ 3.Kc1 Txa1 en nu blijkt het nut van de eerste zet: 4.Tb2+ (met schaak dus) 4…Kg1 5.Ta2! Nu is 5…Txa2 pat, maar zwart kan zelfs met schaak die toren meppen: 5…Pxa2+ 6.Kb2.

En zwart kan niet voorkomen dat wit de zwarte toren slaat, waarna het genoemde remise-eindspel resteert.

Deze studie kent 13 navolgingen (HHdbIV-database), waarvan ik de volgende het mooist vind:

Mario Matous
Speciale eervolle vermelding Ceskoslovensky Sach 1993-1994

Weer staat de witte toren in, maar hier lijkt veel minder aan de hand. Bij nadere bestudering zien we echter dat de witte toren vrijwel geen enkel veilig veld heeft, ook vanwege het dreigende aftrekschaak. De meeste torenzetten behoeven geen verdere toelichting. 1.Tf1? faalt op 1…Pc4(f3)+ 2.Kd1 Pe3+. Dus 1.b7+ Kb8 2.Ta6 en de witte toren heeft niet alleen een veilig veld weten te vinden, maar dreigt ook nog eens te winnen met Ta8+. 2…Pf3+! 3.Kf1 Te1+ 4.Kg2 Nu lijkt 3…Pge5 sterk, maar wit kan op het nippertje de loper dekken: 5.Ta8+ Kxb7 6.Th8 Tg1+ 7.Kf2. Maar met 4…Pgh2! is de witte loper volkomen ingesnoerd in de hoek en dreigt zwart die loper te winnen met Tg1+.

5.Ta8+! Kxb7 6.Tg8! Dit lijkt zelfmoord vanwege 6…Tg1+ 7.Kh3! maar na 7…Txg8 volgt nu 6.Lxf3+ Pxf3 (anders Kxh2 met remise) pat! Dan maar 6…Txh1 8.Tg1! Pxg1+ 9.Kg2

Het Herbstman-hoekje. Remise.

De enige andere materiaalverhouding waarin deze truc werkt, is nog maar in één studie toegepast:

Atilla Koranyi
5e plaats match Hongarije-Finland 1979

Remise? Zwart heeft wat stukjes in de hoek en wit twee pionnen op promoveren, waarvan één met schaak! 1.c8D+ Kb4 O, zwart dreigt wel ernstig mat door een willekeurige loperzet, bijvoorbeeld door ‘m na een dameschaakje tussen te plaatsen. De enige zet waarbij dat niet lukt is een dameoffer: 2.Dc4+! Kxc4 3.g8D+ Kb4 en nu lijkt wit uitgepraat, want een tweede dameoffer op c4 neemt zwart schaterlachend aan. Dit alles heeft namelijk niets met pat te maken, want veld e1 is ongedekt. Er is echter toch nog een andere manier om het mat te voorkomen – de toren op h1 aanvallen: 4.Dg2! fxg2+ 5.Kxg2

Zwart kan niet verhinderen dat wit de toren op h1 neemt, waarna een bekende remisestelling resteert. Deze studie lijkt niets met pat te maken te hebben, maar (zie ook Eindspelstudies 16) de eindstelling is slechts remise omdat bij optimaal spel zwart de witte koning alleen maar pat kan zetten. Zou pat verlies betekenen, dan wint zwart uiteraard.

Dit is best een aardige studie van de onvolprezen compositie-GM Korányi (1934-1997), eindspelstudieredacteur van het Hongaarse tijdschrift (Magyar) Sakkélet dat na een financieel debacle een decennium geleden een herstart maakte onder de oude naam Magyar Sakkvilág (Hongaarse schaakwereld). Maar mij lijkt dat dit thema nog wel kansen biedt voor nieuwe studies. Probeert u het eens?

Er zijn overigens wel diverse (ik telde er 36) studies met een veel ruimer hoekje (de zwarte loper op e1 en de zwarte pion op h4), hetgeen eigenlijk op hetzelfde neerkomt.

Het is tijd voor een nieuw hoekjes-thema. De sterke pion die via b7/g7 een zwart stuk op a8/h8 aanvalt. Daartoe behoort de eerder genoemde studie van Kuznetsov en Sakharov, maar ook hun volgende voorbeeld is niet te versmaden:

Anatoly Kuznetsov & Boris Sakharov
Shakhmaty v SSSR 1955

Wit lijkt er riant voor te staan met die pion op g6, maar kan die niet meteen ten gelde maken: 1.Txc8+? Lxc8+ (met schaak dus), of 1.gxh7? Txg8 2.hxg8D Lxc4+. 1.Tg7+! Nu gaat het snel mis met zwart na 1…Kb8, bijv. 2.Lb7 Lxb7 3.Txb7+ Ka8 4.gxh7 etc. Dus 1… Kb6 2.Lb7 (niet 2.c5+? Kxc5 3.Lb7 hxg6! 4.Kd7 Lxb7 5.cxb7 Tb8 6.Kc6 Txb7+ 7.Kxb7 d3). 2… Lxc4+ (2…d3 3.c5+ Kxc5 4.Td7 hxg6 5.Td5+ Kb4 6.Lxc8 Lxc8+ 7.Ke5 Kc4 8.Td8 La6 9.c7 Kc3 10.Ke4 d2 11.Ke3) 3.Ke5! Th8! Het is nog steeds te vroeg om toe te slaan: 4.gxh7? d3, of 4.Txh7? Tg8 5.Kxd4 Le6! (enige zet, de componisten speelden hier 5…La2? maar dat verliest vanwege 6.Th2 Le6 7.Tg2, en dezelfde truc gebeurt na 5…Lb3? 6.g7 Lc2 7.Th2! en 8.Tg2) 6.g7 Lf5 7.Th5 Lg6 8.Tg5 Txg7. 4.Kxd4 De zwarte loper staat nu aangevallen en wit dreigt eindelijk op h7 te slaan. Dus 4...Lg8! Nu ziet 5.La8? er kansrijk uit, maar zwart kan net remise houden: 5…hxg6 6.Tb7+ Ka6 7.Tb8 Th4+ 8.Ke5 Th5+ 9.Kd6 Td5+ 10.Ke7 Te5+ 11.Kf7 Tf5+! 12.Kxg6 Le6. Echter 5.c7! Kxb7 6.c8D+ (of promotie tot een ander stuk) 6…Kxc8 en dan nu het spectaculaire offer 7.Rc7+! Kxc7 8.g7

En wit wint.

Weliswaar komen studies met dit hoekje veel vaker voor, maar dan staan er (veel) meer stukken op het bord. Dit is de enige correcte studie met 2 witte en 4 zwarte stukken in de slotstelling, hetgeen wel zo mooi is. In principe kan er ook een zwart paard op h7 staan. Dat is in een winststudie nog niet toegepast en drie remisestudies bleken incorrect.

De volgende studie combineert twee hoekjesthema’s.

Michael Bent
Schakend Nederland 1965

De eerste ziet u meteen: 1.b7!

Maar na 1…a1D heeft wit een ernstig probleem. Het haastige 2.bxa8D? faalt dan op 2…Dxf1+ en wit komt in een matnet (3.Kh4 Df4+) of belandt in een kansloos eindspel (3.Dg2 Dxg2+). Als wit eerst even koelbloedig de loper dekt, loopt het verkeerd af: 2.Kg2? bijv. 2….Dd1 3.bxa8D Dxc2+ 4.Kf3 Dd1+ 5.Kg2 Dd2+ 6.Kf3 Df4+ 7.Kg2 c2 8.Db7+ Lc7. Dus dan maar 2.Lg2? Nee, hoor: 2…Dd1(a5)! 3.bxa8D Dh5 mat! Wit heeft toch een verborgen truc: 2.Ld3! Dh1 (een mooie hoekzet in een hoekjesstudie) 3.bxa8D Dxa8 en nu het andere hoekjesthema: 4.Le4!

En daar het lopereindspel na 4…a5 5.Lxa8 gemakkelijk remise is, rest zwart niets anders dan 4…Dxe4 pat! Kort, maar krachtig. Dit is een vrij bekend idee.

Misschien dacht u tijdens het lezen van dit artikel “Goh, ik had nog nooit van dat hoekjesthema gehoord”. Nou, dat kan kloppen: het bestaat namelijk niet. Bij schaakproblemen is er een uitgebreide nomenclatuur, ongeveer vergelijkbaar met de naamgeving van openingsvarianten, bij eindspelstudies is die rudimentair. In de meeste gevallen zijn de thema’s geleend van de schaakproblemen (bijv. Novotny-interferentie, Babson-task), maar er zijn wel degelijk typische eindspelstudie-thema’s, soms vrij algemeen: minorpromotie, wederzijdse zetdwang, en soms veel specifieker: Saavedra-thema. En soms ziet iemand een patroon, zoals in dit artikel. Het zal u daarom niet verbazen dat er geen “thema-boek” voor eindspelstudies bestaat. Misschien ga ik me daar ooit nog wel eens aan wagen….

Alle fragmenten via de viewer:

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.