Een psychologische speelstijl

Een psychologische speelstijl

Emanuel Lasker

In een eerder artikel schreef ik over de Engelse grootmeester Nigel Davies die een remiseaanbod doet met als bedoeling de tegenstander te beledigen. Daardoor is de tegenstander minder geconcentreerd waardoor hij in een valstrik tuint. Davies beschouwt deze partij als een ‘psychologisch meesterstuk’. Ik vind deze handelwijze onsportief.

Iets anders is wanneer een schaker naar een bepaalde variant gaat en psychologisch weet welke zet zijn tegenstander niet zal gaan kiezen. Ik vind zoiets geweldig, als het kan. Mensen die in het hoofd van een tegenstander kunnen kijken. Het komt in romans voor, en ik heb wel eens gehoord ook in de politiek.

Vladimir Putin, in die tijd president van Rusland, en

Kirsan Ilyumzhinov, in die tijd president van Kalmukkië,

Kremlin augustus 2006

Raymond Keene (grootmeester, internationaal arbiter, schaakorganisator, journalist voor de Engelse The Times en auteur van meer dan honderd schaakboeken) gelooft dat het ook kan bij het schaken. Keene meent dat Lasker de eerste was die de psychologie introduceerde in het schaakspel. Het is volgens hem geen toeval dat Lasker op dit idee kwam, want hij leefde in dezelfde tijd als Freud. Als voorbeeld geeft hij een analyse van een partij van Lasker.

Overzicht van aantekeningen

1. Emanuel Lasker

2. Sigmund Freud

3. Het voorbeeld van Raymond Keene

1. Emanuel Lasker

Emanuel Lasker werd op 24 december 1868 geboren in Berlichen, in die tijd in Pruisen maar tegenwoordig in Polen. Op elfjarige leeftijd werd hij naar Berlijn gestuurd om wiskunde te gaan studeren. In koffiehuizen begon hij geld te verdienen met schaken. In 1894 won hij op zesentwintig jarige leeftijd het wereldkampioenschap. In 1921 onttroonde Capablanca hem. Hij schreef onder meer ‘Laskers handboek van het schaken’. Hij overleed in 1941.

Tijdgenoten van Lasker meenden dat Lasker een ‘psychologische’ speeltijd hanteerde: hij deed soms opzettelijk mindere zetten om zo zijn tegenstander in verwarring te brengen.

2. Sigmund Freud

Sigismund Freud, 1856 – 1939, was de bekende Weense psychiater. Wie kent hem niet? Hij is de grondlegger van de psychoanalyse. Hij is een van de meest invloedrijke psychologen. Zijn dochter Anna (1895-1982) werd later eveneens een beroemd psychoanalyticus.

Freud met zijn dochter Anna 1913

3. Het voorbeeld van Raymond Keene

St. Petersburg 1914

Lasker, Aljechin, Capablanca, Marshall en Tarrasch

Wit: Emanuel Lasker

Zwart: Frank James Marshall

St. Petersburg 1914

Raymond Keene, The Times 16 december 2006

www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1094969

Commentaar: Raymond Keene

1. e4 e5 2. Pf3 Pf6 3. Pxe5 d6 4. Pf3 Pxe4 5. De2 De7 6. d3 Pf6 7. Lg5

Deze opening is een interessant voorbeeld van een typisch psychologische oorlogsvoering (‘warfare’). Marshall was een roekeloze speler (‘swashbuckling player’) die een diepe afkeer had van saaie eindspelen. Om die reden koos Lasker voor een openingsvariant die objectief onschuldig is. Toch houdt zij een uitnodiging in om de dames te ruilen. De zevende zet van Marshall vermijdt deze afruil waardoor hij in moeilijkheden komt.

7. … Le6 8. Pc3 Pbd7 9. 0-0-0 h6 10. Lh4 g5 11. Lg3 Ph5 12. d4 Pxg3 13. hxg3 g4 14. Ph4 d5 15. Db5 0-0-0 16. Da5 a6

In deze stelling begaat Marshall een tweede psychologische fout. Omdat Lasker kennelijk in de opening bereid was de dames te ruilen, denkt Marshall ten onrechte dat Lasker het niet zal aandurven een stuk te offeren. Hij vergist zich. De witte stukken trekken spoedig als een leger van mieren naar de vesting van de verschrikte zwarte koning.

17. Lxa6 bxa6 18. Dxa6+ Kb8 19. Pb5 Pb6 20. Td3

In deze stelling suggereert dr. Siegbert Tarrasch, de beroemde Duitse grootmeester en theoreticus die het boek over dit toernooi heeft geschreven, dat zwart een betere verdediging heeft met 20. … Pc4. Echter, wit wint dan nog steeds door te spelen 21. Te1 Td6 22. Pxd6 Dxd6 23. Tb3+ Pb6 24. a4 Lc8 25. Te8 Dd7 26. Db5 Dxb5 27. Txb5 Kb7 28. a5 Ld7 29. Txf8.

In feite is dit precies het type eindspel dat Marshall wou vermijden tegen Lasker: een pion minder en een algemeen zwakkere stelling.

Het vervolg:

20. … Dg5+ 21. Kb1 Ld6 22. Tb3 The8 23. a4 Lf5 24. Pa7 Ld7 25. a5 Dd2

De rest van de partij is een zware nederlaag voor zwart.

26. axb6 Te1+ 27. Ka2 c6 28. Pb5 cxb5 29. Da7+ 1-0

1 Reactie

  1. Avatar
    MvanLeeuwen 24 oktober 2011

    Een legale manier om je tegenstander uit zijn evenwicht te krijgen lijkt me.

    Ik weet niet meer waar, maar over Lasker heb ik ooit het volgende gelezen:

    Van Janowsky wist hij dat deze een overdreven voorkeur voor het loperpaar had. Vrijwillig geeft Lasker in een onderlinge partij zijn loperpaar op en Janowsky denkt door zijn sterke voorkeur voor het loperpaar dat hij (duidelijk) beter staat. Zo eenvoudig is het echter niet en de overmoedige Janowsky wordt keurig naar de nederlaag gespeeld door Lasker.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.