Schaakrubrieken 12 november 2011

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken.

Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken.

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken.


Hans Ree

Zijn rubriek Misplaatste hoffelijkheid begint met:

´Het is jammer dat ik hier niet kan vertellen hoe het kampioenschap voor Europese landenteams is afgelopen. In het Grieks vakantiedorpje Porto Carras speelden Armenië en Duitsland gisteren om de titel. Ze stonden samen bovenaan met evenveel matchpunten, maar Armenië had een bordpunt meer, dus als het in de laatste ronde 2/2 is geworden, is Armenië kampioen.’

(…)’ Maandag was er in de vijfde ronde een akelige schrik voor de Azeri’s. Kort na het begin van de wedstrijd tegen Frankrijk viel Vugar Gashimov van zijn stoel en raakte hij bewusteloos. Tenminste, volgens sommige ooggetuigen. Vugars broer, die ook zijn manager is, liet later weten dat het niet zo ernstig was geweest, alleen een wat te hoge bloeddruk.

In ieder geval renden Gashimov’s teamgenoten weg om een dokter te zoeken. Een wedstrijdleider zette aan alle vier de borden de klokken stil, wat hij eigenlijk niet had mogen doen. De beduusde Fransen boden vervolgens vier remises aan, wat werd aangenomen.

Het was aardig van de Fransen, maar niet erg professioneel. Ze stonden aan de twee borden waar ze wit hadden duidelijk beter en aan de andere twee ongeveer gelijk.’

Hij behandelt de partij Tapani Sammalvuo – Ivan Sokolov, EK teams 2011. Deze partij eindigde als volgt:

Stand na de 29ste zet van wit

29…g6 Een mooie stille zet. Hij moet een eventueel mat op de onderste rij er uit halen om zijn Ta8 te kunnen gebruiken. 30.Tb3 De beslissende fout. Na wits onnauwkeurige 28ste zet stond zwart goed, maar met 30 Tbc1 was nog verdediging mogelijk. 30…dxe4 31.fxe4 Df2+ 32.Te2 Df4+ Hierna wint zwart bij aanhoudende aanval het geofferde materiaal met woekerrente terug. 33.Ke1 Ta1+ 34.Tb1 Txb1+ 35.Dxb1 Txc3 36. Lc2 Wit gaf op.

De schaakopgave deze week is een stelling uit de partij Dimitrios Mastrovasilis – Nigel Short, EK teams 2011.’

Gert Ligterink

Zijn rubriek Favoriet Rusland laat het bij EK afweten begint met:

Bij de grote landenwedstrijden valt op hoezeer het spel zich in de breedte heeft ontwikkeld. Vijftig jaar lang heerste de Sovjet-Unie en later Rusland op de teamtoernooien en speelden de anderen om de tweede plaats. Sinds de eeuwwisseling mogen minstens tien landen van de hoofdprijs dromen. En niet alleen Oost-Europese landen. Ook Duitsland, Frankrijk en Nederland hebben een kans als alle teamleden goed in vorm zijn.

Het EK in Porto Carras is op het moment van schrijven gevorderd tot de zesde ronde. Over de afloop valt nog geen zinnig woord te zeggen, behalve dan dat Rusland opnieuw met lege handen zal staan. In drie wedstrijden liet de voor de hand liggende favoriet het afweten. De 2-2 tegen Nederland was teleurstellend en had vermeden kunnen worden als Karjakin een riante stand tegen Smeets naar behoren had afgewikkeld.

Voor de volledige rubriek klik hier.

Hans Böhm

Zijn rubriek Nederland – Rusland begint met:

Het sterkste schaakland op het lopende Europese kampioenschap voor landenteams is Rusland. Hun ploeg bestaat uit louter wereldtoppers: 1.Peter Svidler (Elo 2755) 2.Alexander Grichuk (2750) 3.Sergei Karjakin 2760 4.Alexander Morozevich (2760) 5.Ian Nepomniachi (2730). Hun laatste man staat hoger op de wereldranglijst dan de nummer één van de meeste landen. Dit toernooi wordt verspeeld volgens het Zwitserse systeem en dat houdt bijna altijd in dat de laatste ronde allesbeslissend is in een groot deelnemersveld. In de slotronde moet je niet tegen een heel sterk land komen, dan kun je als een baksteen in de ranglijst zakken. Dus begon Nederland aan de ene kant in de derde ronde met plezier tegen Rusland, aan de andere kant hield iedereen natuurlijk het schakershart vast.

Voor de volledige column klik hier.

Bab Wilders

Voor zijn schaakrubriek met een driezet Marandyuk , met boekbesprekingen en een analyse van de partij Gashimov – Grischuk klik hier.

Johan Hut]

Zijn rubriek Van der Sterren eerlijk en open begint met:

Zit Nederland te wachten op de autobiografie van Paul van der Sterren? Velen zullen hun schouders erover ophalen, totdat ze het boek in handen hebben. ‘Zwart op wit, verslag van een schakersleven’ is een monumentaal werk geworden, dat een plek verdient in de toptien van mooiste Nederlandstalige schaakboeken aller tijden.

Paul van der Sterren (Venlo, 17 maart 1956) brak zijn rechtenstudie af toen hij in 1978 in het Hoogovenstoernooi een partij won van Viktor Kortchnoi. Hij werd beroepsschaker. In 1985 werd hij Nederlands kampioen, twee jaar later bereikte hij (tijdelijk) de tophonderd van de wereld. In 1993 werd hij voor de tweede keer kampioen. Bovendien bereikte hij een gedeelde tweede plaats in het interzonetoernooi in Biel, waarna hij in januari 1994 een kandidatenmatch voor het wereldkampioenschap mocht spelen tegen Gata Kamski, die hij met 4,5-2,5 verloor. Daarmee kwam Van der Sterren na Euwe en Timman het verst in de klassieke WK-cyclus. Hij werd in 1994 de nummer 45 op de wereldranglijst. In 2001 speelde hij zijn laatste toernooi, zijn 25e NK. Hij stopte met schaken, speelde daarna alleen nog een paar partijen voor zijn club HSG. In 2010 besloot hij weer competitiepotjes te gaan spelen voor Caïssa in Amsterdam. Tot zijn eigen verbazing, zo zei hij tegen een verslaggever van het bondsblad.

Voor de volledige rubriek, de behandeling van de partij Van der Sterren – Nijboer en het naspelen hiervan klik hier.

Henk Prins

Prins behandelt twee schaakproblemen uit eerdere rubrieken en presenteert een nieuw probleem. Zie hieronder.

843 – A.Popovski, Macedonië

Rini Kuijf

Uit zijn rubriek ‘Dagschaak’ opgave A5632 voor beginners en B5632 voor gevorderden.

A5632 Wit aan zet, wat wint ?

B5632 Zwart aan zet wint, hoe?

Gert Ligterink, 9 november 2011

Zijn e-column ‘ Verliefd’ begint met :

Het spreekt vanzelf dat het Hoogovenstoernooi regelmatig ter sprake komt in Zwart op Wit, de schitterende autobiografie van Paul van der Sterren. Zeventien keer speelde hij in een van de invitatiegroepen en ook de kandidatenmatch tegen Gata Kamsky, het hoogtepunt van zijn carrière, vond plaats in Wijk aan Zee.

De gelukkigste herinnering bewaart Van der Sterren aan het toernooi in 1977, toen hij voor het eerst meedeed in de Meestergroep. Het ging geweldig: hij eindigde op de tweede plaats, anderhalf punt achter de ontembare Viktor Kupreichik maar ook anderhalf punt voor op de rest van het veld. Twee ronden voor het eind had hij zijn eerste meesterresultaat behaald.

Het geheim van zijn succes zal niet iedereen kennen: hij zweefde op vleugels van verliefdheid. Van der Sterren beschrijft het mooi: `Op de ochtend van de eerste ronde van het Hoogovenstoernooi steek ik de ontbijtzaal van het onvergetelijke Hotel Kennemerduin diagonaal over en ga aan tafel zitten bij Hanneke van Parreren, deelneemster aan het damestoernooi. De rest is geschiedenis. Ik wist meteen dat zij het was, zij had iets meer tijd nodig, maar kwam uiteindelijk tot dezelfde conclusie, en mijn toernooi kon niet meer kapot.’

Lees meer…

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.