Schaakrubrieken 3 maart 2012

Schaaksite.nl is een site voor iedere geïnteresseerde in het schaken.

Daarom mag aandacht voor de schaakrubrieken in de landelijke bladen niet ontbreken.

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken.


INTRO

Jan Timman in de NRC

Op 3 maart verscheen er een twee pagina’s groot artikel over Jan Timman in de NRC geschreven door Menno de Galan.

‘Ik had geen behoefte mensen te vernietigen’

Als hij geen toernooien speelde, verkende hij het nachtleven van Amsterdam en Rotterdam. Jan Timman heeft uiteindelijk zijn leven op orde. ‘De bohémien in het schaken is niet meer.’

Johan Hut besteedde hieraan op onze site al aandacht. Klik hier.

Rectificatie diagram in het RD van 24/2/12

Henk Prins meldde een rectificatie van een diagram uit zijn rubriek van 24/2. Op d3 moest een zwarte pion staan. Hieronder het juiste diagram. De rubriek van 24/2 is ook aangepast.

H. en P. le Grand

Hans Ree

Zijn rubriek ‘ Krijgen we nu Kasparandom?’begint met:

‘Als de tweemaandelijkse ratinglijst van de FIDE uitkomt, sla ik altijd een vluchtige blik op de top tien en daarna kijk ik naar Anish Giri. Op de lijst van 1 maart staat Magnus Carlsen nog bovenaan, maar Levon Aronian is door zijn overwinning in Wijk aan Zee dicht genaderd, tot een achterstand van 15 punten. Tussen die twee zouden we graag een match om het wereldkampioenschap zien, maar we moeten nog een paar jaar wachten. Hopelijk niet zo lang als een eeuw geleden, toen Lasker en Capablanca in 1911 begonnen te onderhandelen over een match die pas in 1921 werd gespeeld. Dat was nog eens wachten.

Boris Gelfand, die straks in Moskou tegen Anand om het wereldkampioenschap speelt, is naar de 22ste plaats gezakt. De ouderdom wankelt en de jeugd bonkt aan de poort in de persoon van Fabiano Caruana , 19 jaar, die nu zevende op de lijst staat. En waar is Giri? Hij heeft drie ratingpunten gewonnen en staat nu 27ste , een plaats hoger dan twee maanden geleden.’

(…)’ Er stond overigens een curieuze foto bij het verslagje van Giri. Hij zat met de witte stukken achter de onderste rij, maar Kasparov zat daar niet tegenover, maar achter de a-lijn en zijn zwarte stukken stonden ook in die buurt. Het bord had waarschijnlijk niet 8×8 velden, want het veld rechts onder was wit, en links boven was een zwart veld. Ik vroeg me af of Kasparov in navolging van het Fischerrandom nu ook een eigen schaakvorm heeft bedacht, die hij met Giri oefende.

Hij behandelt de partij Richard Vedder – Achim Illner, Batavia Grolsch toernooi 2012.

De schaakopgave deze week is een stelling uit de partij Arne Hagesaether – Pjotr Maroesenko, Hastings 2100-2012. Zie hieronder.

Zwart begint en wint

Oplossing: ‘1.Txf6+ Pxf6 (maar niet Dh6+ want dan heeft wit na 2…Kf7 3.Dg7+ Ke6 niets meer) Pg8 (n 2…Kf7 komt 3. Ph6+ en andere zetten helpen zwart ook niet) 3. Dg7+ Ke8 4. D7+ Pxd7 5.Te1+ en zwart gaf op. ’

Gert Ligterink

Zijn rubriek ‘Progressie boeken in schaduw van Giri ’begint met:

Sinds een tijdje ben ik lid van de jury die de Nederlandse schaker van het jaar mag onderscheiden. Het is een opdracht die even moeilijk is als het aanwijzen van de beste Amerikaanse wielrenner in de periode 1999-2005. In 2009 stemde de jury unaniem voor nieuwkomer Anish Giri, die nationaal kampioen was geworden. Ook in 2010 konden we niet om Giri heen. Hij had toernooien gewonnen in Wijk aan Zee en Malmö en op de Olympiade in Chanty Mansisk was hij de steunpilaar van het Nederlandse team.

Over de toekenning van de prijs voor 2011 moet nog worden beslist, maar opnieuw zal het moeilijk zijn de prestaties te negeren van de man die met overmacht Nederlands kampioen werd en de grens van 2700 Elo-punten passeerde. Als Giri’s bewind aanhoudt, is het misschien verstandiger een tweede prijs in te stellen voor een jonge speler die opvallende progressie heeft geboekt.

Lees meer …

Hans Böhm

Zijn rubriek ‘Batavia 2012’ begint met :

Het Batavia-Grolsch schaaktoernooi loopt morgen af. Dus er is nog gelegenheid om de spelers met eigen ogen te aanschouwen op de aangename locatie van Café Batavia 1920 aan de Prins Hendrikkade te Amsterdam, vlak tegenover het Centraal Station.

Het is al weer voor het vierde achtereenvolgende jaar dat deze gesloten tienkamp wordt georganiseerd. Men voldoet ruimschoots aan de eisen van de FIDE voor wat betreft de mogelijkheid om titelnormen te scoren. Er zijn vier grootmeesters: Sipke Ernst, Robin van Kampen en de Engelsen Mark Hebden en Keith Arkell. Dan de Internationale Meester Manuel Bosboom, die soms als een grootmeester speelt maar net even te vaak ook weer niet. Zou het hem dit keer lukken? Dan moet hij zeven punten halen en dat zal tevens voldoende zijn voor de toernooiwinst. De overige vijf spelers zijn goede hoofdklassespelers op jacht naar een IM-norm (die ligt op vijf punten uit negen partijen): David Klein, Hugo ten Hertog, Richard Vedder, de Belg Thibaut Vandenbussche en de Duitser Achim Illner,

Voor de volledige column klik hier.

Bab Wilders

Met een driezet van Chlubna, met boekbesprekingen en een analyse van de partij Jussupow – Shirov. Klik hier

Johan Hut

Zijn rubriek ‘Over oude en jonge schaaktalenten ’ begint met:

Het Bataviatoernooi in Amsterdam is al een mooie traditie geworden. Vandaag en morgen worden de laatste ronden gespeeld van deze tienkamp, in café Batavia in Amsterdam tegenover het Centraal Station. In de vierde editie van dit toernooi nemen jonge Nederlanders het op tegen geroutineerde grootmeesters. De tieners David Klein uit Haarlem en Hugo ten Hertog uit Utrecht behoren tot de jonge Nederlanders. En de 41-jarige Richard Vedder, speler van En Passant uit Bunschoten-Spakenburg. Zijn jongere broer Henk is vorig jaar meester geworden en dat wil Richard nu ook wel eens. Een mens is nooit te oud om te leren en een goede schaker te worden. Maar even zonder gekheid: Richard Vedder is een actieve schaker die bijzonder enthousiaste wedstrijdverslagen schrijft op Schaaksite.nl en even boeiende boekrecensies op Schakers.Info. Uit zijn verhalen blijkt een groot inzicht, het zou mooi zijn als hij dit ook op het wedstrijdbord in resultaten zou kunnen omzetten.

Voor de volledige rubriek klik hier

Henk Prins

Schaakblindheid komt niet alleen onder club- en huisschakers voor, maar ook onder grootmeesters. In de Olympiade van 1958 in München, waar landenteams tegen elkaar speelden, ontstond een geval van schaakblindheid van een heel team. In de tijd dat het afbreken van partijen gewoon was, had het Hongaarse team gezamenlijk een afgebroken stelling van een van hun spelers geanalyseerd. Het ging om de partij tussen Tsjelebi- Barcza.

Tsjelebi – Barcza

De Hongaarse grootmeester Barcza was ervan overtuigd dat hij winstkansen had. Hij gaf de zet 1….Tc8+ af. De zet bleek fout te zijn en Barcza had beter voor remise kunnen kiezen, dat te bereiken was met 1. …a3 2. bxa3 bxa3 3. Lc5+ Kg7 4. Lxa3 Kxh6 enzovoort.

De teamgenoten van Barcza zagen de weg naar winst voor ogen, maar het was, zo achteraf bleek, de weg naar verlies. De partij ging verder met: 2. Kd7 Tc4?

Hierop hadden de Hongaren hun verwachtingen gebaseerd. Er dreigt nu 3. …a3 4. bxa3 bxa3 en de witte loper kan niet via een schaakje op c5 de a-pion aanvallen. Ook is de zettenreeks Lc1-b2 verhinderd. De witspeler vindt echter een kinderlijk eenvoudige weerlegging.

5. Pf5! Zwart kan pion f7 niet nemen wegens de paardvork op d6. De witte dreiging Pd6 en Lh6 mat is niet goed te pareren. Er volgde 3. …a3 4. Pd6 Kg7. Zwart moet 5. Lh6 mat tegenhouden, maar er volgde 5. Lh6+ (toch), en wit krijgt er door promotie van pion f7 een hele dame bij.

Rini Kuijf

Uit zijn rubriek ‘Dagschaak’ opgave A5727 voor beginners en B5727 voor gevorderden.

A5727 Wit aan zet wint, hoe?

B5727 Wit aan zet , wat te doen?

Max Pam, 25 februari 2012

Kavalek en Donner in een rookwolk

‘Het lijkt wel of de Tjechiscvhe grootmeester Lubomir Kavalek steeds beter gaat schrijven sinds hij in 2010 de Washington Post verruilde voor de Huffington Post. Bij de Washington Post, die moest bezuinigen, was Kavalek te veel geworden, maar mevrouw Huffington wilde de schaakrubricist graag hebben. Had Kavalek bij de Washington Post een klein hoekje, op internet komen zijn analyses helemaal tot hun recht.

Deze week had Kavalek het over de vergane gewoonte om aan het schaakbord te roken. Schakend roken werd beschouwd als een onvervreemdbaar recht, al is er in de geschiedenis wel tegen geprotesteerd.’

(…)’ Maar wie van allen vermoedelijk het meeste rookt, was de Nederlandse grootmeester Hein Donner. Hij rookte drie a 4 pakjes Camel per partij. In de Huffington Post haalt Kavalek oude herinneringen op van zijn partijen met Donner. Hij weet het nog heel precies: ‘Als wij tegenelkaar speelden, was ons bord gehuld in rook.’ De partij die Kavalek nog het meest bijstaat is die uit het Hoogovenstoernooi van 1969. Terwijl buiten de staalovens uitbraakten paften Kavalek en Donner er in de toernooizaal vrolijk op los. Maar het werd een geweldige partij! Nog altijd de moeite waard om na te spelen. Kavalek offerde drie pionnen achter elkaar, terwijl Donner tegen de storm in rokeerde. Tenslotte kwam er een stelling waarin de Tjech een kwaliteit meer had, maar Donner bleek over voldoende compensatie te beschikken. Op de 51ste zet besloten de spelers , kapotgerookt, tot remise. Na afloop lagen er bergen peuken in de asbakken.’

Hij behandelt de partijen Donner – Kavalek (19670, Kavalek – Donner (1969) en Kavalek – Donner (1973).

Max Pam, 3 maart 2012

Nimzowitsch blundert in Spanje

Kasparov en Danailov (voorzitter van de Europese Schaakfederatie en manager van Topalov) zijn onlangs in Straatsburg geweest om bij het Europese parlement te pleiten voor schaken als apart vak op de basisscholen. Kasparov speelde ook nog een simultaan tegen de kinderen van de Europarlementariërs. Kasparov baseerde zich op de oude claim dat schaken het denken stimuleert en je tot een intelligenter en beter mens maakt. Bij al die positieve kwaliteiten die aan het schaakspel worden toegeschreven springt mij altijd de opmerking van J.H. Donner in herinnering, die eens tegen een vader zei :’Zo, wilt u uw zoon leren schaken? Dan kunt u hem beter meteen naar het bordeel brengen.’ Voor Donner was schaken ook: verslaving, spijbelen en tot laat blijven hangen in rokerige clubs en cafés. Of Bobby Fischer een beter mens is geworden door het schaakspel, is een vraag die nooit zal worden opgelost.

(…) In 1912, precies honderd jaar geleden want er werd van half februari tot half maart gespeeld, kwam de revanche. Ze waren er weer allemaal, behalve Lasker en Capablanca, die met elkaar aan het onderhandelen waren over een match om de wereldtitel. Spielmann was uitgespeeld terwijl Rubinstein en Nimzowitsch tegen elkaar moesten. Bij winst zou Nimzowitsch het grootste succes uit zijn carrière behalen. En hij kwam gewonnen te staan! Maar door een blunder verknalde hij zijn kansen en de partij eindigde in remise.

Hij behandelt de partijen Rubinstein – Spielmann (1912), Spielmann – Rubinstein (1912) en de partij die door Chessvibes is uitgeroepen tot de Partij van de Maand (februari), die tussen Irene Sukandar en Gawain Jones.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.