Schaakrubrieken weekend 27 december 2014

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Begaafde kinderen

Om goed geïnformeerd op het afgelopen jaar terug te blikken keek ik na hoe hoog Anish Giri een jaar geleden op de wereldranglijst stond. Hij was toen negentiende van de wereld met een rating van 2734. Zo laag? Ik was een beetje verbaasd. Je vergeet snel. In feite waren we een jaar geleden content met zijn positie, omdat hij in 2013 een paar plaatsen geklommen was.

Als over een paar dagen de lijst van januari 2015 uitkomt, zal Giri op de zevende plaats staan met vijftig ratingpunten meer dan in januari 2014. Een spectaculaire sprong die op dit niveau zelden voorkomt. Nu kijken we weer vooruit en we hopen dat hij zich in 2015 kan plaatsen voor het kandidatentoernooi voor het wereldkampioenschap. Giri is nog maar twintig jaar en de groeistuipen hoeven nog niet uitgewerkt te zijn.

Het is nog niet zo dat schaakwonderkinderen tegenwoordig aan de bomen groeien en dat er alleen maar een klein tikje van een goede coach nodig is om ze rijp op de grond te laten vallen, maar zeldzaam zijn ze niet meer. De nieuwste jonge ster is de Amerikaan Samuel Sevian, die in 2014 grootmeester werd. Afgelopen vrijdag werd hij veertien jaar.

Sevian speelt straks in de tweede grootmeestergroep van het Tata Steel toernooi in Wijk aan Zee dat over twee weken begint. Wie weet, misschien wordt hij de nieuwe Magnus Carlsen, die in 2004 de jonge held van Wijk aan Zee was.

In het jaarlijkse schaakfestival in Groningen, dat tot aanstaande dinsdag duurt, speelt Jorden van Foreest, 15 jaar oud, een match van zes partijen tegen grootmeester Dimitri Reinderman. In 2011 speelde Van Foreest tegen mij en in 2012 tegen John van der Wiel. Zijn tegenstanders worden steeds jonger, hijzelf wordt ouder en wijzer en de natuurlijke ontwikkeling zou zijn dat hij over een paar jaar tegen Giri speelt.

Halverwege zijn match tegen Reinderman stond het gelijk, 1½ – 1½, en gezien het spelverloop mocht Reinderman zich daarover in zijn handen knijpen.

Jorden van Foreest – Dimitri Reinderman, Groningen 2014:

1. e4 c5 2. Pf3 a6Een slim zetje, genoemd naar de Belgische grootmeester O’Kelly (1911-1980) wiens volledige naam in de wikipedia wordt gegeven als Albéric Joseph Rodolphe Marie Robert Ghislain O’Kelly de Galway. De bedoeling is 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 e5 en zwart heeft geen problemen. 3. c4 Pc6 4. d4 cxd4 5. Pxd4 e5 6. Pc2 Pf6 7. Pc3 Lc5 8. Le2 h6 9. 0-0 d6 10. Dd3 0-0 11. Le3 Le6 12. Tfd1 Tc8 13. Tac1 Da5 14. Ld2 Db6 15. Dg3 Kh8 16. b3 Pd4 17. Ld3 Pxc2 18. Txc2 Da7 19. Lc1 Ld4 20. Pe2 Lc5 21. Dh4 Pg8 Deze passieve zet was waarschijnlijk niet nodig. Na 21…Pg4 zou zwart interessante tactische mogelijkheden hebben. 22. Pg3 Db6 23. Lg5 Een grappig zetje dat niets dreigt, maar zwarts dame belet naar d8 te gaan. 23…f6 24. Lc1 Tf7 25. Pf5 g6 Dit is tactisch gerechtvaardigd omdat 26. Pxh6 faalt op 26…Th7, maar zwarts pionnenstelling wordt kwetsbaar. 26. Pe3 Dd8 27. Dg3 Tg7 28. Df3 Dd7 29. Lb2 Tf8 30. Lf1 Pe7 Hierna komt wit in duidelijk voordeel. Zwart had zijn dame van de d-lijn moeten halen. 31. b4 Lxb4 32. c5 Pc6 33. Txd6 Df7 34. Pd5 La5 35. Lc4 Ld8 36. De3 De druk van de witte stukken wordt loodzwaar. 36…Pa5 En na deze fout zit er een directe beslissing in.

37. Pxf6 Lxf6 Na 37…Pxc4 (of 37…Lxc4) 38. Dxh6+ wint wit snel. 38. Lxe6 De8 39. Dxh6+ Th7 40. Dd2Wit staat gewonnen. 40…Da4 41. Ld5 Th5 42. Txf6 Txf6 43. Lxe5 Txe5 Een vriendelijk gebaar van Reinderman. Hij laat zich mat zetten. 44. Dh6 mat.

Gert Ligterink

Fischer vanuit New York tegen Tringov in Havana

Nu de Verenigde Staten en Cuba zich hebben voorgenomen de onderlinge betrekkingen te normaliseren, is het een goed moment te bedenken dat de schaakgeschiedenis een uniek evenement dankt aan de lang verstoorde relatie tussen de twee landen. Het traditionele toernooi in Havana ter nagedachtenis aan oud-wereldkampioen Capablanca is 49 maal gehouden, maar geen aflevering trok zoveel aandacht als die in 1965. In dat jaar nodigden de organisatoren van het Capablanca memorial Bobby Fischer uit.

De toen 22-jarige Amerikaan had drie jaar geen internationale toernooien gespeeld, omdat hij de geboden condities een belediging voor een professional vond. Maar in de invitatie van de Cubanen kon hij zich vinden. Het toernooi zou goed bezet zijn met 22 deelnemers, onder wie drie grootmeesters uit de Sovjet-Unie. Het voorgestelde startgeld van 3.000 dollar was voor die tijd riant. Niets leek Fischers deelname in de weg te staan tot het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken hem verbood naar Cuba te reizen. Hoewel president Johnson in hoofdredactionele commentaren werd opgeroepen in te grijpen, gaven de autoriteiten geen krimp.

Fischer legde zich er niet bij neer. Hij stelde voor dat hij onder toezicht van een arbiter zijn partijen zou spelen in een kamer van de Marshall Chess Club in New York. De zetten zouden via een telexverbinding worden doorgegeven aan de toernooizaal in Havana. De Cubaanse organisatoren reageerden opgetogen. Ze gingen akkoord en boden aan de kosten van een open telefoonlijn tussen Havana en New York te betalen. Even dreigde het alsnog mis te gaan, toen Fidel Castro het experiment ‘een grote propagandaoverwinning voor Cuba’ noemde. In een telegram aan Castro dreigde Fischer zich terug te trekken als de Cuba zijn deelname zou misbruiken voor politieke doeleinden.

Hij bond in toen Castro hem in een retourtelegram verzekerde dat Cuba dergelijke propagandaoverwinningen niet nodig had. En zo begon enkele weken later een bijzonder toernooi dat in een serie schitterende artikelen in Elseviers Weekblad is beschreven door Hein Donner. Fischer begon goed met onder andere een indrukwekkende zege op Smyslov, maar op den duur bleek de handicap van de door transmissievertragingen veroorzaakte lange duur van zijn partijen te groot. Halverwege het toernooi was hij de uitputting nabij. Maar hij herstelde zich en eindigde op de gedeelde tweede plaats achter Smyslov.

Tringov – Fischer New York/Havana 1965

1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Lg5 e6 7. f4 Db6 8. Dd2 Dxb2 In deze gambietvariant was Fischer specialist. 9. Tb1 Da3 10. e5 dxe5 11. fxe5 Pfd7 12. Lc4 Tegenwoordig weten we dat 12. Pe4 sterker is. 12 … Lb4 13. Tb3 Da5 14. 0-0 0-0

15. Pxe6 Dit verleidelijke stukoffer wordt glad weerlegd. Ook het vaak geteste 15. Lf6 is onvoldoende gebleken na 15 …Pxf6 16. exf6 Td8 17. Txb4 Dxb4 18. Dg5 g6.

15. fxe6 16. Lxe6+ Kh8 17. Txf8+ Lxf8 18. Df4 Pc6 19. Df7

In een van zijn artikelen schreef Donner dat de deelnemers in Havana zich verdrongen bij het bord van Tringov en zich afvroegen wat zwart nu nog kan doen. 19 … Dc5+ 20. Kh1 Pf6! De elegante oplossing. Na 21. exf6 Lxe6 22. Dxe6 Dxg5 is wits aanval voorbij. 21. Lxc8 Pxe5 22. De6 Peg4 Wit geeft op

Hans Böhm

Blind spelen

Van harte gefeliciteerd Ton Sijbrands met je wereldrecord simultaan blinddammen! Schaken en dammen zijn broeders en het specifieke aan onze denksporten is dat bijna alles zich in het hoofd afspeelt. Die paar daadwerkelijk uitgevoerde zetten die uiteindelijk de partij zelf zijn, zijn nog niet een honderdste van alle mogelijke zetten. Ton stelde het record op 32 partijen. “Aan hoeveel zetten heeft hij nou gedacht?”, was een terugkerende vraag. De geslaagde poging duurde 48 uur en laten we nou eens uitgaan van één gedachte zet per drie seconden dan komen we in totaal op meer dan 50.000 zetten die door dat prachtige denkhoofd van Sijbrands zijn gegaan. Rembrandt en Rodin zouden zich zonder twijfel hebben laten inspireren maar ook de kunstwereld van nu merkte het op: componist Jeroen van Veen zette een partij op muziek. Ieder veld heeft een melodietje, zwart staat in mineur, wit in majeur.

De vijf stenen per rij komen terug in een vijfkwartsmaat en naarmate de stenen verdwijnen wordt het minimalistischer. Het is een concept, want Van Veen wil meer partijen van Sijbrands op muziek zetten en zijn droomwens is dat de grootmeester aan de hand van een muziekstuk een eigen partij herkent. Een andere vraag was: “Wat is het verschil tussen blinddammen en blindschaken?” Over het wereldrecord blindschaken lopen wat versies.

De officiële recordhouder is de Amerikaan George Koltanowski die in 1937 tegen 34 tegenstanders speelde. Aan de latere verbeteringen (1947 Michael Najdorf 45 partijen en 1960 Janos Flesch 52 partijen) kleven vraagtekens. Najdorf kreeg de zetten op een notatiebiljet en dat geeft een enorm houvast, bij Flesch gaf men te snel op.

G. Koltanowski – A. Burnett

Een partij uit die blindsimultaan van 1937, die goed laat zien dat tactische wendingen ook gezien worden.

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.0-0 Pf6 5.d4 exd4 6.e5 d5 7.exf6 dxc4 8.Te1+ Le6

De toentertijd populaire Max Lange-aanval die uit het Schots gambiet in de Italiaanse partij ontstaat. Als zwart lang kan rokeren krijgt hij een mooie aanvalsstelling.

9.Pg5 Dd5

Na 9…Dxf6 10.Pxe6 fxe6 11.Dh5+ krijgt wit Lc5 weer terug.

10.Pc3 Df5 11.Pce4 Lf8

Het volgende offer is de enige manier om het gambiet te laten werken

12.Pxf7! Kxf7 13.Pg5+ Kg6 14.Pxe6 gxf6 15.g4! Da5 16.Ld2 Db6 17.Df3 Le7 18.Df5+ Kf7 19.Dh5+ Kg8 20.Dh6 Lf8 21.Dxf6 Pe7 22.Lh6 Lxh6 23.Dxh6 En voordat al zijn torens worden geslagen gaf zwart op.

In 1972 bezocht Ton Sijbrands de tweekamp Fischer-Spassky in Reykjavik en op een rustdag maakten wij samen met Tim Krabbé een uitstapje naar een geothermische bron. Ton kreeg onderweg schaakproblemen van ons en wij damproblemen van hem, op zakspelletjes. Ton was meestal eerder met de oplossing, hij was ooit kampioen van de schaakclub in Voorst. Een van de opgaven was deze, u kunt zich meten met Sijbrands die dit in een kwartiertje, met hier en daar een tip zoals hij ons ook tips gaf, oploste.

Wit speelt en wint, van Gunter Sonntag uit Schach 1971.

Het is pure logica en dat is de noemer van onze denksporten. 1.d7 Th4+ 2.Ke5 Th5+ 3.Kd6 Th6+

want na 3…Th1 4.Pf6 Th8 5.Pe8 Th1 6.Kc6 Td1 7.Pd6 loopt de pion gelijk door.

4.Kc5 Th5+ 5.Kxc4 Th4+ 6.Kc3!

Door het wegvallen van c4 werkt de variant met 6.Kc5 Th5+ 7.Kd6 Th1 8.Pf6 Th8 9.Pe8 Th1! niet meer.

6…Th3+ 7.Kd2 Th2+ 8.Ke3 Th3+ 9.Ke4 Th4+ 10.Ke5 Th5+ 11.Ke6 Th6+ 12.Pf6 Th8 13.Pe8 Th6+ 14.Ke5! Th5+ 15.Ke4 Th4+ 16.Ke3 Th3+ 17.Kd2 Th2+ 18.Kc3 Th3+ 19.Kc4 Th4+ 20.Kc5 Th5+ 21.Kc6 Th6+ 22.Pd6 Th8 23.Pf7 Tg8 24.Pe5 Kb3 25.Pd3 Kc2 26.b4! Kxd3 27.b5 Kc4 28.b6 en wit wint.

Zie voor indrukwekkende beelden en een stukje dammuziek www.wrblinddammen.nl, allemaal dankzij omroep Max.

Bab Wilders

Bij het woord trilogie moet ik altijd onwillekeurig denken aan Eeuwig zingende bossen , Bartje dan wel aan de preek met als punten 1. Petrus in het schip 2. Petrus uit het schip 3. Petrus weer het schip in. Maar dit privéprobleem heeft niets te maken met deel 3 van de schaaktrilogie van de talentrijkste van de beroemde Polgarzusjes, Judit ,onder de titel Game of Queens.

Overigens waren ook de twee andere beroemde zusjes uit deze Joods-Hongaarse familie goede schaaksters, Szusa heerste lange tijd bij de dames en Sofia had de beste toernooiprestatie ooit op haar naam. In dit prachtig door Quality Chess uitgegeven boek gaat het om de periode vanaf 2001, waarin zij bij de eerste tien van de wereld hoorde en meespeelde om de wereldtitel, tegen de heren der schepping wel te verstaan ,althans dat waren ze vroeger. Zo versloeg zij in een prachtige partij wereldkampioen Kasparov.

Het bijna 400 pagina’s tellende boek staat vol schitterende partijen met commentaar van Judit zelf, maar ook met anecdotes en foto’ s bv van haar kinderen Hanna en Olivér. Eén van die schaakboeken waarmee het niet alleen genieten geblazen is maar waar de amateurschaker heel veel van kan opsteken. (isbn 978-1-907982-62-1). Ik kan me voorstellen dat wie met dit boek heeft kennisgemaakt zich haast om ook de delen 1 en 2 aan de collectie toe te voegen.

Men moet dan maar even op de site kijken: www.qualitychess.co.uk.

Het is moeilijk een keus te maken uit het rijke aanbod van partijen maar goed : Een heel mooi overwinning boekte Judit in 2006 in Hoogeveen met wit tegen wereldkampioen Topalov.

1.e4 c5 2. Pf3 d6 3.d4 cxd 4. Pxd4 P6 5. Pc3 a6 6.Le3 e6 7.g4 h6 8. Lg2 g5 gewaagd,beter Pc6. 9. De2 Pbd7 10.0-0-0 Pe5 11.h3 Pfd7 wil het paard op e5 handhaven 12. f4 gxf 13. Lxf4 b5 14. Thf1 Lb7 15. Df2 dreigend, Topalov dacht lang na en speelde Tc8 13. Pce2 Wit heeft geen zin in het bekende kwaliteitsoffer op c3. Lg7 twijfelachtig 14. Pg3 natuurlijk op weg naar h5.

14..Th7 18. Ph5 Lh8 19. Kb1 een bekende en tijdwinnende prophylactische zet. Pc5 20. Lg3 achteraf betreurde Judit dat ze 20. Pf5! niet had gezien met winst (bv 20. Pf5 exf5 – niet slaan kan ook maar ook dan krijgt wit groot voordeel- 21. Lxe5 Lxe5 22. Dxf5 met overweldigende aanval) maar nu volgt er in ieder geval nog een spektakel. 20..Pxe4? (Dc7)

21. Lxe4 Lxe4 22. Lh4 Dc7 23. Lf6 Lg6 Topalov moet verdedigende zetten vinden, deze is goed. 24. Lxh8 Txh8 25. Pf6+ Kd8 het beste 26. h4! de loper op g6 moet verdreven worden

Dc5 het was wellicht beter h5 te spelen 27. h5 Lh7 28. Dh4 Lxc2+ 29. Pxc2 Dxc2 30. Ka1 De tegenaanval leek heel wat maar was het niet , maar toch moet je als witspeler het wel even goed doorrekenen. 30..Tc4 31. Pe4+.Het is nu lekker schaken voor wit

Kc7 32. Pxd6 Tf4 een leuke ressource maar toch niet voldoende 33. De7+ Kb6 34. Db7+ Ka5 35. Da7 b4 36. Tfe1 Pf3 37. Tc1 Pxe1 38. Txc2 Pxc2+ 39. Kb1 Topalov gaf op, er dreigt mat en ook het paard op c2 hangt.

Het probleem van vandaag, 2509, is een tweezet van Lewis, waarschijnlijk niet de detective hoewel die ook veel problemen moet oplossen.

En de sleutelzet van probleem 2507 was 1. Pb8!

Johan Hut

De dame was vroeger een man

In de leuke serie ‘Wij presenteren…’ is na de pion, de toren, het paard en de loper het boek ‘Wij presenteren de koningin’ verschenen. Hans Böhm en Yochanan Afek hebben weer een groot aantal mooie, leerzame en grappige partijstellingen en opgaven verzameld, waarin deze keer de dame de hoofdrol speelt. Zoals altijd schrijven ze eerst een inleiding over de geschiedenis van het schaakspel in de oudheid en vervolgens een verhaal over de koningin.

Enkele bijzonderheden: eeuwen geleden ging het om een mannelijk stuk, dat de minste bewegingsvrijheid had van alle stukken. Het tegenovergestelde van nu, dus. In de loop van de eeuwen veranderde het stuk in een vrouw. In de woorden van Böhm gaat het dus om een transseksueel. Een pion die promoveert, mocht vroeger niet (zoals nu) in een dame veranderen als de eigen dame nog op het bord stond. Dan zou de koning namelijk aan bigamie, oftewel veelwijverij doen.

Leuke verhalen, maar de hoofdmoot van het boek bestaat uit 240 diagrammen, waarbij aan de lezers een vraag wordt gesteld. De antwoorden staan op de pagina ernaast, maar de uitgever is zo attent een los inlegvel mee te leveren om die oplossingen tijdelijk aan het oog te onttrekken. De opgaven zijn verdeeld in zestig thema’s zoals mat, pat, stikmat, dubbelschaak, overbelasting, dameoffers, kruispenning, driehoeken enzovoort.

Het aardige van deze boeken is dat ze leuk zijn voor iedere schaker. Je hoeft geen liefhebber te zijn van een specifieke opening of fan van een bepaalde speler. Je kunt er uren in bladeren en ziet op iedere pagina weer iets verrassends. Het boek van Kosmos Uitgevers is niet alleen te koop bij de schaakboekhandels, maar ook (te bestellen) bij de algemene boekhandels. Hieronder twee fragmenten uit het boek.

Diagram 1 is een opgave van de befaamde probleemcomponist A. Troitzky uit 1898. De vraag is: hoe wint wit? Mat zit er niet in en ik begin met te vertellen dat als wit een eindspel overhoudt van dame tegen toren, dat dat als gewonnen wordt beschouwd. In de praktijk is dat nog een hele klus, maar dat moet je weten om het probleem te kunnen oplossen. Wit moet dus de zwarte dame winnen en heeft daar zijn toren voor over. Die geeft hij dan ook maar meteen.

1.Te6! Txe6 2.Da6+ Kd5

Jeugdschakers leren al: let op ongedekte stukken. Dat is de dame op g7, daarom mag de zwarte koning niet naar de zevende rij vanwege Da7+.

3.Dc4+ Kd6

Behalve het gevreesde horizontale schaakje op a7 is er na 3…Ke5 het diagonale schaakje op c3 dat damewinst oplevert.

4.Dc5+

En nu moet hij wel naar de zevende rij.

4…Kd7 5.Da7+

Wit wint de dame en vervolgens de partij.

Diagram 2 is ook geen partijstelling maar een compositie, van V. Yakimchik uit 1928. De vraag is weer: hoe wint wit? Dat hij een dame heeft en zwart niet, lijkt op het eerste gezicht niet van belang. Je zou je zelfs afvragen of het niet zwart is die gewonnen staat. Wat is zwarts probleem? Ik zal het maar vertellen: de geringe bewegingsvrijheid van zijn koning. Maar dan nog is de oplossing niet makkelijk. Hier komt ze.

1.Dc8+ Kd1

Ook verliezend is 1…Kb1 2.Dxb7 Kc2 3.Db3+ Kc1 4.Db2+ Kd1 5.Db1 mat.

2.Dg4 d3

Je zou 2…Kc1 willen spelen, maar na 3.Dxe2 d1D 4.Db2 staat wit mat.

3.Kb2

Nu kan zwart niets meer. Na 3…Ke1 4.Dg1 staat hij mat. O ja, hij kan zetten doen met zijn b-pion. Maar die raken uitgeput.

3…b6 4.Kb1 b5 5.Kb2 b4 6.Kb1 b3 7.Kb2 Ke1 8.Dg1

Mat.

Rini Kuijf

Voor beginners A6591

Wit aan zet, wat is de beste?

Voor gevorderden B6591

Wit aan zet heeft nog net tijd voor welke sterke zetten?

Henk Prins

Geen bijdrage dit weekend. Volgend weekend wel weer.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.