Krantenrubrieken weekend 10 december 2016

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar deze schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Hogere schaakpret

Op YouTube tikte ik het woord ‘chess’ in om te zien hoeveel schaakvideo’s daar waren. Ongeveer 2.300.000, zei YouTube. Ik had veel verwacht, maar mijn verwachting werd toch ruim overtroffen. Er zat natuurlijk iets bij over het vermaarde platenlabel Chess Records, maar vergeleken met de schaakvideo’s was dat bijna niets. Je gaat rekenen hoeveel schaakvideo’s er per dag op de site moeten zijn gezet, en ook hoeveel tijd het zou duren om ze te bekijken. Ik kan het niet halen in de rest van mijn leven, en al zou dat wel kunnen, dan zouden er aan het eind al weer miljoenen video’s zijn bijgekomen. De barmhartige Google, de eigenaar van YouTube, kent mijn wensen en zorgde dat ik niet verdronk in een miljoen lessen voor beginners, maar naar een lezing van Jan Timman werd geleid die hij hield tijdens het Politiken Cup toernooi in de Deense stad Helsingor in 2015. De lezing ging over eindspelstudies en bij een ervan, een studie van Timman zelf, hoorde ik het publiek, dat niet in beeld kwam, hartelijk lachen. Aan het begin, toen Timman zei dat de computers geen raad wisten met deze studie, maar vooral aan het eind, toen de clou duidelijk werd: het begon met een witte dame die op a1 was ingemetseld en het eindigde met een ingemetselde zwarte dame op hetzelfde veld. Na het gelach kwam applaus. Ik heb wel eens moeite om mensen die het zelf niet doen ervan te overtuigen dat er schoonheid in het schaken is, zoals in muziek of ballet. Nog moeilijker is het om duidelijk te maken dat schaken komisch kan zijn, maar het spontane gelach van het publiek om die eindspelstudie wees op authentieke schaakpret.

Volgende week wordt Jan Timman 65 jaar. Is dat niet het geschikte moment om hem een hoge ridderorde op te prikken voor zijn enorme verdiensten voor de Nederlandse schaakgemeente? Maar misschien heeft hij die allang en weet niemand het, omdat het beneden zijn stand is om de versierselen opzichtig te dragen.

Jan Timman, New in Chess 2015/6 Wit begint en wint Wit moet zijn dame op a1 bevrijden, wat kan door zwarts loper op f4 of de zwarte pionnen op a4 en b3 te elimineren. 1. Td1 Kf6 Er zijn veel nevenvarianten waarin het hoofdidee van de studie niet tot uitdrukking komt, maar die natuurlijk wel moeten kloppen. Timman geeft in New in Chess 1…Dxe7 2. Td4 De8 3. Lh7 en 1…Le3 2. Lc2 Dxe7 3. Td3 Kf4 4. c4. Terug naar de hoofdvariant: 2. Td7 Dh8 Of 2…Kxe6 3. Tb7 Dh8 4. e8D+ – zwarts dame moet afgeleid worden – Dxe8 5. Tb6+ Ke5 6. Lc2 (zonder wits toren op b6 zou zwart met 6…bxc2+ 7. Kxc2 Dg6+ mat geven) Dg8 7. Tb4 en wit gaat de pionnen slaan. 3. e8P+ Zwarts dame moet weg van de h-lijn. 3…Dxe8 4. Tf7+ Kxe6 5. Txf4 Dh8 Het lijkt of zwart zich redt. 6. Lf5+ Kf6 Niet naar de d-lijn of e-lijn, omdat wits toren dan terug in de verdediging kan komen. 7. Kc1 Dh1+ 8. Kd2 Dxa1 9. Lb1+ gxf4 10. Kc1 Hier gaat het om. Het begon met een witte dame die op a1 was opgesloten en het eindigt met een opgesloten zwarte dame op hetzelfde veld. Wit wint, want zijn c-pion of zijn g-pion promoveert.

Gert Ligterink

Een opmerkelijke partij in koffiehuisstijl

Anders dan in het verleden liet Gari Kasparov weinig van zich horen tijdens de WK-tweekamp. Hoewel hij in New York woont, liet hij zijn gezicht niet zien in het gebouw waar de partijen werden gespeeld. Waarschijnlijk had hij geen zin om de officials van de wereldschaakbond FIDE tegen te komen. Ook op Twitter reageerde Kasparov nauwelijks op het verloop van de match. Hij kwam alleen met een terechtwijzing toen op de internetfora werd geklaagd dat de partijen niet interessant genoeg waren: ‘Een van de beste aanwijzingen dat een schaakpartij interessant is zien we als amateurs denken dat dit niet zo is.’ Maar nadat de match was beslist, barstte Kasparov in volle hevigheid los. In een tweet feliciteerde hij de winnaar aldus: ‘Gelukwensen aan Magnus Carlsen. Zijn gebrekkige voorbereiding vertoornde de godin Caïssa, zij het niet genoeg om haar in de bleke armen van Karjakin te drijven.’ In een radio-interview ging Kasparov nog wat verder door te zeggen dat het een debacle was geweest als Karjakin de match had gewonnen: ‘Alle zestien wereldkampioenen uit de geschiedenis waren uitmuntende spelers op wie het schaken trots mag zijn. Het zou heel vreemd zijn geweest als iemand van Karjakins niveau zich bij hen had gevoegd.’ Op zijn beurt beet Karjakin terug door Carlsen een veel universelere speler dan Kasparov te noemen: ‘Kasparovs sterke punten waren zijn openingskennis en zijn tactische vaardigheid. Maar zijn behandeling van strategische stellingen en eindspelen deed ruimschoots onder voor die van Carlsen.’ Laten we de WK-match en het gekibbel na afloop achter ons laten met een opvallende partij uit de clubcompetitie van Slovenië. Een onbekende Sloveense speler verslaat in koffiehuisstijl de grote Oleksandr Beljavsky, dertig jaar geleden een van ’s werelds sterkste grootmeesters.

Stajner – Beljavsky Slovenië 2016
1. e4 e5 2. Pc3 Lc5 3. f4 d6 4. Pf3 Pf6 5. Lb5+ c6 6. Lc4 0-0 7. fxe5 dxe5 8. d3 b5 9. Lb3 a5 10. a4 b4 11. Pe2 Pg4 Zo hoopt zwart te profiteren van wits merkwaardige openingsbehandeling.
12. d4 exd4 13. Lg5 De8 14. Dd2 La6 Geen goed veld voor de loper. Sterk is 14 … h6 15. Lf4 Dxe4 16. 0-0-0 Pe3, waarna wit met lege handen staat. 15. 0-0-0 Pf2 16. Pexd4 Pxh1 17. e5! Lxd4 18. Dxd4 Lc8 Sterker is 18 … Le2 om na 19. Te1 met 19 … Lxf3 een van wits aanvalsstukken te elimineren. 19. Dh4! Pd7 20. Le7 h6 Er dreigde 21. Pg5 h6 22. Pxf7 Txf7 23. e6. 21. Td6! Pc5 Na 21 … Ta7 behoudt wit voordeel met 22. Kb1! Pxe5 23. Lxf8.

22. Txh6! Pxb3+ Ook na 22 … gxh6 23. Lxc5 heeft zwart geen verweer tegen de witte aanval.
23. cxb3 gxh6 24. Lf6 Kh7 25. De4+ Kg8
26. Pg5! Na 26 … hxg5 27. De3 is mat onafwendbaar. Zwart geeft op.

Hans Böhm

NBC

In 1966 werd de Nederlandse Bond van Correspondentieschakers (NBC) opgericht en bij de feestelijke jubileumviering verscheen een boek over de vijftigjarige geschiedenis. Daar staan aardige wetenswaardige verhalen in. Er werd natuurlijk al veel eerder geschaakt per brief. De oudst bekende Nederlandse correspondentiepartij stamt uit 1804 tussen luitenant-kolonel Friedrich Wilhelm von Mauvillon in Den Haag en een van zijn officieren in Breda. Friedrich is lid van het Haagsch Schaakgenootschap, de oudste schaakclub en een jaar daarvoor opgericht in 1803. In 1830 zijn er pas vier verenigingen in Nederland maar in 1860 zijn het er al 40. Het was gebruikelijk om als club, met alle leden consulterend, te spelen tegen een andere club. Zo kon men de portokosten drukken die werden betaald door de ontvanger en die omhoog liepen al naar gelang de afgelegde afstand. In 1852 komt daar verandering in met de introductie van de postzegel die door de afzender wordt betaald. Na een tariefsverlaging in 1856 (de stuiverspost) neemt het aantal correspondentiepartijen toe.

Pas in 1899 organiseert de Nederlandschen SchaakBond voor het eerst een correspondentietoernooi. De belangstelling was relatief groot omdat competities tussen verenigingen met bordschaak tijdrovend was vanwege de paardentram, de stoomtrein of de omnibus. De Nederlandse Schaak Bond (afgekort NSB) krijgt in 1934 het predicaat ‘Koninklijk’ ter onderscheiding van de politieke partij NSB. Omdat ook in de omringende landen correspondentieschakers een eigen Bond hebben, wordt in 1966 de NBC opgericht.

Opmerkelijk genoeg zijn er niet veel sterke bordschakers die ook regelmatig aan correspondentieschaak doen. Max Euwe is een uitzondering en Dick van Geet en mijn trainer van het eerste uur Hans Bouwmeester. Later logeerde ik af en toe bij grootmeester Cor Mulder van Leens Dijkstra, die een fobie had waardoor hij zijn eigen herenboerderij in Friesland niet kon verlaten. Zijn bibliotheek was een oceaan van informatie waar ik uit mocht vissen. Cor was kampioen van Nederland in correspondentieschaak in 1946, 1947 en 1948. ‘Correspondentie schaken is altijd werken geblazen, het is uiteindelijk de langdurige, harde arbeid die het resultaat moet bewerkstelligen!’. Hij analyseert een langdurige verdediging ‘van meer dan 200 uur’.

C. MVLD – G. Kepper, 1972-1974

1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2 Pc6 4.Pgf3 Pf6 5.e5 Pd7 6.Pb3 f6 7.Lb5 a6 8.Lxc6 bxc6 9.0-0 c5 10.c4 dxc4 11.Pa5 Pb6 12.exf6 gxf6
Een huisvlijt-variant, slecht bleek 12…Dxf6 13.dxc5 Df5 14.Lg5 Dxc5 15.Dd8+ Bronstein-Szabo Saltsjobaden 1948.
13.Le3 cxd4 14.Lxd4 Lg7 15.Pxc4 Pd5 16.Lc5 Kf7 17.Dc2 Lf8 18.Lxf8 Kxf8 19.Tad1 De7 20.Tfe1 Dc5 21.De4 Ld7 22.Pe3 c6 23.Dh4! Kg7 24.Td4 h5! 25.Pxd5 cxd5 26.Dg3+ Kh6 27.Tf4 De7 28.Ph4 Df7 29.Te5! Taf8 Na 29…Tag8 30.Df3 is er niets meer tegen 31.Txf6 en slaan op h5.
30.De3 Kg7 31.Dg3+ Kh6 32.De3 Kg7

Hoe bitter is de ontgoocheling en hoe hard komt de klap aan: 33.Pf5+ Kh7 34.Pg3 fxe5 35.Txf7+ Txf7 36.Dxe5 Tc8
Eindelijk dreigt zwart ook eens iets! 37.Dxh5+ Kg8 38.Dg5+ Tg7 39.Dd2 d4! 40.h4 e5 41.Pe4 Lc6! 42.Pg5 Td8 43.Da5 Tgd7 44.Dxe5 d3 45.De6+ Kg7! 46.Dg4! Kf6 47.De6+ remise.

‘De voldoening van deze remise is even groot als de mooiste overwinning’. Na pakweg 2000 is de zet-per-post langzaam overgegaan naar de zet-per-mail. De verhalen van het opwachten van de postbode bij het legen van de bus, om een slechte zet ongedaan te maken, behoren voorgoed tot het verleden. Ook al die excuses dat het beslist aan Meneer Post ligt dat de briefkaart uit Siberië niet is aangekomen. Het gaat tegenwoordig sneller en je mag iedere hulp gebruiken die je maar kunt krijgen. Correspondentie schaken is er voor iedereen. De NBC organiseert een Open Internationaal Internettoernooi te beginnen in januari 2017. Informatie via correspondentieschaken.nl. Inschrijfgeld is vijf euro en je speelt tegen 12 tegenstanders tegelijk met 50 dagen voor tien zetten. Leuk om een keer mee te maken.

Bab Wilders

Hoewel de halve mensheid tegenwoordig alles opslaat in dat handige dingetje dat de hand nauwelijks verlaat, is de agenda of beter gezegd de Schachkalender van Edition Marco nog steeds zeer gewild in de Heimat en bij ons. Sommige lezers konden er nauwelijks op wachten maar nu kan iedere schaker zelfs kiezen uit twee uitgaven: de bekende versie voor €15,80, nu van 2017, en voor nog 4 euro extra is er de Schachkalender als Lesebuch met daarin zelfs een DVD met extra’s.
Zoals altijd interessante artikelen, bijvoorbeeld over Tarrasch of over het beroemde toernooi Parijs 1867. Ook Hübner als auteur doet weer mee en het artikel over Dvoretsky werd eigenlijk een ‘In memoriam’ door zijn overlijden, wat men nog net via een inlegvel kon melden. Natuurlijk ook weer een aantal opgaven, met de oplossingen achterin. En de laatste bladzijden geven weer alle statistieken die een schaker van welk geslacht dan ook wil weten. Het ‘Duitse gedeelte’ zal ons volkje minder interesseren, maar dat is maar klein. Kortom, geen onaangename verrassingen in deze tijd, waarin alles ‘nieuw’ moet zijn (meer informatie over het aanbod van de uitgever en de winkel in Berlijn: www.edition-marco.de).

Aansluitend bij deze Schachkalender 2017, die is opgedragen aan Mark Izrailovich Dvoretzky, willen we stilstaan bij het onverwachte overlijden op 68-jarige leeftijd van deze grootmeester, schaaktrainer en auteur van schaakboeken. Door de sympathieke manier waarop hij overal door Europa (zeker na de val van de USSR) les en demonstraties gaf en het schaken propageerde, was hij bij velen geliefd. Talrijke Russische grootmeesters zijn uit zijn schaakschool voortgekomen, een vervolg van de legendarische Botwinnik-schaakschool. Hier een spectaculaire partij tegen Polugajevski, beiden Rus maar ook lid van de gebensjte misjpoge (Jiddisj voor ‘gezegende familie’) en twee spelers die nooit op remise uit waren.

Dvoretzky-Polugajevski

1.e4 c5 het te verwachten antwoord van Polu 2.Pf3 e6 3.c3 Pf6 4.e5 Pd5 5.d4 cxd 6.cxd d6 Een bekend pionnenpaar: e6 en d6. 7.a3 Ld7 8.Ld3 Lc6 9.0-0 Pd7 10.Te1 Le7 11.Lc2 Dc7 12.exd Lxd6 13.Pd2 P5f6 14.Pc4 0-0 (14.Lxf3 geeft wit het loperpaar na 15. Pxd6†) 15.Pfe5 Tfd8 16.Pxd6 Dxd6 17.Pxc6 Dxc6 Maar nu heeft wit toch beide lopers, in deze open stelling een voordeel. 18.Lg5 Tac8? Nu kan wit met 19.La4 het loperpaar opofferen voor een geruïneerde zwarte koningsstelling 19. Dd5 20.Lxd7 Txd7 21.Lxf6 gxf6 22.Dg4† de witte aanval begint en zwart moet goed oppassen Dg5 23.Df3 natuurlijk ruilt wit de dames niet Tc2 Polugajevski is geen man van ‘keepen’, een tegenaanval 24.h4 Dxh4 nog een open lijn! 25.Te4 Dh6 26.Dg3† Kf8 27.Db8† Ke7 28.Dxa7 f5 29.Te3 Df4 de tegenaanval dreigt 30.Tf1 Txb2 31.Dc5† Kf6 32.Df8 Txd4? (Hier laat zwart een kans liggen: 32.Txf2! 33.Txf2 Dxe3) 33.Th3 Txf2? maar nu is deze zet juist niet goed, Dd6 kon wellicht nog redden 34.Th6† Ke5 35.Dc5† Ke4 36.Te1† Kd3 37.Th3† en zwart geeft op.

Probleem 2610 is een driezet van Bartolovic:

Johan Hut

Schaakpers is eensluidend over Carlsen

Sergei Karjakin had best wereldkampioen kunnen worden, maar het is terecht dat Magnus Carlsen de WK-match heeft gewonnen. Dat is de algemene teneur in de Nederlandse pers. De strijd over twaalf partijen eindigde in 6-6, waarna Carlsen de barrage van vier rapidpartijen overtuigend won met 3-1.
Naast tien remises wonnen Carlsen en Karjakin elk een van de reguliere partijen. Hans Böhm (Telegraaf) schrijft dat ze beiden hun overwinning te danken hadden aan de tegenstander. Carlsen sprak zijn grote talent niet aan, misschien uit angst voor computerhackers die hem van tevoren doorhadden, en hij leed misschien aan een gebrek aan motivatie vanwege zijn commerciële nevenactiviteiten. Toch vindt Böhm de Noorse gigant de terechte winnaar.

Hans Ree (NRC Handelsblad) schrijft dat Karjakin meer verzet heeft geboden dan Viswanathan Anand, de vorige uitdager, maar dat hij geen waardig wereldkampioen zou zijn geweest. “Het is niet genoeg om alleen maar een groot verdediger te zijn, een kampioen moet ook zelf het spel kunnen maken. Dat kan Karjakin vaak heel goed, maar tegen Carlsen kon hij het niet.”

Gert Ligterink (Volkskrant) vindt de zege van Carlsen ook verdiend. “Al was het maar omdat hij probleemloos zou hebben gewonnen als hij groot voordeel in de derde en vierde partij naar behoren had verzilverd. Toch had hij de match ook kunnen verliezen na een nederlaag in de achtste partij door misplaatste agressie in een gelijke stand.”

De beslissing viel in de derde partij van de barrage.

Karjakin-Carlsen

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.0-0 Le7 6.d3 b5 7.Lb3 d6 8.a3 0-0 9.Pc3 Pa5 10.La2 Le6 11.b4 Pc6 12.Pd5 Pd4 13.Pg5 Lxd5 14.exd5 Pd7 15.Pe4 f5 16.Pd2 f4 Moet wel, anders wint wit met c3 het paard. Maar nu krijgt wit toch weer een mooi paard op e4.
17.c3 Pf5 18.Pe4 De8 19.Lb3 Dg6 20.f3 Lh4 21.a4 Pf6 22.De2 a5 23.axb5 axb4 24.Ld2 bxc3 25.Lxc3 Pe3Dit is een handenbinder voor wit, die zelf maar weinig kan ondernemen. 26.Tfc1 Txa1 27.Txa1 De8 28.Lc4 Kh8 29.Pxf6 Lxf6 Hier lag gxf6 gevolgd door Tg8 meer voor de hand.
30.Ta3

30…e4!
Maar dit was Carlsens plan. De meest bijzondere zet van de partij. Zwarts actie op de koningsvleugel was niet voldoende en nu geeft hij zomaar een pion voor meer ruimte voor zijn stukken. 31.dxe4 Lxc3 32.Txc3 De5 Het enorme verschil tussen het sterke paard en de zwakke loper, die tegen zijn eigen pionnen aankijkt, is ook wel een pion waard. 33.Tc1 Nu komt de zwarte toren binnen, maar 33.Ta3 zou vanwege 33…Dd4 een blunder zijn.
33…Ta8 34.h3 h6 35.Kh2 Dd4 36.De1
Bedoeling: 36…Pxc4 37.Db4 en wit heeft het verschil tussen loper en paard opgelost. Maar zwart komt nu binnen.
36…Db2 37.Lf1 Ta2
38.Txc7 Een blunder met een paar seconden op de klok. Na iedere zet kregen de spelers er tien seconden bij en dat zou wit onder deze enorme druk toch niet overleven. 38…Ta1
Wit geeft het op. Natuurlijk zou 38…Pxg2 ook genoeg zijn geweest voor de winst.

Rini Kuijf

Voor beginners A7193

Zwart aan zet, hoe wint hij?

Voor gevorderden B7187

Hoe wint wit aan zet?


Henk Prins

De tiende partij in de tweekamp tussen de Noor Carlsen en de Rus Karjakin om het wereldkampioenschap was de enige partij die Carlsen won van de partijen met lange bedenktijden. Deze lange partij kan nagespeeld worden. Enkele belangrijke fragmenten uit deze partij worden uitgewerkt vanuit de diagrammen.
Na twaalf partijen stonden de wereldkampioen en zijn uitdager gelijk. In de rapidpartijen sloeg Carlsen toe in de derde en vierde partij en bleef daarmee de wereldkampioen.

Carlsen-Karjakin

1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 Pf6 4. d3 Lc5 5. c3 0-0 6. Lg5 h6 7. Lh4 Le7 8. 0-0 d6 9. Pbd2 Ph5 10. Lxe7 Dxe7 11. Pc4 Pf4 12. Pe3 Df6 13. g3 Ph3+ 14. Kh1 Pe7 15. Lc4 c6 16. Lb3 Pg6 17. De2 a5 18. a4 Le6 19. Lxe6 fxe6 20. Pd2 d5 21. Dh5 Pg5 22. h4 Pf3 23. Pxf3+ Dxf3+ 24. Dxf3 Txf3 25. Kg2 Tf7 26. Tfe1 h5 27. Pf1 Kf8 28. Pd2 Ke7 29. Te2 Kd6 30. Pf3 Taf8 31. Pg5 Te7 32. Tae1 Tfe8 33. Pf3 Ph8 34. d4 exd4 35. Pxd4 g6 36. Te3 Pf7 37. e5+ Kd7 38. Tf3 Ph6 39. Tf6 Tg7 40. b4 axb4 41. cxb4 Pg8 42. Tf3 Ph6 43. a5 Pf5 44. Pb3 Kc7 45. Pc5 Kb8 46. Tb1 Ka7 47. Td3 Tc7 48. Ta3 Pd4 49. Td1 Pf5 50. Kh3 Ph6 51. f3 Tf7 52. Td4 Pf5 53. Td2 Th7 54. Tb3 Tee7 55. Tdd3 Th8 56. Tb1 Thh7 59. Tb6 Tc7 60. Pxe6 Tc3 61. Pf4 Thc7 62. Pd5 Txd3 63. Pxc7 Kb8 64. Pb5 Kc8 65. Txg6 Txf3 66. Kg2 Tb3 67. Pd6+ Pxd6 68. Txd6 Te3 69. e6 Kc7 70. Txd4 Txe6 71. Td5 Th6 72. Kf3 Kb8 73. Kf4 Ka7 74. Kg5 Th8 75. Kf6

(Stelling na 27. Pe3-f1.) Door de zwarte dubbelpion op de e-lijn heeft Carlsen een beter eindspelperspectief. Ook de slechte positie van Karjakins paard is een voordeel voor de wereldkampioen. De weg is nog lang om een en ander te gelden te maken. Met zwarts laatste zet 26. … h5, overigens een begrijpelijke zet omdat wits paard op g4 dreigt te komen, is het veld g5 vrij voor een wit paard. Met de tekstzet dreigt Carlsen zijn paard via d2 en f3 naar g5 te spelen.
(Stelling na 56. Tb1.) Karjakin speelde hier zijn beslissende fout 56. …Thh7? In plaats van passief te spelen had hij actief een tegenactie op de koningsvleugel moeten uitvoeren. Met het plan 56. … Ph6 kan zwart na 57. g4 gaan voortzetten met 57. …g5! Een vervolg kan dan zijn: 58. hxg5 hxg4+ 59. fxg4 Pf5+ 60. Kg2 Ph4+ 61. Kg3 Pg6 en zwart staat niet slechter meer.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.