Krantenrubrieken weekend 3 september 2022
Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Dimitri Reinderman | Rini Kuijf | Henk Prins |
Ablaut reduplicatie
Omdat Bobby Fischer vijftig jaar geleden wereldkampioen werd, heeft het Amsterdamse Max Euwe Centrum op zaterdag 3 september een filmprogramma over de match Fischer – Spasski. Maar moet dat niet Spasski – Fischer zijn? Het is toch gebruikelijk om de wereldkampioen voorop te zetten, en in 1972 was dat Spasski. Over deze prangende vraag onstond een lange discussie op de website schaaknieuws.nl.
Lood om oud ijzer, kun je zeggen, maar dan misken je dat zo’n discussie op de vierkante millimeter interessante inzichten kan geven. Ik had nog nooit gehoord van de ‘ablaut reduplicatie’. Die heeft te maken met de volgorde van de klinkers i-a-o, die in vaste woordcombinaties altijd hetzelfde is. Het is altijd pingpong en kriskras en wie de klokken bambim laat luiden is een absurdist. Dit is een van de redenen dat het op den duur Fischer – Spasski werd.
Een van de films bij het MEC is Pawn Sacrifice uit 2014. Je ziet aan het eind van de mooie zesde matchpartij het publiek voor Fischer applaudisseren. Spasski applaudisseert ook.
Een vriend die de film zag, vond het geweldig van Spasski. Wat een sportiviteit! En wat een naïeve vriend, dacht ik. Ik zei hem dat het gelukkig nooit echt gebeurd was. Het was maar een speelfilm. In het echt zou het een klap in het gezicht zijn geweest van iedereen die Spasski had geholpen. Alle prominente sovjetgrootmeesters moesten meewerken aan een openingsrepertoire voor Spasski. En dan staat die daar te klappen voor Fischer, alsof hij wil zeggen dat hij niets liever wil dan verliezen. Ondenkbaar. Later merkte ik dat het wel degelijk zo gebeurd was. Ik had dat geweten, maar ik wilde het niet weten.
Toen Fischer twee jaar eerder tegen Spasski een partij opgaf, klonk er ook een luid applaus. Deed Fischer daar aan mee? Natuurlijk niet. Hij trok bleek weg, ondertekende het notatieformulier, gaf Spasski snel een hand en maakte zich uit de voeten. Zo hoort het.
Boris Spasski – Robert Fischer, olympiade Siegen 1970:
d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. cxd5 Pxd5 5. e4 Pxc3 6. bxc3 Lg7 7. Lc4 c5 8. Pe2 Pc6 9. Le3 0-0 10. 0-0 Dc7 11. Tc1 Td8 12. h3 b6 13. f4 e6 14. De1 Pa5 15. Ld3 f5 16. g4
Dit oogt een beetje riskant, maar hier moet het van komen.
16…fxe4 17. Lxe4 Lb7 18. Pg3 Pc4 19. Lxb7 Dxb7 20. Lf2 Dc6 21. De2 cxd4 22. cxd4 b5 23. Pe4 Lxd4
Een goede zet, maar Spasski was er blij mee. Hij noemde Fischer’s liefde voor een pluspion een kleine zwakte.
24. Pg5 Lxf2+ 25. Txf2 Td6 26. Te1 Db6 27. Pe4 Td4 28. Pf6+ Kh8 29. Dxe6
Pas op! Het lijkt of 29…Td1 nu sterk is, maar dan offert wit een toren met 30. Df7 Txe1+ 31. Kg2 en hij wint.
29…Td6 30. De4
Prominente tijdgenoten hadden aanmerkingen, maar volgens mijn computer hebben beide spelers deze moeilijke partij tot hier vrijwel perfect gespeeld.
30…Tf8
Maar nu was 30…Tad8 nauwkeuriger.
31. g5 Td2 32. Tef1
Dreigt 33. De7 en mat.
32…Dc7
Dit is slecht. Met 32…Kg7 kon zwart zich nog goed verdedigen.
33. Txd2 Pxd2 34. Dd4 Td8
Het eindspel na 34…Db6 35. Dxb6 axb6 36. Td1 Td8 was het kleinste kwaad voor zwart.
35. Pd5+ Kg8 36. Tf2 Pc4 37. Te2 Td6
Of 37…Db6 38. Te8+ met damewinst.
38. Te8+ Kf7 39. Tf8+ Zwart gaf op.
Partij in viewer:
Eline Roebers redt haar EK dankzij een jaloersmakende vechtersmentaliteit
Eline Roebers, 16 jaar pas, kan nog veel aan haar spel verbeteren, maar aan haar wil om te winnen kan menig routinier een voorbeeld nemen.
Een week geleden vreesde ik dat twee intensieve maanden voor Eline Roebers (16) net iets te lang hadden geduurd. Na open toernooien in Novi Sad en Dortmund en een schitterend optreden aan het eerste bord van het Nederlands olympiadeteam dreigde de laatste opdracht van de zomer te mislukken. Na vijf ronden van het EK in Praag stond ze met 2 uit 5 op de 80ste plaats in een veld met 123 deelnemers.
Nu het toernooi voorbij is, beloof ik dat ik nooit meer de veerkracht van Roebers zal onderschatten. Ze maakte de matige start goed met vijf winstpartijen op rij, waarna ze in de slotronde met tegenzin akkoord moest gaan met remise tegen het betonschaak van de Oekraïense oud-wereldkampioen Anna Oesjenina. De slotserie leidde tot een gedeelde zevende plaats, een punt achter de Poolse toernooiwinnaar Monika Socko.
Een van mijn vrienden zegt soms dat hij niet begrijpt waarom Roebers nu al zo succesvol is, terwijl nog zoveel aan haar spel kan worden verbeterd. Hij onderschat hoe belangrijk de twee pijlers zijn waarop haar schaakkunst rust: een ijzeren wil om te winnen en een jaloersmakende vechtersmentaliteit in goede en slechte stellingen.
Een typische Roebers-overwinning komt uit de voorlaatste ronde van het EK-toernooi. Haar tegenstander speelde op de Olympiade aan het eerste bord van Griekenland.
Tsolakidou – Roebers, Praag, EK 2022
1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Dd3 g6 7. Lg5 Pbd7 8. 0-0-0 Lg7 9. f4 Dc7 10. Le2 0-0
Wit heeft minder aanknopingspunten voor de koningsaanval na 10 … b5 11. Lf3 Lb7.
11. h4 h6 12. Lxf6 Pxf6 13. f5 e5 14. Pb3 d5
In overeenstemming met de tegeltjeswijsheid dat een flankaanval moet worden bestreden met een tegenactie in het centrum.
25. g4 d4 16. Pd5 Pxd5 17. exd5 Ld7 18. De4 a5 19. Pd2 a4 20. a3 b5 21. Tdf1
21 … b4
Het is begrijpelijk dat zwart de loper op g7 niet tijdelijk wilde begraven met 21 … f6, maar toch zou dat verstandiger zijn geweest. Na 22. fxg6 b4 duurt de aanval voort en is zwarts koning voorlopig veilig
22. f6 bxa3 23. bxa3 Tfb8 24. Ld3 Dc3 25. Kd1
25 … h5! 26. Thg1?
Volkomen verrast door zwarts laatste zet lukt het wit niet het hoofd koel te houden. Na 26. gxh5 Lh6 27. Pc4! is wits aanval sterker dan het zwarte tegenspel. Bijvoorbeeld 27 … Lf5 28. Txf5 Tb1+ 29. Ke2 Txh1 30. Tf1! Txf1 31. Kxf1 Tb8 32. hxg6 Tb1+ 33. Kg2 en wit wint.
26 … Lh6 27. Pc4 Lxg4+?
Een onnauwkeurigheid zonder gevolgen. Zwart wint na 27 … hxg4 28. h5 Lf5! 29. Txf5 Da1+ 30. Ke2 Dxg1 31. hxg6 Tb1.
28. Txg4 hxg4 29. h5?
Wit kan zich redden met 29. d6! Tb1+ 30. Ke2 Tab8 31. d7.
29 … Tc8 30. Ke2 Txc4 31. Td1 Ta6 32. hxg6 Txf6 33. gxf7+ Txf7 34. Dg6+ Lg7 35. Th1 e4 36. Dxe4 Tc8 37. Th7 Dc7 38. Txg7+ Txg7 39. De6+ Kf8 40. Df5+ Tf7 41. Dh5 Te8+ 42. Kd1 De5 Wit geeft op.
Partij in viewer:
Bobby
Bobby Fischer blijft tot de verbeelding spreken, zelfs 50 jaar nadat hij wereldkampioen werd. Kunstgalerij Simonis & Buunk te Ede, nota bene in de Fischer-straat (vernoemd naar een notaris Fischer) en in het Fischer-huis (een rijksmonument met delen uit 1790) opende alle deuren voor een bijzondere manifestatie. Tussen de oude en moderne meesterwerken aan de muren waren twee carrés opgesteld waar Jan Timman en ondergetekende simultaan gaven. Jan op de klassieke manier en ik speelde met een Fischer-random opstelling, waarbij alle stukken ergens anders staan in de beginopstelling.
Vooraf hadden wij in de binnentuin voor het voltallige gezelschap wat anekdotes verteld over onze persoonlijke ontmoetingen met Fischer. Herinneringen aan Fischer zijn altijd doorspekt met respect, bewondering, verwondering en helaas duikt ook altijd ergens die latente gekte van hem op. Er werden ook spontaan vragen gesteld en bij de beantwoording kwamen enkele prominente gasten goed van pas. Dammer Ton Sijbrands vulde het onderwerp Russische combine aan, politicus Jan Nagel wist van extreme eisen, schrijver Jan Siebelink kent de kracht vanuit een moeilijke jeugd, een Amerikaanse investeerder en een Russische restauratrice keken terug op de Koude Oorlog, diverse kunstkenners konden meepraten over de veel voorkomende gekte van het genie, leden van de Edese schaakclub vroegen naar zaken over jeugdschaak en wonderkinderen. En natuurlijk was er de vraag: “Als Fischer-Karpov was doorgegaan in 1975, wie had dan gewonnen?” We wisten het antwoord niet maar het zou zeker spannend geworden zijn want Karpov was toen de allerbeste uitdager en op Fischer was geen peil te trekken. Wel dachten we dat Karpov zo overtuigend heerste tussen 1975-1985, juist omdat hij de titel in de schoot kreeg geworpen en daarom wilde laten zien hoe goed hij was. Die psychologische krachten kwamen ook ter sprake bij de alsmaar gekker wordende Fischer na 1972. Toen hij de arena verliet, vielen ook de kaders weg die de schaaksport met al zijn regels zelf afdwingt en die de regelmaat van de toernooipraktijk alle spelers oplegt. Bevrijd van die begrenzingen kreeg zijn latente gekte vrij spel. Het was al met een mooie herdenking en een gepast eerbetoon aan een van de meest briljante en spraakmakende schakers van alle tijden.
Ook al was de impact voor de organisatie op deze kunstzinnige locatie behoorlijk ingrijpend, toch werd er al voorzichtig vooruitgekeken naar 2027.
Spassky – B. Fischer, partij 3
Zoals altijd met Fischer was de start van die tweekamp ongekend. In de eerste partij had Fischer zich geërgerd aan het lawaai van de cameracrew van filmmaker Fox. Die had een lucratieve deal met de IJslandse organisatie gesloten maar daar had Fischer geen boodschap aan. Uit protest verloor hij die eerste partij en hij kwam bij de tweede partij niet opdagen omdat zijn eisen niet werden ingewilligd. Dus 2-0 voor Spassky. De vraag was of er ooit een derde partij zou komen. Door diplomatieke bemiddeling van FIDE-president Max Euwe kwam Fischer toch terug en ging ik op reis om erbij te zijn.
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 c5 4.d5 exd5 5.cxd5 d6 6.Pc3 g6 7.Pd2 Pbd7 8.e4 Lg7 9.Le2 0-0 10.0-0 Te8 11.Dc2 Ph5!!?
Dit zijn de zetten waarmee Fischer zich geliefd maakte: bijzonder, origineel, agressief, tegen algemeen geldende regels in. Ook al kan Spassky natuurlijk hier en daar beter spelen, toch lijkt deze zet het begin van de wederopstanding van de man die op grote achterstand stond.
12.Lxh5 gxh5 13.Pc4 Pe5 14.Pe3 Dh4 15.Ld2 Pg4 16.Pxg4 hxg4 17.Lf4 Df6 18.g3?
Een positionele fout die grote gevolgen heeft. In lijn met de zware onderliggende krachtvelden had wit met 18.Lg3 en later f3 de balans in evenwicht kunnen houden. Vanaf hier neemt zwart over de witte velden het initiatief.
18…Ld7 19.a4 b6 20.Te1 a6 21.Te2 b5 22.Tae1 Dg6 23.b3 Te7 24.Dd3 Tb8 25.axb5 axb5 26.b4 c4 27.Dd2 Tbe8 28.Te3 h5 29.T3e2 Kh7 30.Te3 Kg8 31.T3e2 Lxc3 32.Dxc3 Txe4 33.Txe4 Txe4 34.Txe4 Dxe4 35.Lh6 Dg6 36.Lc1 Db1 37.Kf1 Lf5 38.Ke2 De4+ 39.De3 Dc2+ 40.Dd2 Db3 41.Dd4 Ld3+
Wit gaf op, omdat 42.Ke1 Dxb4+ kansloos is. Dit was de eerste keer dat Fischer van Spassky won. Dit was tevens het keerpunt, de ban was gebroken. Na acht partijen stond Fischer voor met 5-3 om uiteindelijk zeer overtuigend te winnen met 12,5-8,5. Als wereldkampioen heeft hij daarna nooit meer een officiële partij gespeeld.
Partij in viewer:
Open Nederlands Kampioen Lahaye wint in Hoorn
Afgelopen weekend werd in Hoorn het eerste weekendtoernooi van het nieuwe seizoen gespeeld. De bezetting was dit jaar kwalitatief wat minder dan vorige jaren, geen enkele meester of grootmeester meldde zich om voor de titel te strijden. Toch misstaat de naam van de winnaar niet op de erelijst. Rick Lahaye werd een maand na het winnen van het Open Nederlands Kampioenschap ook Open Hoorns kampioen. Hij deed dat op economische wijze: hij won zijn eerste drie partijen, had op zaterdagavond een bye, versloeg zondagochtend zijn belangrijkste concurrent Arthur de Winter (nummer 3 op het ONK) en kon daarna met een korte remise de eerste plaats veilig stellen. Daarmee is de schaakzomer van de aanstaande Alkmaarder zeer succesvol geweest, want tussen het ONK en het OHK won hij ook nog een toernooi in Oostenrijk!
Aanstaande Alkmaarder dus, maar op dit moment is Lahaye nog Rotterdammer. Zijn schoonfamilie (ook schakend, de schoonvader versloeg mij eens in een simultaan!) komt echter uit Bergen en hij en vriendin Ichelle (die 4 uit 6 haalde in de C-groep) willen in de buurt gaan samenwonen, Alkmaar dus. Voor zijn werk maakt de woonplaats weinig uit: hij houdt zich o.a. bezig met schaaktraining, het opleiden van andere schaaktrainers en het door hemzelf opgerichte platform Chesszebra, waarop een digitale coach partijen analyseert. Verder heeft hij in het boek Grenzen verleggen onderzoek gedaan naar hoe Olympisch kampioenen de top hebben bereikt. Zo hoog zal zijn eigen top als speler niet zijn, maar ambities heeft hij nog wel: hij wil in ieder geval Internationaal Meester worden. Met de prestaties in deze zomer heeft hij laten zien het niveau daarvan al te hebben bereikt.
Rick Lahaye – Arthur de Winter
1.Pf3 Pf6 2.g3 g6 3.b3
Wit kiest een rustige opzet tegen openingexpert De Winter.
3…Lg7 4.Lb2 0–0 5.Lg2 d6 6.d4 c6 7.0–0 Lf5 8.c4 Dc8 9.Te1 Te8 10.Pfd2 Pa6 11.e4 Lg4 12.f3 Lh3 13.f4?! Lxg2 14.Kxg2
Wit had beter zelf 13.e5 kunnen doen, want nu doet zwart het.
14…e5! 15.dxe5 dxe5?
Maar het kwaliteitsoffer is te optimistisch. Na 15…Ph5! en daarna terugpakken op e5 krijgt zwart zonder offers het initiatief.
16.Lxe5 Txe5 17.fxe5 Pg4 18.Pc3 Pxe5 19.Pf3!
Ruilt ten koste van een pion het sterke paard op e5. Hierna heeft zwart niet genoeg compensatie voor de kwaliteit.
19…Pxc4 20.Tc1 Pe5 21.Pxe5 Lxe5 22.Pa4 De6 23.De2 h5 24.Pb2 Lxb2 25.Dxb2
25…Td8?
Met de achteruitzet 25…Pb8! kon zwart nog vechten: de bedoeling is het paard naar e5 te spelen.
26.Tcd1! Txd1 27.Txd1 Dxe4+ 28.Kf2
Materieel staat het weer gelijk, maar de witte aanval is te sterk.
28…Kh7 29.Td8 Df5+ 30.Kg1 f6 31.De2 Dc5+ 32.Kg2 Pb4 33.Dd2 Pd5 34.Td7+ Kg8 35.Txb7 h4 36.De2 Kf8 37.De6
Zwart kan mat uitstellen door dames te ruilen (b.v. 37…Pe3+ 38.Kh3 Df5+) maar dan is het eindspel totaal verloren. Hij gaf daarom op.
Partij in viewer:
Voor beginners
Odessa-thema | |||||
Tweezet 993 H. Prins | |||||
verleiding | dreigingen | 1. … Lxf1 | 1. … Txf1 | 1. … Lxc7 | 1. … Txc7 |
1. b4? | AB (Novotny) | C | D | – | – |
1. Tg4! | CD (Novotny) | – | – | A | B |
Sleutelzet | Witte matzetten: | A=Td2# | B= Pb3# | C= Kf5# | D= Kxg5# |
De tweezet 993 die vorige week werd besproken en waarin het Odessa-thema mooi uit de verf kwam is beter te begrijpen als de zetten in een schema worden gezet (boven)
Tweezet 994 heeft hetzelfde idee als tweezet 993. De verleiding is ook hier een Novotny, in dit probleem op c3. Er dreigt na 1.c3? 2. Pf2 en 2. Pe3 mat. Slaat de zwarte toren op c3 dan wordt de zwarte loper geïnterfereerd en is 2. Pf2 mat, slaat de zwarte loper op c3 dan staat de loper de zwrte toren in de weg en is 2. Pe3 mat. Zwart kan de twee dreigingen pareren door het dreigende paard op f1 te slaan. Dit kan op drie manieren. Op 1. … Lxf1 is 2. Kd7 mat, op 1. … Txf1 is 2. Kxd6 mat en op 1. … Dxf1 is 2. Lxd5 mat. Zwart weerlegt de verleiding met 1. … Txa2!
De sleutelzet is 1. Le6! Dit is ook een Novotny, een zet op het snijpunt van zwarte loper en toren. Evenals in tweezet 993 komt er een koningsbatterij in werking. Wit dreigt na 1. Le6! met 2. Kd7 en 2. Kxd6 mat. Slaat de zwarte toren de witte loper op e6, dan staat die toren zijn loper in de weg en is 2. Kd7 mat, slaat de zwarte loper op e6 dan staat zwart zijn toren in de weg en is 2. Kxd6 mat. De dreigzetten uit de verleiding komen terug in de oplossingsfase na zwarte interferenties. De zet 1. … b4 weerlegt de dreigingen , want als de koning speelt wordt b5 een vluchtveld. Na 1. … b4 is 2. Pd2 mat, mogelijk geworden door de interferentie door de pion van de loper. De andere interferentie is 1. … Pb3, deze zet interfereert de zwarte toren en is dus de matzet 2. Pe3 mogelijk. Na 1. … Dg1 komt de matzet 2. Lxd5 terug, dit heet paradeverandering. Bijvarianten zijn nog 1. … Lb4 2. Txb4 mat en 1. … Lxb6 2. Tb4 mat. In dit probleem komen de dubbele dreigingen uit de verleiding terug na varianten in de oplossing en andersom. Ook hier dus een mooi voorbeeld van het Odessa-thema.
Om het beter begrijpen: de oplossing in schema (onder).
Odessa-thema | Paradeverandering | ||||||
Tweezet 994 H. Prins | |||||||
verleiding | dreigingen | 1. … Lxf1 | 1. … Txf1 | 1. … b4 | 1. … Pb3 | 1. … Dxf1 | 1. .. Dg1 |
1. c3? | AB (Novotny) | C | D | – | – | E | |
1. Le6! | CD (Novotny) | – | – | A | B | E | |
Sleutelzet | Witte matzetten: | A=Pf2# | B= Pe3# | C= Kd7# | D= Kxd6# | E= Lxd5# |