Recensie: Ding Liren’s Best Games – Davorin Kuljasevic

Op 30 april 2023 kroonde Ding Liren zich tot officiële wereldkampioen, nadat Magnus Carlsen besloot zijn titel niet langer te verdedigen en Ding de overwinning behaalde in de match tegen Ian Nepomniachtchi. Een week geleden speelde Ding zijn eerste toernooi (Tata Steel) weer sinds deze match, maar eindigde 9e. Voor wie dat wilt begrijpen is er een nieuw boek.

Davorin Kuljasevic, auteur van “How to Study Chess on Your Own” en “Beyond Material,” heeft een meesterwerk gecreëerd door een verzameling van Ding Lirens indrukwekkendste partijen te bundelen in een boek. Dit werk biedt een originele benadering van een beste partijenverzameling en is zowel onderhoudend als leerzaam. Davorin legt niet alleen nadruk op het schaken, maar heeft ook veel aandacht voor Ding Liren als persoon.

Ding Liren (Foto: Harry Gielen)

Inleiding

Eerst een klein intermezzo: het is interessant om de winst van Ding Liren breder te trekken naar de opkomst van het schaken in China. Een oud schaakadagium stelt dat er een verband bestaat tussen geopolitieke ontwikkelingen en schaken. Denk bijvoorbeeld aan de match tussen Fischer en Spassky tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog. Nu de opkomst van China in de geopolitiek slechts een kwestie van tijd lijkt te zijn, rijst de vraag of dit ook van toepassing is op de wereld van het schaken. Met de opkomst van Ding Liren lijkt deze vraag beantwoord. In het boek vertelt Kuljasevic over de schaaksituatie in China, die pas in de vroege jaren ’80 begon te ontstaan. Desalniettemin, stelde de Chinese schaakbond een ambitieus vierstappenplan op in 1988:

  1. Het winnen van het vrouwelijke individuele wereldkampioenschap;
  2. Het winnen van vrouwelijke team wereldkampioenschappen;
  3. Het winnen van mannelijke team wereldkampioenschappen;
  4. Het winnen van mannelijke individuele wereldkampioenschappen.

Met de winst van Ding is het vierstappenplan voltooid. Het blijft me verbazen hoe een Chinese schaakorganisatie een vierstappenplan opstelt en dit ook haalt. Moet de KNSB dat misschien dan ook maar eens een vierstappenplan gaan opstellen? Maar goed, terug naar het boek.

Opbouw

De opbouw van het boek is doordacht en origineel. De eerste twee hoofdstukken dienen als een soort ‘voorspel’ of opening, zoals een schaker zou zeggen. In het eerste hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de hoogtepunten uit Dings carrière, zonder specifieke schaakpartijen te bespreken. In het tweede hoofdstuk worden Dings kernkwaliteiten en de kwaliteiten die hij in de loop der jaren heeft ontwikkeld belicht met partijfragmenten.

Het volgende fragment laat Dings intuïtie voor aanval zien:
Ding Liren – Frode Urkedal, Reykjavik, 2015 (p.24)

18.e4!!
Kuljasevic: One of Ding’s trademark qualities as a chess player is his sense of the right moment to dynamize the game. Here, the sacrifices another pawn to take the initiative and open attacking avenues toward the opponent’s king.
18…dxe4 19.Le2 b5
Kuljasevic: Black tries to keep his center together, but his lag in development becomes even more glaring after this move. Dings opens more files.

20.f4! Ph7 21.fxg5 Pxg5 22.Lf4 Dh6

23.Lg4!
Kuljasevic: A remarkable aspect of Ding’s play is that he has more than one attacking gear. He can dial down his aggression to consider apparently slower or less obvious attacking options when needed. 23.Lg4 is hardly the first move one thinks of in this position, but it’s the most efficient one, as we will see. Instead, if White continues playing ‘natural’ attacking moves like 23.Qd2 f6 and 24.Pg4, Black would be in time to complete his development with 24…Lxg4 25.Lxg4 Pc6, extinguishing a significant chunk of White’s initiative.

Vervolgens wordt Dings carrière in de schaakwereld gevolgd in hoofdstukken 3 tot en met 7, die elk ongeveer drie jaar van Dings leven beslaan. Het boek eindigt met het jaar waarin hij de uitdager werd voor de schaaktroon in 2022 en het jaar waarin hij deze daadwerkelijk veroverde in 2023.

Deze opbouw heeft vele voordelen. De eerste twee hoofdstukken fungeren als een soort leidraad en maken de rest van het boek gemakkelijk te volgen. De winstpartijen volgen logischerwijs vanuit Dings kernkwaliteiten, zoals zijn scherpe tactische blik, computerachtige rekenvaardigheid en geweldig gevoel voor de aanval.

Het volgende fragment uit Ding Liren – Sergei Movsesian, Khanty-Mansiysk, 2019, vond ik leerzaam, ook door de uitleg van Kuljasevic:

24…c5?!
Kuljasevic: A clever tactical idea that, unfortunately for Black, doesn’t work. The point is that 24…Pxe2+ 25.Kf1 Df6! 26.Txe2 Df3 27.Txe8+ Txe8 runs into 28.Dc6 Dxd3+ 29.Kg1+-. That is how Movsesian got the idea to play 24…c5. In case of 25.bxc5, White would not have the Dc2-c6 defense in a similar position. However, Ding found a tactical hole in this concept.
25.bxc5! Pxe2+ 26.kf1 Df6 27.Txe2 Df3

28.Txe8+ Txe8 29.Kg1 Te2 30.Dxe2! Dxe2 31.c6.
Duljasevic: Ironically, pushing 24…c5 was a Pyrrhic victory for Black. He could not prevent the pawn promotion, so he resigned.

Kuljasevic blinkt uit in het gestructureerd en helder presenteren van informatie. Een voorbeeld hiervan is de tabel op pagina 23, waarin Ding Lirens openingsrepertoire door de jaren heen wordt beschreven. Deze tabel biedt niet alleen inzicht, maar voegt ook een extra dimensie toe aan de partijen, waardoor je als lezer het gevoel krijgt dat sommige openingen nieuw zijn, anderen nostalgisch, en sommige ergens daartussenin.

Een ander voorbeeld van Kuljasevics heldere uitleg is het onderscheid tussen kernkwaliteiten en ontwikkelde kwaliteiten. Hierdoor kunnen we de partijen door de lens van Kuljasevic bekijken: van de fantastische aanvalspartijen aan het begin van Dings carrière, tot de uitdagingen bij het aanpassen aan het supergrootmeester-niveau, en de ontwikkeling van Dings schaakvaardigheden die daarvoor nodig waren, zoals een indrukwekkend hoog niveau in eindspelen en positioneel spel. Hieronder een voorbeeld van de hoge kwaliteit positioneel spel aan het einde van Dings carrière.

In het volgende fragment legt Kuljasevic meesterlijk uit hoe Ding Liren de Reti fantastisch inzet tegen Chinees rivaal Yangyi, Shenzhen, 2017 (p.171):

7.d3

Duljavic: White’s central flexbility allows him to choose the most appropriate way to attack Black’s uber-solid central structure. Ding prepares e2-e4 with this move.

7…e5 8.e4 dxe4 9.dxe4

If you play the Reti Opening with either color, it is good to be familiar with this symmetrical structure. At first glance, Black has a comfortable and solid position without apparent weaknesses. His knights have reasonable outposts, and White’s bishop pair feels limited in the middlegame with the fixed pawn center. While all of this is true, and the position is objectively not far from equality, White’s play is a bit easier in practice due to the greater maneuvering potential. If you want to learn how to maximize it, sit down, take a cup of tea, and learn from Ding Liren.’

9…Bc5 10.Nd2 0-0 11.a4 a5 12.Qe2 Qe7

This definitely seem inaccurate since the queen usually belongs on c7 to keep an eye on b6 and a5 and leave the a3-f8 diagonal.

Dit is slechts een fragment, maar het illustreert goed hoe Kuljasevic je bij de hand neemt.

Kuljasevic neemt de lezer mee in de wereld van Ding Liren, zowel op als naast het schaakbord. Hij deelt Dings liefde voor literatuur, beschrijft hoe hij zich liet inspireren door Albert Camus tijdens moeilijke momenten tijdens de wereldkampioenschappen, en hoe Ding zijn schaakcarrière combineerde met een rechtenstudie aan een prestigieuze universiteit.

Sterke punten

Drie andere sterke punten van het boek zijn het grondige onderzoek dat Kuljasevic heeft verricht, de analyses van Ding Liren zelf en het gedoseerde gebruik van varianten en computeranalyse.

Ten eerste heeft Kuljasevic uitgebreid onderzoek gedaan voor dit boek. Het lijkt erop dat hij elk beschikbaar interview heeft bekeken en vertaald, wat heeft bijgedragen aan de rijkdom aan informatie in het boek. Het is tegenwoordig gemakkelijk om Chinese interviews te vertalen met behulp van tools zoals Google Translate, wat het begrip van Dings persoonlijke leven en schaakfilosofie ten goede komt.

Ten tweede biedt het boek inzicht in Dings eigen analyse van de partijen. Het is opmerkelijk dat Ding geen zetten beoordeelt met uitroeptekens of vraagtekens, maar in plaats daarvan de sterkte of zwakte van de zetten benadrukt. Het is interessant om te lezen wanneer hij alles heeft gezien of wanneer hij zich in blinde paniek bevond en toch een uitweg vond.

Ten derde waardeer ik het evenwichtige gebruik van varianten en computeranalyses in het boek. Kuljasevic presenteert deze elementen met mate, waardoor de lezer waardevolle inzichten kan opdoen zonder te verdrinken in complexe berekeningen.

Neem bijvoorbeeld het volgende fragment uit Kamsky-Liren, Moscow, 2011 (p.103):

31.Bxd3?

This is precisely what Black was hoping for. It wouldn’t be suprising if Kamsky was under time pressure at this point, so finding the precise defensive moves would have been even more difficult. Black still has a winning advantage after 31.Nf5 Bf6 32. Qxb4 Rb3! 33.Qe1 Re8, when White cannot escape the multiple pins.

But Kamsky missed his last chance to save the game with 31.h3!!, clearing the h2-square for the king to eliminate the mating threat on h1.

Of course, computer lines like these must be taken with a big grain of salt because the probability of finding them under such pressure is minuscule, even for a top player. That said, 31.h3 is a valuable defensive pattern to remember.

Verbeterpunt

Terwijl ik het boek las, hoopte ik op een terugkoppeling van de inzichten uit Kuljasevics eerdere werk, “How to Study Chess on Your Own.” Het zou buitengewoon interessant zijn geweest om Dings benadering en gebruik van verschillende studiemethoden door de jaren heen te volgen, zoals Kuljasevic dat in zijn eerdere boek heeft beschreven.

Aan het einde van het boek geeft Ding aan: “I spent 26 years playing, analyzing, trying to improve my chess ability in many different ways, with different training methods, with many new ways to train, maybe it’s not so well known among the other players, so I think I did nearly everything.” Als lezer blijft het nu onduidelijk hoe hij dit precies heeft gedaan. Hoewel het wellicht als oneerlijk zou kunnen worden beschouwd om ander werk van de auteur bij dit boek te betrekken, aangezien het een willekeurige andere auteur had kunnen zijn, blijft dit toch knagen…

Kuljasevic heeft in een podcast [2] aangegeven dat hij bewust geen contact heeft gezocht met Ding Liren tijdens het schrijven van het boek, deels vanwege tijdsdruk en deels om Ding niet te storen. Hoewel begrijpelijk, voelt dit als een gemiste kans, aangezien het de enige smet is op dit overigens originele en zeer interessante werk.

Conclusie

Concluderend kan worden gesteld dat dit boek van begin tot eind een boeiende leeservaring biedt. De opbouw met de eerste twee hoofdstukken, de diepgaande beschrijving van Dings voorbereiding op het wereldkampioenschap en de heldere presentatie van informatie maken het boek zeer toegankelijk. Dankzij dit werk begrijpt de lezer Ding Lirens schaakspel op een dieper niveau en krijgt men inzicht in zowel zijn schaakvaardigheden als zijn persoonlijkheid.

Ik zou dit boek dan ook ten zeerste aanbevelen aan schaakliefhebbers, zowel voor entertainment, schaakverbetering als historisch bewustzijn. Wie weet hoelang hij nog wereldkampioen zal blijven!

 

Titel: Ding Liren’s Best Games

Auteur: Davorin Kuljasevic

Aantal bladzijden: 328

Uitgeverij: New in Chess

Gepubliceerd: 2023

Prijs: € 34,95 (hardcover) € 27,95 (paperback) en € 22,95 (Kindle)

ISBN:9789083336688

Type: Hardcover, Paperback en Kindle

PDF-uittreksel

Boek bestellen

[1] Ik lees zo nu en dan op Schaaksite.nl dat over Liren Ding wordt gesproken in plaats van Ding Liren. Dat zit als volgt: in het Chinees is de naamvolgorde Ding Liren, maar bij Chinese namen komt eerst de achternaam of familienaam en daarna pas de voornaam. Daarom wordt ook wel Liren Ding gezegd, aangezien we in Nederland eerst voornaam en dan achternaam hebben. Hoewel ik geen sluitend bewijs heb kunnen vinden, lees ik wel dat het gebruikelijk is om bij het gebruik van de Chinese naam in het Nederlands dezelfde volgorde aan te houden als in het Chinees. Dit uit respect voor de andere cultuur. Sommige Chinezen hebben nog een ‘westerse’ naam bedacht, om het voor het mensen uit het Westen makkelijker te maken. Deze Westerse naam wordt wel in volgorde voor- en achternaam genoemd. Bijvoorbeeld: Jackie Chan heet in het Chinees Chan Kwoong-Saang. Jackie is de westerse naam en daarom zeggen we Jackie Chan, maar bij het gebruik van de Chinese naam houden we Chan Kwoong-Saang aan.

[2] www.perpetualchesspod.com/new-blog/2023/10/24/ep-353-gm-davorin-kuljasevic-chess-improvement-q-amp-a-plus-discussion-of-his-great-new-book-on-gm-ding-liren

 

1 Reactie

  1. Avatar
    renzoverwer 03 februari 2024

    Aan het einde van het boek geeft Ding aan: “I spent 26 years playing, analyzing, trying to improve my chess ability in many different ways, with different training methods, with many new ways to train, maybe it’s not so well known among the other players, so I think I did nearly everything.”’

    Mooi om dit te lezen. Ergens beter/goed in worden is altijd hard werken, ook voor een talent – het kan mij niet genoeg benadrukt worden.

    Geinig dat Ding Liren geen uitroeptekens en vraagtekens gebruikt in analyses. Ik moet het boek nog zien, maar het klinkt als genuanceerd…

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.