Tata in de pers (4): Kasparov overvleugelt Aronian

Levon Aronian boekt een toernooizege die met gouden letters op zijn palmares wordt bijgeschreven en wie staat er maandag in alle kranten? Gari Kasparov.

Deze serie is niet bedoeld om alleen maar leuke verhaaltjes te laten zien. Ik probeer ook enigszins in kaart te brengen op wat voor manieren je met schaken wel en niet de landelijke pers bereikt. Hoe denken sportredacties? Vorige week liet ik al zien dat de ronde in het Rijksmuseum verrassend veel publiciteit opleverde. Dat gold ook voor de komst van Kasparov.

Deze serie is heel selectief. Ik heb thuis maar twee dagbladen en op een paar dagen heb ik er een paar bijgekocht. Een Telegraaflezer maakte me erop attent dat ik dat op de verkeerde dagen had gedaan. Die krant had een dag na het uitje naar het Rijksmuseum maar een summier verslag, maar op de dag zelf een grote foto van een Nachtwachtfiguur die tegen Hans Böhm speelde. Op de dag na de opening van het toernooi zette de krant zelfs een foto op de voorpagina, wat voor ons schakers toch heel bijzonder is. Voor wat betreft de landelijke kranten mogen we met de Telegraaf en de Volkskrant heel tevreden zijn.

Kasparov was op de voorlaatste dag eregast in Wijk aan Zee en dat vonden de redacties kennelijk heel interessant. Zijn campagne voor het presidentschap van de FIDE en zijn mening over Poetin en de Olympische Spelen kregen ruimschoots meer aandacht dan de toernooizege van Aronian en de unieke prestatie van Anish Giri, die tweede werd in de hoogste groep. Volgende keer meer over Kasparov, maar vandaag in de eerste plaats het toernooislot.

Bovenstaande berichten stonden in het Algemeen Dagblad. Het berichtje ‘Kasparov hekelt NL-delegatie’ stond zelfs op de voorpagina, gevolgd door een groot verhaal met kleurenfoto op de sportpagina. Daaronder het kleinere bericht over Aronian. De kop ‘Smetje op eindzege van Aronian’ sloeg uiteraard op de blunder tegen Van Wely.

Van Wely: “Ik heb hem voor het eerst in dit toernooi aan het denken gezet.”

Verslaggever: “Oud-wereldkampioen Gari Kasparov zei zaterdag de vooruitgang van Giri te hebben bespeurd, maar had hem graag wat agressiever zien spelen.”

Giri zelf hierover: “Ik heb goed gespeeld, degelijk, maar ik had hier en daar wat meer risico’s kunnen nemen.”

Ook in de Telegraaf een groot verhaal (van Hans Böhm) over Kasparov en een klein bericht over Aronian. Dat is trouwens de keus van de redactie. De schaakmedewerker, ik weet dat uit eigen ervaring, krijgt een dag van tevoren op hoe veel woorden hij aan welk onderwerp mag besteden. Of er gebeurt iets onverwachts (dat zal voor sommige redacties de komst van Kasparov zijn geweest) en de redactie draait de rollen opeens om.

Böhm vermeldde de ongeslagen status (als enige!) van Giri en verder:

“De uitstapjes naar het Rijksmuseum in Amsterdam en de High Tech Campus in Eindhoven leverden sterk wisselende reacties op en de grote vraag waarmee spelers en bezoekers afscheid namen was: wat heeft men voor volgend jaar in petto?”

Kasparov bereikte niet alle kranten. Trouw had zelfs noch iets over hem, noch over het toernooi. NRC Handelsblad had alleen een verslag over het toernooi, door Dirk Jan ten Geuzendam. Als Aronian niet in tijdnood zou komen, schreef Ten Geuzendam, zou het gek moeten lopen wilde hij niet ook zijn laatste partij (tegen Van Wely) winnen. Maar hij kwam wel in tijdnood en het liep wel gek.

Aronian won het toernooi voor de vierde keer en een journalist trok een vergelijking met Kasparov, die het toernooi in 1999, 2000 en 2001 won. Kasparov zelf corrigeerde hem heel vriendelijk: “Mij is het nooit gelukt om een ronde voor het einde al te winnen.”

Giri’s tweede plaats was het beste resultaat van een Nederlander sinds de toernooizege van Jan Timman in 1985, was hier en daar te lezen. Ten Geuzendam was (overigens net als Gert Ligterink in de Volkskrant) iets zorgvuldiger: sinds 1997, toen Jeroen Piket ook tweede werd.

Giri wordt tegenwoordig getraind door Vladimir Tukmakov. De trainer over Giri’s prestatie: “Het doet me denken aan een toernooi dat ik ooit met Bobby Fischer speelde. Nadat ik tweede werd, feliciteerde iedereen mij met de toernooizege. Fischer telde tenslotte niet mee, die was een soort god. Dat had je hier ook met Aronian.”

De Volkskrant had een groot verhaal over Kasparov, maar ook een groot verhaal over het toernooislot, beide door Gert Ligterink.

Kasparov vond Aronians spel nagenoeg perfect. “Als hij dit niveau weet vast te houden, heeft hij een goede kans in het komende kandidatentoernooi. Maar de druk zal daar anders zijn dan in Wijk aan Zee. Een fout kan hem de kans ontnemen de match van zijn leven te spelen.”

Aronian in een reactie: “Omdat ik in het verleden niet bijster succesvol ben geweest, ben ik van plan het komende kandidatentoernooi te benaderen alsof ik in Wijk aan Zee speel. Ik zal mijn hoofd niet op hol laten jagen door na te denken over een WK-match tegen Carlsen. Of de wereldtitel belangrijk is? Als ik die mocht veroveren, zal die ongetwijfeld heel belangrijk zijn.”

Kasparov over Giri: “Soms schiet zijn slagvaardigheid tekort. Het verbaasde mij dat hij een opgelegde winstkans tegen Gelfand niet benutte. In een vluggertje zou de winnende zet zonder nadenken uit zijn vingers zijn gekomen.”

Het Noord-Hollands Dagblad pakte uit met maar liefst drie artikelen onder elkaar.

Wim van der Wijk legde in zijn dagelijkse rubriek uit dat we niet bang hoeven te zijn voor de remisedood van het schaakspel. Er komen meer ‘theoriemijders’ en ze zullen wel moeten. “Er lopen momenteel wereldwijd bijna 1500 schakers rond met de hoogste schaaktitel: internationaal grootmeester. Dat zijn er misschien wel te veel. Anders gezegd: organisatoren van toernooien hebben een ruime keus. De spelers zullen zich moeten onderscheiden, moeten willen vlammen. Bange remiseschuivers krijgen geen uitnodiging.”

In het artikel ‘Kras op zege Aronian’ citeert Marcel Kosters de toernooiwinnaar over de vraag of hij zijn vorm zal vasthouden in Zürich en het kandidatentoernooi. Aronian: “Ik geloof niet in vorm. Je speelt niet goed omdat je veel spinazie hebt gegeten, maar omdat je tegenstanders het je toestaan. Het zijn omstandigheden die bij elkaar komen en die de uitslag van de partij helpen bepalen.”

Dezelfde journalist in het artikel ‘Anish Giri beste Nederlander sinds 1985’ (wat zoals gezegd fout is) citeert Aronian over Giri: “Hij speelt heel goed, ik wens hem succes. Kasparov zegt dat hij misschien te degelijk speelt, maar ik denk dat iedere speler zijn eigen stijl moet vinden. Als Giri in zijn spelopvatting gelooft, zal hij slagen.”

Alles bij elkaar nog een flinke oogst voor een maandagochtend. En dan te bedenken dat er over Kasparov nog meer werd geschreven. Daarover de volgende keer.

3 Reacties

  1. Avatar
    kwee2012 31 januari 2014

    Johan Hut : < Kasparov bereikte niet alle kranten. Trouw had zelfs noch iets over hem, noch over het toernooi. NRC Handelsblad had alleen een verslag over het toernooi, door Dirk Jan ten Geuzendam. >

    Maar Kasparov had de zaterdag daarvoor al NRCH’blad bereikt, waar een pagina-groot (anderhalve pagina, met foto meegeteld) interview met hem stond (in het katern Economie, rubriek Sport, pagina 26 – 27), van de hand van dezelfde Dirk Jan ten Geuzendam (die bescheiden genoeg is en niet twee dagen later ‘zelfplagiaat’ hoeft te plegen).

  2. Avatar
    Lucas 31 januari 2014

    Het zou jammer zijn als Giri een soort Leko wordt: vrijwel altijd remise tegen een 2700+ speler.

  3. Avatar
    JRV 01 februari 2014

    In nog steeds maar zijn eerste jaar als fullprof is Giri toch wel een zekere vooruitgang aan het boeken en speelt hij voor zover ik kan beoordelen wat minder technisch dan voorheen. Komt dus wel goed!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.