Anand stelt de toernooioverwinning veilig

De zevende Bilbao Chess Masters Final is gewonnen door Viswanathan Anand. Door een remise met zwart tegen Ponomariov bereikte hij 11 punten en kan Levon Aronion (die ook remise speelde en op 7 kwam) hem niet meer achterhalen. Anand kwam tegen Ponomariov iets beter te staan, maar nam de remise toen de mogelijkheid er was om dat af te dwingen. Aronian was toen nog bezig, maar Anand had goed ingeschat dat de Armeen het iets betere toreneindspel niet zou gaan winnen.

Voor de neutrale schaakfan is het een goede zaak dat Anand het toernooi wint. Weinig mensen zaten te wachten op opnieuw een match tussen Carlsen en Anand, want was de Indier er vorige keer niet kansloos afgegaan? Maar dit resultaat geeft toch hoop dat het dit keer spannender gaat worden. De kans is groot dat Anand dit keer meer zelfvertrouwen zal hebben, iets waaraan het de vorige keer toch een beetje leek te ontbreken. En wellicht heeft hij geleerd van de vorige keer en weet hij nu beter hoe hij Carlsen moet aanpakken. Maar terug naar de partijen van vandaag! Anand kreeg dus lichte winstkansen, maar ging er niet vol voor.

Ponomariov – Anand

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 Lb4

Anand had dit maar eenmaal eerder gespeeld, dus dit zat vast niet in de (dubbele) voorbereiding van Ponomariov. Maar voor Anand was het ook lastig voorbereiden: Ponomariov had deze stelling vijf keer eerder gespeeld, en alle vijf keren iets anders gedaan… in deze partij herhaalt hij zichzelf voor het eerst.

5. Da4+ Pc6

Niet een zet die zwart uit zichzelf zou spelen, maar zwart zal proberen van de nood een deugd te maken.

6. e3 O-O 7. Ld2 dxc4 8. Lxc4 Ld6

Met het paard op c6 is het voorbereiden en spelen van e5 een goed plan.

9. O-O e5 10. d5 Pe7 11. Dc2

Misschien denkt de lezer dat hij/zij iets als dit recent nog gezien heeft in een toppartij. Dat klopt dan: gisteren had Anand een vergelijkbare structuur met wit! Als we hier verder gaan met 11. e4 Pg6 12. Dd1 a6 13. Le2 Lg4 14. Le3 De7 15. Pd2 krijgen we een stelling bijna gelijk aan Anand-Vallejo, maar dan met de zet De7 extra voor zwart. Los van dat die zettenreeks niet geforceerd is laat het wel zien dat zwart een iets betere versie van de stelling van Vallejo heeft, al kan wit nog steeds op voordeel hopen.

(In een interview na de partij had Anand het zelfs over ’twee of drie extra tempi’)

11… h6

De eerste zet van een grappige zettenreeks.

12. h3 a6 13. a3

h3, a3, h6, a6, dat zijn beginnerszetten! Of semi-nuttige wachtzetten, al ben ik van 11…h6 niet overtuigd.

13… Lf5

Zwart lokt e4 uit, zodat een paard op g6 naar f4 kan springen, in plaats van door Ld3 aangevallen te worden.

14. e4 Ld7 15. Tfe1

De lezer herinnert zich wellicht dat Anand de toren naar d1 speelde tegen Vallejo, anticiperend op de zet c6. Dat was hier ook goed geweest.

15… Pg6 16. Pd1

Hierom speelde Ponomariov de toren niet naar d1. Het is waar dat het paard op e3 beter staat dan op c3, maar om daar nou twee zetten aan de besteden?

16… c6!

Gisteren hielp deze zet zwart niet, maar nu is wit veel minder goed erop voorbereid.

17. Pe3 Tc8 18. Lc3 cxd5 19. Lxd5 Pxd5 20. Pxd5

Het paard heeft de route b1-c3-d1-e3-d5 afgelegd. Als dat b1-c3-d5 was geweest had wit vast al een toren op d1 staan… 20… Le6 21. Tad1 f6

Zwart verdedigt e5 om eventueel met het paard te kunnen spelen.

22. Da4 Tf7

Nuttig om twee redenen: de toren kan naar d7 en veld f8 wordt vrijgemaakt voor de dame.

23. Lb4

Dit is niet zo’n goede zet, althans, dat zegt de computer, en ik geloof ‘m. Waarom, daar ben ik niet zeker van, afgezien van dat zwart best wel wat minder stukken op het bord wil hebben.

23… Lxb4 24. Dxb4 Df8

Ik had hier 24…Td7 gedaan, om het paard meteen weg te jagen van d5.

25. Da4 Td8 26. Pe3 Pf4 27. Txd8 Dxd8 28. Td1 Td7

Zwart wil minder stukken op het bord, maar de torens hadden best erop mogen blijven. Lopers houden van torens, en andersom. 28…Dc8 biedt meer kansen op voordeel.

29. Txd7 Dxd7 30. Dxd7 Lxd7 31. Pe1 Pe2+

Nog steeds zou ik liever zwart willen hebben, maar ik zou waarschijnlijk ook wel tevreden zijn geweest met remise als het een toernooioverwinning zou opleveren.

32. Kf1 Lb5 33. a4

Nu moet zwart eeuwig schaak geven om geen stuk te verliezen.

33… Pg3+ 34. Kg1 Pe2+ 35. Kf1 Pg3+ 36. Kg1 Pe2+ 37. Kf1 1/2-1/2

Vallejo stond de lang minder tegen Aronian, maar verdedigde zich goed.

Aronian – Vallejo Pons

1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 c5 5. cxd5 cxd4!?

Ook hier een verrassing: Vallejo heeft dit nooit eerder gespeeld. Meestal slaat zwart met pion of paard terug op d5, maar 5…cxd4 scoort beter volgens de database.

6. Dxd4 exd5 7. e4

Zo krijgt wit een iets beter eindspel. Wie liever een middenspel speelt kan 7.Lg5 doen.

7… Pc6 8. Lb5 dxe4 9. Dxd8+ Kxd8 10. Pg5 Le6 11. Ld2

Een nieuwtje, met het idee lang te rokeren. Bekend was slaan op e6 en c6, en kort met slaan op e4, in beide gevallen met iets beter spel voor wit.

11… Lb4 12. Lxc6 bxc6 13. Pxe6+ fxe6 14. Pxe4

Ook hier heeft wit een plusje: hij heeft twee pionneneilanden, zwart vier. Ik denk wel dat Vallejo uitging van dat hij zo’n soort eindspel zou krijgen en hoopte door stug verdedigen remise te bereiken.

14… Tb8 15. O-O-O Ke7 16. The1 Pxe4 17. Txe4 Lxd2+ 18. Txd2 Thd8

Het eindspel zou inderdaad remise moeten zijn omdat de zwarte koning vrij actief is (of in ieder geval de zwakke pionnen in het centrum kan dekken).

19. Tc2 Tb6 20. Tec4 Td6 21. T2c3

Wit gaat zich richten op pion a7, de pion die het moeilijkste door de zwarte koning gedekt kan worden. Zwart wacht echter niet af.

21… e5 22. Tc5 Tg6!

De koningsvleugel van wit is onberoerd, maar daarmee niet veilig voor zwarte torens, vooral omdat de witte koning ver weg staat.

23. g3 Kd6 24. Ta5 Tf6 25. f3

25. Txa7 Txf2 26. Txg7 Txh2 geeft zwart geen problemen.

25… Tf7 26. Tca3 Tfb7 27. Td3+

27. b3 Tf7 28. Txa7 Txf3 29. Txg7 Tf1+ 30. Kd2 Tf2+ 31. Kc3 Txh2 is een verbeterde versie van de variant op zet 25, omdat de witte koning niet afgesneden staat. Maar met zo weinig pionnen op het bord heeft wit niet veel winstkansen.

27… Ke6 28. b3 Tb5

Zwart benut het feit dat hij liever dan wit een stel torens ruilt. Wit kan het vermijden, maar moet zijn toren dan wel op een niet ideaal veld zetten.

29. Ta6 T5b6 30. Ta3 Tb5 31. Tc3 Kd6 32. Kd2 Td5+ 33. Ke3 a5 34. Tc4 Tbb5

Het probleem van zwakke pionnen in een toreneindspel is vaak dat door de pionnen te dekken, je torens passief komen te staan. Dat probleem heeft zwart hier niet, dus de remise gaat lukken. Wit probeert het nog een aantal zetten zonder iets concreets te bereiken.

35. Taa4 Tbc5 36. h4 h5 37. g4 g6 38. Ke4 Txc4+ 39. Txc4 Td1 40. f4 Te1+ 41. Kd3 Td1+ 42. Ke3 Te1+ 43. Kd3 Td1+ 44. Ke3 Te1+ 45. Kd2 Ta1 46. fxe5+ Kxe5 47. Tc5+ Kd6 48. Txa5 hxg4 49. Ke3 Th1 50. Tg5 Txh4 51. Txg6+ Kc5 52. Tg5+ Kb6 53. Kd4 g3+ 54. Kc3 Th2 55. a4 Tg2 56. a5+ Ka6 57. Kb4 Tc2 58. Txg3 c5+

50% kans op een mat in 1…

59. Ka3 Kxa5 1/2-1/2

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.