Terug naar af of … l’Histoire se répète

Op de Bondsraad van 17 juni 2017 kwam een voorstel van de heer Avis aan de orde omtrent de samenstelling van de Bondsraad dat mij bovenstaande kop ingaf. Na afloop sprak ik met mw. Van Amerongen over deze, in mijn ogen, merkwaardige actie. Na raadplegen van oude notulen blijkt zijn voorstel beslist minder merkwaardig maar op dat moment beloofde ik mw. Van Amerongen onderstaand epistel. Eerst die historie.

1960-1970

In de zestiger jaren ging ik voor het eerst (als toehoorder) eens naar een Bondsraad die, maar daarin kan ik mij vergissen, in een zaal van het Jaarbeursgebouw werd te houden. Daar trof ik een gezelschap heren aan die keurig in het pak de tabaksproducten niet onaangeroerd lieten en discussieerden over de voorstellen van bestuurszijde. Hoewel ik mij dat niet meer zo precies herinner, neem ik aan dat ik wel een beetje wilde controleren wat onze RSB-voorzitter (destijds ook voorzitter van mijn club) ging zeggen want, jong (voor die tijd) als ik was wilde ik wel wat veranderen op onze club dat dan weer niet kon omdat of de Rotterdamse Schaakbond of de Koninklijke Nederlandse Schaakbond dat zouden tegenhouden.

De samenstelling van de Bondsraad was toen één vertegenwoordiger (meestal de voorzitter) namens de onderbonden1 (pas later werden die omgedoopt tot regionale bonden). Uit de stukken die ik inmiddels heb gelezen blijkt niet dat de bijzondere bonden er toen ook al bij waren maar uitsluiten kan ik dat ook niet.  Vanzelfsprekend wist niet elke vertegenwoordiger op elk terrein van wanten en dus gebeurde het nogal eens dat die vertegenwoordiger ‘namens een medebestuurslid’ vragen stelde (vooral penningmeesters werden nogal eens geciteerd) en de antwoorden van het KNSB-bestuur voor latere terugkoppeling werden genoteerd (mobiele telefoons bestonden nog niet) maar bij stemming moest toch een standpunt worden ingenomen. Het was ook toen al wel toegestaan een extra mannetje mee te nemen maar het gebeurde in de praktijk, vrijwel, nooit. Mijn verwondering over die gang van zaken, vertegenwoordigers die namens … vragen moesten stellen of kanttekeningen plaatsten gaf gewoon een bevreemdende ervaring en het was soms tenenkrommend.

Lees verder (pdf)

2 Reacties

  1. Avatar
    Jaap Amesz 12 juni 2018

    Als je vind dat een bestuursvergadering je teveel tijd kost, stop er dan mee. Als je niet om kunt gaan met tegengestelde geluiden, stop er dan mee. Inefficiënt gebruikte tijd, hoort er nou eenmaal bij. Hoe anders? Of hoe beter? Is niet zo makkelijk…. in de Tweede Kamer zitten ze soms ook gewoon tussendoor op hun telefoon te spelen. Je weet van te voren dat je als bestuurder door een aantal hoepels moet springen voor je iets bereikt, wil je dan niet, prima, stop er dan mee.

    • Avatar
      Tony Werten 12 juni 2018

      Je hebt gelijk, maar 1 vertegenwoordiger per 450 leden is natuurlijk wel behoorlijk veel. Maar ja, 1 bond per 1800 leden klinkt ook niet echt gezond.

      Ter vergelijking: De KNVB zou dan 780 bonden moeten hebben en 3000 bondsleden. Volgens mij bestuurden ze de USSR vroeger met minder mensen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.