Let me ask you, do you know…?

                                             “Let me ask you, do you know…?”

Toen ik dit boek thuis binnenkreeg, en er eens oppervlakkig doorheen bladerde, dacht ik het antwoord wel te weten op de titel. Op het eerste gezicht staan er veel basiseindspelen in. Hier een stelling met beide partijen een pion, daar een stelling met een dame tegen een pion. Het antwoord op de titelvraag zou in de meeste gevallen wel “ja” zijn.

En toen begon ik met de eerste les. Ik stel me even voor dat ik schrijver Nikola Karaklajić tegenover me zou hebben, en dat hij vervolgens zijn vraag nog een keer licht aangepast stelt:

                                                     “Let me ask you, do you still think you know…?

Wie is Nikola Karaklajić eigenlijk? Hij is een Joegoslavische schaakliefhebber geweest, die zich onder andere bezig hield met zo ongeveer alles op schaakgebied. Zo was hij onder andere internationaal meester, trainer, journalist en ook de arbiter voor de Fischer – Spassky rematch in 1992. Dat hij een groot schaakliefhebber was blijkt onder meer uit dit boek. Wanneer het origineel geschreven is weet ik niet, maar dat het een hoge reputatie heeft gehad in eerdere uitgaven wordt duidelijk aan de hand van de vele lovende recensies in het boek en online.

De titel van het boek zegt vrij weinig over het precieze onderwerp van het boek. Dat geef ik dus maar even weg: eindspel. En niet zomaar eindspel, maar de schoonheid die te vinden is in de eenvoud van het eindspel. In het voorwoord wordt dit mooi omschreven, dit citeer ik even: “You should find immense pleasure in exploring apparently simple positions in which the power of each and every piece is extremely easy to appreciate. In the process, a myriad of wonderful ideas which enrich your understanding of endgames (p.3).

De kracht van dit boek zit in de stof die behandeld wordt. Het is dan ook vooral nuttig daar wat dieper op in te gaan met voorbeelden. Toch nog even wat over de structuur. Het is namelijk een mooi dik boek met 52 lessen. Elke les heeft een eigen thema, met 6 opgaven/studies. Aan het begin van de les worden er kernpunten weergegeven van dit specifieke eindspel, met aanwijzingen waar je op moet letten in het eindspel. Dit wordt ook geïllustreerd met een aantal voorbeelden. Het boek heeft de 52 lessen opgeknipt in 5 delen, te weten “pionnen eindspelen”, “lichte stukken eindspelen”, “toren eindspelen”, “dame eindspelen” en “nuttige eindspel motieven en trucs”. Lekker logisch.

Terug naar de kracht van dit boek: de stof. Wat een rijkdom zit er in dit boek. Het voorwoord overdreef wat mij betreft niet, want de op het oog simpele stellingen zijn zo rijk, en vooral zo puur. Zo worden er in het eerste deel van het boek over pionneneindspelen de basisthema’s in elk voorbeeld uitgediept. Zetdwang, wedloop, promoveren met schaak, (verre) oppositie, triangulatie en noem maar op. Elk voorbeeld is uniek, elk voorbeeld maakt gebruik van een of meerdere thema’s. Kijk bijvoorbeeld naar dit voorbeeld met de vraag: “White to move – but who wins?”

Wit wint dus! Maar welke lessen kan je hier uit halen? Het gebruik van oppositie en de wedloop tussen twee randpionnen om maar mee te beginnen. Maar je kan dit ook nog gerust verder trekken, naar een geheugensteun voor jezelf als jouw randpionnen op de 5e rij van de tegenstander staan. En het houdt hier nog niet op, want kracht nummer twee van dit boek zit in de analyse die de auteur geeft bij de opgaven. De auteur geeft namelijk bij een groot deel van de opgaven niet enkel het antwoord (met uitleg) op de vraag, maar geeft ook nog andere stellingen die op de opgaven lijken. Zo wordt er in dit geval nog gevraagd aan de lezer wat er gebeurt met de uitslag als de pionnen een rij naar boven en naar beneden opschuiven (wit nog steeds aan zet). Hierbij de stellingen, onderaan deze recensie de uitslag. Succes met het uitrekenen!
Het derde krachtpunt van dit boek vind ik de variatie in niveau van de opgaven die je op een bladzijde vindt. Voorgenoemde opgave kreeg 1 uit de 3 sterren, wat als “makkelijk” wordt weergegeven. Hierbij een moeilijke opgave op dezelfde bladzijde. Het eerste gedeelte is wellicht eenvoudig uit te rekenen, de afronding is logisch maar op de een of andere manier voor mij niet te vinden toen ik mijn hoofd brak over de opgave. De vraag “White to move and win”.
Ik zou zo het hele boek als voorbeeld willen geven, want elk voorbeeld is mooi en instructief. Toch nog de vraag: zitten er minpunten aan het boek? Ik heb er eentje kunnen ontdekken: de niet-dwingende opgaven. Het boek is voor een groot gedeelte opgevuld met opgaven waar er 1 goed, berekenbaar antwoord is. Je weet dat je je interne engine even goed moet aanzetten en het uit moet vogelen. Helaas zit er dan heel af en toe een stelling tussen die niet dwingend is. En vaak is de vraagstelling al een indicatie daarvoor. Bijvoorbeeld deze stelling: “Black to move and draw”. Ongetwijfeld is het doel uit te rekenen hoe zwart het beste voor de winst kan spelen en tevens te zien hoe wit remise kan houden, maar mijn eerste gedacht hier is …f5 gevolgd door …g4 met een directe remise. Ik had hier liever de stelling een zet verder gezien, met wit aan zet die remise moet maken.

Voor wie is dit boek bedoeld? Zoals al aangegeven in de introductie is dit best een pittig boek. Ook de “makkelijke” opgaven zijn helemaal niet zo eenvoudig als ze op het eerste gezicht lijken. Omdat het aantal varianten per opgave beperkt is, gaan de varianten wel erg diep. Toen ik een aantal voorbeelden voorlegde aan een groep leerlingen, rating variërend van 1400-1700, kostte het ze extreem veel moeite het uit het hoofd te bereken (veel kwamen er niet uit). Een 1900 leerling kwam er uit, maar eenvoudig was het niet. Zelf, met iets minder dan 2200, heb ik de opgaven met 2 en 3 sterren met wisselend succes opgelost. Voor de ambitieuze zelfstudeerder is dit, denk ik, een must have. Het traint je rekenvaardigheid en visualisatie enorm en daarbij natuurlijk je eindspelbegrip. Voor de trainer is dit ook een ideaal boek. Alleen al met de 52 bladzijden heb je al 312 opgaven. De analyses met extra voorbeelden maken dat er makkelijk meer dan 400. Tot slot is dit ook een boek voor de echte schaakgek, ongeacht niveau, om gewoon de stelling op te zetten en meteen door middel van de analyse er achter te komen welk mooie thema leidend is.

Conclusie: een erg goed boek. Vol goede voorbeelden met goede analyse. Uitdagend, dat zeker, maar ook vol mooie pointes die je zeker zal waarderen!

De uitslag van beide stellingen als de pionnen een rij verschuiven is remise!

Boek: Let me ask you, do you know…?

Auteur: Nikola Karaklajić

Uitgeverij: Chess Informant

Bladzijdes: 344

ISBN: 978-86-7297-091-3

Link naar onze recensenten met hun recensies

Over Bram Klapwijk

Ik ben een schaaktrainer en schaakliefhebber. Met name de aanval vind ik erg interessant, maar voor bijna alles dat met schaken te maken heeft kan je me wel porren. Ik heb een eigen Youtube kanaal: Schaakplezier!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.