Het offer in de schaakpartij – deel 3

Deel 3: Tal en Larsen op weg naar de Kandidatenmatches

Tal speelde in 1961 een revanchematch om de wereldtitel tegen Botwinnik. Kort voor het begin van die WK-match kreeg Tal, die nierpatiënt was, gezondheidsklachten, maar hij volgde het advies van zijn artsen niet op om de WK-match uit te stellen. Ook onderschatte hij Botwinnik, die zich juist heel goed op die WK-match had voorbereid door het spel van Tal te bestuderen. Deze keer was Botwinnik duidelijk te sterk voor Tal. In het kandidatentoernooi van 1962 op Curacao moest Tal vanwege diezelfde gezondheidsklachten voortijdig de strijd staken. Botwinnik verloor in 1963 de WK-match van Petrosian en had toen niet langer het recht op een revanchematch.

 

Larsen was na zijn wat minder goede prestatie in het interzonale toernooi van 1958 veel sterker geworden en speelde in het voorjaar van 1964 evenals Tal in het interzonale toernooi van Amsterdam, met de speelzaal in het GAK-gebouw. Ze eindigden samen op de eerste plaats ex aequo met Spasski en Smyslov. Daarmee plaatsten Tal en Larsen zich voor de kandidatenmatches, die de uitdager van wereldkampioen Petrosian moesten opleveren. Ik geef uit dat interzonale toernooi een aanvalspartij van Tal met zwart tegen de sterke Tsjechische grootmeester Pachman. Daarbij maak ik gebruik van het boek van Cafferty met als titel: Tal’s 100 Best Games.

Pachman-Tal Siciliaans Lasker variant

1.e4,c5 2.g3,Pc6 3.Lg2, Pachman kiest voor een rustige opzet, waarmee hij vertrouwd is en vermijdt daarmee de scherpere varianten van het Siciliaans, die Tal graag speelt 3…g6 4.Pe2, Lg7 5.O-O,d6 6.c3,e5 Om d4 tegen te gaan. 7.d3,Pge7 8.Le3,O-O 9.d4, Deze opmars in het centrum is voortijdig, zoals Tal zal aantonen. …9 exd4 10.cxd4,Db6! Wit zit al in een lastig parket, want ook de beste zet 11. dxc5 laat zwart een mooi initiatief. 11.Pbc3, cxd4 12.Pa4,Da513.Pxd4,Pe5 14.Ld2,Da6 15.Lg5, Het heen en weer spelen van de loper laat zien dat wit geen duidelijk plan heeft. …15.Lg4 16.f3,Pd3! Tal is helemaal in zijn element en laat zijn loper op g4 instaan. 17.Lxe7,Lxd4+ 18.Kh1, Tfe8 19.Lxd6?, Pachman grijpt mis door dit pionoffer aan te nemen. Hij had Lf6 moeten spelen, maar ook dan is zijn stelling moeilijk houdbaar. …19. Ld7 1-0 Pachman merkt dat hij zich door alle complicaties verrekend heeft en geeft op. Hij wilde 20. Pc5 spelen, maar ziet dat hij na 20. Lc5x, 21 Lxc5, Pc5x een stuk achter blijft.

Van Tal is deze uitspraak bekend: Ik lok mijn tegenstander in een woud (van varianten) en ik zorg dat hij daar niet levend uitkomt. Dat overkwam in deze partij GM Pachman, die toch al een hele staat van dienst had in het schaken. Je kunt in deze partij als offermotief zien: het krijgen van een voorsprong in ontwikkeling, want zwart heeft het centrum bezet en de witte stukken zijn meer naar de periferie van het bord gedreven.

Ik geef ook een aanvalspartij van Tal uit dat interzonale toernooi met wit tegen de Hongaarse grootmeester Bilek, waarin een paard eerst een aantal zetten geslagen kan worden door een pion en zich dan op een andere manier opoffert. Daarbij maak ik weer gebruik van het boek: Tal’s 100 Best Games.

Tal-Bilek Siciliaans Najdorf

1.e4,c5 2.Pf3,d6 3.d4,cxd4 4.Pxd4,Pf6 5.Pc3,a6 6.Lg5,Pbd7 7.Lc4,h6 8.Lxf6,Pxf6 9.De2,e6 10.O-O-O,Dc7 11.f4,e5 12.Pd5,Pxd5 13.exd5,Le7 14.fxe5,dxe5 15.Pe6, Tal is weer in zijn element. Het paard kan niet met fxe6 geslagen worden vanwege
16. Dh5, Kf8 17. dxe6, Lf6 18. Thf1 en de dreiging Td8+ is dodelijk. 15. …Pd6 16.Pxg7+,Kf8 17.Pe6+,Ke8 18.Thf1,Lg5+, 19.Kb1! Tal ruilt die zwakke loper niet voor zijn sterke paard. …19.b5 20.Dh5,Lf4 21.Lb3,a5 Met Ta7 had zwart langer weerstand kunnen bieden, maar de stelling is al verloren. 22.Pc7+, Dxc7 23.d6 1-0

In deze partij komen twee offermotieven aan bod: offers om de rokade van de tegenpartij te belemmeren. En offers om de pionnenketen van de tegenpartij te doorbreken. Zulke scherpe wendingen door offers komen veel voor in het Siciliaans. Tal hield van deze opening, die hem veel tactische mogelijkheden bood en kansen op zijn onnavolgbare offers gaf. Deze opening kende in de jaren ’50, ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw een stormachtige ontwikkeling, waarbij steeds nieuwe scherpe verwikkelingen ontstonden.

In de eerste druk van Euwe’s Theorie der Schaakopeningen van 1938 waren er 40 bladzijden aan het Siciliaans gewijd. Het nu zo vaak gespeeld Najdorf systeem komt daar niet in voor. Twintig jaar later in de 5e druk van 1958 waren dat al meer dan 100 bladzijden geworden en kreeg het Najdorf systeem 10 bladzijden toebedeeld. Rond 1980 verscheen de serie Theorie van het Schaakspel van Euwe en Vreeken, waarin twee delen van elk ruim 200 bladzijden gewijd waren aan het Siciliaans met daarbij 60 bladzijden over het Najdorf systeem. Tegenwoordig zijn er tientallen boeken en DVD’s over het Siciliaans, waarvan er al best veel in hun geheel over de Najdorf gaan.

Tenslotte geef ik uit dat interzonale toernooi deze partij tussen Bronstein en Larsen. Het is vechtschaak van de bovenste plank met offers en heel scherpe verwikkelingen, al komt daar maar een deel van op het bord. Ik volg de analyses van Larsen in zijn boek: Ich spiele auf Sieg. Kasparov heeft deze partij opgenomen in zijn boek: My Great Predecessors Deel 4.

Bronstein-Larsen Konings-Indisch

1.d4,Pf6 2.c4,g6 3.Pc3,Lg7 4.e4,d6 5.Le2,O-O 6.Lg5,c5 7.d5,e6 8.Pf3,h6 9.Lf4,exd5 10.exd5,Te8 11.Pd2,Ph5 12.Lg3,Lg4 13.O-O,Pxg3 14.hxg3,Lxe2 15.Pxe2,Lxb2 Deze zet werd door veel commentatoren afgekeurd. 16.Tb1,Lg7 17.Txb7,Pd7 18.Pf4, Pb6 Bronstein laat bewust toe dat zijn toren ingesloten wordt. 19.Te1,Lc3 20.Pe4,Lxe1 21.Pe6 Bronstein offert een paard voor aanvalskansen op de koningsvleugel. 21. …Lxf2+ 22.Kxf2,fxe6 23.Dg4,Tf8+ 24.Kg1,Tf6 25.Dh3 Maar nu grijpt Bronstein mis. Beter was 25.dxe6,Df8 26.e7,Tf1+27.Kh2,Df5! 28.Dxf5 Txf5 en dan, zoals Bronstein later ontdekte, het tactische 29. Txa7!! Wit kan daarmee remise houden. De scherpe verwikkelingen groeien de schakers ook wat boven het hoofd, maar dat maakt het juist zo’n boeiende partij voor de schaakliefhebber.

[Na 25. dxe6 geeft Larsen nog een andere variant 25.Pc4x! 26.e7,Tf1+, 27.Kf1x,Pe3+ 28. Ke2,Pg4x 29. exd8D+,Td8x en zwart heeft winstkansen door zijn twee verbonden vrijpionnen. Maar als wit de toren op f1 niet slaat en 27.Kh2 speelt, moet zwart wel 27.De8 spelen en komt 28.De2 met aanval op de toren op f1 en het paard op c4, terwijl wit Pf6 dreigt. Dan staat wit weer beter.] In de partij gaat het verder met 25…Df8 26.Pg5 Maar eeuwig schaak zit er ook niet meer in. 26….Tf1+ 27.Kh2,Tf5 28.Pxe6,Th5 29.Dxh5, gxh5 30.Pxf8,Txf8 0-1

Mede door deze nederlaag wist Bronstein zich net niet voor de kandidatenmatches te plaatsen. Dat lukte hem ook later niet meer, al was hij in 1973 in Petropolis daar toch weer dichtbij. Bronstein behoorde wel 25 jaar lang tot de wereldtop vanaf 1948, toen hij het eerste interzonale toernooi nabij Stockholm won, tot aan 1973. Jammer genoeg verhuisde ik in de zomer van 1964 pas na dit toernooi als student naar Amsterdam, waardoor ik mijn helden Tal en Larsen toen niet heb kunnen zien schaken.

5 Reacties

  1. Avatar
    Johan Hut 14 april 2020

    Botwinnik bereidde zich voor op de match tegen Tal door het spel van Tal te bestuderen. Dat klinkt als een open deur, dat doet iedere topschaker toch voor een match? Het verhaal dat ik eens hoorde, was dat Botwinnik heel blij was dat Tal een boek had geschreven over de door hem gewonnen WK-match van 1960. Botwinnik zou toen gezegd hebben: “Nu weet ik hoe Tal denkt”.

    Over de match van 1961 heeft Botwinnik zelf een boek geschreven.

  2. Avatar
    wimw 14 april 2020

    Ja, dat is waar. Het staat me ook bij dat Botwinnik dat boek van Tal bestudeerde. IK ben zelf o.a. afgegaan op de Engelse Wikipedia. Commentators agreed that Tal’s play was weaker in the rematch, probably due to his health, but also that Botvinnik’s play was better than in the 1960 match, largely due to thorough preparation. Botvinnik changed his style in the rematch, avoiding the tactical complications in which Tal excelled and aiming for closed positions and endgames, where Tal’s technique was not outstanding.

  3. Avatar
    Henk Smout 14 april 2020

    In de laatste partij van de revanchematch in 1961 werd 11.Kb1 en 14.Ld3 gespeeld. Op de bovenste afbeelding – stond eerst in de vorige aflevering en is daar vervangen door foto uit 1960 – is te zien dat voorafgaand aan de handdruk die fase is nabesproken.

    Op blz. 78 van het Euwe-deeltje van 1938 heet 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Le2 b5 het ‘Haagsche systeem’, op de volgende bladzij krijgt 7.Lf3 een uitroepteken.

    Reactie van kibitzer ‘ozmikey’ van Sep-17-12 op chessgames.com bij Bronstein – Larsen geeft diagram van een stelling die ik herken. Tijdens een conversatie na verschijning van ‘Larsen’s Selected Games of Chess 1948-69′ uit 1970 bleken mijn clubgenoot Fred van der Vliet en ik onafhankelijk van elkaar in de diagramstelling 32.Dxc4 te hebben ontdekt. Er blijkt nu verrassend de winnende computerzet 32.Df1!! in te zitten. Diagonale terugtochten zijn vaak moeilijk te vinden, zoals Larsen zelf bij de 26ste witte zet in de partij opmerkt.

  4. Avatar
    wimw 14 april 2020

    Euwe schrijft over het Haagsche systeem met 6…b5 : De ervaringen met dit systeem opgedaan (in Haagsche schaakkringen) zijn nog zeer gering. Maar wij twijfelen er aan of Zwart daarmee bevredigend spel kan bereiken. Inderdaad lijkt 7. Lf3! het te weerleggen. Leuk is de oude spelling van voor de spellingshervorming van Marchand. In de editie van 1958 wordt 6. Le2 beantwoord met 6…e5 en dan volgt 7. Pb3.

  5. Avatar
    Henk Smout 14 april 2020

    In 1958 heet op blz.144 de variant na 5… a6 Najdorf-systeem en gezien Zwarts volgende zet e7-e5, althans na o.a. 6.Le2 (na 6.Lg5 of 6.Lc4 volgt dat niet) wordt dat als vorm van ‘Jachtspel’ beschouwd, een in dat deeltje ook in de Aljechin-verdediging voor de bestrijding met vier pionnen gehanteerde benaming.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.