Schaakrubrieken weekend 27 juni 2020

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Dimitri Reinderman Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Gelukkig in Havana

In het tijdschrift New in Chess werd aan de Noor Johan-Sebastian Christiansen gevraagd wanneer hij het gelukkigst was geweest. „Misschien op weg naar mijn eerste olympiade”, zei hij. Ik vroeg me af of dat ook voor mij gold. Een moeilijke vraag, want het geluk laat zich niet altijd op heterdaad betrappen. Max Euwe werd in 1935 door een Amsterdamse menigte toegejuicht omdat hij wereldkampioen was geworden en bedacht op dat moment dat hij eigenlijk heel gelukkig moest zijn.

Mijn eerste olympiade was in 1966 in Havana. We vlogen eerst naar Madrid en werden daar gratis opgehaald door een Cubaans vliegtuig. In Havana leefden we in weelde in hotel Habana Libre, dat voor de revolutie het Hilton was en tijdelijk weer in volle glorie functioneerde. Het lag dicht bij de Baai van Havana en op een wandeling naar de boulevard zag ik een expositie over het Amerikaanse imperialisme, met als poster een aap met een colafles.
Soms praatten we over politiek. Ik herinner me dat de kanselier van de Nederlandse ambassade erg tegen Castro was, omdat volgens hem sinds de revolutie blanken orders moesten aannemen van zwarten.

We begonnen met een voorronde in een groep van acht landen waarvan de bovenste twee in de finalegroep A zouden komen. Dat moesten Hongarije en Nederland worden, maar Cuba scoorde verrassend goed en eindigde een half punt boven ons. Ze waren bij hun tegenstanders langs geweest met een verzoek om wat punten cadeau te geven. Het werd verteld door mensen van de ploegen die daar niet op in waren gegaan. Wij kwamen dus in de finalegroep B terecht, die we vervolgens met overmacht wonnen, en de Cubanen mochten in groep A tegen mensen als Fischer, Petrosian en Spasski spelen. Ze verloren daar al hun wedstrijden.

Als nieuweling werd ik pas op de terugreis ingelicht over die handeltjes. Had Nederland niet moeten protesteren? Frank Goudsmit, de voorzitter van de KNSB, zei dat het zinloos was geweest en dat we de kans hadden gelopen om wakker te worden met een ratelslang in bed. Ik speelde heel goed, maar nog beter speelde Kick Langeweg, die met 12 uit 15 de beste score aan het vierde bord had, boven Leonid Stein en Aleksandar Matanovic. Maar ja, het was wel in die vermaledijde finalegroep B. Aan het eind kregen alle deelnemers een prachtig schaakspel, waarmee ik nog wel eens een bijzondere partij naspeel. Ik geloof inderdaad dat ik toen in Havana erg gelukkig was.

Witold Balcerowski (Polen) – Kick Langeweg, olympiade Havana 1966
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 Lb4+ 4. Ld2 De7 5. Pc3 b6 6. g3 Lb7 7. Lg2 0-0 8. 0-0 Lxc3 9. Lxc3 d6 10. d5 Pe4 11. Ld4 c5 12. dxc6 Pxc6 13. Le3 Tfd8 14. Tc1 Tac8 15. Da4 Tc7 16. Tfd1 Tdc8 17. b4 h6 18. a3 La8 19. Lf4 e5 20. Le3 De6 21. Pd2 Pf6 Na ingetogen positiespel staat het ongeveer gelijk. 22. c5 Maar hierna krijgt zwart duidelijk voordeel. 22…bxc5 23. bxc5 d5 24. Pb3 d4 25. Ld2 Pe7 26. Lxa8 Txa8 27. e3 Dit maakt het nog erger. 27…Dh3 Nu heeft zwart een winnende koningsaanval. 28. f3 Pf5 29. exd4

29…e4 Zwart had een aangename keus. Ook 29…Pxg3 won snel. 30. Lf4 exf3 31. Tc2 Te7 32. Dc6 Tae8 33. Le5 Pe3 34. Tcd2 Pxd1 35. Dxf3 Pg4 36. Dxd1 f6 37. Pa5 fxe5 38. Pc6 Tf7 39. dxe5 Tef8 Wit gaf op.

Partij in de viewer:

Gert Ligterink

Nezjmetdinov kont onweerstaanbaar aanvallen als hij de vijandelijke koning in het vizier kreeg

Eerbetoon aan de Rus Rashid Nezjmetdinov, eerder een artiest dan een winnaar.

Er zijn schakers die pas na hun dood worden erkend als kunstenaars van een zelden vertoond niveau. Een van hen is de Rus Rashid Nezjmetdinov (1912-1974), over wie ook door de schakers van deze tijd met ontzag wordt gesproken. Toen zijn naam deze week viel tijdens een partijbespreking op de site Chess24, buitelden de commentatoren Yasser Seirawan en Peter Svidler over elkaar heen om de lof te zingen van een artiest, die onweerstaanbaar kon aanvallen als hij de vijandelijke koning in het vizier kreeg.

Nezjmetdinov dankt zijn reputatie aan de kwaliteit van zijn mooiste partijen en niet zo zeer aan zijn toernooiresultaten, al waren die lang niet slecht. In 1954 lag hij in Boekarest op koers voor de eerste prijs, tot een nederlaag in de slotronde hem terugwierp naar de tweede plaats. Vijfmaal won hij het kampioenschap van Rusland (niet te verwarren met het kampioenschap van de Sovjet-Unie) met als hoogtepunt de zege in het toernooi van Sotsji 1958, waarin hij onder anderen Kortsjnoi en Poloegajevski achter zich liet.

Denk niet dat Nezjmetdinov een potentiële kandidaat voor de wereldtitel was. Hij kon wijzen op fraaie resultaten tegen spelers als Spassky, Bronstein en Tal, maar tegen excellente verdedigers had hij het moeilijk. Nooit lukte het hem een partij te winnen tegen Petrosian of Kortsjnoi.

In 1958 speelde Nezjmetdinov tegen Lev Poloegajevski de partij van zijn leven, die ook door de verliezer op de juiste waarde werd geschat: ‘Ik denk dat ik minstens tienmaal van Nezjmetdinov heb gewonnen. Toch zou ik die tien overwinningen graag ruilen tegen de nederlaag die ik in Sotsji tegen hem leed. Dat was een juweel voor de eeuwigheid.’

Poloegajevski – Nezjmetdinov (Sotsji 1958)

1.d4 Pf6 2. c4 d6 3. Pc3 e5 4. e4 exd4 5. Dxd4 Pc6 6. Dd2 g6 7. b3 Lg7 8. Lb2 0-0 9. Ld3 Pg4 10. Pge2 Dh4 11. Pg3 Pge5 ¬ 12. 0-0 f5 13. f3 Lh6 14. Dd1 f4 15. Pge2 g5 16. Pd5 g4 17. g3 fxg3 18. hxg3 Dh3 19. f4 Le6! 20. Lc2 Niet 20. fxe5? Lxd5 of 20. Pxc7 Txf4! 21. gxf4 g3 en zwart wint. 20 … Tf7 21. Kf2 Dh2+ 22. Ke3 Lxd5 23. cxd5 Pb4 24. Th1? De toren mocht de f-lijn niet verlaten. Na 24. a3 Pxc2+ 25. Dxc2 Dh3 is nog niets beslist.

24 … Txf4! Poloegajevski: ‘Ik verzonk in diep gepeins en begreep dat er geen hoop meer was. Ik ging een partij verliezen die de wereld rond zou gaan.’ 25. Txh2 Hopeloos is 25. gxf4 Lxf4+ 26. Pxf4 Pxc2+ en zwart wint. 25 … Tf3+ 26. Kd4
26 … Lg7! Dreigt onder meer 27 … b5 met de matdreiging 28 … c5+ 29. dxc6 Pexc6. 27. a4 c5+ 28. dxc6 bxc6 29. Ld3 Pexd3+ 30. Kc4 d5+ 31. exd5 cxd5+ 32. Kb5 Tb8+ 33. Ka5 Pc6+ Wit geeft op.

Partij in de viewer:

Hans Böhm

Het voorlopig nieuwe normaal

Het is niet anders, we kunnen beter geen grote bijeenkomsten houden en dat geldt dus ook voor schaakevenementen. Het roemruchte HSG (Hilversums Schaak Genootschap), opgericht in 1887 wilde toch het traditionele jaarlijkse Open Toernooi organiseren vanwege het jubileum: voor de 15e keer in successie. Maar ja, corona hè, dus verzon men een list voor die tweehonderd liefhebbers. In plaats van een zwaar toernooi over 3 dagen nu een vertraagd snelschaaktoernooi op 1 dag (7 minuten per partij en 5 seconden extra per zet). Er waren drie grootmeesters uitgenodigd die wel op de oorspronkelijke locatie zaten (Hotel Lapershoek, waar ooit Radio Veronica) maar alle andere deelnemers zaten gewoon thuis achter de computer. Inmiddels is de techniek zo ver voortgeschreden dat de organisatie vlekkeloos verloopt.

De drie grootmeesters, Loek van Wely, Erwin l’Ami en Friso Nijboer, zaten ooit in het HSG-team dat landskampioen werd in 2008 en 2009. Ze hebben alle drie een andere stijl die juist bij het snelschaken goed tot uiting komt. Nijboer gaat meestal klassiek op de keel van de koning af, Van Wely valt alles aan wat beweegt en bij l’Ami zie je de krachten van de tegenstander langzaam maar zeker afnemen. In het livecommentaar werden ze vergeleken met de leeuw, een groep hyena’s en de komodovaraan. Het werd een spannend toernooi en ook al begon l’Ami met 5 uit 5, uiteindelijk won Van Wely met 6 uit 7.

Er worden bij snelschaken natuurlijk domme fouten gemaakt en daarom moeten we er niet teveel waarde aan hechten maar je kunt toch wel iets zinnigs uit de zettenbrij destilleren. Ons twaalfjarig talent Machteld van Foreest maakte indruk door de wijze waarop ze in de laatste twee ronden vocht tegen haar gerenommeerde tegenstanders.

L. van Wely – M. van Foreest, ronde 6

1.c4 e5 2.Pc3 Pf6 3.Pf3 Pc6 4.g3 d5 5.cxd5 Pxd5 6.Lg2 Pb6 De Siciliaanse verdediging met verwisselde kleuren. 7.0-0 Le7 8.d3 0-0 9.a3 a5 10.Le3 Le6 11.Tc1 a4 Een pionoffer dat zwart compensatie geeft in actief stukkenspel. 12.Lxb6 cxb6 13.Pa4 e4 14.Pe1 e3!? Zwart zal ook andere voorzettingen hebben (iets met 14…Pd4 15.Pc3 Lb3), de witte stukken staan nu nog passief maar dreigen los te komen. 15.fxe3 Lg5 16.Tf4 Lxf4 17.gxf4 Te8 18.Pc3 Lg4 19.Pc2 Ta5! Om te switchen naar de koningsvleugel. Goed gezien, zwart moet het hebben van de aanval. 20.De1 Th5 21.Dg3 Dd7 22.Kh1 Kh8 23.Tg1 f5 24.e4 Te6 25.Pe3 T6h6

Loek is niet de man van 26.Pf1 26.exf5!? Txh2+ 27.Dxh2 Txh2+ 28.Kxh2 Lxe2! 29.f6 gxf6 30.Pcd5 Ld3 31.Pxf6 Dd4 32.P3d5 Lg6 33.Lh3 Dxb2+ 34.Tg2 Dxa3 35.Le6 En hier had zwart verder moeten gaan met 35…Pd4 en iedere uitslag is mogelijk. Helaas een mouseslip: 35…De7?? 36.Pxe7 zwart gaf op.

De laatste ronde weegt altijd het zwaarst:

M. van Foreest – E. l’Ami, ronde 7

1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pd2 dxe4 4.Pxe4 Pf6 5.Pxf6 exf6 In deze ruilvariant van de Caro-Kann kun je ook met 5…gxf6 verder gaan, dan wordt het tactischer. 6.Pf3 Ld6 7.Ld3 0-0 8.0-0 Lg4 9.h3 Lh5 10.Le3 Pd7 11.c4 c5 12.Le4 Dc7 13.Dd3 Lg6 14.Lxg6 hxg6 Wit heeft zich normaal ontwikkeld en heeft het voordeel van de voorzet behouden. 15.Tad1 Tad8 16.d5 g5 17.Tfe1 g6 18.Lc1 Pe5 19.Pxe5 Lxe5 20.Te2 Kg7 21.Tde1 Th8?!

Zwart had natuurlijk kunnen verdergaan met 21…Ld4 22.Te7 Td7 of 21…Tfe8 en er is nog van alles mogelijk in een vluggertje. Maar l’Ami lokt bewust het volgende offer uit in de veronderstelling dat wit dit niet aandurft, echter 22.Lxg5! Lh2+ 23.Kf1 fxg5 Een stuk achter maar wit heeft dieper gerekend. 24.Dc3+! Kh7 25.Te7 Df4 26.T1e4 Df5 27.g4! Met enkele krachtzetten heeft wit een winststelling verkregen en ze maakt het mooi af: 27…Le5 28.T4xe5 Df6 29.Txb7 Kg7 30.T5e7 Thf8 31.Dxf6+ Kxf6 32.Txa7 Tb8 33.b3 en wit won. Al met al een volwassen spelvoering van deze talentvolle tienster.

Partijen A-groep in de viewer:

Bab Wilders

Voordat men aan het lezen van deze rubriek begint is het wellicht verstandig zakdoeken en kalmeringspillen klaar te leggen teneinde op tijd in te kunnen grijpen wanneer de emoties te veel worden. Wanneer de dagtaak is volbracht en mijn bedje nog niet wacht ga ik soms op TV een aflevering van Midsomer Murders kijken. Daar wordt altijd wel een keer gevraagd: Wat wil je het eerst horen, het goede of het slechte nieuws ? Persoonlijk geef ik de voorkeur aan eerst het slechte nieuws en dus: Deze rubriek is de laatste schaakrubriek in de papieren editie van deze krant. Daar staat tegenover dat de rubriek wel iedere zaterdag op de site te lezen is. Alleen zonder het probleem want ik heb besloten daarmee te stoppen. Eventuele protesten hiertegen dus niet naar het ND sturen want het was mijn besluit: Genoeg is genoeg. En dat was het dan. Bij het spitten in mijn archief merkte ik dat ik wel eens een eigen partij in de rubriek zette, vooral een correspondentie partij uit de tijd dat het nog leuk was, geen sterke computers, soms weken wachten op de zet, spelers die de nacht voor de plaatselijke brievenbus doorbrachten om hun kaart met verkeerde zet terug te krijgen, vrienden en logeeradresjes over de hele wereld enz.

Nu een voorbeeld uit de tachtiger jaren Da Cruz – Wilders: 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3. Lc4 Lc5 4. d3 (Helaas geen Evans Gambiet (3.b4) want ik had net een boek binnen gekregen met de weerlegging van dat gambiet) 4..Pf6 5.Lg5 d6 6.0-0 h6 7.Lh4 g5 8.Lg3 h5 Nu ben ik een laffe remise schuiver maar toen, vooral bij dit schaak, een agressieveling. Mijn Portugese tegenstander heeft wellicht gedacht aan een vergissing mijnerzijds dus 9.Pxg5 h4! konsekwent en natuurlijk geanalyseerd. 10.Pxg7 hxg3 11.Pxd8 ook wit kan niet meer terug 11..Lg4 12. Dd2 het werd tijd dat wit wat materiaal ging teruggeven 12..Pd4 13.Pc3 om veld e2 te dekken maar: 13..Pf3+! 14.gxf3 gedwongen Lxf3 en na enige weken kwam het bericht:Wit geeft op.

Dan nu terechte aandacht voor het bijzonder leuke en interessante schaak-blad Skaakstikken en de kenner herkent gelijk dat de titel Fries is. Maar de artikelen in het blad zijn in het Nederlands. Uiteraard ontbreekt enig te chauvinisme niet zoals in het artikel van Harm Dijkstra Fryslan was in de oorlog het centrum van het vaderlandse schaakleven. Veel proza maar ook wel degelijk partijen. En voor het eerst in mijn leven heb ik kennis gemaakt met Fries dammen. Boeiend ook Overwegingen: schaken is oorlog maar ook een spel van Wim Westerveld. En herinnering aan de verrassende NK-titel van Eddie Scholl 50 jaar terug. Te veel om op te noemen. Kortom: van kaft tot kaft de moeite waard. Voor 12 € per jaar, twee nummers van 64(!) pagina’s en inlichtingen over dit alles eelke@skaakstikken.nl.

Hier het laatste schaakprobleem in een reeks van 2003 stuks. Ieder probleem kostte mij 15 minuten en daar het huidige rekenonderwijs weinig niveau schijnt te hebben zullen vooral de oudere lezers uit hun hoofd kunnen uitrekenen hoeveel uren van mijn leven misbruikt zijn voor schaakproblemen. Probleem 2791,een driezet van Chlubna:

Dimitri Reinderman

Boek Merijn van Delft over positionele offers

Als moderne schaakprofessional heeft Merijn van Delft veel petten. Speler, trainer, coach, delegatieleider bij jeugduitzendingen, toernooidirecteur bij Batavia, organisator van schaakweek.nl en het NK snelschaken teams, presentator van een wekelijkse videorubriek op Chessbase en sinds deze maand is hij auteur van zijn eerste eigen boek, Mastering Positional Sacrifices. Zoals de titel suggereert gaat het boek over offers die gericht zijn op compensatie op de lange termijn.

Het is een breed onderwerp en van Delft behandelt daarom diverse thema’s. Hij laat zien dat een sterk pionnenblok of dominantie op een bepaalde kleur velden voor compensatie kan zorgen, maar bespreekt ook de geschiedenis van openingen met een positioneel pionoffer zoals het Marshallgambiet en het Benkogambiet. Verder o.a. specifieke offers zoals het kwaliteitsoffer op c3 in het Siciliaans of het toestaan van Lg7 x Ta1 in een koningsfianchetto en extremere offers zoals het dubbele kwaliteitsoffer of dame tegen twee stukken. Er is ook een hoofstuk over computerschaak: voor de nieuwste programma’s zoals AlphaZero en Leela lijkt materiaal van secondair belang te zijn.

Het boek blijft zeer binnen de comfortzone van de lezer doordat de voorbeelden allemaal geanalyseerde volledige partijen zijn. Het is daarom zeer geschikt voor de clubschaker die af en toe een boek wil openslaan om een mooie partij te bekijken. Toch zal de lezer door de indeling in thema’s ook iets ervan opsteken. Wie iets meer wil doen dan alleen lezen/naspelen kan aan de slag met de opgaven aan het einde van het boek.

In Nederland staat vooral Manuel Bosboom bekend als iemand die vaak (al dan niet correct) positioneel offert. Een voorbeeld van het correcte soort is zijn partij in Haarlem 1996 tegen een sterke grootmeester: hij offert een stuk en een kwaliteit en completeert dan zijn ontwikkeling.

Bosboom-Khenkin

1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pc3 dxc4 4.Pf3 b5 5.a4 b4 6.Pe4 Dd5? Deze fout is nog na deze partij nog vaak gemaakt, maar geen van de witspelers vond Bosbooms weerlegging. 7.Peg5! f6 8.e4 Da5 9.Lxc4! Voor de Zaankanter is zo’n stukoffer net zo natuurliijk als ademen. 9…fxg5 10.Pxg5 Dreigt iets op f7. 10…Ph6 11.0–0 La6

Gaat wit de loper ruilen?

Zwart wil graag de sterke witte loper ruilen. 12.Le6! Niets ervan! Neem de toren maar, die deed toch niets. 12…Lxf1 13.Dxf1 Da6 14.Dd1 Wit heeft slechts een pion voor de toren, maar zijn stukken zijn veel actiever dan de zwarte. Ook kan de zwarte koning niet in veiligheid komen. 14…Pd7 15.Lf4 g6 16.Tc1 Typisch voor het positionele offer: wit heeft ondanks de materiële achterstand geen haast en ontwikkelt rustig zijn stukken. 16…Lg7 17.Lc4 Da5 18.Pe6 Dreigt zowel stuk- als torenwinst. 18…Kf7 19.Df3 Dh5

Oogsttijd

Wit wint het materiaal met rente terug en de partij eindigt zelfs met mat. 20.Lxh6+ Dxf3 21.Pxg7+ e6 22.Lxe6+ Ke7 23.gxf3 Tac8 24.e5 Tc7 25.Lb3 Pb6 26.Lg5+ Kd7 27.Le6 mat

Partij in de viewer:

Rini Kuijf

Voor beginners A8280

Wat doet wit aan zet?

Voor gevorderden B8280

Zwart is aan zet, maar hij gaat mat, of niet?

Henk Prins

Het vervolg van de spectaculaire partij van de 11-jarige Russische wereldtopper Karjakin.

S. Karjakin – B. Malinin

1. e4 Pc6 2. d4 e5 Nimzowitz behandelde deze verdediging anders, met 2. . . d5, wat ook leidt tot interessante actief spel. 3. Pf3 Keres gaf de voorkeur aan 3. dxe5 Pxe5 4. Pf3 Df6 5. Le2 en goed spel voor wit. Maar Karjakin heeft een geheim: hij heeft een openingsvalstrik voorbereid door de opening te veranderen in het Schots. 3. … exd4 4. Pxd4 Zwart moet zijn tegenstander het betere pionnencentrum geven, omdat 3. … d6 4. dxe5 Pxe5 5. Lxe2 wit dan een mooie versie van de zojuist genoemde aanpak van Keres heeft. Niet goed is 4. … dxe5 5. Dxd8 Kxd8 die de zwarte koning op een ongemakkelijke positie plaatst voor het eindspel. 4. … Dh4 ?! Zwart is op roof uit en wil de pion e4 graag in bezit nemen. Laat Karjakin dat nu juist willen en voorbereid zijn. Overigens is deze poging ook al geprobeerd ten tijden van de eerste wereldkampioen Steinitz. Regelmatig komt deze wending nog in partijen voor. 5. Pc3 Lb4 Wit kan zich verdedigen met 6 Dd3, maar dan volgt 6. … Pf6 7. Pxc6 dxc6 8. Ld2 Lg4 en wit zal het niet gemakkelijk hebben om zijn ontwikkeling vlot af te ronden. 6. Le2 Karjakin lokt het slaan van pion e4 uit. Nu is het slaan van de pion gevaarlijk voor zwart: 6. … Dxe4 7. Pdb5 Lxc3+ 8. bxc3 Kd8 9. 0-0 Pge7 10. Te1 en wit staat beter. 6. … Pf6 Een voortzetting die Sveshnikov voorstelde, maar waar Karjakin een sterke verbetering voor wit heeft gevonden. 7. 0-0 Lxc3 8. Pf5!

8. … Dxe4 9. Ld3 Dg4 10. f3 Da4 11. bxc3 0-0 12. Pxg7! De eerste bom. 12. … Kxg7
De oplossing van de opgave 964 van vorige week is: 13. Lh6! De tweede bom. De witte koning wordt naar het midden getrokken, dit wordt een magneetcombinatie genoemd. 13. … Kxh6 Op 13. … Kh8 volgt 14. Lf8 en wit wint eenvoudig. 14. Dd2+ Kh5 De zwarte koning wordt verder naar het midden getrokken. Terugtrekken naar g7 loopt mat: 14. … Kg7 15. Dg5+ Kh8 16. Dxf6+ Kg8 18. Dh6 en de volgende zet mat. Op 14. … Kh4 komt 16. Dh6+. 15. g4+ Pxg4 16. fxg4 Dxg4+ 17. Kh1 d6 18. Tf6 Dg5 19. Le2+ Lg4 20. Lxg4+ Opgegeven door zwart. Hij heeft de keus uit 20. … Kxg4 21. Tg1+ Kh3 22. Th6+ of 20. … Dxg4 21. Th6 mat.

Partij in de viewer:

17 Reacties

  1. Avatar
    Henk Smout 01 juli 2020

    “De Rus Rashid Nezjmetdinov”, in een oud boek van Keene heet hij in een door Ligterink vertaald eerbetoon van Tal “de Tartaarse meester”.

    • Avatar
      Peter Huisman 01 juli 2020

      Zo staat het inderdaad in het boek (“Schaken met grootmeesters”), maar zou er niet “de Tataarse meester” zijn bedoeld?

      • Avatar
        Frits Fritschy 01 juli 2020

        Nou je het zegt… Maar ik dacht altijd (naar blijkt ten onrechte) dat het ’tartaartje’ afgeleid was van de biefstuk die de Tataren onder hun zadel legden om deze mals te krijgen… Overigens zijn de Tataren al eeuwenlang politiek gezien Russen. Of zij het daar altijd mee eens waren, is een andere vraag, maar dat geldt ook voor andere volkeren.

  2. Avatar
    wimw 02 juli 2020

    Een paar geleden had Europe Echecs een lang artikel over Nezhmetdinov met als titel: Het idool van Tal. De toptijd van Nezhmetdinov was in de jaren ’50, toen hij vijf keer schaakkampioen van Rusland werd, n.l. in 1950, 1951, 1953, 1957 en 1958. In 1957 werd Tal voor het eerst kampioen van de Sovjet Unie. Ze speelden in dat kampioenschap toen een partij, die Nezhmetdinov met wit won. Van hun vier onderlinge partijen werden er drie door Nezhmetdinov gewonnen. www.365chess.com/search_result.php?wlname=+Nezhmetdinov++&wname=&open=&blname=Tal&bname=&eco=&nocolor=on&yeari=&yeare=&sply=1&ply=&res=&submit_search=1#

  3. Avatar
    PeterGelpke 02 juli 2020

    In de partij Poloe – Nezjmetdinov blijft, bij het tweede diagram, de interessante verdedigingsmogelijkheid 27. Te3 (onderbreking derde rij) helaas onbesproken. Die was me bij eerdere gelegenheden nog niet opgevallen. Gelukkig heb ik kunnen uitdokteren waarom die zet niet kan.

  4. Avatar
    wimw 03 juli 2020

    Mooi lang artikel van Wim Westerveld over Nezhmetdinov met veel partijen om na te spelen. Ik heb nog geprobeerd te achterhalen of Nezhmetdinov het dammen op de 64 velden speelde. Dat is wel waarschijnlijk, want die variant werd veel in Kazan gespeeld, maar zekerheid heb ik niet gekregen. Vroeger kocht ik wel eens het Russische blad 64, dat zowel over schaken als die vorm van dammen ging. De boekhandel Ten Have in de Kalverstraat in Amsterdam had een goed voorziene schaakafdeling en daar was dat blad te krijgen.

    • Avatar
      Frits Fritschy 03 juli 2020

      Op de foto met Baba Sy speelt hij in ieder geval ‘international draughts’ ofwel ’10 x 10 checkers’. Het is een beetje verwarrend met die namen voor het damspel.

    • Avatar
      Henk Smout 03 juli 2020

      De voetnoot onderaan blz. 1 van het pdf-bestand verklaart dat het om Russisch dammen op 64 velden ging.

      • Avatar
        Frits Fritschy 03 juli 2020

        Dat is dan voor rekening van de schrijver van de (het?) blog. Op de foto zie ik toch echt een 10×10-bord.

  5. Avatar
    wimw 03 juli 2020

    Wikipedia geeft 14 vormen van dammen, waarvan er heel wat op 64 velden worden gespeeld. In Friesland hebben ze hun eigen damspel, waarbij ook horizontaal en verticaal kan worden geslagen. Ik dacht dat het schaken niet zo veel verschillende vormen kende.

    • Avatar
      Frits Fritschy 03 juli 2020

      Geloof ik niet. Even kijken: ‘FIDE-schaak’, chess960, bughouse, Glinski’s hexagonal chess (Oost-Europa) xiangqi (China/Vietnam), shatar en hiashatar (Mongolië), janggi (Korea), shogi (Japan), sittuyin (Birma), makruk (Thailand), ok (Cambodja), batak chatur (Maleisië/Indonesië), senterej (Ethiopië). Dat zijn er ook veertien. Ik heb me beperkt tot varianten die nog gespeeld worden en ofwel een zekere ouderdom hebben, ofwel georganiseerd gespeeld worden door een aanzienlijk aantal mensen. Daarnaast zijn er nog honderden andere varianten.

  6. Avatar
    Bert Baas 03 juli 2020

    In een stukje over denksport hoort natuurlijk Nezhmetdinov thuis:  De grootste uitblinker in dammen én schaken tegelijkertijd was zonder twijfel Rashid Nezhmetdinov. Ik kan me zelfs zijn naam nog herinneren in dit verband. Hij was vijfmaal Russisch schaakkampioen (een record) en ten minste één keer bij het dammen. Hij won van Tal (en was diens secondant), Spassky, Polugajevsky (en vele anderen) om een paar grote namen te noemen. Zijn grootste handicap was in feite dat hij alleen maar op zoek was naar complicaties met een grotere kans op prachtige en meeslepende combinaties en het positionele aspect daardoor verwaarloosde. Zie deze documentaire (49:10) voor een nadere kennismaking met deze boeiende Tataar.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.