Krantenrubrieken weekend 19 februari 2022

Wekelijks publiceren we de diverse schaakrubrieken van de weekendkranten. Wij streven naar publicatie op de woensdag of donderdag na het voorgaande weekend.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Dimitri Reinderman Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Profijtelijk plichtsbesef

Afgelopen donderdag won de Amerikaan Hikaru Nakamura het eerste toernooi van de FIDE Grand Prix. In de finale versloeg hij de Armeniër Levon Aronian, die in de schaakwereld sinds kort ook als Amerikaan geldt. Ze zijn nu misschien stadgenoten, of zelfs buurtgenoten, want beiden zijn ze binnengehaald door de miljardair Rex Sinquefield, de mecenas van de Saint Louis Chess Club.

De Grand Prix bestaat uit drie toernooien. Het eerste was in Berlijn en de volgende twee zijn in Beograd en dan nog eens in Berlijn. Met een ingewikkeld puntensysteem worden de beste twee spelers van de Grand Prix bepaald, die dan de laatste twee plaatsen krijgen in het kandidatentoernooi, dat later dit jaar in Madrid wordt gespeeld.

Het leek bijna of Nakamura aan liefdadigheid deed door in Berlijn te spelen. Hij won 24.000 euro en chess24.com schreef: „Natuurlijk is de Grand Prix wat geld betreft totaal irrelevant voor Nakamura.” Die hamerde er zelf voortdurend op dat hij zich had teruggetrokken uit het serieuze schaak en dat hij meedeed als amateur onder professionals.

Nakamura is streamer geworden. Zowel op Twitch als op YouTube hebben zijn kanalen meer dan een miljoen volgers. Hij geeft commentaar op vluggertjes van amateurs, speelt zelf ook vluggertjes tegen ze en ik zag op Twitch een clipje waarin hij wild danst in een jurk met diep decolleté.

Je moet er wat voor doen, maar dan heb je ook wat. Op de website wealthypersons.com wordt zijn fortuin op 50 miljoen dollar geschat. Zijn lengte wordt daar gegeven als 1,5 meter, wat ernstige twijfel wekt aan de geloofwaardigheid van die site, want Nakamura is klein, maar geen lilliputter. Arm is hij in ieder geval niet.

In The Guardian zei hij over zijn streaming: „Schaken heeft me zoveel gegeven. Iets teruggeven aan het schaken is op de een of andere manier mijn plicht.” Door plichtsbesef tot multimiljonair en dan ook nog dat toernooi in Berlijn winnen, dan ben je een geluksvogel.

Hikaru Nakamura – Levon Aronian, FIDE Grand Prix Berlijn 2022, eerste finalepartij, toen er nog met klassiek tempo werd gespeeld, na de 21ste zet van zwart.

22. Lh6

Tot hier was alles rustig, maar nu begint een felle strijd.

22…Pxd3

Er was niets tegen 22…Lg7, maar Aronian pakt de pion.

23. Lxf8

Misschien had Nakamura op 23. Ted1 e4 24. Lxf8 gerekend, maar dan komt 24…h5 25. Dg3 Lh4 en zwart wint.

23…Pxe1 24. Txe1 Txf8 25. Dc4 Da8 26. Tb1 Tb8

Wit zou niet veel voor de pion hebben als zwart 26…Tc8 had gespeeld.

27. Tb4 Kg7 28. Pg3 h5 29. Pe4 Ld8 30. a5 Da7

Nog steeds was 30…Tc8 gevolgd door Le7 en c7-c6 het aangewezen plan.

31. g3 f5 32. Pd2 Txb4 33. cxb4 e4 34. Pb3 Lf6 35. Kg2 h4 36. gxh4 Kf7

Weer onnauwkeurig.

37. h5

Na 37. Dc6 zou zwart in groot gevaar zijn.

37…gxh5 38. b5

Zwart liet het ver komen en nu is eeuwig schaak zijn enige kans. Vanaf hier speelt Aronian weer sterk.

38…e3 39. f4 Db8 40. Kf1 axb5 41. Dc6 e2+ 42. Kxe2 Da7 43. a6 Dg1 44. Dxc7+ Kg6 45. Pd2 Dh2+ 46. Kd1 Dxf4 47. a7 Lg5 48. Da5 b4 49. Da2 b3 50. Da5

Zwart kan niet verhinderen dat wit een tweede dame haalt.

50…De3

Toch redt zwart zich. Wit kan eeuwig schaak niet verhinderen.

51. a8D Dg1+ 52. Ke2 De3+ 53. Kd1 Dg1+ 54. Ke2 De3+ Remise

Partij in viewer:

Gert Ligterink

Borislav Ivkov is voor eeuwig verbonden aan die ene onbegrijpelijke zet

Borislav Ivkov zal in het collectieve schakersgeheugen voortleven als de vriendelijke reus die in 1951 het eerste WK voor junioren won, driemaal kampioen van Joegoslavië werd en eenmaal, in 1964, zich kwalificeerde voor het kandidatentoernooi. Maandag overleed hij, 88 jaar oud, in Belgrado aan de gevolgen van een covidbesmetting.

Ivkov heeft zijn lange carrière beschreven in een nooit in het Engels vertaalde autobiografie die de computerhaters zal aanspreken. In de inleiding schrijft hij dat geen enkele in zijn boek opgenomen partij is onderworpen aan analyse door het digitale monster: ‘Het lijkt mij zinloos bij onze menselijke bezigheden gebruik te maken van een universeel genie zonder gezicht en emotie.’

Eeuwig zal Ivkovs naam verbonden blijven aan een van de grootste blunders uit de schaakgeschiedenis. In 1965 was hij in het Capablanca Memorial in Havana dicht bij het grootste succes van zijn leven. In de voorlaatste ronde hoefde hij slechts af te rekenen met de Cubaan Gilberto García, de zwakste deelnemer van het toernooi, om een beslissende voorsprong te nemen op zijn concurrenten.

De ontknoping van die partij werd beschreven door Hein Donner in een memorabel artikel in Elseviers Weekblad. Na de 36ste zet van wit in García – Ivkov ontstond de volgende stelling:

Donner: ‘Wit heeft geen enkele reële dreiging. Al mocht hij twee zetten achter elkaar doen, zoals dat onder schakers heet. Was Ivkov maar niet zo in tijdnood geweest! Zijn hand zweefde over het bord, aarzelde en greep ineens de enige vreselijke mogelijkheid de partij onmiddellijk te verliezen. Verlaten van alle goede geesten speelde zwart de onvoorstelbare zet:
36 … d3
en gaf na 37. Lc3 op.’

Partij in viewer:

Het is begrijpelijk dat Ivkov na deze ramp ook zijn laatste partij verloor. Achter Smyslov eindigde hij op de met Fischer en Geller gedeelde tweede plaats.

Een van Ivkovs mooiste winstpartijen komt uit het in 1961 door Michail Tal gewonnen toptoernooi in Bled.

Ivkov – Portisch, Bled 1961

1.e4 e6 2. d4 d5 3. Pc3 Lb4 4. e5 c5 5. a3 Lxc3+ 6. bxc3 Dc7 7. Dg4 f5 8. Dg3 Pe7 9. Dxg7 Tg8 10. Dxh7 cxd4 11. Kd1 Ld7 12. Dh5+ Kd8 13. Pe2 La4

Rond 1960 was deze openingsvariant populair. De praktijk heeft geleerd dat 13 … dxc3 sterker is dan de tekstzet die veld e6 onbeschermd laat.

14. Pf4 Dxe5 15. Df7 Ld7 16. Ld3 Dd6 17. Te1 e5 18. a4! Le8 19. De6 Dxe6

Ook na dameruil is zwarts koning niet veilig.

20. Pxe6+ Kd7 21. Pc5+ Kc8 22. Txe5 Pbc6 23. Te2 Txg2 24. Lxf5+ Kd8?

Deze zet verliest onmiddellijk. Zwart kan zich voorlopig verdedigen in een inferieure stand na 24 … Pxf5 25. Txe8+ Pd8 26. Tf8 Pd6.

25. Pxb7+ Kc7

26. Lf4+! Pe5

Na 26 … Kxb7 volgt 27. Tb1+ Ka6 28. Ld3+ Ka5 29. Lc7+ Kxa4 30. Ta1 mat.

27. Txe5 Pxf5 28. Te7+ Kc6 29. Tc7+ Kb6 30. Tb1+ Ka6 31. Tc6+!

Een elegante slotzet. Zwart staat mat na 31 … Lxc6 32. Pc5+ Ka5 33. Lc7.
Zwart geeft op.

Partij in viewer:

Hans Böhm

Een beetje geschiedenis

Inmiddels is Valentijnsdag een commercieel gebeuren maar voor de oorsprong moeten we terug naar het jaar 496 toen Paus Gelasius 14 februari uitriep tot de dag van de Heilige Valentijn. Dat had te maken met een priester die ter dood werd veroordeeld vanwege zijn geloof. Er doen diverse legendes de ronde over Valentijn maar daar blijft het bij, er zijn geen feitelijke biografische gegevens bekend. Dus moet je zelf op onderzoek of anders maar een plausibel verhaal accepteren.

Toen ik de geschiedenis van de schaakstukken wilde beschrijven voor de serie ‘Wij presenteren…’ ging ik te rade bij schaakhistoricus Leo Diepstraten (1925-2020) en kwam voor dezelfde problematiek te staan. De directe voorloper van ons schaakspel is chaturanga, dat werd gespeeld tot ongeveer het jaar 500. Er zijn diverse aannames over de voorlopers van chaturanga, dus daar is ruimte voor speculatie.

De geschiedenis van de Middeleeuwen is wel gedocumenteerd en in die tijd kwam het schaakspel naar Europa (ongeveer het jaar 1000) en ontwikkelde het zich van een militair naar een hoofs spel. De Spaanse geleerde Petrus Alfonsi schreef in zijn boek Disciplina Clericalis, begin twaalfde eeuw, over het schaakspel als één van de zeven vaardigheden die aangeleerd dienden te worden door iedereen.

De zwakke veldheer werd vervangen door de koningin, het sterkste stuk (vanaf ongeveer 1500).  Uit die riddertijd stammen verhalen (zoals Tristan en Isolde) en kunst over het schaakspel. Er werd in die vervlogen tijden soms om meer gespeeld dan de winst of de eer.

Via een online veiling kon ik een wandkleed bemachtigen uit Spanje dat, volgens bijgevoegde informatie, gemaakt is op dezelfde ambachtelijke manier als in de veertiende eeuw. Het tafereel laat een vrouw en een edelman zien, die schaken. Bij winst mag hij trouwen, bij verlies volgt het kloosterleven. De schering is honderd procent katoen, de inslag is honderd procent wol. Het doet sterk denken aan een houtsnede met dezelfde oplossing voor het probleem van perspectief: het bord is acht velden breed maar slechts zes velden diep.

In zijn film ‘Het zevende Zegel’ uit 1956 vertelt regisseur Ingmar Bergman het verhaal van een ridder die terugkeert van de kruistochten en terecht komt in een land dat geteisterd wordt door een epidemie van de pest, de Zwarte Dood. Die woedde van 1347-1352 en kostte wereldwijd meer dan honderd miljoen mensen het leven. De ridder ontmoet De Dood op een verlaten strand en daagt hem uit voor een schaakpartij met als inzet zijn leven. De Dood neemt de uitdaging aan. Helaas kun je de partij zelf niet goed volgen in de film, die wordt slechts voor het drama gebruikt. Toen die bewuste partij later werd gepubliceerd in de Zweedse krant Dagens Nyheter bleek dat er ergens en-passant geslagen werd en dat kan historisch bezien niet want die bijzondere regel werd pas ingevoerd in de zestiende eeuw.

Een van de oudst bewaarde genoteerde partijen staat in het Göttingen Manuscript uit circa 1471 en daarin zien we dat naast het en-passant slaan ook onze rokade nog uitgevonden moest worden. Dat waren regels die vanzelf voortvloeiden uit de wens om het trage Middeleeuwse spel te versnellen.

Wit – Zwart

1.e4 e5 2.Pf3 d6 3.Lc4 f5 4.d3 f4 5.d4 Df6 6.Pc3 c6 7.h3 Le6 8.d5 Ld7 9.dxc6 bxc6 10.b4 Le6 11.Lb3Ph6 12.Lb2 a6

Tot hier een redelijk normaal opgezette opening. Maar nu komt het. Er was wel een soort van rokade, want men had inmiddels ook wel door dat de koning het veiligst in een hoek stond omgeven door pionnen en stukken. Dus ‘rokeerde’ men gekunsteld met Ke2, Te1, Kf1. Dat was een lange procedure en daar had men wat op gevonden: de rokade maar dan in twee zetten:

13.Tf1 Pf7 14.Kg1

Het duurde nog zo’n honderd jaar totdat de rokade in één zet werd uitgevoerd tot onze huidige rokade.

14…Le7 15.Lxe6 Dxe6 16.a4 g5 17.Ph2 h5 18.f3 Ph6 19.b5 Tg8 20.De2 g4 21.fxg4 hxg4 22.Pxg4 Pxg4 23.hxg4 Txg4 24.bxc6 Pxc6 25.Pd5 Ld8 26.c4

Die zet bevalt niet. Beter 26.Ta3 om over de derde rij mee te verdedigen. Nu wint zwart in de aanval.

26…Ta7! 27.Tf2 Th7 28.Dd1 Dh6 29.Kf1 Dh5 30.Df3 Dg6 31.Dd3 Th1+ 32.Ke2 Txa1 33.Lxa1 Txg2

Wit geeft op.

Dimitri Reinderman

Nieuwe eindspelboeken van Dvoretsky en De La Villa

Wat maakt een goed eindspelboek? In ieder geval goede voorbeelden en een duidelijke uitleg erbij.  Het veel geprezen boek Dvoretsky’s Endgame Manual  voldoet naar mijn mening niet helemaal. Met de selectie van voorbeelden zit wel goed, maar het is voor clubspelers veel te zware kost. Mogelijk om dit bezwaar tegemoet te komen is er recent een veel dunnere versie van het boek verschenen, de FastTrack Edition.  En inderdaad: deze versie is toegankelijker dan de originele.  Toch denk ik dat het voor de meeste clubspelers nog steeds aan de moeilijke kant is. Mark Dvoretsky was een toptrainer voor sterke spelers, maar met amateurs had hij waarschijnlijk weinig ervaring. Daarom raad ik voor deze groep een ander veel geprezen boek aan: 100 Endgames You Must Know  van de Spaanse grootmeester Jesús De La Villa. Zijn uitleg van 100 basisstellingen uit de eindspeltheorie is helder en duidelijk. Maar hoe zit het met de fase voordat een theoretisch eindspel is bereikt? Van dezelfde auteur is er nu een vervolg waarmee dat te leren is: 100 Endgame Patterns You Must Know. In dit boek behandelt hij typische patronen die in eindspelen voorkomen, zoals het reservetempo in pionneneindspelen, de zonale verdediging in eindspelen met ongelijke lopers en de paraplu in toreneindspelen. Ook in dit boek is zijn uitleg helder. Het is een dik boek (464 pagina’s), maar de hoeveelheid materiaal is niet intimiderend omdat het op een prettige manier gepresenteerd wordt. Voor de ijverige student dus een aanrader en ik denk dat het boek zelfs geschikt is voor de amateur die zonder verdere ambitie gewoon interessante partijfragmenten wil naspelen.

Van beide boeken een voorbeeld.

Diagram 1 is een studie van Reti, ik geef de volledige (vertaalde) uitleg van Dvoretsky. Misschien maakt het duidelijk wat ik hierboven bedoel.

1.Td2(d3)!! d4 Td1! Kd5 3.Kd7!

Zwart is in zetdwang: als 3…Kc4, dan 4.Ke6 en als 3…Ke4, dan 4.Kc6. 1.Td1 is fout: 1…d4 2.Kd7 (2.Kf7 Ke4 3.Ke6 d5!) 2…Kd5! (zwart voorkomt een omtrekking) 3.Kc7 Kc5! (3…Kc4 4.Kd6 d3 5.Ke5) en het is wit die in zetdwang is. Na 4.Kb7 is de witte koning te ver weg en maakt 4…Kc4 5.Kc6 d3 remise.

Bij het patroon ‘Tactische trucs die horen bij een pionnenwedren’ geeft De La Villa diagram 2 als voorbeeld van het lokken van een koning naar een fataal veld.

39…Kd5!

De partij Ljubojevic-Browne werd na 39…f5? 40. Kb4 f4 41.Kc4 remise gegeven.

40. b4

Na 40.Kb4 voorkomt zwart met de bodycheck 40…Kd4! dat de witte koning in het vierkant van de vrijpion komt.

40…f5 41.b5 f4 42.b6 Kc6!

Zwart heeft twee tempi verloren om de witte koning naar het fatale veld a6 te lokken. Hij promoveert een zet na wit, maar wel met een winnend schaakje.

43. Ka6 f3 44.b7 f2 45.b8D f1D+ 46. Ka5 Da1+ 47.Kb4 Db2+ met damewinst.

Partij in viewer:

Rini Kuijf

Voor beginners

Zwart aan zet, wat is juist?

Voor gevorderden

Wit aan zet doet?

Henk Prins

Van de tweede tweezet uit het Winterpuzzelnummer van 4 december, gecomponeerd door Victor Cepiznji, geef ik in het kort de oplossing. Deze tweezet is onderdeel van een drieling, diagram 988, die geïnteresseerden kunnen oplossen. Het eerste onderdeel van de drieling is de diagramstand, dit onderdeel stond in de winterpuzzel en die oplossing volgt hierna, het tweede deel ontstaat door verplaatsing van de zwarte koning naar d4, het derde deel is de verplaatsing van de zwarte koning naar a5. De laatste twee onderdelen kunnen opgelost worden en worden over twee weken besproken.

Oplossing tweezet 2. De sleutelzet is 1. Pa2! Zwart is in tempodwang. Als zwart zijn paard van a6 speelt dan volgt 2. Pb4 mat. Als het andere paard speelt 1. … Pc7 willekeurig, dan volgt 2. Lb5 mat.

De derde tweezet werkt met een witteloper-koning batterij op de diagonaal a3-e7. Het probleem heeft een zogenaamd schijnspel. Dat is het spel voordat de sleutelzet van wit is uitgevoerd. Er ligt namelijk in de diagramstand al de volgende twee varianten gereed: 1. … Tb7+ 2. Kc3 mat en 1. … Dxg7 2. Kxb3 mat. Twee varianten met matzetten door de batterij. Een verleidelijke beginzet voor wit is 1. Lc6? Wit dreigt dan 2. Df6 mat. Wit kan die dreiging tegenhouden door 1. … Dxg7 te spelen, dan volgt de nieuwe matzet 2. Kc4 mat. Ook pareert zwart met 1. … Txg7. Nu kan wit weer de batterij afvuren en wel met 2. Kc3 mat. Zwart weerlegt de verleiding met 1. … Tb7+! De sleutelzet is 1. Ld5! Nu dreigt wit 2. De6 mat. Zwart kan dit tegenhouden door 1. … Txg7 te spelen , maar dan komt een andere matzet als in de verleiding, namelijk 2. Kxb3 mat. Dit is een bekende matzet, want in het schijnspel kwam deze na 1. … Dxg7. Op 1. … Tb7+ komt ook een andere matzet 2. Kc4 mat, maar kwam al eerder voor in de verleiding na 1. … Dxg7. De drie matzetten door de witte koning vertoont een cyclus. Dit is in onderstaand schema te zien:

1. … Txg7 1. … Dxg7 1. … Tb7+
schijnspel nvt 2. Kxb3# 2. Kc3#
verleiding 2. Kc3# 2. Kc4# weerlegging
oplossing 2. Kc4# nvt 2. Kxb3#

Als we 2. Kxb3# zet A noemen, 2. Kc3# zet B en 2. Kc4# zet C, dan krijgen we de cyclus AB-BC-CA.

Een modern schema probleem met een mat- en paradeverandering cyclus.

Over Redactie

Schaaksite.nl is eind 2009 opgericht. Schaaksite.nl is een onafhankelijke en niet-commerciële Nederlandse website. Ons motto is: Schaaksite.nl is er vóór en dóór schaakliefhebbers. Iedereen die iets te melden heeft kan het (laten) publiceren op onze site.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.