De ‘killing spirit’ in schaken

Hoe win je gewonnen stellingen? Ik krijg deze vraag de laatste jaren steeds vaker. Nu zijn er meerdere punten waar aandacht aan besteed dient te worden. Ik zal er in dit artikel één techniek uitlichten op mentaal vlak: verhulling. Verhulling is sowieso een techniek die helpt in verschillende situaties om betere schaakprestaties neer te zetten. Zo ook bij het winnen van gewonnen stellingen. Om alles in te luiden, een stuk inspiratie uit de topsport:

Verhulling is een strategie om bewust (negatieve) informatie over jezelf te verbergen naar anderen. Denk aan een sporter die niet aan zijn tegenstander wil laten merken dat hij moe is. Neem het voorbeeld van Lornah Kiplagat waar ze probeert te voelen hoe goed anderen in de race zitten. Ze zegt hierover: “Je hoort aan de ademhaling van je tegenstanders of ze het moeilijk hebben. Dat gebruik ik ter motivatie.”

Volgens Kiplagat zijn Afrikanen beter dan Europeanen in het verhullen van hun werkelijke staat van vermoeidheid. Hardlopers uit Ethiopië zijn hier enorm sterk in. Ze lacht en zegt: “Je merkt aan hen echt helemaal niet hoe vermoeid ze zijn. Soms denk je dat ze enorm sterk zijn en dan opeens stappen ze uit de race. Totaal onverwacht. Echt bizar.” Volgens Kiplagat is de killing spirit – verwijzend naar de mate waarin sporters diep kunnen gaan zonder het te laten merken – veel beter bij lopers uit Ethiopië dan uit Kenia.

Evolutionair kunnen we het verhullen van negatieve informatie over iemands fysieke staat wellicht verklaren, aangezien veel roofdieren hun slachtoffers uitzoeken op basis van zwakte (Trivers, 2010). Het is dus denkbaar dat het voor sporters voordelig is om negatieve informatie over zichzelf te verbergen. Sporters bijten zich namelijk vast in een moment van zwakte bij een tegenstander, focussen zich daarop en sommeren zichzelf vervolgens door te blijven zetten.

In een vechtsport als K1 zie je verhulling regelmatig voorkomen. Op het moment dat een tegenstander namelijk een zwakke plek ziet, wordt daar zo vaak mogelijk op geslagen of geschopt totdat de tegenstander opgeeft of knock out gaat. Hoost zegt hierover: “Pijn en vermoeidheid probeerde ik altijd te verbloemen. In mijn geval gebruikte ik bij een stoot van mijn tegenstander soms een smile – lachen, ondanks dat het wel degelijk pijn doet – om te laten zien dat niks mij deerde. Het is om een gevoel van onmacht te creëren bij je opponent, je tegenstander te laten denken dat zijn stoten geen effect hebben.” Hoost: “Mentale druk is het zwaarste, niet de pijn of vermoeidheid. Het is het gevoel dat je krijgt dat, wat je ook doet, het geen effect heeft en dat hij je dan uitlacht. Dat jouw stoten of trappen geen uitwerking hebben. Bij mezelf is dat maar een aantal keer voorgekomen, maar toen had ik het wel enorm zwaar.” Om het belang van verhullen van negatieve informatie over jezelf toe te lichten, geeft Hoost als voorbeeld de belangrijke K1 titel die hij won in 1999: “Ik moest in de halve finale tegen Jérôme Le Banner. Op een gegeven moment overstrekte ik mijn rechterknie, bij het neerzetten van mijn voet merkte ik dat er iets niet goed zat. De halve finale won ik nog wel, alleen dacht ik toen: hoe ga ik het in godsnaam klaarspelen in de finale tegen Mirko Filipovic? Toen gebeurde er iets bijzonders: mijn team plakte voor de finale een wond op mijn linkerbeen af. Niks ernstigs, maar Filipovic dacht daardoor dat ik last had van mijn linkerbeen. Als hij op mijn rechterknie was gaan focussen was het een probleem voor mij geweest. Dat deed hij echter niet en uiteindelijk won ik de wedstrijd en de titel.” (Lahaye & Waanders, 2016)

Schaken is uiteraard geen sport waar je lichaam op fysiek vlak tot het uiterste wordt gedreven. Desalniettemin is verhulling ook binnen het schaken toepasbaar. Denk aan situaties waar blunders worden gemaakt. Vaak zie je al dat iemand zijn of haar hoofd schudt of zelfs zwaar geïrriteerd “tjonge jonguh jonguh” mompelt na een zet die ze spelen. Dit terwijl de tegenstander zelf de blunder nog moet vinden en afstraffen.Het is niet gek te verwachten dat een de tegenstander juist bij zo’n reactie even extra oplet en de blunder eerder ook daadwerkelijk afstraft.

Verhul daarom altijd je emoties als je ziet dat je een blunder maakt. Voer je zetten altijd met overtuiging uit en toon geen twijfel. Als je na het uitvoeren van je zet erachter komt dat het een blunder is, laat dit dan zeker niet merken aan je tegenstander. Het komt vaak genoeg voor dat je tegenstander het ook niet ziet.

Ook bij gewonnen stellingen kan verhulling van een blunder een slimme strategie zijn. Mocht het zo zijn dat de tegenstander, ondanks de verhulling, de blunder wel ziet en afstraft, probeer dan ook op dat moment je emoties te beheersen.Je wilt namelijk niet het zelfvertrouwen van je tegenstander te veel voeden. Beland niet teveel in een negatieve spiraal als je iets over het hoofd hebt is gezien. Hoe je mentaal in de wedstrijd zit heeft invloed op je focus. En je hebt als schaker maar één taak: iedere keer de beste zet vinden. Alles wat je concentratie verstoord, moet je zo snel mogelijk in de kiem smoren. Blunders komen namelijk nooit alleen, zeker niet als je de knop mentaal niet weet om te zetten.Als je negatief over jezelf denkt en praat, bestaat de kans dat je in een vicieuze cirkel belandt. Hierdoor kan een mentale blokkade ontstaan.

Pak daarom even kort een moment voor jezelf. Evalueer hoe erg je blunder daadwerkelijk is. Wellicht valt de schade mee en sta je nog steeds gewonnen. Straal gewoon uit alsof het onderdeel is van je plan en herpak jezelf. Als je de tijd hebt, loop dan even een kort rondje door de zaal of ga naar de wc. Met verhulling win je misschien niet per definitie meer partijen, maar ik durf te wedden dat je er wel minder verliest!

Rick Lahaye

Met dank aan Jasper Dekker voor het geven van feedback.

Bronnen:

Lahaye, R., & Waanders, T. (2016). Grenzen verleggen: geheimen van kampioenen. Topsport Community.

Trivers, R. (1991). Deceit and self-deception. In Kappeler P. M., & Silk, J. B. (eds), Mind the gap: tracing the origins of human universals (pp. 373-393). Washington, DC: Smithsonian Press.

5 Reacties

  1. Avatar
    renzoverwer 26 november 2023

    Dank Rick. in een van de boeken van Timman staat iets over een Russische GM die enorm blunderde en toen zeer nonchalant begon te doen. Hij won meen ik. (boek vergeten, speler vergeten…..als je zo oud als ik bent, dan krijg je dat).

    Het verhullingsverhaal staat mooi beschreven in een van de boeken van de uitstekende sportjournalist Jean Nelissen. Ff uit de kop: Joop Zoetemelk reed in een groepje renners tijdens de Tour 80 – die hij uiteindelijk won. Hij had het moeilijk. Zijn ploegleider riep hem bij hem, vroeg hem te verhullen, grapjes te maken met tegenstanders (oei, ja dat kunnen wij schakers niet), op kop te gaan rijden. Vervolgens ging ploegleider Post in onderhandeling met die tegenstanders: die de etappe, die de bergtrui, ‘doen julli rustig aan, niet aanvalln, Zoetemelk het geel’.

    Eén groot camouflageverhaal. Het slaagde.

    De sport zit vol met dit soort verhalen. Op alle niveaus. Er staan me verhalen bij van tennissers die blessures camoufleerden. Anderen zetten een blessure juist aan om extra tijd te krijgen.

  2. Avatar
    jan van os 26 november 2023

    Dat doet me denken aan één van mijn eerste externe partijen. Ik liet mijn dame instaan. Een teamgenoot liep achter me langs en flapte er uit: “Je geeft je dame weg”. Waarop ik mij omdraaide en zei: “Je denkt toch niet dat hij daar instinkt” En vervolgens durfde mijn tegenstander de dame niet te nemen.

      • Avatar
        jan van os 27 november 2023

        In de oude tijd was praten tijdens de partij heel gewoon. Het schaken was voor mijn gevoel minder serieus en op resultaat gericht als nu. Zonder rating kon je ook makkelijker een partij remise geven zodat je naar huis kon of omdat het biljarten ook aantrekkelijk was.

  3. Avatar
    Rick den Haag 27 november 2023

    @Renzo: Leuk! Ik denk dat verhulling veel wordt toegepast door schakers. Zelf maak ik er ook veel gebruik van. Laatst nog tegen Arthur Pijpers in het Amsterdam Open. Op zet blunderde ik met 20.Ta7. Ik vergat mijn zet goed te controleren. Niet veel later na het uitvoeren van mijn zet zag ik dat hij 20..Pxc4! had. Na de partij nog besproken. Hij zag het niet. Hij was gefocust op een mooie combinatie op g2. Ik vermoed dat Arthur het wel had gezien als ik duidelijke signalen had afgegeven dat Ta7 slecht was. Je weet het alleen nooit zeker 🙂
    www.schaaksite.nl/2023/10/29/amsterdam-chess-open-live-report-deel-viii-rick-lahaye-wint-kraker-tegen-arthur-pijpers-in-de-vijfde-ronde/

    @Jan: Grappig verhaal! Ik had het gezicht van je tegenstander wel willen zien toen hij aan zet was en je dame kon pakken. De verwarring 🙂 Doet mij denken aan jonge kinderen die expres hun tegenstander misleiden en net doen alsof ze een fout maken en dit zichtbaar laten blijken aan hun tegenstander. Dit terwijl ze eigenlijk snode plannen hebben zodra ze in hun val trappen 🙂

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.