Visie en de spes patriae

In mijn jonge jaren las ik ‘Das Kapital’ van Karl Marx. Zijn stelling dat alleen door technologische ontwikkelingen machtsverhoudingen veranderen, is me altijd bij gebleven en het werd het prisma waardoor ik sindsdien naar de veranderende wereld kijk.

In die wereld werd spierkracht steeds minder nuttig. De verhouding tussen man en vrouw veranderde daardoor drastisch. Internet maakte een eind aan kennismonopolies en doet de machtsverhoudingen tussen mensen en landen verschuiven naar nieuwe evenwichten. Zonder strijd gaat dat echter niet. De oude machtsbolwerken, mannen in het algemeen en het Westen in het bijzonder, verzetten zich met hand en tand en in die overgang zitten we nu. Met alle conflicten van dien.

Ik ben nu bijna net zo oud als mijn vader toen hij zei: “Ik wil niet dood, want ik ben zo benieuwd hoe het verder gaat.” En net als mijn vader ga ik het niet meer allemaal meemaken, maar ik heb wel het gevoel dat ik iets zie dat zijn schaduwen vooruitwerpt.

De ontwikkeling van de schaakwereld is de kanarie in de mijn. Grote veranderingen die aangeven waar het naartoe gaat met de wereld. Vrouwen en mannen uit afgelegen gebieden, niet serieus te nemen tot voor kort, die ineens tot op het hoogste niveau kunnen meekomen op basis van puur talent, niet langer verstoken van leraren en kennisbronnen, maar in het bezit van een sleutel, het internet, die toegang verschaft tot alles wat nodig is om talent te voeden.

Onlangs las ik ‘Move first, think later’ door Willy Hendriks. Het boek is inmiddels ruim tien jaar oud en veroorzaakte destijds de nodige ophef. De heilige huisjes van de schaaktraining werden niet ontzien. Het idee dat je eerst een (abstract) begrip van de stelling en een (gefaseerd) plan moet hebben om tot goede zetten te komen, zette hij op de helling. Tegelijkertijd las ik een recent interview met Simen Agdestein, de eerste coach van Magnus Carlsen.

Hij had een leerling die een sterke grootmeester geworden is en deel uitmaakte van het Noorse team dat recent aan het Europees kampioenschap deelnam. Agdestein vertelde dat zijn pupil waarschijnlijk nooit een schaakboek heeft ingezien en domweg door veel te spelen op internet zo sterk geworden was. Wellicht moeten we de schaaktraining op een geheel andere leest schoeien, suggereerde hij nog. Ik las daarin het gelijk van Willy Hendriks.

Het is dus niet alleen zo dat schaakkennis voor iedereen toegankelijk is geworden, maar ook dat de trainingsmethodiek, dat wil zeggen de zienswijze daarop, aan verandering onderhevig lijkt. De komst van AlphaZero, het zelflerende systeem dat alleen de spelregels ingevoerd kreeg en door tegen zichzelf te spelen een ongeëvenaard hoog niveau bereikte, zal bijgedragen hebben aan de gedachte dat het anders kan.

Zelf ben ik op didactisch gebied een leek, al heb ik in mijn werkzame leven samen met een collega ooit een beleidsnota geschreven over talentontwikkeling en las ik ter voorbereiding daarvan het een en ander en sprak ik met experts. Maar ik maak mezelf niets wijs en toen ik na lezing van het boek van Willy Hendriks bedacht dat ik wilde schrijven over jeugdtraining en ‘The state of the art’ op dit gebied, realiseerde ik me dat ik vooral anderen met kennis en ervaring aan het woord zou moeten laten.

En tot wie zou ik me beter kunnen wenden dan tot mijn Rotterdamse generatie- en teamgenoot van weleer (Charlois), de godfather van de jeugdtraining in Nederland en ver daarbuiten, de auctor intellectualis (samen met Rob Brunia) van de Stappenmethode, Cor van Wijgerden?

Ik heb hem dan ook benaderd voor een interview. Met alle liefde was ik naar Drenthe afgereisd waar hij sinds lang woont. Achteraf gezien had ik het boek van Hendriks en zijn (tamelijk milde) kritiek op de Stappenmethode beter niet kunnen vermelden in mijn mail, want hij reageerde als door een adder gebeten. Hij stuurde me zijn gepeperde reactie op het boek van ook alweer tien jaar geleden, met de opmerking dat hij daar nog steeds achter staat. En vriendelijk liet hij me weten dat hij niets zag in een interview met mij. Zijn goed recht natuurlijk. Mogelijk houdt hij mij voor een bevooroordeeld iemand die niet goed weet waar hij het over heeft. Wel stuurde hij me een interview toe van enige tijd geleden.

Visie en de spes patriae – Schaakvereniging Erasmus (sv-erasmus.nl)

2 Reacties

  1. Avatar
    Frans Hoynck 06 december 2023

    Interessant verhaal. Dank.
    Zelf speel ik sinds 1972 en blijf verslaafd aan schaakboeken, ook vanwege het culturele en historische aspect. En ik verkocht ze natuurlijk, bij Van Stockum in Den Haag. Daarom ken ik de Stappenmethode goed en de manier waarop Cor daar tegenaan keek en mee omging, samen met z’n medewerkers.
    Net als u vond / vind ik het boek van Willy Hendriks heel interessant (en als schaker aantrekkelijk) en denk ik dat er een hoop verandert wat betreft training en opleiding, vooral door internet inderdaad.

    Ook de Kroatische GM / trainer Davorin Kuljasevic benadrukt dat in zijn boek (uit 2021) ‘How to Study Chess on Your Own’ – dat ik vorige maand overigens pas ontdekte.
    Een apart dingetje daarover. In uw artikel (de ruime versie op de site van SV Erasmus) heeft u het een aantal keer over ’tanlentrijke’ jeugdspelers.
    Interessant aan de visie van Kuljasevic vind ik dat hij vraagtekens zet bij dat begrip ’talent’. Weliswaar benadrukt hij zeer het belang van jonge spelers hun motivatie. Maar om goed vooruit te komen tot op een behoorlijk niveau is volgens Kuljasevic vooral werklust belangrijk en puur de (grote) hoeveelheid tijd die je moet steken in schaakstudie. (En met alleen maar potjes spelen op internet kom je ‘er’ niet als jeugdspeler, meent hij.)
    Interessant boek, ik raad het zeer aan.

  2. Avatar
    Caesar64 06 december 2023

    Een goed geheugen voor schaakzetten wil ook helpen. Wereldtoppers als Kasparov of Anand hebben een briljant schaakgeheugen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.