"Das darf ich auch!"

Binnenkort (op 20 maart a.s. om precies te zijn) staat het populaire Hypercube snelschaaktoernooi in Utrecht op het programma. Op 24 april wordt ook de prestigieuze snelschaakmarathon in Dordrecht weer eens georganiseerd en dat is goed nieuws. Het snelschaken is in Nederland razend populair. Niet in de eerste plaats omdat er volop actie is, ook omdat er veel toernooien zijn met een aantrekkelijk prijzengeld. Als een leek vindt dat het schaken een saaie sport is, moet hij maar eens gaan kijken bij zo’n blitzevenement.

Toen ik eind jaren tachtig veelvuldig deelnam aan diverse snelschaaktoernooien, kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat er op een gegeven moment sprake was van een soort ‘spelverruwing’. De regels voorzagen niet in alle gevallen die soms op (of over) de grens van het ethisch verantwoorde lagen. Het opvallende was dat het vaak ook dezelfde figuren waren die zich bezondigden aan trucs die weinig meer met het spel van doen hadden. Het heeft erbij mij toe geleid dat ik me een tijdlang afzijdig heb gehouden van deelname aan het snelschaken. Toen ik daar eens een boekje opendeed bij een clubgenoot die zich nog wel in het ‘strijdgewoel’ wist te wagen, kreeg ik te horen dat wat er in Nederland gebeurde nog zeer beschaafd wat ten opzichte van wat soms bijvoorbeeld in Duitsland voorviel.

Ik weet nog altijd niet waarom, maar op een gegeven moment liet ik me overhalen om met een (Eindhovens) team eens deel te nemen aan een groot opgezet blitzevement waarin viertallen het tegen elkaar opnamen. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Als ik dacht al bekend te zijn met de meest smerige rotstreken, dan werd er nu een boekje open gedaan over wat er nog meer allemaal mogelijk was. Iemand door de vlag heen beuken met koning+toren tegen koning+toren, werd in Nederland ook al gedaan, maar hier werd zelfs remise geweigerd in een eindspel van ongelijke lopers met twee pionnen minder, alleen maar omdat de tegenstander een overwicht had van vier tegen twee minuten. Hij wilde, ondanks zijn materiële achterstand dus daadwerkelijk proberen de tegenstander door de vlag te jagen.

Ook schoppen onder de tafel, het geven van signalen door teamgenoten tijdens het vluggertje, werd zonder scrupules gedaan. Het werd mij al snel duidelijk: Duitsers zijn niet alleen goed in het vluggeren, ze blijken ook nog erg gehaaid te zijn op ander gebied en wij Nederlanders hadden het bepaald niet gemakkelijk.

Maar eindelijk is het onze beurt om vriend en vijand verbaasd te doen staan met een misselijke streek. In een van de potjes raakt een teamgenoot verzeild in een totaal verloren lopereindspel, maar de tegenstander heeft erg weinig tijd. Omdat deze bezig is een pion naar de overkant te loodsen en hij geen tijd wil verliezen met de aankomende promotie, zoekt hij tussen de stukken naast het bord naar de dame en zet die alvast aan de overkant klaar.

Dat brengt de Nederlander op een lumineus idee. Terwijl de zetten steeds sneller uitgevoerd worden, verwisselt hij naast het bord de dame voor een loper en als de Duitser met zijn pion aan de overkant van het bord komt, bemerkt hij geen verschil. In plaats van de beoogde dame, zet hij de loper op het bord en hij begint daar vervolgens damezetten mee te doen.

Onze landgenoot wijst hem op het feit dat hij damezetten met de loper doet en omdat de tegenstander niet van zins is om daar iets aan te veranderen, krijgt onze teamgenoot de later onsterfelijk geworden oneliner uit zijn keel: ‘DAS DARF ICH AUCH!’

Vervolgens gedraagt zijn loper zich ook ineens als een dame…

Met stijgende verbazing zien wij dat er een eindspel wordt gespeeld met pionnen en lopers, maar dat er met de lopers voortdurend damezetten worden gedaan! De Duitser protesteert hevig, vergeet echter de klok stil te zetten en gaat gewoon verder met dit merkwaardige tafereel. Zijn roep om de wedstrijdleider verdwijnt in het niet en in het tumult blijken ineens ook beide vlaggen gevallen te zijn. De aanstormende wedstrijdleider kan weinig anders doen dan de partij remise verklaren. De teamgenoten van de Nederlandse schurk, die het schouwspel van nabij volgden, lagen ondertussen op de grond van het lachen…

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.