Nabeschouwing WK-tweekamp tussen Anand en Topalov

Terugblik op WK-match

De vulkanische uitbarsting op IJsland heeft Anand aan de wereldtitel geholpen. Dat schrijft de Australische grootmeester Ian Rogers. Dit alles heeft te maken met bijgeloof als we Gert Ligterink in de Volkskrant van zaterdag 15 mei mogen geloven. Het is bekend dat Topalov in de laatste partij van de tweekamp, waarin hij wit had, op een gegeven moment remise uit de weg ging en een onverantwoorde winstpoging deed. Toen hij later ten onder was gegaan gaf hij als verklaring dat hij weinig trek had in de play-offs met versneld tempo, die daarna gehouden zouden worden. Die zouden namelijk op donderdag de dertiende worden gehouden en Topalov had slechte ervaring met het “ongeluksgetal”. Hij noemde als voorbeeld 13 oktober 2006 waarin hij de tiebreak verloor van zijn tweekamp tegen Vladimir Kramnik. Maar wat heeft dit alles te maken met de vulkaan in IJsland?

Zoals bekend kwam Anand vast te zitten in Frankfurt omdat het vliegverkeer in Europa helemaal lam was gelegd door de vulkanische as die meegevoerd werd uit IJsland. Anand heeft toen de reis naar Sofia per trein en auto ondernomen. Ondertussen vroeg hij de Fide hem uitstel te verlenen. Normaal gesproken zou de wereldkampioen zo’n drie dagen voor de match arriveren om te acclimatiseren. De Fide stemde toe hem een dag uitstel te geven, maar daardoor werd het hele speelschema met een dag verlengd. En daarom zou de speeldag van de barrages niet op 12 maar op 13 mei worden afgewerkt. En daarmee stonden de sterren kennelijk gunstig voor de Indiër.

Hier speelde Anand 24… Ld3. Na 25. Dc1 volgde 25… La6 en Topalov kon door weer 26. Dc2 te spelen een zetherhaling toestaan, waarna de match in 6-6 zou zijn geëindigd. Hij koos echter voor 26. Ta3?! Het gevolg was dat Anand later in de partij de witte koning begon te attaqueren, hem het halve bord over joeg en uiteindelijk beslissend materiaal veroverde, waardoor de match direct beslist was.

Dat schakers bijgelovig zijn, is algemeen bekend. Zo is er het verhaal van Anatoli Karpov, die tijdens het Interpolistoernooi in Tilburg een aantal dagen zijn haar niet wenste te wassen. Hij had gezegd dat hij dat pas zou doen als de zaken niet zo zouden gaan als hij graag wilde. Maar alles verliep zo voorspoedig dat hij uit bijgeloof zijn haar maar steeds vetter liet worden en niet meer waste. Kwade tongen beweren dat de stank hem ook de nodige punten heeft opgeleverd…

Ligterink noemt ook de gelukspen (of gelukskleren) die iemand koestert tijdens een voorspoedige fase van een match. Andersom komt waarschijnlijk vaker voor: het weggooien van een mooie pen omdat een schaker daarmee verloren heeft.

Wat ook voorkomt is dat sommige schakers een andere route naar de toernooizaal lopen omdat zij de dag ervoor verloren hebben. Zij schrijven hun nederlaag dan toe aan de weg die zij bewandeld hebben.

Dat een tweekamp om de wereldtitel in zo’n cruciaal stadium beïnvloed zou kunnen worden door het getal 13, zal voor velen niet te bevatten zijn. Maar het lijkt erop dat Topalov zichzelf om zeep heeft geholpen hierdoor. Een plausibele verklaring kan ook zijn dat Anand, die de reputatie heeft een uitstekend rapid- en snelschaker te zijn, bij Topalov angst heeft ingeboezemd. In de onderlinge confrontaties heeft Anand een enorme plusscore opgebouwd in deze discipline en hoewel Topalov het zal ontkennen zal hij daar zeker bevreesd voor zijn geweest.

Heeft Anand de tweekamp terecht gewonnen? Wat mij betreft wel. In veel partijen heeft hij laten zien de betere schaker te zijn. Hij wist zijn tegenstander, vaak met kleine strategische middelen, zoek te spelen. Maar Anand bleek ook kwetsbaar te zijn, kwetsbaarder dan ik van te voren had verwacht. De eerste partij was daar een treffend voorbeeld van. Hoe is het mogelijk dat zo’n groot speler als Anand zo wordt “geslacht” kan men zich afvragen. Dat was een wereldkampioen onwaardig, hoewel dat niets afdoet aan de voortreffelijke prestatie van Topalov. Want juist in het vinden van verborgen aanvalswendingen schuilt de kracht van Topalov. Ook de vechtlust en het altijd willen leveren van strijd, pleit voor de Bulgaar die daarmee zijn wellicht wat mindere inzicht ten opzichte van Anand in deze tweekamp voldoende wist te compenseren. Want ging Anand niet ten onder in een eindspel met ongelijke lopers, dat eigenlijk in remise had moeten eindigen? Juist dat soort aspecten horen ook bij topsport.

Maar met de laatste partij heeft Anand getoond een waardig wereldkampioen te zijn. Het slotoffensief dat hij uit zijn mouw schudde, speelde hij – op een enkele zet na – vrijwel optimaal. Als we tenminste de sterkste schaakcomputers mogen geloven. Want daar ging deze tweekamp ook over. De hele wereld zat mee te kijken, met draaiend op de achtergrond twee of drie engines die bij elke zet hun waardering gaven. Zelf keek ik ook mee met de zetten die de rekenmonsters gaven. Maar uit ervaring kan ik zeggen dat dit ‘rekentuig’ in sommige posities de plank op het positionele vlak flink mis sloegen. Pas als het er tactisch scherp aan toe ging, mochten we blindelings op de machine vertrouwen. En zelfs het mooie paardoffer van Topalov in de eerste partij bleek door het elektronisch tuig nog niet zo eenvoudig te vinden te zijn. Hier speelden ook de zogenaamde horizoneffecten een grote rol.

Ik heb een paar keer meegekeken en geluisterd op ICC, misschien wel de grootste internetschaakclub ter wereld. De partijen werden telkens becommentarieerd door twee of drie grootmeesters, vaak ondersteund door een schaakjournalist. Het was soms gênant om te zien hoe sommige grootmeesters de eerste keuze van Rybka als hun eigen idee presenteerden. “Lekker makkelijk”, dacht ik. “Zo kan ik het ook”.

Maar daar zit wat mij betreft het publiek niet op te wachten. We willen weten hoe een grootmeester denkt, hoe hij tot zijn zetten komt, wat hij voor zetten evalueert en welke hij niet in zijn beschouwingen meeneemt. Waarom hij een bepaald eindspel kiest of juist niet kiest. Waarom is het paard soms sterker dan de loper, op welke kleur moeten we onze pionnen zetten? Daar hebben we niets aan Rybka of Deep Fritz en noem ze maar op. Wat mij zeer goed beviel waren de analyses van de Engelsman Jonathan Speelman.

Ik ‘verdenk’ hem ervan dat hij geen engine had aanstaan (misschien is hij wel niet zo handig met de computer…). Maar de ideeën die hij tentoonspreidde waren creatief, instructief en hoogst origineel. Ook op het tactische vlak schudde hij een paar leuke wendingen de ether in, die soms simpel weerlegd konden worden, maar wie maalt daar nou om? Heel grappig vond ik het moment dat hij in discussie ging met een grootmeester uit het Oostblok (ik weet niet meer wie dat was, maar de man sprak Engels met een vet Russisch accent) over een stelling, waarin de “Rus” zijn gelijk probeerde te halen met Rybkavarianten, maar Speelman hem de oren waste met een paar technisch fraaie eindspelmanoeuvres waarop de “Rus” in eendrachtige samenwerking met Rybka het antwoord schuldig op moest blijven!

Tot slot de vraag of Anand de terechte wereldkampioen is? Dat is een lastige. De Indiër staat momenteel geen eerste op de wereldranglijst (hoewel de verschillen erg miniem zijn). Hij staat echter al heel geen eerste op de Elolijst. Als we meenemen dat bijvoorbeeld Magnus Carlsen, de huidige nummer één van de wereld, niet mee heeft gedaan aan de WK-cyclus, dan kun je je afvragen of Anand misschien niet van hem verloren zou hebben. Ik denk dat Anand een geweldig talent is, dat hij zich ook een zekere hardheid heeft eigen gemaakt (hij bleek over voldoende veerkracht te beschikken toen het tegenzat in de match) en dat hij op vrijwel alle gebieden in het schaken zeer bijzondere dingen laat zien. Het leeftijdsverschil van vijf jaar met Topalov, dat in zijn nadeel zou werken, vond ik de grootste flauwekul die ik de laatste jaren heb gelezen. De fitheid van een persoon hoeft in mijn ogen niet aan leeftijd gekoppeld te worden. Misschien speelt dat pas boven de 50 (ik ben zelf 51…).

Het hangt volgens mij meer af van welke levensstijl je er zelf op na houdt of je wel of niet lichamelijk fit achter het bord verschijnt. Want dat is in het tegenwoordige schaak toch een niet te onderschatten factor. Zonder een goede conditie zullen veel spelers het afleggen tegen een opponent die ook aan het eind van de partij fit genoeg is om ingewikkelde varianten te kunnen doorrekenen en onder druk van de klok moeilijke beslissingen te kunnen nemen. Of Anand zomaar van de troon gestoten zal gaan worden, waag ik te betwijfelen, hoewel het genie van Carlsen onmiskenbaar is. Of de jonge Noor op dit moment al rijp is voor een WK-tweekamp waarin het ook om andere dingen gaat dan de zuiver schaaktechnische, is een grote vraag.

Gentleman Anand zal zich echter niet bedienen van het wapen van de psychologische oorlogsvoering, waarmee Fischer, Karpov, Kasparov, Kramnik en ook Topalov hebben geprobeerd hun tegenstander uit zijn evenwicht te krijgen. De buitenwereld smult er altijd van, de schakers vinden het maar kinderachtig dat je bijvoorbeeld via de wedstrijdleider remise aanbiedt, zoals Topalov in deze tweekamp deed. Wat dat betreft is het ook maar goed dat Anand wereldkampioen is. Want in de schaakwereld zit niemand te wachten op nog een “Toiletgate” dat tijdens de tweekamp Topalov-Kramnik de hele wereld overging.

Hierbij heb ik alle analyses die we eerder op Schaaksite hebben gepubliceerd bij elkaar in één mooi bestand gezet, dan heeft u het netjes bij elkaar.

en, allemaal geanalyseerd door Dimitri Reinderman en Herman Grooten.

Het leek me ook nog aardig om uit alle partijen het meest spraakmakende, bijzondere of beslissende moment nog in een diagram te vatten:

Hoogte en dieptepunten uit de tweekamp:

Eerste matchpartij

24. Pxf6!

De wereldkampioen overziet een paardoffer en wordt regelrecht naar de slachtbank geleid.

Tweede matchpartij

25. … Pe3?

Na deze zet verloor Topalov de controle en later de partij.

Derde matchpartij

19… f6

Met deze subtiele zet kwam de loper die buitenspel stond weer in het spel waarna zwart de stelling gelijk kon maken.

Vierde matchpartij

23. Pxh6!

Een offer om de koningsstelling aan flarden te stellen. Topalov ging nu op zijn beurt ten onder in een koningsaanval.

Vijfde matchpartij

22… f6!

Weer die subtiele zet met egalisatie van de stelling. Wit kon om tactische redenen niet op e6 slaan.

Zesde matchpartij

30. Pa7

Witte paarden dansen door de zwarte stelling, echter zonder iets daadwerkelijks te bereiken.

Zevende matchpartij

35… De3?!

Zwart in grote problemen maar toch remise.

Achtste matchpartij

54… Lc6??

Een merkwaardige blunder van Anand die hiermee een remise staand eindspel met ongelijke lopers verliest.

Negende matchpartij

40. Th8+?

Beruchte veertigste zet. Anand laat de vijandelijke koning van de onderste rij ontsnappen.

Tiende matchpartij

48… La3

Eindelijk het loperpaar eraf!

Elfde matchpartij

49. Td2

De ultieme winst (verlies-)poging.

Twaalfde matchpartij

34… De8!

Met deze “dame terugzet” (die Topalov niet had zien aankomen) moest wit een vreselijke verzwakking van zijn koningsstelling toelaten: 35. g4. Anand speelde de aanval overigens in fantastische stijl. En ook de technische afhandeling deed hij enorm sterk. Zo sterk dat iemand op Schaaksite zich in het chatvenster liet ontvallen dat het erop leek dat Anand een soort Rybka in zijn hoofd leek te hebben; hij speelde op een enkel moment na steeds Rybka’s eerste keus.

N.B.

Peter Doggers van Chessvibes hield een interview met de wereldkampioen. Daar heeft hij een mooi filmpje van dat u hier kunt bekijken.

De officiële toernooisite: www.anand-topalov.com/.

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.